SAMENWERKINGSAFSPRAAK

WET VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN

 

 

tussen

 

Gemeente Delft

 

en

 

Delftse woningcorporaties:

 

Delftwonen;

Vestia;

Vidomes;

St. Duwo.

 

 

 

 

 

Delft,                   2002

 

 

(CONCEPT)

 

Samenwerkingsafspraak Wet Voorzieningen Gehandicapten

 

 

De gemeente Delft  hierna te noemen “gemeente”

 

en

 

de besturen van Delftwonen, Vestia, Vidomes en  Stichting DuWo, hierna te noemen “verhuurder”

 

overwegende:

 

1.        dat op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten op de gemeente de zorgplicht rust voor de verlening van woonvoorzieningen voor de in de gemeente woonachtige gehandicapten;

 

2.        dat tot de werkzaamheden van verhuurder behoren het volgens redelijke wensen tot stand brengen van huisvesting voor gehandicapten, onder meer het bouwen en /of exploiteren van geschikte woongelegenheden;

 

3.        dat de gemeente gegeven haar zorgplicht belang heeft bij een efficiënte en doelgerichte besteding van de financiële middelen;

 

4.        dat de verhuurder belang heeft bij een verantwoorde kwaliteit van de woningaanpassingen in hun woongelegenheden en bij een verantwoorde dekking van de daarmee gepaard gaande extra exploitatie risico’s

 

5.        dat partijen erkennen dat gehandicapten bij het uitvoeren van de Wet Voorzieningen Gehandicapten, niet gebaat zijn bij omslachtige, langdurige procedures en uitvoerings-handelingen, zodat er mede in het belang van een goede huisvesting van gehandicapten een duurzaam en werkbaar kader dient te worden ontwikkeld waarbinnen gemeente en verhuurder samenwerken;

 

6.        dat partijen  daarom met elkaar afspraken maken over het aanbrengen van woonvoorzieningen.

 

 

 

Zijn het volgende met elkaar overeengekomen:

 

 

 

 

Artikel 1  -  Definities

 

1.        Woonruimte: een woning, zelfstandige woonruimte, waar de “gehandicapte” zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en staat ingeschreven in het bevolkingsregister.

2.        Woningverbetering: (achterstallig) onderhoud aan en verbetering van woonruimte.

3.        Woningaanpassing: ingreep van bouw- en of woontechnische aard die gericht is op het opheffen of verminderen van beperkingen die een persoon met een functiebeperking (handicap) ondervindt bij het normale gebruik van zijn/haar woonruimte. Onder woningaanpassing dient mede te worden verstaan het treffen van (collectieve) voorzieningen aan een woongebouw, om de in dit woongebouw gelegen woningen voor gehandicapten toegankelijk te maken. Uitzondering op deze regel betreft het toegankelijk maken van ouderencomplexen .

4.        Collectieve voorzieningen: voorzieningen waar meerdere ”gehandicapte” personen gebruik van kunnen maken.

5.        Algemene ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorend tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken, alsmede ruimten die onder het gehuurde vallen en waarvan de gehandicapte gebruik moet kunnen maken.

6.        Werkelijk kosten van huurderving: de (netto) huurprijs die aan de laatste bewoner in rekening is gebracht, vermeerderd met de jaarlijkse huuraanpassing, indien 1 juli valt in de periode van leegstand.

 

Artikel 2    Afstemmen voorraad op specifieke behoeften gehandicapten/ouderen

(Opplussen van woningen)

 

1.        Partijen zullen in goed overleg de woningvoorraad zo doelmatig mogelijk inrichten op specifieke woonbehoeften van gehandicapten/ouderen.

2.        De gemeente verleent een financiële tegemoetkoming, indien aan de van toepassing zijnde voorwaarde(n) is (zijn) voldaan.

3.        De verhuurder zal daarbij aangeven waar en op welke wijze op een zo doelmatig mogelijke wijze in de specifieke woonbehoeften van gehandicapten/ouderen kan worden voorzien.

 

Artikel 3    Aanpasbaar bouwen

 

1.        De verhuurder verklaart zich bereid bij nieuwe woningbouwprojecten in samenwerking met de gemeente vooraf te onderzoeken of en in hoeverre het mogelijk is woonvoorziening(en) te treffen, welke de geschiktheid van deze woningen of complexen woningen voor gehandicapten als toekomstige bewoners vergroot.

2.        Het uitgangspunt bij nieuwe woningprojecten is dat aanpasbaar bouwen geen meerkosten oplevert voor de elementen zoals die zijn genoemd in het Bouwbesluit. In uitzonderlijke gevallen en in gezamenlijk overleg  kunnen meerkosten voor noodzakelijk aanpassingen op grond van de WVG voor vergoeding in aanmerking komen 

 

Artikel 4  -  Aanpasbaar verbouwen

 

1.        Indien de verhuurder voornemens is één of meer woningen (al dan niet ingrijpend) te verbeteren, verklaart deze zich bereid in samenwerking met de gemeente vooraf te onderzoeken of en in hoeverre het mogelijk is woonvoorzieningen te treffen, welke de geschiktheid van (een gedeelte van) deze woningen of complex woningen voor gehandicapten als toekomstige bewoners vergroot.

2.        De verhuurder deelt de gemeente mee wat de extra kosten zijn van het aanbrengen van deze voorziening(en).

3.        De gemeente besluit, naar aanleiding van een programma van investeringen, of aan de verhuurder een financiële tegemoetkoming wordt verleend voor de in het tweede lid bedoelde extra kosten.

4.        Woningaanpassingen, die een woning laat voldoen aan de norm van deze tijd of te maken heeft met achterstallig onderhoud, dienen door de verhuurder zelf gefinancierd te worden.

 

 

Artikel 5  -  Aanbrengen van collectieve voorzieningen in woongebouwen

 

1.        Partijen kunnen in goed overleg complexen selecteren die door het treffen van collectieve woonvoorzieningen beter geschikt kunnen worden gemaakt voor het huisvesten van gehandicapten.

2.        De verhuurder deelt de gemeente mee wat de kosten zijn van het aanbrengen van deze collectieve woonvoorziening(en).

3.        De gemeente kan besluiten aan verhuurder een financiële tegemoetkoming te verlenen voor het aanbrengen van deze collectieve woonvoorziening(en), mits de verhuurder bereid is minimaal 50% van de kosten te vergoeden.

 

Artikel 6  -  Woonvoorzieningen

 

1.        De door de gemeente te verstrekken woonvoorzieningen kunnen bestaan uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van:

a.       Verhuizing en inrichting;

b.       Aanpassing woning;

c.       Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of woontechnische aard;

d.       Onderhoud, reparatie en keuring;

e.       Huurderving;

f.         Tijdelijke huisvesting;

g.       Verwijderen van voorzieningen

2.        De voorzieningen welke aard- en nagelvast worden aangebracht worden door natrekking eigendom van de verhuurder (eigenaar van de woning).

 

 

Artikel 7  -  Kwaliteit van de aanpassingen

 

1.        De op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten gesubsidieerde woningaanpas-singen dienen van een goede kwaliteit te zijn (ISO keurmerk).

2.        Bij woonvoorzieningen die buiten de woning/woongebouw worden aangebracht  is het karakter van de woning/woongebouw uitgangspunt.

 

Artikel 8  -  Procedures

 

1.        Partijen maken afspraken over de te volgen procedures bij woningaanpassingen (zie bijlage 1).

 

 

 

Artikel 9  -  Standaard woningaanpassingen

 

1.       De gemeente verstrekt aan de hand van een standaard voorzieningenlijst (componenten-lijst) de opdracht aan de verhuurder om woningaanpassingen in regie uit te voeren.

2.       Partijen maken nadere afspraken over de wijze waarop, aan de in het eerste lid over te dragen bevoegdheid invulling wordt gegeven (zie bijlage 1).

 

Artikel 10  -  Registratiesysteem

 

1.       Partijen zetten een registratiesysteem op voor in de gemeente op voet van de Wet Voorzieningen Gehandicapten aangepaste woningen.

 

Artikel 11  -  Woningtoewijzing

 

1.       Partijen maken afspraken op welke wijze wordt omgegaan met de woningtoewijzing van aangepaste woningen en aan te passen woningen (zie bijlage 2).

 

Artikel 12  -  Verhuisstimulering

 

1.       In het geval zich omstandigheden voordoen waardoor de band tussen de gehandicapte en de aangepaste woning wordt verbroken, kan de gemeente de vertrekkende bewoner(s) een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten verstrekken ten behoeve van het vrijmaken van de aangepaste woning (bijlage 3).

2.       Voorwaarde:

·         het een Miva-woning (rolstoeltoe- en doorgankelijk) betreft waarvoor op grond van de WVG een financiële tegemoetkoming is verleend (bijlage 3);

·         er een nieuwe huurder is, die gelet op zijn/haar handicap, dringend gebruik dient te maken van de aangepaste woning.

3.       De verhuurder overlegt hierover met de gemeente en met de zittende bewoner(s) en tracht de zittende bewoners (door middel van een urgentie) vervangende woonruimte aan te bieden.

 

Artikel 13  -  Subsidiabele kosten

 

Tot de subsidiabele kosten van de woningaanpassing behoren in ieder geval:

a.       De aanneemsom (hier inbegrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de woonvoorzieningen;

b.       De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw;

c.       Het architectenhonorarium (hieronder wordt ook een bouwkundig advies verstaan) tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1997 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld , worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal ingrijpender woningaanpassingen;

d.       De kosten voor het toezicht op de uitvoering tot een maximum van 2% van de aanneemsom (zie voorwaarden bijlage 3).

e.       De leges, voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorzieningen;

f.         De verschuldigde en niet-verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

g.       De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden (gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 2.1, lid 2 (f) van de Verordening voorzieningen gehandicapten;

h.       Meerkosten, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden, mits de gemeente tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden schriftelijk op de hoogte is gesteld;

i.         De kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

j.        De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 6, lid 1 b (zie voorwaarde bijlage 3).

 

 

 Artikel 14   -  Kosten voor onderhoud, keuring en reparatie

 

1.        Door de gemeente wordt een financiële tegemoetkoming verleend voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de in het tweede lid genoemde elektrische en mechanische woonvoorzieningen, waarvoor op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten een vergoeding is verleend.

2.        De financiële tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie heeft in ieder geval betrekking op:

a.       Stoelliften;

b.       Rolstoelplateauliften;

c.       Trap- en woonhuisliften;

d.       Hefplateauliften;

e.       Balansliften;

f.         Toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting;

g.       Mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, wastafel of toilet;

h.       Elektromechanische opening- en sluitingmechanismen van deuren;

3.        De maximale financiële tegemoetkoming voor kosten van onderhoud, keuring en reparatie van de woonvoorzieningen, genoemd in het tweede lid onder a t/m f zijn gelijk aan de bedragen genoemd in het verstrekkingenboek Wet voorzieningen gehandicapten.

4.        De in het derde lid genoemde maximale financiële tegemoetkoming kunnen jaarlijks aangepast worden aan de prijsontwikkeling in de bedrijfstak.

 

 

Artikel 15  -  Hergebruik en opslag

 

1.        Partijen streven zoveel mogelijk naar hergebruik van woonvoorzieningen;

 

 

Artikel 16  -  Verwijderen van voorzieningen

 

1.        Het uitgangspunt is dat vrijkomende aangepaste woningen opnieuw worden aangeboden aan personen, die op grond van de Wvg daarvoor in aanmerking komen, waardoor verwijdering van de woningaanpassingen worden voorkomen;

2.        Indien een aangepaste woning niet aan een gehandicapte kan worden verhuurd, worden de aangebrachte voorzieningen door de verhuurder in overleg met de gemeente uit de woning verwijderd (art. 2.16 van de Verordening);

3.        Er wordt alleen tot verwijdering van de woningaanpassingen overgegaan, indien de woning voor meer dan een door B & W vastgesteld bedrag (bijlage 3) is aangepast, er niet binnen zes maanden een geschikte nieuwe huurder is gevonden en de aanpassingen het woongenot van de nieuwe huurder zeer ernstig schaden;

4.        De gemeente verleent een financiële tegemoetkoming aan de verhuurder ten bedrage van de werkelijke kosten van verwijdering van de gesubsidieerde woonvoorzieningen;

5.        Indien voorzieningen uit een woning worden verwijderd dient dit opgenomen te worden in het registratie systeem van aangepaste woningen.

 

Artikel 17  -  Huurderving

 

1.        In geval van huurbeëindiging van een onder artikel 11 vallende woning, verleent de gemeente de verhuurder een financiële tegemoetkoming in de kosten van derving van de netto huurinkomsten voor de duur van vijf maanden, gerekend vanaf de tweede maand van huurderving. De eerste maand van huurderving komt niet voor financiële vergoeding in aanmerking;

2.        De in het eerste lid genoemde periode kan met ten hoogste drie maanden worden verlengd, indien vaststaat dat binnen deze periode een gehandicapte voor de woning in aanmerking komt;

3.        Indien een woning door het realiseren van een woningaanpassing voor een nieuwe bewoner niet bewoond kan worden verleent de gemeente een  financiële tegemoetkoming in de kosten van derving van de netto huur.

 

 

Artikel 18  -  In werking treden

 

Deze samenwerkingsafspraak treedt in werking op     2002 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

 

Artikel 19  -  Wijziging samenwerkingsafspraak

 

Iedere partij kan om herziening vragen met het gevolg dat alle partijen bij elkaar komen, om de verzochte herziening te bespreken en te komen tot een herziene samenwerkingsafspraak.

 

 

Aldus overeengekomen en ondertekend te Delft d.d.     2002.

 

 

Namens de Gemeente Delft:                              Namens Delftwonen:

                                                                      

Namens Vestia:

                                                                      

Namens Vidomes:

                                                                      

Namens DuWo: