Stuk 119 I
01/014729 Delft,
12 juni 2001.
Onderwerp:
Vaststelling Onderwijsbeleidsplan
2001-2004
“De
bakens verzet” en de Verordening materiële
en financiële
gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Voor u ligt het
Onderwijsbeleidsplan 2001 - 2004 ‘De bakens verzet’.(OBP)
Dit plan is na een
uitgebreid interactief proces met de Delftse schoolbesturen en scholen voor
basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs tot stand gebracht.
In oktober 2000 heeft U de
Kaderbrief onderwijsbeleidsplan 2001-2004 vastgesteld. Op basis van dit kader
is het nieuwe beleidsplan ontwikkeld.
Het onderwijsveld heeft via
een onderwijsconferentie in september 2000 en een viertal discussieavonden met
clusters van scholen kunnen meespreken en denken over het beleidsplan. Vanwege
een aantal ontwikkelingen is in het kader van de EZH-procedure al een aantal
hoofdstukken door de gemeenteraad als beleid vastgesteld. Het betreft de hoofdstukken
2 ‘De Brede School’ en 3 ‘Scholen voor de toekomst.’
Mede is op aandrang van de
gemeenteraad vanwege de dreigende nood aan onderwijsgevenden het hoofdstuk 4 ‘Impulsen
voor personeelsbeleid vastgesteld’.
Over de ander hoofdstukken
vindt nu vaststelling plaats. Dit wel in het perspectief van de totaliteit van
het gemeentelijk onderwijsbeleid.
De schoolbesturen hebben
zich via het bestuurlijk onderwijsoverleg Lokabel in twee termijnen unaniem
positief uitgesproken over het voorgestelde beleidskader. Een aantal overigens
niet principiële reacties van de schoolbesturen heeft geleid tot een tweetal
aanpassingen van het oorspronkelijke concept. Wij verwijzen u hiervoor naar de
bijgaande notitie ‘Reacties Onderwijsbeleidsplan 2001-2004’.
Parallel aan het beleidsplan
is de ‘Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente
Delft’ uitgewerkt. Op basis van de Verordening kunnen de gelden aan de schoolbesturen
voor de diverse voorzieningen worden toegekend.
Wij stellen U voor, onder
voorbehoud van gunstig advies van de commissie wek, zorg en onderwijs, het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004 ‘De bakens verzet’ en de ‘Verordening materiële en financiële
gelijkstelling onderwijs gemeente Delft’ met in achtneming van de voorgestelde
wijzigingen vast te stellen en een en ander te regelen in de eerste algemene
tussentijdse wijziging van de begroting 2001.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 119 II
01/014729
De raad van de gemeente
Delft,
gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 12 juni 2001,
gelet op artikel 141 van de
Wet op het primair onderwijs, artikel 134 van de Wet op de Expertisecentra en
artikel 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;
b e s l u i t
vast te stellen:
het Onderwijsbeleidsplan
2001 - 2004 ‘De bakens verzet’.
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 28 juni 2001.
,burgemeester.
,secretaris.
Stuk 119 III
01/014729
De raad van de gemeente
Delft;
gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 12 juni 2001;
gelet op artikel 141 van de
Wet op het primair onderwijs, 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel
96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;
gezien het advies van de
raadscommissie werk, zorg en onderwijs;
gezien het gevoerde overleg
met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;
overwegende dat het
noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend
gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende
Verordening materiële
financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen.
Artikel 1 Begripsbepaling.
In deze verordening wordt
verstaan onder
a. burgemeester en
wethouders:
het college van burgemeester
en wethouders van de gemeente Delft;
b. schoolbestuur:
bevoegd
gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet
onderwijs bekostigde in de gemeente
Delft gelegen openbare of bijzondere school;
c. school:
school
voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, school voor speciaal
onderwijs, school voor voortgezet speciaal onderwijs, school dan wel instelling
voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, school of scholengemeenschap
voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet
onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en praktijkonderwijs;
d. voorziening:
een voorziening zoals opgenomen in de bijlage
Voorzieningen van deze verordening;
e. aanvullende voorziening:
een
door burgemeester en wethouders vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de
verordening tijdelijk wordt aangevuld;
f. indieningsdatum:
uiterste
moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening,
waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende
tijdvak moet zijn ingediend;
g. toekenningscriteria:
de
omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening,
waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een
aanvullende voorziening;
h. tijdvak:
periode
zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een
voorziening wordt toegekend;
i. subsidieplafond:
het
door de raad of burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, voor een door
de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een
bepaald tijdvak;
j. feitelijke
beschikbaarstelling:
de
beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening of aanvullende
voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;
k. subsidievaststelling:
de
beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag voor een
voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een
recht op uitbetaling ontstaat.
Artikel 2 Subsidieplafond
en verdelingsregels.
1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond
vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.
2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het
eerste lid overdragen aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en
wethouders nemen daarbij de gemeentebegroting in acht.
3. Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond
en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor
de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.
Artikel 3 Aanvullende voorziening.
1. Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met de
schoolbesturen bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een
voorziening.
2. Burgemeester en wethouders stellen de
toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende
voorziening.
Artikel 4 Jaarlijks overzicht.
Jaarlijks voor 1 juli zenden
burgemeester en wethouders aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis
van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode
van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.
HOOFDSTUK 2 Procedures.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen;
weigeringsgronden.
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken.
Een wijziging van de
verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een
voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt
door burgemeester en wethouders.
Artikel 6 Indiening aanvraag.
1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste
daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij
burgemeester en wethouders. De indieningsdatum is niet van toepassing indien
voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven.
Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten
burgemeester en wethouders om de aanvraag niet te behandelen.
2. De aanvraag vermeldt:
a) naam en adres van het
schoolbestuur;
b) de dagtekening;
c) de gewenste voorziening;
d) de naam van de school en de onderwijssoort indien de
voorziening is bestemd voor een school;
e) een motivering dat wordt
voldaan aan de toekenningscriteria.
3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens delen
burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij
krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van
verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen.
Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen
deze termijn verstrekt,
beslissen burgemeester en
wethouders de aanvraag niet te behandelen.
Artikel 7 Beslissingstermijn.
1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf
weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een
voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslissen burgemeester en wethouders
binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van
twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee
weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester
en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij
geven zij de reden voor de verlenging aan.
3. Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken
na de datum van de beslissing op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk
in kennis.
4. Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in
het eerste of tweede lid, eerste zin, staat gelijk aan een beschikking tot
toekenning van de voorziening.
Artikel 8 Weigeringsgronden.
Burgemeester en wethouders
weigeren de voorziening in ieder geval indien:
a) de gewenste voorziening
geen voorziening is in de zin van de verordening;
b) niet is voldaan aan één
van de toekenningscriteria;
c) door verstrekking van de
subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen;
weigeringsgronden
Artikel 9 Indiening aanvraag.
1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening
wenst, dient een aanvraag in bij burgemeester en wethouders.
2. Op de aanvraag is artikel
6, tweede en derde lid, van toepassing.
Artikel 10 Beslissingstermijn.
1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier
weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van
de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking
stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in
kennis.
2. Het niet beslissen binnen de termijn staat gelijk aan
een beschikking tot toekenning van de voorziening.
Artikel 11 Weigeringsgronden.
1. Burgemeester en wethouders weigeren de aanvullende
voorziening in ieder geval indien:
a) de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening
zoals bedoeld in artikel 3 is;
b) niet is
voldaan aan een van de toekenningscriteria.
Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging;
verbod vervreemding.
Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning;
betaling.
1. De beschikking van burgemeester en wethouders tot
toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:
a) feitelijke
beschikbaarstelling van de voorziening of
b) een subsidievaststelling.
2. De beschikking bevat:
a) het tijdvak en het doel
waarvoor de voorziening is toegekend;
b) de wijze waarop het
schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.
3.De beschikking tot subsidievaststelling
bevat voorts:
a) het bedrag van de subsidie;
b) voorzover van belang de wijze waarop rekening en
verantwoording door het
schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.
4. De betaling van het
subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.
Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking tot
feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling.
1. Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot
feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele
van het schoolbestuur wijzigen:
a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan burgemeester en
wethouders bij de
toekenning van de voorziening
redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond
waarvan de toekenning van de
voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;
b. indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking
gestelde verplichtingen;
c. indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist
of behoorde te weten.
2. De intrekking of wijziging van een beschikking tot
subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de
voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Artikel 14 Terugvordering.
Onverschuldigd betaalde
subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de
subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13,
eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken.
Ten onrechte feitelijk
beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na
de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken
en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.
Artikel 15 Verbod tot vervreemding.
Vervreemding door het schoolbestuur
van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan
zonder toestemming van burgemeester en wethouders tenzij sprake is van een
overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van
samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen.
Artikel 16 Informatieverstrekking.
Het schoolbestuur verstrekt
op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn
voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 17 Beslissing van burgemeester en wethouders
in gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen, de uitvoering
van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet,
beslissen burgemeester en wethouders.
Artikel 18 Citeertitel; inwerkingtreding.
1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening
materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft.
2. De verordening treedt in
werking met ingang van 1 augustus 2001
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 28 juni 2001.
,burgemeester.
,secretaris.
Stuk 119 III pag.
8.
Bijlage ‘Voorzieningen’ 1.
I Aanduiding van de voorziening
Tegemoetkoming in de kosten van het aanstellen van
een vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs.
II Indieningsdatum
Jaarlijks voor 1 april.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Schooljaar.
IV Toekenningscriteria
Scholen voor basisonderwijs
en speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.
V Wijze van toekenning
Aantal klokuren per school
voor basisonderwijs dat voor bekostiging in aanmerking komt, wordt bepaald per
school aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 8.
Voor de speciale scholen
voor basisonderwijs geldt een norm van 5 minuten per leerling
Voor het voortgezet speciaal
onderwijs geldt een norm van 6.5 minuut per leerling.
Voor praktijkonderwijs (VO)
geldt een norm van 6.5 minuut per leerling.
VI Subsidieplafond
Conform de gemaakte
afspraken in het onderwijsbeleidsplan 2001-2004
I Aanduiding van de voorziening
Extra middelen voor impuls personeelsbeleid.
II Indieningsdatum
Jaarlijks voor 1 april.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend.
Looptijd
onderwijsbeleidsplan 2001-2004.
IV Toekenningscriteria
Scholen voor voortgezet
onderwijs.
V Wijze van toekenning
Voortgezet onderwijs ƒ
25.000 – per school.
Het aantal uren dat voor
bekostiging in aanmerking komt wordt per bestuur bepaald aan de hand van het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 8.
Primair onderwijs 11 uur per school
Speciaal onderwijs 3 uur per
school
V Subsidieplafond
Conform de gemaakte afspraken
in het onderwijsbeleidsplan 2001-2004
I Aanduiding van de voorziening
Subsidie ten behoeve van samenwerkingsproject De
Wissel.
II Indieningsdatum
Jaarlijks voor 1 november.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Kalenderjaar.
IV Toekenningscriteria
Aantal vroegtijdige
schoolverlaters te laten terugkeren naar het regulier onderwijs of voor te
bereiden op een baan, eventueel in combinatie met een deeltijdopleiding.
V Wijze van toekenning
Bijdrage in de kosten voor
het instandhouden van een spijbelopvangproject.
Subsidiebedrag bepaald aan
de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004, hoofdstuk 1
VI Subsidieplafond
Maximaal f 265.000,= per
kalenderjaar.
I Aanduiding voorziening
Zorgteams in het voortgezet onderwijs.
II Indieningsdatum
In overleg met de gemeente
Delft.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Looptijd
onderwijsbeleidsplan 2001-2004
IV Toekenningscriteria
Aantrekken benodigde extra
deskundigheid ten behoeve van zorgteams in het voortgezet onderwijs. Met name
wordt gedacht aan de inzet van schoolmaatschappelijk werk.
V Wijze van toekenning
Bedrag voor functioneren
zorgteams bij Stanislascollege, Chr. Lyceum Delft en Grotius College, bepaald
aan de hand van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004
VI Subsidieplafond
Maximaal ƒ 175.000,-- per
kalenderjaar.
I Aanduiding van de voorziening
Zorgplatform primair onderwijs
II Indieningsdatum
Jaarlijks voor 1 november.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Kalenderjaar.
IV Toekeningscriteria
Subsidie per
samenwerkingsverband (r.k./p.c. en openbaar/alg. bijzonder) volgens paragraaf
1.1 van het onderwijsbeleidsplan 2001-2004
V Wijze van toekenning
Bedrag per
samenwerkingsverband in Delft.
Project deskundige hulp aan
kleuters ƒ 25.000,--
VI Subsidieplafond
Volgens het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004 is maximaal f 125.000,= beschikbaar.
I Aanduiding voorziening
Schoolwerkweken van alle speciale scholen voor
basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs in Delft.
II Indieningsdatum
Uiterlijk 2 maanden voor
plaatsvinden schoolwerkweek.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
Per schooljaar.
IV Toekenningscriteria
Aantal leerlingen dat aan
schoolwerkweek deelneemt.
V Wijze van toekenning
Subsidiebedrag per
deelnemende leerling.
VI Subsidieplafond
f 29,= per deelnemende
leerling.
I Aanduiding voorziening
Subsidie gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
(gmr).
II Indieningsdatum
Jaarlijks voor 1 november.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
Kalenderjaar.
IV Toekenningscriteria
Per denominatie beschikken
over een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
V Wijze van toekenning
Subsidie per
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
VI Subsidieplafond
Per gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad f 8.000,=.
I Aanduiding voorziening
Aanvullende voorzieningen op scholen Brede Scholen.
II Indieningsdatum
jaarlijks voor 1 januari in
de periode 2001-2004.
Bij de eerste aanvragen voor
2001 kunnen aanvragen ingediend worden voor 1 november 2001
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
éénmalige toekenning in de
periode 2001 -2004
IV Toekenningscriteria
1. Scholen voor
basisonderwijs en en speciaal onderwijs, die participeren in het Brede
Schoolbeleid van de gemeente Delft
2. Scholen voor
basisonderwijs en speciaal onderwijs, die bij herinrichting van hun
schoolplein bereid zijn hun pleinen voor een ieder toegankelijk
te maken.
3. Scholen moeten voor aanvullende, niet onder de
Verordening Onderwijshuisvesting
Gemeente Delft vallende voorzieningen een eigen bijdrage
inbrengen.
V Wijze van toekenning
Er is sprake van een
koppelsubsidie voor aanvullende voorzieningen op een speelplein, die uitgaan
boven het genormeerde voorzieningenniveau , zoals gerergeld in de Verordening
Onderwijshuisvesting
Gemeente Delft. De gemeente zal een ingelegd bedrag verdubbelen tot een maximum
van ƒ 20.000,= per locatie.
Het voorgelegde plan vereist
de goedkeuring van de projectgroep Brede School en moet voldoen aan het
eisenpakket, dat door de Brede Schoolorganisatie is opgesteld.
VI Subsidieplafond
De toekenningen worden
begrensd door de omvang van het fonds: Aanvullende voorzieningen op
schoolpleinen, dat wordt gevoed doorbijdragen uit:
EZH-project ‘Meer zorg en activiteiten rond scholen’ ƒ 210.000,=
EZH-project ‘Investeren in de wijk’ ƒ 450.000,=
Een zestal voorzieningen wordt ‘in natura’
beschikbaar gesteld:
1. Natuur- en
milieu-educatie.
Hoofdstuk 6 van het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004
2. Kunstzinnige vorming.
Hoofdstuk 6 van het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004
3.Algemeen schoolmedewerker.
Paragraaf 4.5 van het
onderwijsbeleidsplan 1997-2000.
4.Logopedie.
Hoofdstuk 6 van het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004
5.Schoolzwemmen speciaal
basisonderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad
6. Busvervoer schoolzwemmen
basis onderwijs.
7. Gemeentelijk aandeel in het project “ Scholen voor de
toekomst”.
Hoofdstuk 3 van het
onderwijsbeleidsplan 2001-2004