01/033781
Bijlage 1 Nota evaluatie pilot huisbezoek
In een tweetal situaties is
het mogelijk dat medewerkers van het cluster Publiekszaken, sector Werk,
Inkomen en Zorg, een huisbezoek afleggen bij belanghebbenden, namelijk:
1.
Een huisbezoek kan worden afgelegd
als onderdeel van de dienstverlening door het cluster Publiekszaken, sector
Werk, Inkomen en Zorg. Dit is met name van belang in die gevallen waarin de
belanghebbende door ziekte of gebrek niet in staat is zelf een bezoek te
brengen aan de sector Werk, Inkomen en Zorg voor het indienen van een aanvraag,
het afnemen van een heronderzoek of het verstrekken van informatie.
2.
Het huisbezoek kan worden afgelegd
als middel bij het voorkomen van misbruik van uitkeringsgelden. Daarbij is het
mogelijk dat een huisbezoek plaatsvindt uit een preventief oogpunt, maar het is
ook mogelijk dat dit gebeurt in het kader van een onderzoek naar strafbare
feiten. Een huisbezoek van een consulent inkomen is bedoeld om de rechtmatigheid
van de uitkering vast te stellen en niet om vast te stellen of de
belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. In dit
laatste geval wordt een huisbezoek afgelegd door de sociale recherche.
In het eerste geval vindt een
huisbezoek plaats op het uitdrukkelijk verzoek van de belanghebbende. In het
tweede geval, waarbij het afleggen van een van een huisbezoek tot doel heeft
dat er minder onterecht uitkering wordt verstrekt, zal de aanzet tot het
huisbezoek veelal uitgaan van de sector Werk, Inkomen en Zorg.
Om duidelijke regels vast te
stellen omtrent hoe een huisbezoek plaats moet vinden, onder welke voorwaarden
en welke procedure moet worden gevolgd, worden in dit protocol richtlijnen
aangegeven. Omdat in de tweede bovengenoemde situatie het huisbezoek niet
plaatsvindt op het verzoek van de belanghebbende, zal in dit protocol hierop de
nadruk liggen.
2. Wettelijke
bepalingen
Het afleggen van een
huisbezoek heeft gevolgen voor de privacy van de belanghebbende. Daarom heeft
de wetgever in verschillende wetten bepalingen opgenomen ter bescherming van de
privacy van de belanghebbende. Dit betreft onder andere: het Europese Verdrag
voor de Rechten van de Mens, de Grondwet, en de Algemene wet op het
Binnentreden.
De belangrijkste artikelen zijn
opgenomen in een bijlage (bijlage protocol).
Uit de wettelijke bepalingen blijkt,
dat de wetgever groot belang hecht aan het recht op privacy van haar burgers.
Waar het in dit specifieke onderdeel gaat om huisbezoeken
wordt dit nader toegespitst op het recht van de bewoner van een woning.
Bij het binnentreden van een
woning moet dit recht van de bewoner altijd het uitgangspunt vormen voor het
binnentreden van een woning. Dit uitgangspunt geldt voor een ieder, dus ook
voor de consulent inkomen en de sociaal rechercheur.
Zoals eerder werd aangegeven kan
de belanghebbende zelf vragen om thuis te worden bezocht omdat hij slecht ter
been is of ziek of om een andere reden. Klantgericht handelen is één van de
uitgangspunten van de gemeente Delft. Met een huisbezoek kan mede gestalte
worden gegeven aan dit uitgangspunt. Voor de klant heeft deze service als
voordeel dat hij de deur niet uit hoeft en niet met alle papieren over straat
moet.
Daarnaast heeft een dergelijk
huisbezoek als toegevoegde waarde, dat er van de klant een beter beeld gevormd
kan worden, omdat het contact in de vertrouwde omgeving van de klant een andere
is dan op kantoor. Hiermee wordt de kwaliteit van het contact verhoogd en kan
beter maatwerk worden geleverd.
Het service-element is één kant
van de zaak; preventie is een andere kant van de zaak.
Zo kan bij nieuwe belanghebbenden
en bij nieuwe woonsituaties preventief op huisbezoek worden gegaan, tenzij de
consulent inkomen van mening is dat dit niet nodig is. Er zijn ook andere
situaties denkbaar, zoals bij inrichtingskosten van de woning, bij het niet
reageren op oproepen, bij diverse samenlevingsvormen en in het geval van
twijfel.
Het huisbezoek kan aangekondigd
of onaangekondigd plaatsvinden.
a. het aangekondigde huisbezoek
Een aangekondigd huisbezoek
gebeurt door vooraf schriftelijk of mondeling (ook telefonisch) mee te delen
waarom een huisbezoek gewenst of noodzakelijk is.
b. het onaangekondigde huisbezoek
Onaangekondigde huisbezoeken
zijn noodzakelijk als er twijfels bestaan over door de belanghebbende opgegeven
woon- en/of leefsituatie. Onaangekondigd huisbezoeken moeten
beperkt blijven tot de gevallen waarin gerede twijfel bestaat aan de woon-
en/of leefsituatie van de belanghebbende.
Deze huisbezoeken worden in het
algemeen afgelegd met een researchconsulent (zie onder paragraaf 6,
‘specialisatie consulent inkomen: de researchconsulent’).
De belanghebbende wordt niet als
verdachte beschouwd, zodat er altijd sprake is van een inlichtingenverplichting
tegenover de consulent inkomen, zoals vermeld in artikel 65 van de Abw.
Het doel is om elke twijfel weg te
nemen, hetgeen ook in het voordeel van de belanghebbende kan zijn.
Een onderzoek naar de financiële en
andere voor de uitkering relevante omstandigheden wordt gedaan door de
consulent inkomen. Ook als ten onrechte uitkering is verstrekt zonder dat er
sprake is van opzet of schuld behoort het onderzoek tot het taakgebied van de
consulent inkomen.
Als de belanghebbende de consulent
inkomen zonder plausibele redenen niet wil toelaten in de woning, moet de
belanghebbende op de consequenties van de weigering worden gewezen.
De uitkering kan worden beëindigd of
niet worden toegekend op basis van artikel 65 Abw (inlichtingenverplichting).
De consulent inkomen is verplicht
om zich voorafgaand aan het binnentreden van de woning (uitsluitend binnentreden
met toestemming van de bewoner (belanghebbende)) te legitimeren
(legitimatiebewijs medewerker Publiekszaken, sector Werk, Inkomen en Zorg) en
daarbij mededeling te doen van het doel van het binnentreden.
Die reden is het vaststellen van de
rechtmatigheid van de verstrekte of de te verstrekken uitkering.
Voor het binnentreden is de
uitdrukkelijke toestemming nodig van de daartoe bevoegde bewoner
(belanghebbende). Er moet duidelijk sprake zijn van wilsovereenstemming bij de
bewoner (belanghebbende).
Zonder toestemming van de bewoner
(belanghebbende) is het uitdrukkelijk niet toegestaan de woning te betreden.
Als het om een kamerbewoner gaat
is de uitdrukkelijke toestemming van de kamerbewoner nodig om diens kamer
binnen te treden. Indien de hoofdbewoner in dat geval bezwaar maakt, mag de
woning niet worden binnengetreden. Ook bij de kamerbewoner dient duidelijk
sprake te zijn van wilsovereenstemming voordat de kamer betreden mag worden.
Indien de woning wordt
binnengetreden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner of indien
het een kamerbewoner betreft, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de
kamerbewoner, kan er sprake zijn van ambtelijke huisvredebreuk volgens artikel
370 Wetboek van Strafrecht. (ambtsmisdrijf)
Als een (noodzakelijk) huisbezoek
door de bewoner/ belanghebbende wordt geweigerd, moet de consulent inkomen de
belanghebbende wijzen op de mogelijke consequenties ten aanzien van het
vaststellen van de rechtmatigheid van de uitkering.
Als tijdens het huisbezoek door
één van de bewoners wordt aangegeven, dat de toegang alsnog wordt ontzegd, moet
de woning onmiddellijk worden verlaten (verbod gaat boven toestemming).
6. Algemene
richtlijnen huisbezoek door een consulent
Bij het afleggen van huisbezoeken
worden de volgende richtlijnen gehanteerd:
¨
In principe vindt aangekondigd of
onaangekondigd huisbezoek overdag plaats binnen de kantooruren.
¨
Huisbezoeken in het kader van het verlenen van bijstand of het
voortzetten daarvan worden primair gedaan door de consulent inkomen.
¨
Het huisbezoek wordt in gezelschap
van een collega afgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat er achteraf bij verschil
van mening een dualistische situatie ontstaat.
¨
Uit privacyoverwegingen wordt het
gesprek niet bij de voordeur van de woning gevoerd maar in de woonkamer van de
belanghebbende of een andere daartoe geschikte ruimte naar keuze van de
bewoner/belanghebbende.
¨
Een rondleiding door de woning van
de belanghebbende is alleen toegestaan met de uitdrukkelijke toestemming van de
belanghebbende en in diens aanwezigheid en beperkt zich tot de voor het
onderzoek relevante ruimten.
¨
De consulent inkomen mag nooit
zelf deuren en kasten openen of papieren doorbladeren. De consulent inkomen kan
de belanghebbende wel verzoeken deze handelingen te verrichten en inzage te
verlenen.
¨
Tijdens het huisbezoek moet er
objectief worden waargenomen.
¨
Er mogen alleen vragen worden
gesteld, die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de rechtmatigheid van
de uitkering.
¨
De consulent inkomen stelt zich
tegenover de belanghebbende correct, zakelijk en zorgvuldig op.
¨
Van het gesprek wordt ter plaatse
een gespreksbevestiging gemaakt. Deze gespreksbevestiging wordt gedagtekend en
ondertekend door de belanghebbende en de consulent inkomen en diens collega. De
gespreksbevestiging dient een weergave van het gesprek en de afspraken te
bevatten. Daarnaast moet in de gespreksbevestiging in elk geval worden
opgenomen:
-
het tijdstip van het binnentreden
en het verlaten van de woning
-
het mededelen van het doel van het
huisbezoek
-
het vastleggen van de toestemming
om de woning te betreden (ook van de eventuele kamerbewoner)
- de handtekeningen van de belanghebbende
en de consulent inkomen en diens
collega.
¨
Voordat de gespreksbevestiging
wordt ondertekend door de consulent, diens collega en de belanghebbende leest
de consulent inkomen de verklaring voor en biedt aan de belanghebbende de
gelegenheid de verklaring te lezen.
¨
De belanghebbende heeft het recht
wijzigingen in de verklaring te laten aanbrengen.
Bovengenoemde
richtlijnen zijn van toepassing en:
·
De researchconsulent is vaste partner van de
consulent inkomen en leidend bij het afleggen van onaangekondigde huisbezoeken
afgelegd door de afdeling Klantbeheer (bij verificatie van samenlevingsvormen,
huisvestingszaken i.c. de verificatie van het rechtmatig verstrekken van
uitkeringen levensonderhoud).
Over het huisbezoek moet zo
spoedig mogelijk rapport worden opgemaakt. Hierin moet duidelijk worden aangegeven
welke ruimten zijn gezien en wat mogelijk is opgevallen.
Het rapport maakt deel uit van het
dossier van de belanghebbende en kan dus indien gewenst door de belanghebbende
worden ingezien.
Het rapport is zakelijk en
objectief, zonder speculaties en/of waardeoordelen. De bevindingen zijn
gebaseerd op feiten, niet op veronderstellingen.
8.
Het huisbezoek door de
sociaal rechercheur
De sociaal rechercheur is
een door het Openbaar Ministerie aangestelde buitengewoon opsporingsambtenaar
en beschikt daardoor over opsporingsbevoegdheid. Op grond hiervan kan de
sociaal rechercheur alleen worden ingeschakeld als er objectief gezien een
redelijk vermoeden van fraude wordt vastgesteld. Het onderzoek wordt ingesteld
in opdracht van het hoofd Invordering en Bijzonder Onderzoek.
Op grond van de
opsporingsbevoegdheid van de sociaal rechercheur wordt er toezicht uitgeoefend
door de Hoofdofficier van Justitie en de Korpschef van de Politieregio
Haaglanden.
De werkzaamheden van de sociaal
rechercheur worden omgeven door een groot aantal wettelijke bepalingen, die
grenzen stellen aan zijn bevoegdheid. De sociaal rechercheur legt het
huisbezoek af in gezelschap van een collega.
Hetgeen gesteld is in paragraaf 5
en 6 (`de presentatie van de consulent uitkering tijdens het huisbezoek´ en de
` algemene richtlijnen bij een huisbezoek) omtrent het binnentreden van de
woning en zijn gedrag tijdens het huisbezoek is ook voor de sociaal rechercheur
onverkort van toepassing, met dit verschil dat de sociaal rechercheur in het
kader van een strafrechtelijk onderzoek een huisbezoek aflegt.
Hij legitimeert zich bij het begin
van het contact met het legitimatiebewijs buitengewoon opsporingsambtenaar. Hij
noemt daarbij zijn naam, zijn functie, de reden van het contact en wijst de
verdachte erop, dat hij het recht heeft om de zwijgen (de cautie). De
belanghebbende / verdachte is niet verplicht een (voor hemzelf belastende)
verklaring af te leggen.
Indien tijdens het huisbezoek
blijkt, dat het redelijk vermoeden van fraude niet in stand blijft of er
twijfels blijven, wordt er een gespreksbevestiging opgemaakt. De
gespreksbevestiging dient een weergave te zijn van het gesprek en dient de
eventueel gemaakte afspraken te bevatten.
Daarnaast moet in de
gespreksbevestiging in elk geval te worden opgenomen:
¨
de vermelding van de cautie
¨
het tijdstip van het binnentreden
en het verlaten van de woning
¨
het mededelen van het doel van het
huisbezoek
¨
het vastleggen van de toestemming
om de woning te betreden (ook van de eventuele kamerbewoner)
¨
de handtekeningen van de
belanghebbende en de sociaal rechercheur en diens collega.
Voordat de gesprekbevestiging
wordt ondertekend door de sociaal rechercheur, diens collega en de
belanghebbende, leest de sociaal rechercheur de verklaring voor en biedt aan de
belanghebbende de gelegenheid de verklaring te lezen. De belanghebbende heeft
het recht wijzigingen in de verklaring te laten aanbrengen.
Als tijdens het huisbezoek het redelijk
vermoeden van fraude wordt bevestigd, wordt afhankelijk van het vermoedelijke
fraudebedrag in relatie tot de vervolgingsrichtlijnen van het Openbaar
Ministerie, een kort verhoor afgenomen en wordt er een proces-verbaal van
verhoor opgemaakt.
Een verhoor is niet vrijblijvend.
Verkregen informatie tijdens een verhoor telt mee in de bewijsvoering. In het
proces-verbaal wordt alle relevante informatie opgenomen, zowel belastende als
ontlastende verklaringen. De inhoud van het proces-verbaal van het verhoor
wordt de verdachte voorgelezen en de verdachte wordt in de gelegenheid gesteld
zelf het proces-verbaal van het verhoor te lezen.
De verdachte heeft het recht
wijzigingen in het proces-verbaal van het verhoor te laten aanbrengen.
10. Binnentreden van de woning zonder
toestemming van de bewoner
Het toepassen van dwangmiddelen,
zoals het binnentreden van de woning zonder toestemming van de bewoner, valt
buiten het kader van het protocol huisbezoeken.
Dit is voor opsporingsambtenaren
geregeld in de Algemene Wet op het binnentreden/ Wetboek van strafvordering.
11. Conclusie
Het afleggen van een huisbezoek
door een consulent of een sociaal rechercheur is door wettelijke waarborgen
omkleed ten einde de privacy van belanghebbenden zoveel mogelijk te waarborgen.
Door middel van dit protocol
worden de wettelijke bepalingen vertaald in een aantal duidelijke richtlijnen
waar alle medewerkers van het cluster Publiekszaken, sector Werk, Inkomen en
Zorg zich aan dienen te houden.
Bijlage protocol
Artikel 8 EVRM eerbiediging privé
leven, correspondentie enz.
1 Een ieder heeft recht op respect voor
zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn
correspondentie.
2 Geen inmenging van enig openbaar gezag
is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is
voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van
de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van
het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de
bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de
rechten en vrijheden van anderen.
Artikel 10 Grondwet eerbiediging
en bescherming persoonlijke levenssfeer
1 Ieder heeft, behoudens bij of
krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer.
2 De wet stelt regels ter bescherming
van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van
persoonsgegevens.
3 De wet stelt regels inzake de
aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en
het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige
gegevens.
Artikel 12 Grondwet binnentreden
woningen
1 Het
binnentreden van een woning tegen de wil van de bewoner is alleen geoorloofd
in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe
bij of krachtens de wet zijn aangewezen.
2 Voor het binnentreden overeenkomstig
het voorgaande lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van
het binnentreden vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen. Aan de
bewoner wordt een schriftelijk verslag van het binnentreden vereist.
Artikel 1, lid 4 Algemene Wet op het
Binnentreden
De
persoon, bedoeld in het eerste lid, die met toestemming van de bewoner wenst
binnen
te treden, vraagt voorafgaand aan
het binnentreden diens toestemming. De toestemming
moet
blijken aan degene die wenst binnen te treden.