Stuk 107 I

02/023916                                                                                                                         Delft, 17 september 2002.

 

 

Onderwerp:           Verordening Tegemoetkoming Huurlasten

Onzelfstandige Wooneenheden

 

 

Aan de gemeenteraad,

 

 

Geachte dames en heren,

 

Bewoners van onzelfstandige wooneenheden kunnen, indien zij een inkomen hebben beneden het sociaal minimum, en indien zij niet beschikken over vermogen, een tegemoetkoming ontvangen voor hun aandeel in de onroerende zaakbelasting van het betreffende pand.

 

De regeling wordt uitgevoerd door WIZ. Omdat de regeling teveel van een bijstandsoptiek werd benaderd ontstond een ongelijkheid in de uitvoering tussen deze regeling en de normale regeling voor kwijtschelding onroerende zaakbelasting.

 

De verschillenen komen met name voort uit andere definities met betrekking tot de begrippen inkomen en vermogen. Dit maakt het noodzakelijk de huidige verordening te vervangen door een nieuwe verordening.

 

Wij stellen u derhalve voor:

 

1.       in te stemmen met het intrekken van de huidige verordening;

 

2.       in te stemmen met de nieuwe verordening Tegemoetkoming Huurlasten Onzelfstandige wooneenheden.

 

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot                      ,burgemeester

 

 

N. Roos                                                ,secretaris.


 

Stuk 107 II

02/023916

 

 

 

De raad der gemeente Delft,

 

gelezen het voorstel van het college van 17 september 2002;

 

b e s l u i t:

 

1.       de huidige verordening Tegemoetkoming Huurlasten Onzelfstandige Wooneenheden in te trekken:

 

2.       de nieuwe verordening Tegemoetkoming Huurlasten Onzelfstandige Wooneenheden vast te stellen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 3 oktober 2002.

 

 

 

 

                                               ,burgemeester.

 

 

 

                                                               ,lo.secretaris


 

Stuk 107 III

02/023916

 

 

 

De raad der gemeente Delft,,

 

gelezen het voorstel van het college van 17 september 2002;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 26, lid 1 onder a en lid 2, 29, 20 en 42 lid 2 van de Algemene bijstandswet (Abw) en de verordening Toeslagen van de bijstandsnorm voor categorieën van belanghebbenden aan wie bijstand kan worden verleend;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende Verordening Tegemoetkoming Huurlasten Onzelfstandige Wooneenheden:

 

Artikel 1 Begripsomschrijving:

 

Deze verordening verstaat onder:

 

a.       Tegemoetkoming: een uitkering aan natuurlijke personen die geen bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen die als huurder-bewoners van onzelfstandige wooneenheden, op grond van onvoldoende financiële draagkracht hiervoor in aanmerking komen, nu zij geen kwijtschelding van onroerende zaakbelasting kunnen krijgen.

b.       Onzelfstandige wooneenheid: een woning waar sprake is van een noodzakelijk gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen (wasgelegenheid, kookgelegenheid, toilet)

c.       Netto inkomen (overeenkomstig art. 14 en 15 van de uitvoeringsregeling invorderingswet 1990):
-              alle aan de inhouding van loonheffing onderworpen inkomsten verminderd met de wettelijke inhoudingen en de ingehouden pensioenpremies en premies ziektekostenverzekering;
-              uitkeringen voor levensonderhoud ingevolge de artikelen 1:157, 158 en 404 van het Burgerlijk Wetboek (alimentatie-uitkering);
-              overige inkomsten (zoals de basisbeurs studiefinanciering, een ouderlijke bijdrage voor studiekosten, inkomsten uit kostgeld en onderhuur) met uitzondering van een uitkering in het kader van de Algemene Kinderbijslagwet, een regeling in het kader van een persoongebonden budget op basis van de ziekenfondswet, en de voorlopige teruggaven van de belastingdienst op basis van de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting;

d.       Onder vermogen wordt volstaan de waarde van de bezittingen in het economisch verkeer van de belastingplichtige verminderd met diens schulden zoals omschreven in art. 12, lid 1 tot en met 4, van de uitvoeringsregeling invorderingswet 1990):

e.       Vermogensgrens; dit is het maximaal vrij te laten vermogen, hetgeen wordt vastgesteld op het voor de betrokkene geldende normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, vermeerderd met de verschuldigde huurprijs, minus eventuele tegemoetkomingen in het kader van de huursubsidiewet en niet door de werkgever ingehouden premies voor een ziektekostenverzekering (artikel 26 van de leidraad invordering 1990).

Stuk 107 III                                                                                          pag. 2

 

 

 

f.         Bij de bepaling van de hoogte van inkomen en het vermogen van de betrokkene wordt uitgegaan van het inkomen en het vermogen zoals dat aanwezig was in de maand januari van het betreffende belastingjaar.

g.       Inkomensgrens; de voor de betrokkene geldende bijstandsnorm inclusief de door de gemeente toegekende toeslag conform de bijstandsverordening.

 

Artikel 2   De tegemoetkoming

 

1.       Burgemeester en wethouders kennen op aanvraag een tegemoetkoming toe aan degene die als huurder woont in een onzelfstandige wooneenheid en beschikt over een inkomen dat gedurende de maand januari van het betreffende belastingjaar niet hoger is dan de van toepassing zijnde inkomensgrens en indien het vermogen van de betrokkene lager is dan de vermogensgrens.

 

2.       De tegemoetkoming wordt verstrekt vanaf het moment dat de betrokkene woonachtig is op het adres zoals vermeld op de aanvraag en waarvoor betrokkene middels de huur onroerende zaakbelastingen betaalt.

 

3.       Indien de aanvrager gedurende het belastingjaar op meerdere onzelfstandige wooneenheden heeft gewoond wordt de vergoeding slechts verstrekt op basis van de wooneenheid waar hij gedurende dat belastingjaar als eerste woonachtig was.

 

4.       De tegemoetkoming wordt in een keer uitbetaald voor het geldende belastingjaar.

 

5.       De tegemoetkoming moet jaarlijks opnieuw worden aangevraagd.

 

Artikel 3   De aanvraag

 

1.       Een tegemoetkoming wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld na ontvangst van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier met toevoeging van bewijsstukken over het inkomen en vermogen.

 

2.       De uiterste aanvraagdatum is 31 december van het lopende belastingjaar.

 

 

Artikel 4  Inwerkingtreding

 

1.       De verordening kan worden aangehaald als de Verordening Tegemoetkoming Huurlasten Onzelfstandige Wooneenheden.

 

2.       De verordening treedt in werking op 5 november 2002

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 oktober 2002.

 

 

 

,burgemeester.

 

 

 

                                               ,lo.secretaris.