Nota

 

Onderwerp

computers en bijstand

 


1. Inleiding

Computers maken steeds meer deel uit van het dagelijks bestaan.

Het is de vraag in hoeverre minima, door louter financiële omstandigheden, uitgesloten worden van deze digitale ontwikkeling en of er hierdoor een tweedeling ontstaat in de maatschappij. Zou een computer derhalve binnen het bijzondere bijstandspakket moeten worden opgenomen? En zo ja, welke criteria moeten dan gesteld worden. Tegelijk rijst de vraag in hoeverre een computer al dan niet als een algemeen goed kan worden beschouwd.

Deze notitie zal deze vragen beantwoorden en beleidsvoorstellen doen ten aanzien van het verstrekken van computers binnen de bijzondere bijstand.

Hiertoe zal eerst het wettelijk kader worden toegelicht, vervolgens zal het landelijk beleid en het beleid van andere gemeenten uiteen gezet worden. De gemeente Delft heeft reeds ervaring opgedaan met het verstrekken van computers in het project Duurzaam Computeren, een evaluatie hiervan is in de nota opgenomen. Tenslotte zullen de doelgroepen, de criteria, de vorm van verstrekking en de financiering aan bod komen.

 

2. Het wettelijk kader

Het verstrekken van bijzondere bijstand voor bepaalde kosten is vastgelegd in artikel 39, 40 en 21 van de Abw. Deze artikelen worden achtereenvolgens beknopt beschreven.

Artikel 39 Abw geeft aan dat er recht bestaat op bijzondere bijstand voor een alleenstaande of een gezin voor zover deze niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm en de aanwezige draagkracht.

Wanneer een bepaald goed een algemeen goed geworden is (dat wil zeggen dat de meeste burgers over dit goed bezitten en dat dit goed geheel in de maatschappij geïntegreerd is), zoals bijvoorbeeld een bed, wasmachine of televisie, kan over het algemeen worden gesteld dat dit goed noodzakelijk is.

Artikel 40 Abw geeft aan dat voor de vaststelling van de draagkracht burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk in beschouwing nemen:

  1. het in aanmerking te nemen vermogen;
  2. het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.

Voor wat betreft de draagkracht van belanghebbenden waarmee rekening moet worden gehouden, heeft de gemeente Delft als beleid dat bij een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm geldt dat er geen draagkracht is.

Artikel 21 Abw geeft tenslotte aan dat bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet.

 

3. Landelijk beleid en beleid andere gemeenten

De Rijksoverheid legt zelf nadruk op het vergroten van het gebruik van computers, met als doel ‘het bestrijden van maatschappelijke achterstand door participatie in de samenleving te bevorderen’. Middels het project ‘Digitaal trapveld’ wordt er in de aandachtswijken van de steden die meedoen in het Grootstedenbeleid geïnvesteerd in de educatie op het gebied van ICT en internetvaardigheden.

De gemeente Delft  koppelt aan haar stad de term ‘kennisstad’. Het stimuleren van computergebruik onder Delftse burgers is dan ook reeds doelstelling van Delfts beleid. Hiertoe heeft de gemeente diverse mogelijkheden gecreëerd. Zo zijn computers beschikbaar in de bibliotheek en in buurthuizen en zijn in deze buurthuizen verschillende computercursussen te volgen, is het DIA project gestart (scholen voorzien van voldoende computers) en is Delft deelnemer aan het pilot project van de biometrische pas.

Betreffende het stimuleren van computerbezit hebben gemeenten zeer uiteenlopend beleid. Vergelijkbare gemeenten als Schiedam en Leiden verstrekken geen computers vanuit de bijzondere bijstand, waar bijvoorbeeld Goes de computer binnen de categoriale bijstand verstrekt. In de bijlage zijn in het kort een aantal voorbeelden van gemeentelijk beleid opgenomen.

 

4. Evaluatie project Duurzaam Computeren

Ook Delft heeft reeds ervaring opgedaan met het verstrekken van computers binnen het project Duurzaam Computeren. Binnen dit project zijn computers die het bedrijfsleven beschikbaar heeft gesteld (daar zij afgeschreven waren), opgewaardeerd en verstrekt aan ouders met een bijstandsuitkering die de cursus ‘creatief aan de slag’ volgden.

Van de door het bedrijfsleven beschikbaar gestelde computers werden uiteindelijk 25 van de 65 geschikt bevonden. De gemeente heeft deze computers voorzien van recente softwareprogramma’s en een printer. Gezien het beperkte aantal computers, moest aansluiting gezocht worden bij een beperkte doelgroep: ouders die de cursus ‘creatief aan de slag’ volgden. Dit met het oog op de oriëntatie naar werk van de ouders en in het kader van de ontwikkeling van de kinderen. Achttien ouders achtten het noodzakelijk om een basiscursus computeren te volgen, overige kandidaten hebben aangegeven geen cursus nodig te hebben. De kandidaten waren zeer positief omtrent dit traject. Dertien van hen volgen nu een vervolgcursus.

Op welke wijze de computers op dit moment gebruikt worden en of dit eventueel uitstroom bevorderd heeft of bijgedragen heeft tot de ontwikkeling van de kinderen, kan nog niets gezegd worden.

 

Uit milieu oogpunt valt veel te zeggen voor het hergebruik van computers. Kijkt men naar de kostenaspecten die gepaard gegaan zijn met het project Duurzaam Computeren, kan gezegd worden dat wanneer de kosten van opwaarderen, distributie, het beschikbaar stellen van een infolijn etcetera opgeteld worden, hiervan net zo goed een nieuwe computer aangeschaft kan worden. Duurzaam Computeren is dus geen goedkoper alternatief dan het verstrekken van nieuwe computers. Zelfs al zou dit project in een breder kader geplaatst worden, zoals het opwaarderen van computers binnen een werkgelegenheidsproject (vergelijkbaar met bijvoorbeeld het witgoed-project), dan nog zou de uiteindelijke kostprijs van een computer hoog zijn.

 

Geconcludeerd kan worden dat het project Duurzaam Computeren vanuit het oogpunt van de ouders en vanuit milieu oogpunt geslaagd is, maar dat de kosten uiteindelijk even hoog zijn als bij verstrekking van een nieuwe computer.

 

5. De doelstelling, doelgroep en criteria

 

5.1 Categoriale verstrekking

Een van de doelstellingen van het verstrekken van computers zou kunnen zijn: het tegengaan van maatschappelijke tweedeling door het wel of niet in het bezit hebben van een computer. In onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (1999/2000) wordt aangegeven dat enkele groepen relatief achterblijven bij de snelle verspreiding van moderne ICT-middelen, maar dat niet gesproken kan worden van een digitale tweedeling. Er bestaat geen absolute en onoverbrugbare grens tussen wel- en niet-bezitters. Uit dit onderzoek blijkt dat met name alleenstaande vrouwen, 65-plussers, mensen met een lage opleiding, een laag inkomen en werklozen relatief achterblijven. Uit onderzoek van de gemeente Delft (‘Biblioservice, eerste resultaten nulmeting’) blijkt dat 55% van de Delftenaren toegang heeft tot een eigen computer, 5% maakt gebruik van aan andere computer (school, werk, bibliotheek etcetera) en 28% heeft geen toegang tot een computer. De kenmerken en motivaties van laatstgenoemden zijn niet onderzocht.

 

Zoals reeds gesteld geeft artikel 39 Abw aan dat bijzondere bijstand verleend kan worden voor noodzakelijke kosten. Voor het verstrekken van bijzondere bijstand voor de aanschafkosten van computers is de vraag in hoeverre het bezit van een computer voor een belanghebbende noodzakelijk is. Een computer kan (nog) niet worden aangemerkt als een algemeen gebruiksgoed, in die zin dat de computer nog niet zo’n rol speelt in een ieders leven dat het bezit noodzakelijk is. Een grote groep (Delftse) burgers met een inkomen van boven 110% van de bijstandsnorm is dan ook nog niet in het bezit van een computer. Een computer is daarmee niet vergelijkbaar met andere algemene gebruiksgoederen zoals een televisie of wasmachine.

 

Voorgesteld wordt om pas over te gaan op categoriale verstrekkingen van computers, wanneer een computer een algemeen goed geworden is (en dus computerbezit onder burgers met een inkomen boven 110% van de bijstandsnorm een ‘normaal gegeven’ geworden is).

In verband met mogelijke toekomstige ontwikkelingen (zowel maatschappelijk als digitaal) dient de rol van de computer en het computerbezit wel gemonitoord te worden. Voorgesteld wordt om in ieder geval over twee jaar een evaluatie te plannen en te bezien of het Delftse beleid aangepast zou moeten worden.

In tussentijd kan wel het verstrekken van computers voor specifieke doelgroepen onderzocht worden. Hier wordt in de volgende paragraaf op in gegaan.

 

5.2 Speciale doelgroepen

5.2.1 Bijstandsgerechtigden in een traject

Een doelgroep die direct naar voren komt zijn bijstandsgerechtigden in fase 2 en 3, waarbij het bezit van een computer noodzakelijk wordt geacht in het kader van het traject en de toeleiding naar werk. De doelstelling is het verstrekken van computers ter bevordering van uitstroom naar werk. De volgende criteria kunnen hiertoe worden opgesteld:

of

of

 

Ingeschat wordt aan dat jaarlijks ongeveer veertig bijstandsgerechtigden een traject volgen welke gerelateerd kan worden aan noodzakelijk computerbezit.

 

5.2.2 Ouders met schoolgaande kinderen tussen de 12 en 15 jaar

Een tweede speciale doelgroep betreft ouders met een inkomen binnen 110% van de bijstandsnorm met schoolgaande kinderen tussen de 12 en 15 jaar. Voor middelbare school scholieren maken computers steeds meer deel uit van hun leven. Met betrekking tot het leren op school en voor eventuele gevraagde computervaardigheden in de toekomst is het bezit van een computer van belang. Het bezit van een computer heeft hierbij als doel het voorkomen dat kinderen achterstand krijgen omdat zij thuis geen computer tot hun beschikking hebben, oftewel het bevorderen van de ontwikkeling van de kinderen. Het bezit van een computer is echter niet als noodzakelijk te beschouwen. In principe zijn er voldoende voorzieningen, zoals de mogelijkheid tot het gebruik van een computer op school, buurthuis en bibliotheek. Het bezit van een computer is echter wel zeer wenselijk.

Geschat wordt dat het aantal gezinnen met een minimuminkomen met kinderen tussen de 12 en 15 jaar dat een computer middels een regeling aan zou willen schaffen ongeveer 400 bedraagt (geïndiceerd op basis van het aantal gezinnen welke indirecte studiekosten aanvraagt).

 

5.2.3 Voorstel en uitwerking

Voorgesteld wordt om het verstrekken van een computer aan bijstandsgerechtigden in fase 2 en 3 die voldoen aan bovengenoemde criteria mogelijk te maken.

Streven is om een open eind regeling voor de doelgroep gezinnen met een minimuminkomen met kinderen tussen de 12 en 15 jaar te creëren. In verband met de financiële consequenties wordt voorgesteld om deze regeling gefaseerd in te voeren. Voorgesteld wordt om in de eerste fase computers beschikbaar te stellen aan gezinnen met een minimuminkomen met kinderen tussen de 12 en 13 jaar (de brugklassers).

Voorgesteld wordt om de regeling voor beide doelgroepen in te laten gaan met ingang van 01-01-2002.

 

Uitgaande van de aanschaf van een computer inclusief software, modem, cd-rom en printer (die voor ‘gewoon’ gebruik voldoen), wordt uitgegaan van een normbedrag ad ¦ 3.000,- (€ 1.361,34). Om de bijstandsgerechtigde tegemoet te komen in de kosten wordt voorgesteld om de ene helft als gift en de andere helft als leenbijstand te verstrekken. Voor deze lening geldt de aflossingsplicht. Voorgesteld wordt om de aflossing over drie jaar te verspreiden om het af te lossen maandbedrag te reduceren en hiermee de regeling laagdrempeliger te maken. De GKB geldt in dit geval niet als voorliggende voorziening, aangezien dan een hogere aflossingsnorm geldt en het laagdrempelig karakter van de regeling verdwijnt.

Voor het verstrekken van bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer gelden de volgende voorwaarden:

-          belanghebbenden dienen de aanschaf middels een aankoopbon te verantwoorden. Aangeschaft kan worden een computer met bijbehoren (beeldscherm, printer, ingebouwde cd-rom, modem en software) met een maximale vergoeding ad ¦ 3000,- (€ 1.361,34). Hiervoor worden een aantal criteria en eventueel een overeenkomst opgesteld.

-          met betrekking tot de lening van ¦ 1500,- (€ 680,67) geldt een aflossingsverplichting van ¦ 42,- (€ 19,06) per maand gedurende drie jaar.

-          er wordt een uitzondering gemaakt op het criterium ‘voorliggende voorziening’, in die zin dat voor de lening niet eerst een aanvraag bij de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) ingediend hoeft te worden.

-          bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer kan per huishouden één maal per vier jaar verstrekt worden.

 

De kosten die belanghebbenden thuis maken betreffende bijvoorbeeld internetaansluiting zijn voor de rekening van de belanghebbende zelf.

 

Op basis van de inschatting dat 40 bijstandsgerechtigden in traject jaarlijks aanspraak zullen doen op de regeling, wordt voorgesteld om voor deze doelgroep jaarlijks een bedrag ad ¦ 120.000,-/ € 54.453,63 (40 maal ¦ 3.000,-/ € 1.361,34)  vanuit de bijzondere bijstand te reserveren voor het verstrekken van computers.

Aan de hand van de verwachting dat in de eerste fase 100 gezinnen met een minimuminkomen met kinderen tussen de 12 en 13 jaar aanspraak zullen maken op de regeling, wordt voorgesteld om voor het jaar 2002 een bedrag ad ¦ 300.000,-/ € 136.134,06 (100 maal ¦ 3.000,-/ € 1.361,34) vanuit de bijzondere bijstand beschikbaar te stellen voor het verstrekken van computers. Na een half jaar wordt geëvalueerd of het budget reeds benut is voor dat jaar.

 

5.3 Voortzetting duurzaam computeren

Zoals reeds beschreven zijn de kosten per computer binnen het project Duurzaam Computeren vergelijkbaar als bij de aanschaf van een nieuwe computer. Vanuit milieuoogpunt is het echter wenselijk om te onderzoeken of het project voortgezet kan worden. Gedacht wordt aan een intensievere samenwerking met het (Delftse) bedrijfsleven om de kosten van het project te onderdrukken. Onderzocht wordt of zij (in het kader van maatschappelijke betrokkenheid) zelf een bijdrage kunnen leveren aan het opwaarderen van hun afgeschreven computers ten behoeve van het project Duurzaam Computeren. Dan wel te onderzoeken of er bedrijven zijn die computers ter beschikking willen stellen die direct bruikbaar zijn.

Een eventuele voorzetting van het project duurzaam computeren is bedoeld voor beide doelgroepen. Om duurzaam computeren aantrekkelijk voor de klant te maken ten opzichte van de regeling, kan de klant een korting gegeven worden bij de aanschaf van een duurzame computer, eventueel gekoppeld aan een computercursus en een helpdeskfunctie.


 

Voorstel

-          kennisname nota

U wordt gevraagd in te stemmen met:

-          het over gaan op categoriale verstrekkingen van computers, wanneer een computer een algemeen goed geworden is.

-          het plannen van een evaluatie over twee jaar om te bezien of het Delftse beleid aangepast zou moeten worden.

-          het verstrekken van computers aan bijstandsgerechtigden in fase 2 en 3 onder de in de nota genoemde voorwaarden.

-          het gefaseerd verstrekken van computers aan gezinnen met een minimuminkomen (110% van de bijstandsnorm) met kinderen tussen de 12 en 15 jaar. In het eerste jaar wordt dit mogelijk voor gezinnen met kinderen tussen de 12 en 13 jaar.

-          het in laten gaan van de regeling per 01-01-2002.

-          het beschikbaar stellen van maximaal ¦ 3.000,- (€ 1.361,34) voor de aanschaf van een computer, de helft wordt als gift verstrekt de andere helft als lening (hiertoe worden voorwaarden opgesteld).

-          het jaarlijks reserveren van een bedrag ad ¦ 120.000,- (€ 54.453,63) vanuit de bijzondere bijstand voor deze regeling ten behoeve van bijstandsgerechtigden in traject.

-          het reserveren van bedrag ad ¦ 300.000,- (€ 136.134,06) in 2002 vanuit de bijzondere bijstand ten behoeve van het verstrekken van computers aan gezinnen met een minimuminkomen met kinderen tussen de 12 en de 13 jaar.

-          het onderzoek naar een voortzetting van het project Duurzaam Computeren.