2002-2005
De
gemeenten
DELFT,
Postbus
78, 2600 ME Delft
PIJNACKER -NOOTDORP
Te
dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Burgemeesters,
Hierna
te noemen opdrachtgevers
En
Regiocollege Educatie Delft , Röntgenweg 6, 2624 BE Delft, te
dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dr.A.L.M. van.der. Sanden als
voorzitter a.i. van het College van Bestuur van de Stichting Educatie, Beroeps-
en Contractonderwijs regio Haaglanden e.o..
Hierna
te noemen opdrachtnemer
Overwegende
Komen
het volgende overeen:
1
Begripsbepaling
1
In
deze overeenkomst wordt verstaan onder:
Educatie
|
Onderwijs
bedoeld als in art. 1.2.1. eerste lid
WEB |
Opleiding educatie |
Samenhangend
geheel van onderwijseenheden als bedoeld in art. 7.3.1. van de WEB |
Educatief
aanbod |
Verzameling
van opleidingen welke voldoet aan door de rijksoverheid en/of opdrachtgevers
gestelde eisen |
Kwalificatie |
Afronding
van een opleiding |
Eindterm |
Als
zodanig omschreven kwaliteiten als bedoeld in art. 7.1.3 lid 3 van de WEB |
Toets |
Afsluiting
van een deelkwalificatie als bedoeld in art. 7.1.2. lid 3 van de WEB |
Examen |
Afsluiting
van een opleiding als bedoeld in art. 7.1.2. lid 3 van de WEB |
De
Minister |
De
minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen |
Bevoegd
gezag |
Het
gezag als omschreven in art. 1.1.1. sub WEB |
Productovereenkomst |
1
Nadere schriftelijke uitwerking van deze raamovereenkomst, als
bedoeld in art. 2.3. van deze overeenkomst |
Deelnemer |
De
deelnemer aan onderwijs als bedoeld in art. 8.1.1. WEB, die met de instelling
een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in art. 8.1.3. WEB ten behoeve
van opleidingen educatie bedoelt in art. 7.3.1. eerst lid WEB |
Overeenkomst |
Deze
raamovereenkomst en de productovereenkomst(en) |
Instelling
|
De
instelling als bedoeld in art. 1.3.1. WEB |
2
Doel van de overeenkomst
2.1
Deze
raamovereenkomst heeft tot doel:
a Het afsluiten van een
meerjaren contract tot 2006, gericht op het verzorgen van educatief aanbod door
opdrachtnemer voor door opdrachtgevers aan te wijzen doelgroepen;
b het
expliciteren van verantwoordelijkheden en globale taken van partijen
c het
reguleren van het overleg tussen partijen.
2.2
Deze
raamovereenkomst wordt nader uitgewerkt in productovereenkomsten
2.3
In
de productovereenkomsten zullen tenminste de volgende onderwerpen worden
geregeld als bedoeld in art. 2.3.4. lid 2 van de WEB
a de aard
van de educatieve activiteiten
b het aantal
deelnemers, in voorkomende gevallen onderscheiden naar doelgroepen
c de
periode waarvoor een productovereenkomst wordt aangegaan
d de omvang
van de middelen aan opdrachtnemer, dan wel de wijze waarop dit berekend wordt;
e de wijze
waarop het bedrag ter beschikking wordt gesteld
f de wijze
waarop verantwoording jegens de opdrachtgevers wordt afgelegd
De productovereenkomsten worden jaarlijks door
partijen vastgesteld en maken onlosmakelijk deel uit van deze raamovereenkomst.
3
Duur van de overeenkomst
3.1
Deze
raamovereenkomst wordt afgesloten voor de duur van vier jaar. De ingangsdatum
van de overeenkomst is 1 januari 2002. De overeenkomst eindigt op 31 december
2005.
3.2
Deze
raamovereenkomst wordt na het einde van de looptijd eerst na overleg en
overeenstemming tussen partijen verlengd.
3.3
Partijen
treden uiterlijk zes maanden voor laatstgenoemde datum in overleg over
voortzetting van deze raamovereenkomst.
4
Verplichtingen van partijen
4.1
Beide
partijen verplichten zich
a.
hun
informatiebehoefte op elkaar af te stemmen en de procedures behorende bij het
informatieverkeer vast te stellen en tenminste jaarlijks
te evaleren aan het eind van het cursusjaar;
b.
de
procedures ter zake van werving en toeleiding, intake en plaatsing cursisten
tenminste jaarlijks te evalueren
c.
jaarlijks
de duur van de onderscheiden opleidingen in verhouding tot de toelatingseisen
en de te behalen kwalificaties te evalueren.
4.2
Opdrachtgevers
verplichten zich in overleg met opdrachtnemer
a.
De
doelgroepen met behulp van definiëring van hun relevante kenmerken te bepalen.
b.
Zijn
takken van dienst te doen samenwerken ten behoeve van de inventarisatie van de
vraag en de toelevering van cursisten aan opdrachtnemer
c.
Jaarlijks
voor 1 november voorlopig te besluiten welke bedragen zullen worden toegekend
voor de educatieve activiteiten, onderscheiden naar de in de WEB genoemde
opleidingen en in voorkomende gevallen naar doelgroepen.
4.3
Opdrachtnemer
verplicht zich:
a.
Zorg
te dragen voor inrichting en beschrijving van het aanbod van opleidingen
volgens artikelen 7.3.1., 7.3.2., 7.3.3. en 7.3.4. van de WEB en andere
landelijk overeengekomen structuren voor de educatie.
b.
Landelijk
erkende toetsen en examens te gebruiken, voor zover deze beschikbaar zijn;
c.
Een
cusistenvolgsysteem te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met
behoeften van de kant van opdrachtgevers ten aanzien van de in het systeem vast
te leggen informatie;
d.
Zijn
administratie zodanig in te richten, dat:
§
Daaruit
gegevens kunnen worden verschaft ter beoordeling van de uitvoering van de
productovereenkomsten;
§
Wordt
beschikt over de geordende gegevens en kengetallen welke hij krachtens art.
2.3.6 van de WEB aan de Minister moet verstrekken;
§
Deze
gegevens voor zover het educatieve programma’s betreft als bedoeld in art. 6,
eerste lid van de Wet inburgering nieuwkomers, ook worden verstrekt aan de
Minister van Binnenlandse Zaken;
§
Gegevens
aangeleverd kunnen worden conform hetgeen wettelijk vereist is volgens de
Regeling Informatievoorziening BVE van het ministerie van Onderwijs, cultuur en
wetenschappen;
§
Wordt
voldaan aan de door de verschillende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek
gestelde vereisten omtrent het voeren van een administratie;
§
Wordt
voldaan aan overige hieromtrent door opdrachtgevers te stellen vereisten;
§
Eindtermen
die niet door de Minister bepaald zijn worden ontwikkeld en gebruikt voor door
opdrachtgevers gevraagde educatieve activiteiten, voor zover partijen dit
overeenkomen in een productovereenkomst;
§
Ter
uitvoering van de Regeling informatievoorziening BVE van het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, levert opdrachtnemer aan opdrachtgever de
op basis van deze regelingbenodigde gegevens.
e. onderwijsovereenkomsten af
te sluiten met de deelnemers volgens het bedoelde in artikel 8.1.3. van de WEB .
f de regels
en bepalingen van de Wet op de Persoonregistraties toe te passen.
5
Ter beschikking te stellen faciliteiten
5.1
Opdrachtgevers
en opdrachtnemer komen overeen gedurende de looptijd van deze overeenkomst minimaal 75 % van de
rijksbijdrage beschikbaar te stellen welk aan opdrachtgevers door de Minister
op grond van artikel 2.3.2. WEB ter beschikking wordt gesteld Van het
educatiedeel van de rijksbijdrage die door de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport op grond van artikel 16 WIN,.ter beschikking wordt gesteld
wordt ook minimaal 75 % beschikbaar gesteld
5.2
Opdrachtgevers
kunnen onverminderd het hiervoor gemelde naast de in artikel 5.1. genoemde
rijksbijdrage ook eigen middelen aan opdrachtnemer ter beschikking stellen;
5.3
De
opdrachtgever gemeente Delft zal, van alle beschikbare middelen (Rijksbijdragen
en eventueel gemeentelijke middelen) jaarlijks in elk geval voor € 363.025,-
producten inkopen bij het PraktijkLeerCentrum, mits het PLC kan voldoen aan de
door Delft geformuleerde opleidingswensen en het PLC voldoet aan de in de
productovereenkomst afgesproken kwaliteit. Deze afname is inclusief de afname
die namens de gemeente Delft geschiedt door reïntegratiebedrijven. De
Mondriaan-onderwijsgroep zal jaarlijks tenminste voor € 90.656 producten
afnemen van het PLC.
5.4
Opdrachtgevers
zullen voor zover verplicht maatregelen die een verandering in de rijksbijdrage
tot gevolg hebben, per direct doorberekenen door middel van een wijziging van
de middelen die aan opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld.
5.5
Opdrachtgevers
stellen de in artikel 5.1, 5.2 en 5.3 bedoelde middelen aan opdrachtnemer
beschikbaar op basis van de in artikel 2 bedoelde productovereenkomst(en).
5.6
Opdrachtgevers
en opdrachtnemer zullen zich gezamenlijk inspannen om te komen tot een centrale
huisvesting van het Regiocollege Educatie Delft.
5.7
Opdrachtnemer
verplicht zich mee te werken aan verbeteracties, voorvloeiend uit de nota
“Resultaat dat staat” die op 4 oktober 2001 is vastgesteld door het College van
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delft.
6
Overleg
Partijen
kennen een overlegstructuur over zaken die deze overeenkomst betreffen. Het
overleg komt tenminste twee keer er jaar bijeen. De agenda voor de
bijeenkomsten wordt tenminste tien werkdagen van tevoren aan alle deelnemers
aan het overleg toegestuurd door de gemeente Delft.
7
Geschillenregeling
Ieder
geschil ter zake van het bepaalde bij of krachtens deze overeenkomst wordt bij
uitsluiting voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement
’s-Gravenhage tenzij partijen vooraf arbitrage of bindend advies overeenkomen.
8
Evaluatie
8.1
Partijen
zullen de uitvoering en werking van deze raamovereenkomst jaarlijks evalueren
8.2
Van
de evaluatie wordt door beide partijen gezamenlijk een schriftelijk verslag
opgemaakt.
9
Wijziging omstandigheden
9.1
Indien
onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat deze
raamovereenkomst billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen partijen
binnen één maand nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij
schriftelijk heeft medegedeeld over de (noodzaak van) wijziging in overleg
treden.
9.2
Indien
het overleg niet binnen één maand na start van het overleg tot overeenstemmin
heeft geleid, mag elke partij deze raamovereenkomst met inachtneming van een
opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen, of wordt de
raamovereenkomst niet verlengd.
10
Beëindiging van de overeenkomst
Deze
overeenkomst wordt geacht te worden ontbonden indien zich een van de navolgende
situaties voordoet:
11
Overige bepalingen
11.1
op
deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing;
11.2
Wijzigingen
en aanvullingen van deze overeenkomst kunnen slechts rechtsgeldig geschieden
door een door alle partijen ondertekende schriftelijke aanvulling, welke aan
deze overeenkomst wordt gehecht en geacht wordt daarvan deel uit te maken.
11.3
Indien
een bepaling van deze overeenkomst nietig is of door rechterlijke uitspraak
wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze overeenkomst van kracht
blijven. Partijen zullen over de bepalingen van deze overeenkomst welke nietig
zijn of worden vernietigd overleg plegen ten einde een vervangende regeling te
treffen.
11.4
De
in hoofde van deze overeenkomst genoemde kantooradressen van partijen gelden
als de adressen aan welke partijen jegens elkaar kennisgevingen kunnen richten;
11.5
Aan
de opschriften boven de artikelen komt geen zelfstandige betekenis toe.
Aldus overeengekomen in drievoud, te
d.d.:
Opdrachtgevers, Opdrachtnemer,
Burgemeester
van Delft,
Burgemeester
van Nootdorp/Pijnacker