Statutenwijziging stichting Werkplan.
Het bestuur van stichting Werkplan heeft op 1 januari 2002
besloten tot wijziging van haar statuten in verband met een andere invulling
van de taken en verantwoordelijkheden van het bestuur en door het benoemen van
een Raad van Toezicht.
De statuten van Werkplan worden ter uitvoering van
laatstgenoemd bestuursbesluit gewijzigd en luiden met ingang van de dag na die
waarop deze akte is verleden als volgt:
1. De stichting
is genaamd: Stichting Werkplan
De stichting is een voortzetting van
de eerdere stichting Werkplan.
De stichting is gevestigd in de gemeente Delft.
Werkplan heeft als doel werkzaam te zijn op het gebied van
reïntegratie en
arbeidsmarkttoeleiding in brede zin.
Werkplan heeft primair als werkgebied de regio Delft.
1.
Werkplan
wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit een natuurlijk persoon.
2.
De
Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat het bestuur.
3.
De
Raad van Toezicht verleent het bestuur de titel van directeur.
De Raad van Toezicht stelt het salaris en de overige
arbeidsvoorwaarden van het bestuur vast.
Bij ontstentenis of belet van het bestuur wordt het bestuur
waargenomen door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is bevoegd één of
meer personen, al dan niet uit haar midden, daartoe aan te wijzen.
Het bestuur kan niet zijn een persoon die deel uitmaakt van
het college van Burgemeester en Wethouders of de gemeenteraad van één van de in
artikel 4 genoemde gemeenten, noch een persoon die belast is met, of mede
uitvoering geeft aan het toezicht op de stichting.
1.
Onverminderd
het in artikel 7 bepaalde wordt Werkplan vertegenwoordigd door het bestuur.
2.
In
alle gevallen waarin Werkplan naar het oordeel van de Raad van Toezicht een
tegenstrijdig belang heeft met het bestuur, wordt de stichting vertegenwoordigd
door de Raad van Toezicht.
Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van
overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen,
en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich
tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
1.
Aan de
goedkeuring van de Raad van Toezicht zijn onderworpen de besluiten van het bestuur omtrent:
a.
de
vaststelling van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag;
b.
de
vaststelling en wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde
beleidsplannen;
c.
het
aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de stichting met een andere
rechtspersoon of vennootschap;
d.
wijziging
van de statuten;
e.
ontbinding
van de stichting;
f.
aangifte
van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
g.
beëindiging
van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd
of binnen een kort tijdsbestek;
h.
het
vaststellen van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de stichting;
i.
een
ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal
werknemers;
j.
het
aangaan van geldleningen boven een limiet die wordt vastgelegd in een
financiëel mandaat, vast te stellen door de Raad van Toezicht.
2.
Het
ontbreken van de goedkeuring van de Raad van Toezicht van een besluit als
bedoeld in lid 1, tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet
aan.
1.
Werkplan
heeft een Raad van Toezicht.
2.
De
Raad van Toezicht bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf personen. Is
het aantal minder dan drie dan neemt de Raad van Toezicht onverwijld
maatregelen haar ledental aan te vullen.
3.
Het
aantal leden wordt door de Raad van Toezicht vastgesteld.
4.
De
Raad van Toezicht kan aan zijn leden een bezoldiging toekennen.
1.
De
leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht benoemd. De
Raad van Toezicht dient naar behoren te zijn samengesteld.
2.
Voor
de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht kan het bestuur personen
aanbevelen aan de Raad van Toezicht.
Lid van de Raad van Toezicht kan niet zijn:
a.
een
persoon die in dienst is van Werkplan;
b.
vanaf
2004 een persoon die deel uitmaakt van het college van Burgemeester en
Wethouders of de gemeenteraad van een van de in artikel 4 genoemde gemeenten;
c.
een
bestuurslid of werknemer van een andere organisatie werkzaam op het gebied van
reïntegratie en arbeidsmarkttoeleiding;
d.
een
persoon die belast is met, of mede uitvoering geeft aan het externe toezicht op
Werkplan.
1.
De
Raad van Toezicht kan een lid van de Raad van Toezicht ontslaan wegens
verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens
ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving
als lid van de Raad van Toezicht van Werkplan redelijkerwijs niet wordt
verlangd.
2.
Voor
een besluit als bedoeld in het vorige lid is een meerderheid van twee/derde van
de geldig uitgebrachte stemmen vereist in een vergadering waar alle leden van
de Raad van Toezicht aanwezig zijn. Verkeert een lid van de Raad van Toezicht
in de onmogelijkheid aan deze vergadering deel te nemen, dan kan niettemin een
geldig besluit worden genomen door de aanwezige leden van de Raad van Toezicht,
mits de reden van het niet aanwezig zijn van het desbetreffende lid in het
besluit wordt genoemd.
3.
Een
besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat het lid van de Raad van
Toezicht over wiens ontslag wordt besloten, vooraf de gelegenheid is geboden om
te worden gehoord.
1.
De
Raad van Toezicht kan een lid van de Raad van Toezicht schorsen.
2.
De
schorsing vervalt van rechtswege indien de Raad van Toezicht niet binnen een
maand na schorsing overgaat tot ontslag op een der gronden als in lid 1 van
artikel 15 genoemd.
1.
Een
lid van de Raad van Toezicht treedt uiterlijk af op de laatste dag van het jaar
waarin hij de leeftijd van 72 jaar bereikt.
2.
Een
lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd voor ten hoogste 4 jaar. Jaarlijks
treedt een door de Raad van Toezicht vast te stellen aantal leden af, volgens
een door de Raad van Toezicht op te stellen rooster.
3.
Een op
grond van lid 2 afgetreden lid kan ten hoogste éénmaal opnieuw worden benoemd.
1.
Behoudens
het elders in deze statuten bepaalde, heeft de Raad van Toezicht tot taak
toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken
bij Werkplan en de met haar verbonden onderneming. Bij de vervulling van hun
taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar het belang van
Werkplan en de met haar verbonden onderneming.
2.
Het
bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van haar
taak noodzakelijke gegevens.
De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter
en een vice-voorzitter.
1.
Ieder
kalenderkwartaal wordt ten minste één vergadering gehouden.
2.
Voorts
wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dit nodig acht.
3.
Wanneer
één van de leden van de Raad van Toezicht het nodig acht een vergadering te
houden, dan kan hij de voorzitter schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van
de te behandelen punten verzoeken een vergadering bijeen te roepen. Geeft de
voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan is de verzoeker bevoegd
zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop de voorzitter een
vergadering bijeenroept. Aan een dergelijk verzoek wordt in elk geval geacht
geen gevolg te zijn gegeven indien de vergadering niet binnen drie weken na het
verzoek wordt gehouden.
1.
Behalve
wanneer overeenkomstig het derde lid van artikel 20 de vergadering door een lid
van de Raad van Toezicht bijeen wordt geroepen, geschiedt de oproeping tot een
vergadering door de voorzitter.
2.
De
oproeping geschiedt met inachtneming van een termijn van ten minste zeven
dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden
meegerekend.
3.
De
oproeping gebeurt schriftelijk, waarbij de plaats, het tijdstip van de
vergadering en de te behandelen onderwerpen worden vermeld.
1.
De
vergaderingen worden geleid door de voorzitter of de vice-voorzitter.
2.
Van
hetgeen besproken en besloten is worden notulen gemaakt. Deze notulen worden op
de eerstvolgende vergadering van de
Raad van Toezicht vastgesteld.
3.
Besluiten
kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die bij de oproeping zijn
meegedeeld.
4.
Zijn
echter ter vergadering alle in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht
aanwezig, dan kunnen besluiten
worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene
stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het
oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen.
1.
Voor
zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle
besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte
stemmen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde gelden als niet uitgebracht.
2.
Indien
een lid van de Raad van Toezicht dit wenst, wordt schriftelijk gestemd.
3.
Een
ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van
een stemming, of omtrent de inhoud van een genomen besluit – voor zover werd
gestemd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel – is beslissend.
4.
Wordt
echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de
juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de
meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet
hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, indien een lid van de Raad van Toezicht
dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de
oorspronkelijke stemming.
5.
Een
nadere uitwerking van de werkwijze en behoorlijke samenstelling als bedoeld in
artikel 13 van de Raad van Toezicht zal worden vastgelegd in een reglement,
vast te stellen door de Raad van Toezicht.
Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1.
Het
bestuur maakt binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening,
een jaarverslag, een overzicht van de cijfermatige kerngegevens en een prognose
van deze gegevens op.
2.
De in
lid 1 bedoelde stukken worden onderzocht door een door de Raad van
Toezicht aangewezen accountant als
bedoeld in artikel 393 eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Wijst
de Raad van Toezicht geen accountant aan, dan wordt deze door het bestuur
aangewezen. De Raad van Toezicht verleent en formuleert de opdracht aan de
accountant. Indien de Raad van Toezicht daartoe niet overgaat, verleent het
bestuur de opdracht aan de accountant. De opdracht aan de accountant kan worden
ingetrokken door degene die haar heeft verleend, maar in ieder geval door de
Raad van Toezicht.
3.
Het
bestuur stelt de stukken als bedoeld in lid 1 vast en de Raad van Toezicht
keurt deze goed nadat zij kennis hebben genomen van de bevindingen van de
accountant.
4.
De
jaarrekening en het jaarverslag worden door het bestuur en de leden van de Raad
van Toezicht ondertekend. Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen,
dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
Voor het begin van het boekjaar stelt het bestuur de
begroting voor het boekjaar vast.
De stichting wordt ontbonden:
a.
door
een besluit van het bestuur;
b.
na
faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de
toestand van de boedel, hetzij door insolventie;
c. door de
rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
Na ontbinding van de stichting zal de vereffening geschieden
door een of meer vereffenaars, te benoemen door de Raad van Toezicht.
De comparant verklaarde dat met het van kracht worden van
deze akte:
a.
de
Raad van Toezicht van Werkplan als volgt is samengesteld:
b.
het
bestuur van Werkplan is als volgt samengesteld:
Van de volmachten op de comparant is mij, notaris,
genoegzaam gebleken uit drie (3) onderhandse akten van volmacht, welke aan deze
akte zullen worden gehecht.
De comparant is mij, notaris bekend.
Waarvan akte, in minuut verleden te Delft op de datum als in
het hoofd dezer akte vermeld. Alvorens tot voorlezing is overgegaan, is de
inhoud van deze akte zakelijk aan de comparant opgegeven en toegelicht. Hij
heeft daarna verklaard van de inhoud der akte kennis te hebben genomen, daarmee
in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de comparant en mij,
notaris getekend.
Voor
afschrift