Wijzigingen bijstandsverordening.

 

  1. Zonder het delen van de kosten van bestaan

 

De categorie omvat verreweg het grootste deel van het uitkeringbestand. Hierin wordt niets gewijzigd.

 

 

(Echt)paren

Alleenstaand ouders

Alleenstaanden 23 jaar en ouder

Alleenstaanden 21 en 22 jaar

Algemene kosten van bestaan kunnen niet worden gedeeld

100% uitkering

70% uitkering plus 20% toeslag

50% uitkering plus 20% toeslag

21 jaar: 50% uitkering plus 5% toeslag

22 jaar: plus 10% toeslag

 

 

 

  1. Inwonende kinderen, ouder dan 18 jaar

 

In de oude situatie was de hoogte van de uitkering afhankelijk van de hoogte van het inkomen van een inwonend kind. Dit wordt gewijzigd. Met het inkomen van een inwonend kind tot 21 jaar wordt geen rekening meer gehouden.

 

De oude situatie.

 

(Echt)paren

Alleenstaand ouders

Alleenstaanden 23 jaar en ouder

Alleenstaanden 21 en 22 jaar

Men heeft inwonende kind(eren) van 21 jaar en ouder

95% uitkering

70% uitkering plus 15% toeslag

50% uitkering plus 15% toeslag

nvt

Men heeft kind(eren) van 18 tot 21 jaar met een inkomen, waar­van het verschil tussen netto inkomen en het normbedrag meer dan 5% van het minimum loon bedraagt. (Tenzij het betreffende kind een inkomen heeft uit uitsluitend WSF)

95% uitkering

70% uitkering plus 15% toeslag

50% uitkering plus 15% toeslag

nvt

Men heeft kind(eren) van 18 tot 21 jaar met een inkomen, waarvan het verschil tussen netto inkomen en de "maximale toeslag" minder dan 5% van het minimumloon bedraagt. (Tenzij het betreffende kind een inkomen heeft uit uitsluitend WSF)

100% uitkering

70% uitkering plus 15% toeslag

50% uitkering plus 15% toeslag

nvt

Men is bij (stief)ouder(s) inwonend of (stief)ouders wonen bij een kind in

90% uitkering

70% uitkering en 10% toeslag

50% uitkering en 10% toeslag

50% uitkering met 5, resp. 10% toeslag

 

 

Er is voor gekozen de uitkering, c.q. de toeslag van de ouders met kinderen tot 21 jaar, ongeacht de hoogte van het inkomen van kind, niet te korten. Bij kinderen ouder dan 21 jaar wordt wel een korting toegepast ongeacht het inkomen, tenzij het kind een inkomen heeft uit uitsluitend studiefinanciering.

 

Dit wordt nu:

 

 

(Echt)paren

Alleenstaand ouders

Alleenstaande 23 jaar en ouder

Alleenstaanden 21 en 22 jaar

Men heeft inwonende kinderen tot 21 jaar, ongeacht het inkomen van het kind

100% uitkering

70% uitkering plus 20% toeslag

50% uitkering plus 20% toeslag

nvt

Men heeft inwonende kinderen ouder dan 21 jaar, ongeacht het inkomen van het kind, tenzij alleen een inkomen uit alleen studiefinanciering

95% uitkering

70% uitkering plus 15% toeslag

50% uitkering plus 15% toeslag

nvt

Men heeft inwonende kinderen ouder dan 21 jaar, met een inkomen uit alleen studiefinanciering

100% uitkering

70% uitkering plus 20% toeslag

50% uitkering plus 20% toeslag

nvt

Men is bij (stief)ouder(s) inwonend of (stief)ouders wonen bij een kind in

90% uitkering

70% uitkering plus 10% toeslag

50% uitkering plus 10% toeslag

21 jaar: 50%+ 5% 

22 jaar: 50%+10%

 

 

 

  1. Kostgangers en onderhuurders

 

In de oude situatie werd een onderscheid gemaakt tussen hoofdbewoners die andere personen (geen kinderen) hadden inwonen, waaraan wel of geen overeenkomst getoond kon worden. In die gevallen waar geen overeenkomst getoond kon worden werd geen toeslag verstrekt. Dit is in strijd met de jurisprudentie, en moest dan ook worden aangepast.


 

De oude situatie was als volgt.

 

 

(Echt)paren

Alleenstaand ouders

Alleenstaande 23 jaar en ouder

Alleenstaanden 21 en 22 jaar

Men heeft een kostganger/onder-huurder/inwonend gezin op basis zakelijke over­eenkomst

90% uitkering

70% uitkering plus 10% toeslag

50% uitkering plus 10% toeslag

21 jaar: 50% + 5%

22 jaar: 50% + 10%

Men heeft onderhuurder, kostganger of inwonend zonder een zakelijke overeenkomst

80% uitkering

70% uitkering

50% uitkering

21 jaar en 22 jaar: 50% uitkering

Men heeft meer dan een kostganger/onderhuurder/inwonend gezin

80% uitkering

70% uitkering

50% uitkering

21 jaar en 22 jaar: 50% uitkering

 

Dit wordt nu:

 

 

(Echt)paren

Alleenstaand ouders

Alleenstaande 23 jaar en ouder

Alleenstaanden 21 en 22 jaar

Men heeft een onderhuurder, kostgangers of andere inwoner, ongeacht of er sprake is van een zakelijke overeenkomst (geen kind)

90% uitkering

 

 

 

 

70% uitkering en 10% toeslag

 

 

50% uitkering en 10% toeslag

 

 

 

 

21 jaar: 50%

22 jaar: 50%

 

 

Men heeft meer dan een kostganger/onderhuurder/inwonend gezin.

80% uitkering

 

 

70% uitkering

 

 

50% uitkering

 

 

 

21 jaar: 50%

22 jaar: 50%

 

 

 


 

  1. Men is inwoner, kostganger, onderhuurder

 

Het feit dat men zelf onderhuurder is is geen reden de uitkering aan te passen. In de oude situatie werd de uitkering alleen aangepast als men geen overeenkomst kon tonen. Ook dit is dus in strijd met jurisprudentie.

 

De oude situatie:

 

Echtparen

Alleenstaand ouders

Alleenstaanden 23 jaar en opuder

Alleenstaande 21 en 22 jaar

Men is onderhuurder of kostganger met een zakelijke overeenkomst

100% uitkering

70% uitkering plus 20% toeslag

50% uitkering plus 20% toeslag

21 jaar: 50% + 5%

22 jaar: 50% + 10%

Men is onderhuurder of kostganger zonder een zakelijke overeenkomst

80% uitkering

70% uitkering

50% uitkering

21 en 22 jaar: 50% uitkering

 

 

De nieuwe situatie wordt:

 

 

Echtparen

Alleenstaand ouders

Alleenstaanden 23 jaar en opuder

Alleenstaande 21 en 22 jaar

Men is onderhuurder, kostganger ongeacht of er sprake is van een overeenkomst

100% uitkering

70% uitkering plus 20% toeslag

50% uitkering plus 20% toeslag

21 jaar: 50% plus 5 %

22 jaar: 50% plus 10%

 

 

  1. Maximale korting

 

De korting op de uitkering, c.q. de toeslag bedraagt maximaal 20%. Dit is onveranderd.