De wet
reďntegratie arbeidsgehandicapten (REA) bestaat sinds 1 juli 1998
en
beoogt het reďntegratieinstrumentarium ten behoeve van arbeidsgehandicapten te
verbeteren en te vereenvoudigen. De wet REA biedt arbeidsgehandicapten extra
middelen en instrumenten, waardoor de kansen op arbeidsinpassing worden
vergroot. De gemeente is verantwoordelijk voor reďntegratie van
arbeidsgehandicapten met uitsluitend een bijstandsuitkering of een
WIW-dienstbetrekking.
Per
jaar wordt vanuit het ministerie een budget toegekend om deze gemeentelijke
taken te kunnen uitvoeren. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe zij dit budget in
zetten. Gemeenten kunnen met dit budget REA-toetsen en reďntegratietrajecten
inkopen en ervaring opdoen met casemanagement.
Begin
1999 is in de nota Vaststelling budget
en subsidieplafonds in het kader van de verordening wet REA (D994842)
vastgesteld. In deze nota is aangeven dat de REA zou worden geëvalueerd en
indien nodig nieuwe beleidsuitgangspunten zouden worden geformuleerd.
In
deze nota wordt eerst in het kort de wet
REA beschreven en vervolgens worden de resultaten van de afgelopen periode
gepresenteerd en wordt voorgesteld gedeeltelijk het beleid herzien.
Tevens
wordt ingegaan op de ontwikkelingen m.b.t. de SUWI en het Fonds Werk en
Inkomen.
2.
Doelgroep
Arbeidsgehandicapt
is in principe iedereen die door ziekte of gebrek verminderde kansen heeft op
de arbeidsmarkt. Er is in geval van een arbeidshandicap sprake van zowel
medische als arbeidskundige aspecten.
Dat
iemand arbeidsgehandicapt is kan direct uit de wet volgen of vastgesteld zijn
middels een REA-toets.
Er
zijn geen voorwaarden gesteld aan de afstand tot de arbeidsmarkt om voor
instrumenten in aanmerking te komen. Het REA-instrumentarium staat dus in
beginsel open voor alle arbeidsgehandicapten in fase 1 tot en met 4, mits aan
de voorwaarden voldaan.
2.1
Arbeidsgehandicapt als direct gevolg van de wet REA
Personen
die tot de onderstaande groepen behoren worden in het kader van de wet als
arbeidsgehandicapt beschouwd:
2.2 Arbeidsgehandicapt op grond van de REA-toets
Behoort een persoon niet tot de bovengenoemde categorie en er is toch
sprake van een ziekte of gebrek waardoor men verminderde kansen heeft op de
arbeidsmarkt dan dient dit te worden vastgesteld door middel van een
medisch-arbeidskundig onderzoek: REA-toets. Deze REA-toets wordt door externe
organisaties, in opdracht van de gemeente,
uitgevoerd. In 1999, 2000 en 2001 zijn deze toetsen uitgevoerd door
Arbeidsintegratie (KLIQ), Argonaut en WOSM. In 2000 telde Delft 2.349 volledig
arbeidsongeschikten en 1.137 gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Het merendeel
van deze arbeidsongeschikten is ouder dan 45 jaar.en ontvangt een uitkering van
een uitvoeringsinstelling (UVI).
3. Instrumenten
De gemeente is verantwoordelijk voor de toepassing van alle instrumenten
die worden ingezet ten behoeve van arbeidsgehandicapte bijstandsgerechtigden en
werkzoekende arbeidsgehandicapten zonder uitkering.Voor de overige groep
arbeidsgehandicapten zijn de uitvoeringsinstellingen verantwoordelijk (UVI). De
gemeente heeft een budget toegewezen gekregen dat geoormerkt is toegevoegd aan
het scholings- en activeringsbudget van de WIW. Het pakket op maat en de werkgevers- en
werknemersvoorzieningen voor het
verrichten van arbeid in WIW-dienstbetrekking of een proefplaats zijn
werkgeversinstrumenten welke bekostigd moeten worden vanuit het gemeentelijk
budget. Het derde instrument, plaatsingsbudget, gaat niet ten laste van het
gemeentelijk budget en kan rechtstreeks bij het ministerie worden
gedeclareerd.
Naast de bekostiging van de hierboven genoemde instrumenten dient het
geld te worden ingezet voor het verrichten van REA-toetsen en het uitvoeren van
trajecten. Gezien de onduidelijkheid over de omvang van de doelgroep en het
beroep op de instrumenten is in 1998 gekozen om het beperkte beschikbare budget
volledig in te zetten voor REA-toetsen en trajecten en als eerste op dit
terrein ervaring op te doen. De prioriteit is destijds gelegd bij het activeren
van arbeidsgehandicapten en niet bij het ondersteunen van werkgevers. In de REA
verordening zijn de subsidieplafonds voor de instrumenten pakket op maat en
werkgevers- en werknemersvoorzieningen voor het verrichten van arbeid in
WIW-dienstbetrekking of op een proefplaats dan ook op nul gezet. Uit de
evaluatie zal blijken of dit uitgangspunt aangepast dient te worden.
3.1 Plaatsingsbudget
Een werkgever heeft recht op een plaatsingsbudget van maximaal
24.000,- ( 10.890,73) over drie
jaar bij indienstneming van een arbeidsgehandicapte. Deze subsidie is bedoeld
voor de aanpassing van de werkplek, om -,bij- en herscholing en inwerk- en
begeleidingssubsidie.
De gemeente kan het plaatsingsbudget volledig declareren bij het rijk en
gaat niet ten laste van het gemeentelijk REA-budget.
3.2 Pakket op maat
Wanneer de kosten hoger geraamd worden dan het plaatsingsbudget kan de
werkgever een pakket op maat aanvragen bij gemeente. Een pakket op maat zal
zeer snel tot hoge kosten leiden. Kosten die hieronder vallen zijn bijvoorbeeld aanpassingen aan werkplek of
bedrijfsgebouw. De gemeente kan bij verstrekking van een pakket op maat
18.100, -
( 7.714,26) declareren bij het rijk. Het overige deel komt voor rekening
van het gemeentelijk REA-budget.
De gemeente Delft heeft begin 1999 besloten om het pakket op maat de eerste
jaren niet in te zetten en het beschikbare (beperkte) gemeentelijk REA-budget
volledig in te zetten voor de inkoop van REA-toetsen en toeleidings-en
bemiddelingstrajecten. Het subsidieplafond voor het pakket op maat is dan ook
vastgesteld op 0,--.
3.3 Werkgevers-
en werknemersvoorzieningen voor het verrichten van
arbeid in WIW-dienstbetrekking of op een proefplaats
Onder werkgevers- en werknemersvoorzieningen vallen o.a. communicatievoorzieningen voor doven
(doventolk), job-coaching (na
afsluiting van het traject) en vervoersvoorzieningen.
Volgens besluitvorming uit 1998 is aan deze instrumenten geen toepassing
gegeven. Het vrij besteedbare (beperkte) budget is zoals al eerder aangegeven
aangewend voor de inkoop van toeleidingstrajecten en het subsidieplafond is dan
ook op 0,- gesteld.. De kosten van eventuele voorzieningen waren niet te
ramen en daardoor was ook niet duidelijk hoe groot de claim op het gemeentelijk
budget zou zijn. Proefplaatsingen met behoud van uitkering zijn uiteraard wel
mogelijk.
4. Resultaten
Eind 1998/begin 1999 het gemeentelijk REA-beleid vastgesteld. In 1999
is met de uitvoering van dit beleid gestart. De hierna volgende
resultaten betreffen de periode 1999 en 2000 en gedeeltelijk 2001 (tot en
met 15 augustus). Gezien de late start van REA-activiteiten in 1998 (i.v.m. late bekendmaking wetgeving) zijn
deze resultaten samengevoegd met de resultaten van 1999. In 1999 zijn 5
cliënten aan het werk gegaan (20% van de afgesloten trajecten.) In 2000 zijn 14
cliënten aan de slag (44% van de afgesloten trajecten) en de eerste helft van
2001 7 cliënten (41% van de afgesloten trajecten) Voordat in dit hoofdstuk
verder op de resultaten wordt in gegaan wordt eerst de aanloop tot de resultaten
beschreven.Achtereenvolgens komen de contractpartners en beschikbare budgetten
aan de orde. Vervolgens wordt in gegaan op de aanmeldingsprocedure en
doelgroep. Tenslotte nadat het
kader is geschetst worden de resultaten
gepresenteerd.
4.1 Contractpartners
In 1999, 2000 en 2001 zijn contracten afgesloten met diverse partners
i.v.m. het verrichten van REA-toetsen en uitzetten van reďntegratietrajecten.
De afgelopen jaren is geprobeerd om met diverse bedrijven ervaring op te
doen m.b.t. het toetsen en het uitzetten van trajecten met als doel het
succesvol bemiddelen naar een baan. Uiteindelijk is het de bedoeling om te
komen tot een optimale mix van geslaagde bemiddelingen en hiermee samenhangende
kosten. Deze werkwijze vormt een voorloper van de Structuur Uitvoering Werk en
Inkomen (SUWI) om te komen tot een effectieve marktwerking van de reďntegratie d.m.v. concurrentie.
De beschikbare budgetten zijn vanuit het rijk geoormerkt. In 2000 en 2001
is er extra budget, respectievelijk 48.000,- ( 21.781,45),.en
40.000,- ( 18.151,21), toegevoegd
vanuit het WIW scholings- en activeringsbudget.
In 2002 zal door de komst van het Fonds Werk en Inkomen er voor de REA geen
geoormerkt budget meer zijn en maakt dit budget onderdeel uit van het totale
activeringsbudget. In 1998 en 1999 was
de gemeente verplicht om meer dan de helft in te kopen bij KLIQ
(Arbeidsintegratie).
1998/1999 2000 2001
Totaal beschikbare budget
545.404** 421.552* 530.200*
*inclusief WIW scholings- en activeringsbudget
** budget 1998 171.853 plus budget 1999 373.552
|
|
1998/1999
|
|
2000
|
|
2001
|
|
|
|
gepland
|
uitgevoerd
|
gepland
|
uitgevoerd
|
gepland
|
uitgevoerd
|
KlIQ (AI)
|
33
|
33
|
40
|
39
|
0
|
0
|
Argonaut (ZVN)
|
8
|
8
|
10
|
12
|
20
|
11
|
WOSM
|
0
|
0
|
0
|
0
|
40
|
8
|
Totaal
|
41
|
41
|
50
|
51
|
60
|
19
|
Zoals uit hoofdstuk 2 blijkt hoeft niet iedereen die tot
de doelgroep van de REA behoort te voor gedragen voor een REA-toets. Cliënten die als direct gevolg onder de REA vallen worden niet getoetst.
Daarnaast wordt niet iedere cliënt die REA-getoetst is voorgedragen voor een
traject. Wanneer duidelijk is dat
iemand geen traject nodig heeft om aan het werk te gaan wordt deze kandidaat
rechtstreeks doorverwezen voor bemiddeling bij bijvoorbeeld stichting Werkplan.
Reintegratietrajecten
|
|
1998/1999 |
|
2000 |
|
2001 |
|
|
|
gepland
|
uitgevoerd |
gepland |
uitgevoerd |
gepland |
uitgevoerd |
|
KLIQ
(AI) |
15 |
15 |
8 |
11 |
0 |
0 |
|
Baanbreker |
0 |
0 |
4 |
4 |
8 |
2 |
|
Argonaut
(ZVN) |
8 |
8 |
5 |
5 |
20 |
10 |
|
Combiservices
BV |
18 |
18 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ASV |
4 |
2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Werkplan |
0 |
0 |
4 |
4 |
0 |
0 |
Totaal
|
45 |
43 |
24 |
24 |
28 |
12 |
Telling 2001 is tot 15/08/01
In deze cijfers komt niet
tot uiting of een traject (succesvol)
is afgerond of niet. De cijfers geven slechts aan hoeveel trajecten er zijn
gestart. De afgelopen periode is geprobeerd ervaring op te doen met diverse
organisaties om in de toekomst te komen tot een gefundeerde keuze voor een
bedrijf.
4.2 Aanmelding
De gemeente kan in het kader van de REA niet zelf REA-toetsen verrichten en
trajecten uitzetten. Dit dient te worden uitbesteed. Om te zorgen dat de juiste
mensen bij de contractpartners worden aangemeld en de partners de juiste
trajecten uitzetten is een casemanager noodzakelijk.
De potentiële REA-kandidaten werden op verschillende manieren bij de
casemanager aangemeld. Dit kon zijn via
het arbeidsbureau ( CWI), Activering en Inburgering, na een heronderzoek bij
Inkomen of mensen meldden zichzelf aan.
Na een dossieronderzoek werd de kandidaat uitgenodigd door de casemanger en werden de mogelijkheden van de REA
besproken. Een kandidaat moest zelf als arbeidsgehandicapte willen worden
aangemerkt. Na dit gesprek kon de kandidaat worden terugverwezen, een ander
instrument worden ingeschakeld of worden aangemeld bij een van de
contractpartners.Er zijn dus meer cliënten gesproken dan daadwerkelijk gestart
met een traject gestart. Meestal vond eerst een REA toets plaats alvorens een
kandidaat werd aangemeld bij een contractpartner.
Vanaf 2001 wordt bij de beoordeling van alle KWINTS (kwalificerende intake
door CWI) door de casemanager bekeken of de cliënt een potentiële REA-kandidaat
is. Wanneer dit het geval is volgt er een uitnodiging voor een gesprek door de
casemanager met de cliënt en kan
hij/zij vervolgens aangemeld worden voor een REA-toets of een traject. In
principe wordt voor iedereen een
REA-toets ingezet.
Nadat is vastgesteld of de cliënt tot de REA-doelgroep behoord wordt door
de casemanager een inschatting gemaakt
welke contractpartner het beste een traject met deze cliënt kan
uitzetten. Vervolgens legt de contractpartner het trajectplan voor aan de
casemanager. De casemanager toetst en accordeert dit trajectplan alvorens tot
uitvoering hiervan wordt overgegaan.
De casemanager bewaakt verder de
voortgang van de uitvoering van dit trajectplan.
De casemanager zorgt er tevens voor dat de ingekochte REA-toetsen en
reďntegratietrajecten volledig worden benut en dat er geen overschrijding van
het budget plaatsvindt. Voor 1998 en 1999 gold dat niet besteed budget
teruggestort diende te worden naar het rijk.
Aanmeldingen
|
1998/1999 |
2000 |
2001 |
|
Aangemelde
potentiële kandidaten (totaal) |
81 |
91 |
19 |
|
Aangemeld
voor traject |
43 |
24 |
12 |
|
Doorverwezen
elders |
38 |
67 |
7 |
4.3 Opbouw doelgroep
Vanaf half 2001 wordt er gewerkt met een geautomatiseerd
cliëntvolgsysteem (Imwin). Vanuit dit systeem wordt het in de toekomst
mogelijk om snel managementinformatie , zoals in de hieronderstaande
tabel , te genereren. Gedurende de afgelopen periode is deze
informatie niet verzameld. Om toch een indruk te geven over de
samenstelling van de doelgroep heeft een steekproef (handmatig)
plaatsgevonden vanuit de cliëntendossiers.
De doelgroep ziet er als volgt uit.
Doelgroep
|
Steekproef
65 klanten |
% |
|
Mannen |
34 |
52 |
|
Vrouwen |
31 |
48 |
|
allochtonen |
17 |
26 |
|
autochtonen |
48 |
74 |
|
LO/LBO |
39 |
60 |
|
MBO |
19 |
29 |
|
HBO/WO |
7 |
11 |
4.4 Trajecten
De doelgroep voor de REA is zeer complex. Bijstandsgerechtigden zijn over
het algemeen lang uit het arbeidsproces en hebben vaak al een heel verleden aan
trajecten en uitkeringen. De doelgroep heeft dan ook behoefte aan intensieve
trajecten. In de praktijk betekent dit dat niet altijd een traject binnen een
jaar kan worden afgesloten.
De REA trajecten starten veelal met
een vorm van een beroepenoriëntatie, daaropvolgend scholing, sollicitatietraining en aanbod gerichte
bemiddeling.
Ook kan een motivatie-interventie of taaltraining onderdeel van een traject
zijn. Bij bemiddeling naar een baan biedt de REA de mogelijkheid om te starten
met een proefplaatsing van 3 of indien nodig 6 maanden. In deze periode loopt
de uitkering van de cliënt door en kan er door beide partijen gekeken worden of
het tot een dienstverband kan komen.
De organisatie Baanbreker biedt tijdens de proefplaatsing job-coaching.
Dit is een intensieve vorm van begeleiding direct op de werkvloer.
Na plaatsing bij een werkgever kan er indien nodig ook een
werkplekonderzoek worden verricht door een arbeidsdeskundige.
Bij de keuze van contractpartners die trajecten uitvoeren wordt gekeken
naar de specialiteit van de contractpartner om een zo breed mogelijk scala van
trajecten (maatwerk) te kunnen waarborgen. Stichting Baanbreker bijvoorbeeld
heeft veel expertise in trajecten met cliënten met psychische problematiek. De
casemanager bepaalt iedere keer op grond van o.a. de REA-toets welke cliënt bij
welke partner moet worden aangemeld. Dit valt in de praktijk niet altijd mee
omdat organisaties voortdurend in beweging zijn.
Beëindigde
trajecten
|
1999 |
% |
2000 |
% |
2001 |
% |
|
Na
toetsing geen doelgroep REA |
2 |
9 |
3 |
9 |
1 |
6 |
|
Regulier
werk geen plaatsingsbudget aangevraagd |
1 |
4 |
6 |
19 |
0 |
0 |
|
Regulier
werk plaatsingsbudget aangevraagd |
2 |
9 |
4 |
13 |
4 |
23 |
|
Verhuizing |
2 |
9 |
3 |
9 |
2 |
12 |
|
Geen
nABW-uitkering meer/ gestopt met traject |
1 |
4 |
1 |
3 |
1 |
6 |
|
Motivatieproblemen |
2 |
9 |
3 |
9 |
2 |
12 |
|
Na
REA-toets geen mogelijkheden tot duurzame arbeid |
0 |
0 |
4 |
13 |
0 |
0 |
|
WIW
dienstbetrekking |
0 |
0 |
3 |
9 |
2 |
12 |
|
Fase
4 team |
2 |
9 |
1 |
3 |
3 |
17 |
|
WSW
dienstverband |
2 |
9 |
1 |
3 |
0 |
0 |
|
Medische
situatie verergerd |
9 |
38 |
3 |
9 |
2 |
12 |
|
TOTAAL |
23 |
100 |
32 * |
100 |
17 * |
100 |
Gegevens van 2001 zijn tot 15/08/01 geteld.
*
Veel trajecten duren langer dan een jaar en worden dan ook pas in het
daaropvolgende jaar afgesloten waardoor er in een jaar meer trajecten
afgesloten kunnen worden dan er zijn gestart.
Gezien de bovenstaande tabel kan geconcludeerd worden dat
er een stijgende lijn te zien is m.b.t. uitstroom naar een reguliere baan met
een plaatsingssubsidie. Voor het jaar 2001 wordt al 23% van de trajecten op
deze wijze afgesloten. Ruim een derde van de afgesloten trajecten in 2001 heeft
geleid tot een betaalde (gesubsidieerde) baan.
4.5 Plaatsingsbudget
De afgelopen periode zijn er door werkgevers
aanvragen gedaan om voor
een plaatsingsbudget in aanmerking te komen.
Het plaatsingsbudget wordt in drie termijnen uitgekeerd.
Het
eerste jaar kan een werkgever maximaal 12.000,- ( 5.445,36), het tweede jaar 8.000,- ( 3.630,24) en het derde jaar 4.000,- ( 1.815,12) aan subsidie ontvangen.
|
|
1999 |
2000 |
2001 |
|
Aantal
aanvragen |
2 |
4 |
4 |
|
Aantal
toekenningen eerste jaar |
2 |
4 |
4 |
|
Aantal
toekenningen tweede jaar |
|
1 |
1 |
|
Aantal
toekenningen derde jaar |
|
|
|
Periode
2001 is tot 15/08/01
Van de
reguliere plaatsingen de afgelopen jaren heeft 59% van de werkgevers een
plaatsingssubsidie aangevraagd.
4.6
Pakket op maat, proefplaatsingen en werkgevers- en werknemersvoorzieningen
Deze voorzieningen zijn
begin 1999 op nul gesteld. Dat betekent dat werkgevers hier geen beroep op
konden doen. De afgelopen periode zijn er 3 aanvragen bij de casemanager
terecht gekomen. Niet alle werkgevers die voor een voorziening in aanmerking
wilden komen hebben ook officieel een aanvraag ingediend.
Gezien
de zwaarte van de doelgroep en de ervaringen van de afgelopen periode wordt het
steeds moeilijker de doelgroep te plaatsen en wordt voorgesteld op bescheiden
schaal de genoemde voorzieningen, indien noodzakelijk, wel toe te kennen en na
een periode van een jaar te evalueren.
5.
Toekomst
Door
de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) wordt de
uitvoeringsstructuur van de (publieke) arbeidsvoorziening en de sociale
zekerheid ingrijpend gewijzigd. Met de invoering van de SUWI wordt ook de
reintegratie van werklozen en arbeidsgehandicapten vrijgegeven aan de private
markt. De gemeente heeft hiervoor binnen het Fonds voor Werk en Inkomen
aanzienlijke budgetten tot haar beschikking. Met de introductie van de
marktwerking beoogt het kabinet de reďntegratie d.m.v. concurrentie effectiever
te doen verlopen. De rol van de gemeente verschuift van een veelal uitvoerende
naar een inkopende en regisserende, hetgeen noodzakelijk maakt het gemeentelijk
inkoopbeleid verder te ontwikkelen.
Met de
invoering van de REA in 1998 is al beoogd een begin met deze werkwijze te
maken. Nu het gehele activeringsbudget middels de marktwerking besteed moet
worden zullen ook de inkoop van Rea-toetsen en reďntegratietrajecten volgens
de (Europese) inkoop- en
aanbestedingsprocedures moeten verlopen en worden geďntegreerd in het
inkoopproces reďntegratiediensten.
Door
de komst van het Fonds Werk en Inkomen (FWI) worden budgetten die gemoeid zijn
met het verstrekken van bijstand en de inkoop van reďntegratiediensten
nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. In het werkdeel van het FWI zullen de
schotten zoveel mogelijk worden weggenomen. Hierdoor ontstaat één groot
ongedeeld budget voor scholing en activering waardoor er geen geoormerkt budget
meer is voor de REA. Hierdoor ontstaat voor de gemeente meer flexibiliteit om
de budgetten op de Delftse situatie af te stemmen.
Eind
2001 zal besloten worden hoe de verdeling van het totale scholings en activeringsbudget
eruit gaat zien en welk aandeel gereserveerd wordt voor de REA.
Door
invoering van het clientvolgsysteem Inwin wordt het vanaf 2002 mogelijk goede managementinformatie te
genereren waardoor geheel passend in de inkoopstrategie sturing op resultaten
mogelijk is en er afwegingen gemaakt kunnen worden welke partners voor de
gemeente de REA-toetsen zullen afnemen en trajecten zullen uitzetten
Voorstel
:
De
afgelopen periode is aantal aanvragen voor pakket op maat, proefplaatsingen en
werkgevers- en werknemersvoorzieningen gering geweest. De angst dat het
beperkte beschikbare budget voor de inkoop van REA-toetsen en
reďntegratietrajecten voor een groot deel op zou gaan aan pakket op maat,
proefplaatsingen en werkgevers- en werknemersvoorzieningen is niet terecht
geweest.
Gezien
de zwaarte van de doelgroep en de ervaringen van de afgelopen periode wordt het
steeds moeilijker de doelgroep te plaatsen en wordt voorgesteld op bescheiden
schaal de genoemde voorzieningen, indien noodzakelijk, vanaf 2002 wel toe te
kennen en na een periode van een jaar te evalueren.
( 10.890,73) per pakket. Het pakket op maat wordt
dan gelijk
gesteld met het plaatsingsbudget. Per situatie kan
een afweging
gemaakt worden welk instrument het best aansluit
bij de cliënt
waarbij de hoogte van de totale subsidie per
instrument gelijk blijft.
Van dit bedrag kan de gemeente 18.100,-
( 8.213,42) declareren
bij
het rijk. Totaal dient er voor deze
voorziening een maximaal
bedrag van ( 24.000 18.100 X 4=) 23.600,- ( 10.709,21)
gereserveerd te worden.
Na een
jaar kan middels een evaluatie bekeken worden in welke mate er gebruik is gemaakt van de voorzieningen en
of de bedragen eventueel aangepast moeten worden.
Als
integraal onderdeel van de inkoopnota over de besteding van de budgetten van
het FWI voor 2002 zal worden aangegeven bij welke contractpartners de
REA-toetsen en reďntegratietrajecten worden ingekocht, welke aantallen en welke
meetbare resultaten (uitstroom naar werk) verwacht worden.
Besluitvorming
: