Evaluatie 1998 - 2002
De afgelopen vier jaar was het onderwijsachterstandenbeleid
gericht op de verbetering van leerresulaten in het primair onderwijs. Gedurende
deze periode is meer beleidsmatige en operationele aandacht besteed aan de
voorschoolse periode en de betrokkenheid van de ouders. Voor kinderen die de
Nederlandse taal niet beheersen is een centrale opvang gerealiseerd, voor zowel
voor het primair onderwijs als voor het voortgezet onderwijs. Er werd gestart
met de opzet van zorgteams rond de scholen in het primair onderwijs.
In z’n algemeenheid kan geconcludeerd worden dat de leerresulaten
op het gebied van technisch lezen, spelling en rekenen gemiddeld zijn.
Driekwart van de leerlingen op de GOA-scholen in het primair onderwijs
presteren in relatie tot het landelijk gemiddelde op een voldoende tot goed
niveau. Op het vlak van begrijpend lezen wordt de norm van 75% niet
gerealiseerd, wat overigens ook overeenkomt met de landelijke resultaten. Hoewel feitelijk onderzoek naar de Delftse
leerlingen niet voorhanden is, wordt als een van de oorzaken vermoed dat er
thuis geen Nederlands wordt gesproken, waardoor de leerlingen met een
achterstand aan het primair onderwijs beginnen. Een achterstand die in latere
jaren niet of nauwelijks wordt ingelopen.
Beleid 2002 – 2006
Voor de komende vier jaar wordt de ingeslagen beleidsrichting gehandhaafd, maar er wordt daarbij nadruk gelegd op specifiek taalbeleid op de GOA-scholen voor leerlingen van twee tot zestien jaar. Dit krijgt uitwerking door voor- en vroegschoolse educatie, ondersteuning van de schoolloopbaan, het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten, een aanpak om de beheersing van de Nederlandse taal te bevorderen.
J.D. Rensen, wethouder van onderwijs
- Het beleidsplan 2002-2006
-
Het landelijk Beleidskader (LBK)
-
Het gemeentelijk onderwijsbeleidsplan
-
Kaderbrief Gemeentelijk Onderwijsachterstandenplan 2002 -
2006
-
voorschoolse periode
- primair onderwijs
-
voortgezet onderwijs
Het
beleidsplan 2002-2006
Volgens
artikel 15 van het Reglement Samenwerkingsverband GOA Delft stelt het Algemeen
Bestuur van GOA Delft een beleidsplan op dat – na overleg met het Lokabel – ter
goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad van de gemeente Delft.
Het
Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid is gefundeerd op het landelijk
beleidskader, het onderwijsbeleidsplan ‘De bakens verzet’ en de Kaderbrief Onderwijsachterstandenplan 2002-2006.
Bovendien is gebruik gemaakt van de gegevens van de voorafgaande jaren, welke
zijn vastgelegd in de jaarverslagen van GOA Delft.
Het
landelijk beleidskader
In 1998 is de sturing van het onderwijsachterstandenbeleid versterkt door van een regiobenadering over te stappen naar gemeentelijke aansturing. Daarbij worden middels een Landelijk Beleids Kader (LBK) met gemeenten afspraken gemaakt over de aanpak van onderwijsachterstanden op scholen. De grenzen van het LBK worden bepaald door de verschillende wetsartikelen die betrekking hebben op het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Het Rijk is verantwoordelijk voor input- en procescondities (planverplichting, doelen, middelen, toezicht); de wet voorziet niet in directe sturing van het Rijk door middel van resultaatverplichtingen. Het Rijk monitort en evalueert de ontwikkelingen en resultaten. Het gemeentebestuur legt over de bereikte resultaten verantwoording af aan de gemeenteraad.
Het Landelijk Beleidskader waarop het
onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Delft mede op is gebaseerd, omvat
de periode 1 augustus 2002 tot 1 augustus 2006. Het LBK is ingebed in algemeen
onderwijs- en jeugdbeleid. De verwachting is dat op gemeentelijk niveau door
afspraken met scholen en andere
instellingen, wordt gezorgd voor een samenhangende inzet van
onderwijsachterstandenbeleid.
Door sociale, economische en culturele oorzaken lopen
sommige kinderen kans op achterstanden ten aanzien van een volwaardige deelname
aan de samenleving. Het GOA-beleid is erop gericht deze achterstanden weg te
werken. Als belangrijke voorwaarde – zo niet de belangrijkste voorwaarde –
geldt een goede beheersing van de Nederlandse taal. Dit loopt als een rode
draad door het beleid.
Het LBK noemt drie
kenmerkende doelen die verwijzen naar schakelmomenten in de onderwijsloopbaan
die voor de toerusting van leerlingen cruciaal zijn:
1.
bij de aanvang van het leesonderwijs in de basisschool
(metingen groep 2 en groep 4), zijn de leerlingen voldoende toegerust om het
verdere basisonderwijs met succes te kunnen vervolgen;
2.
na de basisschool onderscheiden de doelgroepleerlingen zich
niet van de overige leerlingen voor wat betreft een evenredige uitstroom naar
verschillende scholen voor voortgezet onderwijs;
3.
de doelgroepleerlingen halen tenminste een
startkwalificatie, waardoor zij kunnen functioneren op het niveau van een
beginnend beroepsbeoefenaar en zij zijn toegerust om sociaal en economisch aan
de samenleving deel te nemen.
Deze doelen zijn verbonden aan vijf concrete
beleidsterreinen:
ondersteund met extra middelen.
Het toezicht door het Rijk -
monitoring en evaluatie – vindt in ieder geval plaats op grond van gegevens
over:
-
deelname van doelgroepleerlingen aan verschillende vormen
van voor- en vroegschoolse educatie;
-
deelname aan taalcursussen door ‘nieuwkomer-ouders’ van
peuters en kleuters die onvoldoende Nederlands spreken;
-
toetsscores per school per doelgroep op de CITO-eindtoets
voor taal en rekenen (afhankelijk van lokaal te maken afspraken, zolang er nog
geen wettelijke verplichting voor levering van geaggregeerde toetsscores is);
-
de toepassing van eigen taalbeleid door elke school voor
voortgezet onderwijs
-
het verzuim en uitval van leerlingen.
De Bakens Verzet: het gemeentelijk onderwijsbeleidsplan
Op 1 augustus 2002 start de nieuwe vierjarige planperiode
voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, gericht op peuters en
leerlingen die door sociale, economische en culturele omstandigheden een risico
op onderwijsachterstand hebben. Het beleid is vastgelegd in het hoofdstuk
‘Kansenbeleid’ van de nota ‘De Bakens Verzet’, het Onderwijsbeleidsplan 2001 –
2004 van de Gemeente Delft.
In De Bakens Verzet wordt als hoofddoelstelling voor het
kansenbeleid geformuleerd: Werken aan een zorgkader, realiseren van continuüm
van zorg.
Het ontwikkelen van een zorgkader is gebaseerd op een
benadering waarin de (zorg)leerling en zijn of haar ouders centraal gesteld
wordt. Getracht wordt de zorg voor een optimale ontwikkeling vanuit een
geïntegreerd zorgkader aan te bieden en de scholen in staat te stellen hun
zorgfunctie doelmatig te organiseren. Daarbij is sprake van verticale
integratie (van Voorschool tot en met de tweede fase voortgezet onderwijs) en
horizontale integratie (afstemming en samenwerking tussen de scholen en de
maatschappelijke organisaties).
In het onderwijsbeleidsplan wordt als prioriteit de
versterking van het onderwijsachterstandenbeleid aangegeven, met name op de
terreinen taalbeleid, voorschoolse stimulering en monitoring. Het beleid zal
zich meer dan voorheen richten op het voorgezet onderwijs, met het accent op
taalbeleid, doorstroming naar hogere vormen van voortgezet onderwijs en het
bestrijden van voortijdig schoolverlaten.
Kaderbrief Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006
De kaderbrief schept de voorwaarden waaronder het
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid kan worden uitgevoerd en is
richtinggevend voor de uitvoering van dat beleid. In hoofdstuk 5 wordt
uitwerking gegeven aan de activiteiten in het kader van het
onderwijsachterstandenbeleid. De beleidsvoornemens in de kaderbrief worden hier
kort weergegeven. Naast het landelijk beleidskader, het onderwijsbeleidsplan De
Bakens Verzet en de beschikbare financiële middelen, worden als beleidskaders
aangegeven:
De Delftse onderwijsmonitor –
GOA-activiteiten worden uitgevoerd op grond van meetbare en tijdgebonden
doelstellingen. Deze worden gemonitord volgens de uitgangspunten van het
landelijk beleidskader, het onderwijsbeleidsplan De Bakens Verzet en het
Onderwijsachterstandenbeleid. In 2002 wordt gestart met de ontwikkeling van een
Delftse Onderwijsmonitor.
De Brede School – de programma’s van het
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en de Brede School overlappen elkaar
deels, zowel qua doelstellingen als qua inhoud. Het is zinvol om de
activiteiten die elkaar overlappen te koppelen en samen te brengen bij de Brede
School organisatie. Het betreft de huiswerkbegeleiding en de Verlengde
Schooldag. Na evaluatie van de Brede School in 2004 zal worden bepaald of deze
activiteiten bij de Brede School worden ondergebracht.
Teams Jeugdgezondheidszorg – GGD
Delfland en Maatzorg bundelen hun activiteiten in JGZ-centra in de wijken.
Vanuit deze centra worden periodieke gezondheidsonderzoeken uitgevoerd en wordt
ondersteuning geboden aan scholen, kinderopvang en gezinnen. De gemeente wil in
deze centra de functies schoolmaatschappelijk werk en opvoedadvieswerk opnemen
om een daadwerkelijke integratie van zorg voor ouders en kinderen te
realiseren. In afwachting van deze realisatie zullen de huidige schoolzorgteams
op de GOA-scholen actief blijven.
Onderwijskansenbeleid – Indien de Gemeente Delft in
aanmerking komt voor het OK-beleid van de Rijksoverheid, zal dit worden
ondergebracht bij het onderwijsachterstandenbeleid, maar dan toegespitst op de
individuele schoolorganisatie.
De kopklas – de kopklas is een klas met
allochtone leerlingen met voldoende capaciteiten om met intensieve begeleiding
het havo/vwo te volgen. Indien aan de gemeentelijke voorwaarden kan worden
voldaan, wordt de kopklas in deze beleidsperiode ingevoerd en zal het deel
uitmaken van het onderwijsachterstanden beleid.
Centraal zorgloket VO – Voor jongeren van 12 tot
23 jaar bestaat een breed scala aan zorgvoorzieningen. Om leerlingen, ouders en
scholen te kunnen verwijzen naar ondersteuning op maat, wordt een Centraal
zorgloket ontwikkeld. GOA Delft vervult een rol bij de beleidsvoorbereiding.
Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) –
Onderzocht wordt of het OALT-beleid onderdeel moet uitmaken van het
onderwijsachterstandenbeleid.
Regionale Meld en Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaten
(RMC) – De gemeente is beleidsverantwoordelijk voor het
subregionaal meld- en coördinatiepunt Delft, Westland en Oostland (SMC). Op het
gebied van voortijdig schoolverlaten en het terugdringen van schooluitval, zal
afstemming plaatsvinden tussen het SMC en GOA Delft.
2. Samenstelling van de GOA-scholengroep
De samenstelling van de scholengroep is tot stand gekomen op
basis van een analyse van de ernst van de problematiek. Door GOA Delft worden
afspraken gemaakt op schoolniveau met juist die scholen waar de
achterstandsproblematiek het grootst is. De besteding van de middelen wordt
bepaald door concrete problemen die moeten worden opgelost.
De GOA-scholengroep bestaat uit drie categorieën:
Categorie A de
scholen met in totaal 50% of meer doelgroepleerlingen (waaraan extra
gewicht
wordt toegekend: 0.25, 0,7 of 0.9);
Categorie B de
scholen waarvan op de locatie 50% of meer doelgroepleerlingen aanwezig zijn:
Categorie
C de scholen die niet onder A of B
ressorteren, maar wel op basis van gewichtenleerlingen schoolgebonden middelen
van het Rijk ontvangen:
de speciale scholen voor
basisonderwijs (De Bouwsteen, Laurentius);
de 2/3-scholen (Herman Broeren en
Maurice Maeterlinck);
de scholen voor voortgezet
onderwijs ( Stanislascollege en Christelijk Lyceum Delft)
School |
totaal |
1.0 |
0.25 |
0.7 |
0.9 |
Totaal
gew. |
% |
Categ. |
Omibus
|
337 |
52 |
20 |
|
265 |
285 |
85 |
A |
Horizon |
298 |
65 |
40 |
|
193 |
233 |
78 |
A |
Anne de Vr. |
236 |
55 |
39 |
|
142 |
181 |
76 |
A |
Mgb |
238 |
61 |
34 |
|
143 |
177 |
74 |
A |
Corn.Mus |
244 |
109 |
102 |
4 |
29 |
135 |
55 |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 mei |
172 |
83 |
27 |
|
62 |
89 |
51 |
B |
JPT/zuid |
117 |
49 |
5 |
|
63 |
|
58 |
B |
Vrijenban (MD) |
158 |
68 |
54 |
|
36 |
90 |
57 |
B |
Max Havel (MD) |
97 |
49 |
46 |
|
2 |
48 |
49 |
B |
School |
totaal |
1.0 |
0.25 |
0.7 |
0.9 |
Totaal gew. |
% |
Categ. |
Delta |
205 |
127 |
49 |
|
30 |
79 |
38 |
C |
Eglantier |
244 |
160 |
33 |
|
51 |
84 |
35 |
C |
Mozaïek |
447 |
299 |
106 |
|
42 |
148 |
34 |
C |
Rembrandt |
264 |
184 |
48 |
|
32 |
80 |
33 |
C |
Pr. Maurits |
272 |
199 |
36 |
1 |
36 |
73 |
27 |
C |
Bernadette M. |
220 |
161 |
39 |
|
20 |
59 |
27 |
C |
Titus B. |
349 |
255 |
57 |
|
37 |
94 |
27 |
C |
Gabrielsch. |
558 |
424 |
94 |
|
40 |
134 |
24 |
C |
De Ark |
248 |
195 |
30 |
2 |
21 |
53 |
21 |
C |
School |
totaal |
Aantal
cumi’s |
% |
Categ. |
Herman Broeren |
|
|
26 |
C |
De Bouwsteen |
|
|
21 |
C |
Laurentius sbo |
|
|
8 |
C |
M. Maeterlinck |
|
|
8 |
C |
|
|
|
|
|
Praktijkschool svo |
|
|
|
C |
Laurentius svo |
|
|
|
C |
Voortgezet
Onderwijs
Aantal cumi-leerlingen per 1 oktober 2001
GOA SCHOLEN Voortgezet Onderwijs |
totaal |
% |
Categ. |
Grotius College Vmbo |
398 |
24 45 |
A |
St. Stanislas College |
143 |
5 |
C |
Christelijk Lyceum Delft |
77 |
4 |
C |
Op grond van deze
gegevens wordt het vmbo van het Grotius College aangemerkt als GOA-school
categorie A voor Voortgezet Onderwijs.
De samenstelling
van de scholengroep staat in principe voor vier jaar vast. Indien de
samenstelling van de populatie van een school tussentijds wijzigt, wordt in
overleg bepaald in welke categorie deze school zal vallen.
3. De faciliteiten
Het totale bedrag voor de verdeling van de faciliteiten is
in de kaderbrief vastgesteld op 226.890 Euro.
Dit komt overeen met 5,6 formatie, ervan uitgaande dat
18 fre’s ( = 0,1
formatie) = 4004 euro, waarbij 1 fre 228 euro bedraagt
Voorlopige vaststelling:
Categorie A, |
totaal 5 scholen |
0,6 formatie |
5 x 0.6 |
3,0 |
Categorie B |
totaal 4 locaties |
0,3 formatie |
4 x 0.3 |
1,2 |
Categorie C |
totaal 4 scholen per jaar |
0,1 formatie |
4 x 0,1 |
0,4 |
|
|
|
Totaal |
4,6 |
|
|
|
Rest |
1 formatie |
De scholen worden ondersteund met zogenaamde gewichtengelden van het Rijk welke voor extra formatieplaatsen kunnen worden ingezet. Daarnaast worden zij ondersteund door GOA Delft in de vorm van extra formatie, onderwijsassistenten – in het kader van Voor- en Vroegschoolse Educatie, onderwijs-inhoudelijke ondersteuning - waaronder coaching van leerkrachten, schoolmaatschappelijk werk, verlengde schooldagactiviteiten, ouderondersteuning, leesbevordering en materiaal.
De scholen uit categorie A krijgen 0,6 formatie toegekend, de scholen uit categorie B krijgen 0,3 formatie toegekend, met als voorwaarden:
- een aantoonbare samenhang tussen de gewichtengelden van het Rijk en de GOA-middelen;
- de ontwikkeling van een taalplan;
- een Cito-leerlingenvolgsysteem (LVS);
- er worden gegevens verstrekt ten behoeve van de GOA-monitor;
- er worden jaarlijks kwalitatieve gegevens verstrekt ten behoeve van de evaluatie en de jaarrapportage;
- verantwoordelijke functionarissen op het gebied van voorschoolse educatie, taalbeleid en zorg;
- er wordt deelgenomen aan het bovenschools overleg (OBO en IB-netwerk).
Ondersteuning
van de scholen – categorie C
Per schooljaar zullen vier scholen uit de categorie C door
GOA Delft worden uitgenodigd om een plan van aanpak in te dienen dat betrekking
heeft op specifieke ondersteuning van hun gewichtenleerlingen. Daarbij geldt
als uitgangspunt het percentage gewichtenleerlingen. De honorering van een plan
van aanpak zal plaatsvinden op basis van nog nader vast te stellen criteria. De
uitvoering van het plan van aanpak zal in het primair onderwijs worden
ondersteund met 0,1 formatie en in het voortgezet onderwijs met taakuren, voor de duur van één schooljaar.
Voor de onderwijsinhoudelijke ondersteuning en de aanschaf van specifieke
materialen worden middelen beschikbaar gesteld.
Voor het schooljaar 2002-2003 is voor het Mozaïek en de
Eglantier een overgangsregeling van kracht. Deze scholen zijn per 1 augustus
2002 geen GOA-scholen meer. Zij worden gedurende het schooljaar 2002-2003 in
staat gesteld hun activiteiten af te bouwen. Daarvoor wordt 0,2 formatie
beschikbaar gesteld.
De faciliteiten zijn vastgesteld voor de duur van het
schooljaar 2002-2003. Nagegaan zal worden of de regeling in de praktijk
voldoet.
Gedurende het schooljaar 2002-2003 zal worden bezien hoe de
resterende 0,8 formatie effectief kan worden ingezet.
Ondersteuning
voortgezet onderwijs
Het vmbo van het Grotius College categorie A krijgt twaalf
taakuren toegekend. Daarbij gelden als voorwaarden:
-
een aantoonbare relatie tussen de cumi-middelen en de
GOA-middelen;
-
de ontwikkeling van een integraal taalplan;
-
een leerlingvolgsysteem;
-
de jaarlijkse verstrekking van gegevens ten behoeve van de
monitor;
-
de jaarlijkse verstrekking van kwantitatieve en kwalitatieve
gegevens ten behoeve van de evaluatie en de jaarrapportage;
-
verantwoordelijke functionarissen op het gebied van
integraal taalbeleid, centrale opvang en de kopklas.
(zie voor de overige scholen onder categorie C).
.
4. GOA Delft in grote lijnen
GOA Delft
ondersteunt scholen (leerlingen en ouders, leerkrachten en directies) bij het realiseren van goed onderwijs.
met name gericht op leerlingen die belemmerd worden in hun leer- en
ontwikkelingsmogelijkheden tengevolge van sociale- economische en culturele
omstandigheden.
Goa Delft concentreert zich op de resultaatgerichte aanpak
van onderwijs aan risicogroepen, toegespitst op de basisvaardigheden, uitgaande
van hoge verwachtingen ten aanzien van de capaciteiten van leerlingen. Een
leidend principe zijn de uitgangspunten van de effectieve school. GOA Delft
legt de prioriteit bij taalbeleid voor alle leeftijden.
De gezins- en milieufactoren kunnen moeilijk alleen vanuit
de school beïnvloed worden. Daar zijn meer krachten voor nodig, van GGD tot
bibliotheek en van schoolmaatschappelijk werk tot spijbelopvang. Het geven van
onderwijs staat centraal, waarbij GOA Delft zich tevens richt op een integrale
aanpak en het ontwikkelen van netwerken.
De organisatie
In het Reglement Samenwerkingsverband GOA Delft van 15 februari 2001 zijn de hieronder genoemde besturen en instellingen overeengekomen gezamenlijk een bijdrage te leveren aan de preventie en het bestrijden van de negatieve effecten op de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen tengevolge van sociale, economische en/of culturele omstandigheden. In deze samenwerkingsovereenkomst zijn tevens de afspraken vastgelegd omtrent de jaarplanning en jaarrapportage.
1. Gemeente
Delft, bevoegd gezag Openbaar Onderwijs
2. Laurentius
Stichting voor Katholiek Primair Onderwijs
3. Stichting
Protestant Christelijk Basisonderwijs Delft
4. Stichting
Reformatorisch Onderwijs
5. Delftsche
Schoolvereeniging
6. Delftse
Vereniging Montessorionderwijs
7. Stichting
de Vrije School Delft e.o.
8. Stichting
Confessioneel Onderwijs Lucas
9. Vereniging
Protestant Christelijk Voortgezet Onderwijs Delft e.o.
10. Bestuurscommissie
Grotius College
11. Gemeente
Delft, Lokale Overheid
12. Stichting
Breed Welzijn
13. Octopus B.V.
14. Stichting
Openbare Bibliotheek
15. Stichting
Maatzorg
16. Stichting
Samenwerkingverband Openbaar en Algemeen Bijzonder Onderwijs Delft/Pijnacker
17. Stichting
Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Delft e.o.
18. St.
Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs/Speciaal Voortgezet Onderwijs
19. Stichting
Rooms Katholieke Peuterspeelzalen Delft e.o.
20. de GGD
21. het VAK
22. de Wissel
23. Onderwijsbegeleidingsdienst
Onderwijs Advies
24. Stichting
Sociaal Pedagogische Dienst Zuid-Holland Noord
25. Stichting Herman Broerenschool
Volgens artikel 8.1 hebben de leden 1 tot en met 10 van het
Algemeen Bestuur het recht op het uitbrengen van een stem. De leden 11 tot en
met 24 hebben een adviserende stem.
Gedurende deze planperiode zal de bestuurlijke organisatie
van GOA Delft worden geëvalueerd en zonodig worden aangepast. Een apart punt
van aandacht is de wijze waarop de gemeente Delft de regie over het
onderwijsachterstandenbeleid wil voeren.
Goa Delft participeert in:
a. zorgplatform primair onderwijs (wsns – goa)
b. projectgroep samenwerkingsverband vo/svo (centraal zorgloket)
c. bestuurscommissie Centrale Opvang po
d. projectgroep VVE
Communicatie
De ‘klanten’van GOA Delft zijn enerzijds de leerlingen, ouders en leerkrachten waarop de activiteiten zijn gericht, en anderzijds de gemeente Delft en de organisaties die invloed uitoefenen op de uitvoeringspraktijk. Met scholen en maatschappelijke organisaties wordt direct gecommuniceerd; de communicatie met ouders en leerlingen verloopt via de school of via gedrukte media (folders en brochures).
De directeuren van de deelnemende scholen voor primair onderwijs en de coördinator Centrale Opvang p.o. vormen samen met de coördinator en een schoolbegeleider van GOA Delft het Overleg Basisonderwijs (OBO). Beleidsplannen en activiteitenplannen worden in dit college besproken en op schoolniveau uitgevoerd.
Ter ondersteuning van de onderwijsinhoudelijke aspecten, wordt driemaal per jaar structureel overleg gevoerd met interne begeleiders.
Over de activiteiten van GOA Delft wordt verantwoording afgelegd aan alle betrokken partijen in de vorm van een jaarverslag.
5. Activiteiten
Doel |
Activiteit |
Resultaat |
Uitwerking |
Bevorderen deelname doelgroep-kinderen aan psz |
Werving |
Toename van 50% doelgroepkinderen aan de psz |
Samenwerking consultatiebureaus Psz en scholen |
Beheersing Nederlandse taal |
Invoeren taalbeleid |
Doorgaande ontwikkelingslijn
psz/po |
|
|
Keuze uit drie programma’s: Piramide/Kaleidoscoop/ Basisgoed |
Alle voorscholen hebben effectieve programma’s geïmplementeerd, incl. LVS |
|
|
|
Professionalisering leerkrachten/ Leidsters |
|
|
Leesbevordering |
Alle voorscholen nemen deel aan de activiteiten van de schoolmedia- theek |
Boekenkoffers ter ondersteuning van VVE programma’s: - Horen zien
spelen etc |
|
Ict |
Alle voorscholen zijn voorzien van apparatuur en programma’s |
|
Ondersteuning schoolloop- baan |
Taal/opvoedcursus voor niet Nederlands sprekende ouders |
Communicatie en informatie over het onderwijs in combinatie met het leren van de Nederlandse taal Op alle voorscholen wordt de cursus gegeven |
Samenwerking met Mondriaan Eventuele peuters worden met voorrang op een voorschool geplaatst |
|
Oudercursus |
Communicatie en informatie over onderwijs en opvoeden |
Ketenvorming maatschappelijke organisaties en onderwijs |
|
Schoolzorgteams |
Korte deskundige hulpverlening gericht op preventie en oplossen van eenvoudige opvoedingsvragen |
Psz nemen deel aan de school zorgteams De ontwikkeling vindt plaats volgens de gemeentelijke uitgangspunten |
Evaluatie |
Monitor |
Deelname aan voorschool in kaart brengen Monitoren van de resultaten |
Gemeente Delft |
Primair onderwijs
Doel |
Activiteit |
Resultaat |
Uitwerking |
Beheersing Nederlandse taal |
Invoeren taalbeleid |
Taalbeleidsplan per a/b school: Analyse startsituatie Plan van aanpak |
|
|
Verbeteren woordenschat |
Taalachterstand van gewichtenleerlingen ten opzichte van ongewogen leerlingen wordt met 25% in vier jaar teruggebracht |
Taalbeleidsplan per school |
|
Verbeteren resultaten begrijpend en studerend lezen |
Idem |
Taalbeleidsplan per school |
|
Opvang nieuwkomers |
Afronding op het niveau Prisma 4 |
Centrale opvang po |
|
Begeleiding zij-instromers |
Succesvolle deelname aan het regulier onderwijs |
|
|
Leesbevordering |
Alle a/b scholen nemen deel aan de activiteiten van de schoolmediatheek |
Horen,zien,lezen Voorlezen Klassikaal lenen Fringo etc |
|
Aanbod buitenschoolse taalprogramma’s |
..% van de doelgroepkinderen neemt deel aan buitenschoolse programma’s |
Verlengde schooldag Brede school; in afwachting van de gemeentelijke
ontwikkelingen |
Ondersteuning schoolloopbaan |
schoolzorgteams |
Korte deskundige hulpverlening gericht op preventie en het oplossen van eenvoudige opvoedingsvragen |
Schoolzorgteams in huidige samenstelling; in afwachting van de gemeentelijke ontwikkelingen |
|
Taal/opvoedcursus voor niet Nederlands sprekende ouders |
Communicatie en informatie over het onderwijs in combinatie met het leren van de Nederlandse taal Op alle Voorscholen wordt de cursus gegeven |
|
|
Oudercursus |
Alle A/B scholen geven informatie over opvoeding en het Nederlandse onderwijssysteem |
Oudercontactpersonen |
Evenredige uitstroom vo |
Kopklas |
Het percentage doelgroepleerlingen dat doorstroomt naar hogere vormen van voortgezet onderwijs neemt toe met 4% |
|
Evaluatie |
Monitor |
In kaart brengen van zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens |
Gemeente Delft |
Voortgezet onderwijs
Doel |
Activiteit |
Resultaat |
Uitwerking |
Ondersteuning schoolloopbaan |
Kopklas |
Getalenteerde allochtone leerlingen met een aantoonbare
taalachterstand krijgen een extra jaar onderwijs Er is een doorlopend lvs |
|
Beheersing Nederlandse Taal |
ontwikkelen integraal taalbeleid |
Taalbeleid voor het vak Nederlands en het gebruik van het Nederlands bij de andere vakken geïmplementeerd op school –en klasseniveau |
|
|
Opvang nieuwkomers |
Leerlingen zijn voldoende toegerust om in het regulier
onderwijs in te stromen en/of deel te kunnen nemen aan leer/werktrajecten |
Centrale opvang vo |
|
Begeleiding zij-instromers |
Plan van aanpak betr. succesvolle deelname aan het regulier onderwijs |
|
|
Extra ondersteuning taalbe geleiding van leerlingen in havo/vwo |
Plan van aanpak betr. taalbegeleiding zij-instromers |
|
|
leesbevordering |
Specifieke activiteiten voor het v.o. in samenwerking met de schoolmediatheek |
|
Ondersteuning schoolloop- baan |
Huiswerkvoorziening |
|
|
|
Oudercursus |
Communicatie/informatie over opvoeden en het Nederlandse onderwijssysteem |
Oudercontactpersonen Ketenvorming maatsch. organisaties en de school |
|
Zorgteams |
Elke vo school beschikt over een multidisciplinair team |
|
Bestrijding voortijdig schoolverlaten |
Beleid ontwikkelen centraal Zorgloket |
Doorlopend lvs |
|
|
Rmc |
|
|
Evaluatie |
Monitor |
Kwantitatief en kwalitatief |
Gemeente Delft |
6. Financiën en begroting
Begroting GOA-Delft
schooljaar 2002-2003
Omschrijving |
bedrag
|
Voorschool
Delft |
680.670 |
Faciliteiten GOA score
|
226.890 |
Centrale opvang p.o. en v.o.
|
237.000 |
Project Lezen en Boeken p.o.
|
65.000 |
Project Ouders
|
131.574 |
Project Verlengde Schooldag p.o. |
25.000 |
Project Huiswerkbegeleiding v.o.. |
15.000 |
Project Taalbeleid v.o. |
60.000 |
Project Kwaliteitszorg Taalbeleid p.o. |
60.000 |
Project Kopklas (nieuw) |
59.000 |
|
|
Overige kosten GOA
|
|
Projectbureau GOA |
103.928 |
OA/schoolbegeleiding
|
113.807 |
Totaal uitgaven 2002 |
1.777.869 |
|
|
|
|
Dekking uitgaven
|
|
Rijkssubsidie velo/asielz
|
89.000 |
Integratiefonds
|
297.284 |
Rijkssubsidie GOA
|
1.184.130 |
Gemeentelijke
middelen |
207.455 |
Totaal Dekking |
1.777.869 |