Onderwerp
werken op niveau voor allochtonen
(geschikte banen,
diplomawaardering, studeren met behoud van uitkering, netwerkvorming,
erkenning)
Aan het college van
burgemeester en wethouders,
Inleiding / aanleiding:
Allochtonen in Nederland
kampen nog steeds met een achterstand in het verkrijgen van werk en met name in
het verkrijgen van passend werk. Ook in Delft is dit het geval. De oorzaken
hiervan zijn zeer complex en veelsoortig.
Project “werken op
niveau”:
In het diversiteitsbeleid,
het integratiebeleid en in het activeringsbeleid zijn maatregelen aangegeven
die er toe moeten leiden dat allochtonen een goede, bij hun vermogens passende
positie op de arbeidsmarkt bemachtigen.
Door de Stichting
Vluchtelingenwerk Delft worden nu, in samenwerking met de gemeente,
bijeenkomsten georganiseerd gericht op allochtonen met een hogere opleiding.
Deze bijeenkomsten vormen de voorbereiding voor het project dat in deze nota
beschreven wordt.
Het plan:
De kern van het project is het vormen van groepen van 6
tot 8 allochtonen met een MBO of hogere opleiding. Deze groepen worden gevormd
rond een aantal arbeidsmarktvelden (bijv.: maatschappelijk sociaal, medisch,
technisch en economisch-administratief).
Deelnemers kunnen zichzelf
melden (bijv. via de SVD of de zelforganisaties), maar kunnen ook gevonden
worden via het netwerk van bedrijven en instellingen dat rond dit project wordt
gebouwd.
In de nota ‘Samen aan de
slag’ wordt voorzien in een samenwerking tussen de gemeente en Delftse
instellingen en bedrijven waar relaties mee bestaan. Deze samenwerking bestaat
uit het uitwisselen van vacatures en kandidaten. In dit netwerk, waar de gemeente
ook als werkgever aan meedoet, worden vacatures en kandidaten van allochtone
afkomst geďnventariseerd.
Voor iedere groep word zo een
aantal kandidaten gezocht. De groepen / netwerken die daardoor ontstaan zijn
elkaar helpende, informerende en inspirerende groepen. Iedere groep heeft een
coach (of meer) die zelf ervaring heeft in het overwinnen van de drempels en
die de weg kent in de regelgeving en
een aantal relaties heeft.
De coaches worden begeleid
door een coördinator. Deze functioneert naar de gemeente toe (in beleidsmatige
zin) voorwaardenscheppend. Naar de
coaches toe heeft de
coördinator een meer organiserende rolen: het banen van wegen, het leggen van
relaties enz. De coördinator komt in tijdelijke dienst bij de gemeente. De
coördinator wordt ondersteund door een op te richten stuurgroep (SVD,
Arbvo/Cliq, Werkgroep Migrantencommunicatie en Gemeente).
Onderstaand schema
verduidelijkt de opzet van het plan:
Centraal in het plan staat
deskundigheidsbevordering. Deze is op maat gesneden, gericht op een mogelijke
vacatureplek en aanvullend aan de deskundigheid die deelnemers al hebben.
Belangrijk is dat aan de kandidaten de mogelijkheid tot netwerkopbouw wordt
geboden. Ervaringen kunnen uitgewisseld worden, er kan gesproken worden over
wat je wel en wat je beter niet kunt doen, haalbare verwachtingen kunnen scherp
gekregen worden en men kan gebruik maken van de wegwijsfunctie die men voor
elkaar kan hebben.
In bovengenoemd kader spelen
alle, in de diverse beleidsnota’s genoemde, instrumenten een rol:
·
Het netwerk van
werkgevers, waarmee de gemeente gezamenlijk vacature- en kandidatenuitwisseling
wil regelen. Dit kan door middel van een convenant worden vastgelegd;
·
Trajectbegeleiding en
intake, zorgvuldig gericht op het onderzoeken van alle aanwezige capaciteiten
en gericht op mogelijkheden om eerder gevolgde opleidingen aan te vullen met
Nederlands geaccepteerde diploma’s;
·
Scholing, die hiervoor
nodig is, eventueel tijdelijk met behoud van een uitkering.
Nog niet uitgebreid
beschreven is een vorm van loopbaanplanning met de mogelijkheid tot
toezeggingen al tijdens de trajectbegeleiding. Voor de motivatie en de
geloofwaardigheid is dit van groot belang.
Hierbij gaat het in ieder
geval om de gezamenlijke intentie van de werkgevers in het netwerk om
kandidaten die een uitgangspositie krijgen aangeboden ook kunnen rekenen op
mogelijkheden tot doorgroei. De partners dienen daartoe in het te sluiten
convenant met elkaar vast te leggen dan men elkaars kandidaten en vacatures een
kans zal geven.
Zolang men nog wachtend of in
aanlooppositie is, dient er een passend aanbod van begeleiding en opleiding
etc. te zijn. In een wachtpositie dient dit door de gemeente (vakteam activering
en inburgering) te gebeuren, in een functie door de werkgevers.
Bij de gemeente is dit geregeld in het “loopbaan advies centrum”:
Het personeelsbeleid van de
gemeente Delft wordt vernieuwd. In de vernieuwing staan menselijke
mogelijkheden centraal (MMC). Dit betekent onder meer dat de inzet van mensen
wordt afgestemd op taken en op individuele competenties. Het betekent ook dat
ontwikkelingsafspraken met mensen in de organisatie mogelijk zijn, die zijn
afgestemd op hun individuele belangstelling, ambities en de ontwikkeling van
het werk in de organisatie. Deze afspraken worden concreet gemaakt in
persoonlijke ontwikkelingsplannen van medewerkers, op basis waarvan ook
loopbaan- en doorstroomafspraken worden gemaakt.
Om MMC te laten slagen is het
vereist dat medewerkers zich actief op de arbeidsmarkt begeven en los komen van
vermeende rechten, voorrangsposities etc. Medewerkers zijn immers zélf
verantwoordelijk voor hun eigen loopbaan. Anderzijds vereist MMC natuurlijk ook
een coachend management en het geven van ontwikkelingsgerichte leiding aan
medewerkers. Alleen dan kunnen zij medewerkers stimuleren, activeren en langer
behouden voor de Delftse organisatie.
Om deze vernieuwing te
stimuleren heeft de gemeente, als werkgever, onder meer een
LoopbaanAdviesCentrum (LAC) opgericht. Het LAC heeft een stimulerende en
activerende rol naar management en medewerkers. Daartoe kan het LAC in
ondersteunende zin diverse loopbaaninstrumenten inzetten, die competenties van
medewerkers in beeld brengen, of individuele ontwikkelingsmogelijkheden in
kaart brengen. Ook kunnen medewerkers voor informatie terecht bij het LAC over
banen etc. Advisering en ondersteuning kan het LAC geven bij
reďntegratietrajecten, vorming en opleiding en loopbaanbegeleiding. Maar
bovenal geldt dat mensen zélf actief moeten zijn en hun toekomst niet op een
presenteerblaadje aangereikt krijgen. Het LAC faciliteert!
Binnen het kader van deze
nieuwe werkwijzen binnen de gemeente Delft kunnen met het LAC afspraken gemaakt
worden die de in- en doorstroom van allochtonen binnen de gemeente kunnen
bevorderen. Deze afspraken zijn feitelijk al aangegeven in het uitvoeringsplan
Diversiteitbeleid.
Instroom:
Hiertoe kan het LAC, met
gebruikmaking van haar externe netwerkrelaties, allochtonen 'in portefeuille
nemen'. Deze personen zullen vervolgens, zoals bovenstaand aangegeven,
gefaciliteerd worden bij hun activiteiten op de Delftse arbeidsmarkt.
Doorstroom:
Eenmaal werkzaam bij de
gemeente Delft, wordt op dezelfde wijze als voor het overige personeel, gekomen
tot doorstroomafspraken door middel van persoonlijke ontwikkelingsplannen, die
bekend moeten zijn bij het LAC.
Éxtra aandacht voor
allochtonen wordt door het LAC binnen het geschetste kader gegeven. Uiteraard
voor zover extra budget voor scholing, loopbaanadviezen etc. beschikbaar is.
In de nota diversiteitsbeleid
is als streefpercentage opgenomen dat met ten minste 5% van de allochtonen en
vrouwen uit het personeelsbestand van Delft doorstroomafspraken worden gemaakt
via het LAC.
In de nota Integratiebeleid
is de afspraak opgenomen dat het streefpercentage in het kader van de Wet Samen
jaarlijks met een procent wordt verhoogd. Voor 2001 betekent dit een percentage
van 13,5.
Plaats van het project in
de organisatie:
De gemeente biedt een
tijdelijke professionele ondersteuning en een structuur.
Een stuurgroep die
binnen de gemeente het hele project begeleidt en waarin gemeente, SVD, ARBVO,
werkgroep migrantencommunicatie en de belangrijkste deelnemende werkgevers
participeren.
Een coördinator, zoals
eerder omschreven. Deze wordt aangesteld binnen het vakteam activering en
inburgering en zal nauw samenwerken met de coördinator oudkomers. (Deze twee
deeltijdfuncties kunnen eventueel gecombineerd worden.) De financiering van de
functie zal voor twee jaar geschieden, deels uit het PenO budget
(diversiteitsbeleid) en deels uit de egalisatiereserve integratiebeleid,
invalshoek oudkomersbeleid.
De coördinator stimuleert en
faciliteert de coaches die vrijwillig functioneren in de groepen van
kandidaten.
Nader uit te werken:
Het netwerk is nog lang niet
volledig gedefinieerd. Het aantal en de diversiteit van de participerende
werkgevers is voor de haalbaarheid van het plan wel van groot belang. Het
aantal en soort van de groepen die gevormd worden is nog niet limitatief, het
aantal coaches kan ook nog worden uitgebreid. De bijeenkomst op 10 mei
aanstaande in het stadhuis is een eerste start. Verdere mond-op-mond reclame en
het doorgeven van de ervaringen zal het project verder op poten moeten zetten.
Het aanstellen van de coördinator is hierbij essentieel.