Het
afleggen van een huisbezoek is een instrument om het recht op bijstand vast te
stellen. Een huisbezoek kan meerdere doelen hebben. Ten eerste wordt een
huisbezoek afgelegd wanneer een burger zelf niet in staat is om naar de sector
te komen. Daarnaast kan een huisbezoek afgelegd worden om de noodzaak van een
bepaalde verstrekking vast te stellen of wanneer twijfels bestaan over de
juistheid van gegevens en een huisbezoek hier duidelijkheid in kan scheppen.
Tenslotte kan een huisbezoek door de sociale recherche afgelegd worden om vast
te stellen of er sprake is van een strafbaar feit.
Vorig
jaar gaf de vraag of consulenten meer inhoud aan hun poortwachterfunctie konden
geven door huisbezoeken af te leggen, aanleiding tot een beperkt onderzoek.
Motivatie hiervoor was dat een huisbezoek afgelegd door een sociaal rechercheur
in een meerdere gevallen een niet noodzakelijk, zwaar instrument bleek te zijn.
Alvorens te besluiten om het instrument huisbezoeken breder in te zetten heeft
de gemeenteraad in oktober 2000 besloten om een pilot Huisbezoeken uit te
voeren.
De
doelstelling van deze pilot is drieledig. De pilot Huisbezoeken heeft ten
eerste als doel het meten van de effectiviteit betreffende de huisbezoeken die
door consulenten afgelegd worden in het kader van het vaststellen van de
noodzaak van een bepaalde verstrekking of wanneer twijfels ontstaan over de
juistheid van gegevens die het recht op uitkering beïnvloeden. In verband met
de vertrouwensrelatie die tussen de klant en een consulent bestaat, is de
tweede doelstelling van de pilot het onderzoeken of een klant een huisbezoek
afgelegd door de vaste consulent anders beleeft, dan een huisbezoek afgelegd
door een andere consulent. Ten derde moet de pilot inzicht geven in de
tijdsbesteding en de kosten die huisbezoeken met zich mee brengen.
Deze
nota zal de resultaten van de pilot beschrijven en voorstellen doen ten aanzien
van gemeentelijk beleid inzake huisbezoeken.
In de
nota Huisbezoeken (00/12167) die vorig jaar aan u is aangeboden is tevens een
onderzoek met een koeriersdienst voorgesteld. Aan dit onderdeel van de pilot
wordt nog invulling gegeven.
Zoals
hierboven beschreven heeft de pilot Huisbezoeken betrekking op het afleggen van
huisbezoeken door consulenten. Het huisbezoek van consulenten heeft een ander
karakter dan een huisbezoek welke afgelegd wordt door de sociaal rechercheur.
Een
consulent gaat op huisbezoek vanuit zijn poortwachterfunctie. Een huisbezoek
heeft als doel het verifiëren van gegevens van de klant om hiermee het recht op
uitkering vast te stellen, indien dit niet op een andere manier kan worden
vastgesteld dan middels een huisbezoek. Deze poortwachterfunctie is een
wettelijke taak van de consulent, die vastgelegd is in artikel 65 en 66 van de
bijstandswet. Belanghebbenden zijn middels artikel 65 Abw gedurende de gehele
bijstandsverlening primair aantoonplichtig. Lid 3 van hetzelfde artikel geeft
aan dat belanghebbenden verplicht zijn aan B&W desgevraagd de medewerking
te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.
Artikel 66 van de bijstandswet geeft aan dat B&W de juistheid en
volledigheid van de verkregen gegevens moet onderzoeken en dat zij indien nodig
een onderzoek instellen naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de
verlening dan wel de voorzetting van bijstand. Een huisbezoek kan een
instrument zijn voor het uitvoeren van deze taak.
Waar
de consulent een huisbezoek aflegt om gegevens te verifiëren en het recht op
bijstand vast te stellen, legt de sociaal rechercheur op basis van het
strafrecht een huisbezoek af om te onderzoeken of er sprake is van een
strafbaar feit. Een sociaal rechercheur opereert onder het Openbaar Ministerie
en mag in die hoedanigheid alléén een huisbezoek afleggen wanneer er een
redelijk vermoeden van schuld (fraude) bestaat. Waar belanghebbenden in dit
geval het recht van zwijgen hebben, bestaat er een informatieplicht bij een
huisbezoek door een consulent.
Uiteraard
dienen huisbezoeken plaats te vinden met grote zorgvuldigheid, een huisbezoek
is immers een inbreuk op de privacy van de burger. Een voorwaarde voor het
uitvoeren van de pilot is, dat huisbezoeken op een uniforme wijze worden
afgelegd. Derhalve is een protocol Huisbezoeken opgesteld (zie bijlage 1). Het
protocol maakt deze uniforme uitvoering toetsbaar, geeft duidelijkheid en
uniformiteit in de uitvoering naar medewerkers en schept tevens waarborgen naar
de belanghebbende op het gebied van privacy.
Binnen
de pilot is een onderscheid gemaakt tussen huisbezoeken in geval van:
-
Twijfel/huisvestingssituatie
-
bijzondere bijstand voor inrichting van woningen
-
non-reactie op oproepen
Binnen
de categorie ‘twijfel/huisvestingssituatie’
wordt de huisvesting geverifieerd naar aanleiding van bijvoorbeeld
onduidelijkheden rondom onderverhuur. Ook kan uit de GBA blijken dat meerdere
personen op een adres ingeschreven staan in relatie tot de woonruimte of opgave
van belanghebbende. Er kan ook twijfel ontstaan over de huisvestingssituatie
naar aanleiding van een normwijziging/toewijzing uitkering ten gevolge van een
verbroken relatie. Binnen huisbezoeken in het kader van ‘bijzondere bijstand
voor inrichtingskosten’ wordt de noodzaak van een bepaald goed vastgesteld.
Tenslotte wil ‘non-reacties op oproepen’ zeggen dat belanghebbenden niet
reageren op uitnodigingen of andere brieven van de sector en de vraag luidt in
hoeverre belanghebbende nog gebruik maakt van zijn opgegeven woonadres.
Daarnaast
is er onderscheid gemaakt tussen een:
-
aangekondigd huisbezoek
-
onaangekondigd huisbezoek
En er
is een onderscheid gemaakt tussen een huisbezoek afgelegd door:
- de vaste consulent
-
een andere
consulent
Bij
een aangekondigd huisbezoek is de belanghebbende ruim tevoren schriftelijk
en/of mondeling op de hoogte gesteld van het huisbezoek. Bij een onaangekondigd
huisbezoek is de belanghebbende niet of zeer kort tevoren op de hoogte gesteld
van het huisbezoek.
Een
huisbezoek afgelegd door de vaste consulent, wil zeggen dat het huisbezoek
afgelegd is door de contactpersoon van de klant. Een andere consulent wil
zeggen dat dit niet de contactpersoon betreft, maar een consulent die de klant
niet kent.
In
onderstaand schema zijn de belangrijkste effecten van de pilot Huisbezoeken
weergegeven. In bijlage 2 zijn de resultaten uiteengezet naar de verschillende
categorieën, deze specifieke resultaten komen overeen met de globale trend.
Schema
1: resultaat aangekondigd/onaangekondigd huisbezoek in procenten (tussen
haakjes zijn de aantallen gemeld)
Schema
1 laat zien dat in 25,5% van de gevallen de uitkering naar aanleiding van het
huisbezoek is aangepast, beëindigd of niet toegekend. In 65,5% van de gevallen heeft een huisbezoek
van de consulent niet toe wijziging van de uitkering heeft geleid, 9% is door
de consulent overgedragen aan de sociale recherche. De resultaten laten
daarnaast zien dat onaangekondigde huisbezoeken vaker leiden tot een
aanpassing, beëindiging, het niet toekennen van een uitkering of overdracht aan
de sociale recherche dan aangekondigde huisbezoeken.
Van de
142 afgelegde huisbezoeken zijn 33 afgelegd door een andere consulent. De
beleving van de klant en de vertrouwensrelatie met de consulent is ingewikkeld
om te onderzoeken.
Om toch een indruk van de
beleving te krijgen is onderzocht of er een verband is tussen het aantal
klachten en/of bezwaarschriften en de afgelegde huisbezoeken en de huisbezoeken
afgelegd tussen de vaste en een andere consulent. Het indienen van een klacht
of bezwaar is immers een manier om onvrede te uiten over een bepaalde gang van
zaken. Een inventarisatie van de klachten en bezwaarschriften laat zien dat er
naar aanleiding van het huisbezoek tot nu toe geen klachten of bezwaren zijn
ingediend. Een onderscheid tussen klanten die door de vaste consulent bezocht
zijn en klanten die door een andere consulent bezocht zijn, is hierdoor
helemaal niet terug te vinden.
Geconcludeerd kan worden dat op de vraag of de klant verschil beleeft tussen
een huisbezoek afgelegd door de vaste dan wel een andere consulent geen goed
antwoord te geven is.
Een huisbezoek kost
gemiddeld 4 uur. Binnen de nota ‘Planning en
Normering 2001’ (01/014063) zijn reeds jaarlijks 360 huisbezoeken opgenomen van
4 uur. In de periode januari 2001 tot en met oktober 2001 zijn in het kader van
de pilot 142 huisbezoeken afgelegd. Dit betreft een groot gedeelte van de in
deze periode uitgevoerde huisbezoeken. Omgerekend naar het aantal huisbezoeken
per jaar betekent dit voor 2001 200 tot 250 huisbezoeken. Dit valt binnen de
begrote 360 huisbezoeken voor dit jaar.
Naast
de tijdsinvestering van de consulent heeft de pilot huisbezoeken in
36
gevallen direct tot een beëindiging, niet toekenning dan wel wijziging van de
te verstrekken bijstand geleid. In geval van een uitkering levensonderhoud kan
dit een besparing geven van ¦
25.000,- (€ 11.344,51) per persoon per jaar.
De
kans is aanwezig dat de vertrouwensrelatie die mogelijk tussen een klant en
zijn/haar consulent bestaat, geschaad wordt bij een huisbezoek. Derhalve is de
mogelijkheid onderzocht om het huisbezoek als specialisatie onder te brengen
bij een aantal consulenten. Deze researchconsulent geeft onder andere advies
omtrent het al dan niet afleggen van een huisbezoek en zal het onaangekondigde
huisbezoek leiden. De taakomschrijving, bevoegdheden en de verantwoording van
de researchconsulent zijn in het protocol Huisbezoeken (bijlage 1) weergegeven.
Naast het voorkomen van schade aan de vertrouwensrelatie, garandeert de
researchconsulent ook deskundigheid en uniformiteit bij onaangekondigde
huisbezoeken.
De
pilot Huisbezoeken is ingezet met als eerste doel om de effectiviteit te meten
betreffende de huisbezoeken die door consulenten afgelegd worden in het kader
van het vaststellen van de noodzaak van een bepaalde verstrekking en wanneer
twijfels ontstaan over de juistheid van gegevens die het recht op uitkering
beïnvloeden. De pilot heeft aangetoond dat in 25,5% van de afgelegde
huisbezoeken de uitkering hierop aangepast, dan wel beëindigd of niet toegekend
wordt. Bij 65,5% van de huisbezoeken wordt de uitkering ongewijzigd voortgezet,
9% van de uitkeringen wordt voortgezet, maar wordt tevens overgedragen aan de
sociale recherche.
Wanneer
deze gegevens gespecificeerd worden naar onaangekondigde- en aangekondigde
huisbezoeken, blijkt dat onaangekondigde huisbezoeken meer effect hebben dan
aangekondigde huisbezoeken. In 35% van alle onaangekondigde huisbezoeken had
het huisbezoek consequenties voor de voortgang van de uitkering tegenover 13%
bij aangekondigde huisbezoeken. In al deze gevallen was inschakeling van
sociale recherche niet noodzakelijk. Het inzetten van een consulent is in deze
gevallen klantvriendelijker dan wanneer men een sociaal rechercheur hiervoor
ingezet had.
Geconcludeerd
kan worden dat het huisbezoek afgelegd door de consulent een effectief
instrument is om de rechtmatigheid van een uitkering vast te stellen en de
poortwachterfunctie in te vullen.
De
tweede doelstelling van de pilot was het onderzoek naar het verschil in
beleving van de klant bij een huisbezoek afgelegd door de vaste consulent dan
wel door een andere consulent. Hier is geen eenduidige conclusie uit te
trekken, daar onderzoek hiernaar ingewikkeld is. Een analyse van klachten en
bezwaarschriften laat zien dat de huisbezoeken voor de klant tot nu toe geen
aanleiding zijn geweest om een klacht of bezwaar in te dienen. De kans is
aanwezig dat de vertrouwensrelatie die mogelijk bestaat tussen de klant en de
consulent geschaad wordt. Daarom wordt voorgesteld om researchconsulenten in te
stellen, die worden ingezet bij onaangekondigde huisbezoeken. Hiermee wordt
tevens de deskundigheid en uniformiteit bij het afleggen van een onaangekondigd
huisbezoek gewaarborgd.
Een
derde doelstelling van de pilot betrof het geven van inzicht in de tijdsbesteding
en de kosten die huisbezoeken met zich mee brengen. Uit de pilot is gebleken
dat het voeren van huisbezoeken geen meerkosten met zich meebrengt, daar deze
reeds in de planning en normering opgenomen zijn. Overigens is het aantal
uitkeringen die naar aanleiding van een huisbezoek aangepast, beëindigd dan wel
niet toegekend is, wel een kostenbesparing te noemen. De exacte hoogte van deze
besparing is niet bekend.
Tenslotte
kan een huisbezoek afgelegd door een consulent ook bijdragen aan de uitstraling
van WIZ, als zijnde een sector waar bijstand zorgvuldig verstrekt wordt aan
diegenen die hier ook daadwerkelijk recht op hebben. Dit kan naast een
fraudepreventieve werking, ook het draagvlak met betrekking tot het verstrekken
van bijstand binnen de samenleving vergroten.
Voorstel: