Nota

 

Onderwerp

Samenwerking Maatschappelijke Opvang Centrum Gemeente Delft

 


Hierbij doe ik u toekomen het rapport “Het oog op de toekomst” dat is opgesteld om te komen tot concrete samenwerking binnen de maat-schappelijke opvang in Delft/Westland/Oostland. Daarbij zijn de volgende instellingen betrokken: Stichting Jeroen, Stichting VOZH/Ricardis, Stichting Maatschappelijke Opvang en Stichting Dienstencentrum over de Brug.

 

Het voorstel is een samenwerkingstraject te starten dat op termijn kan leiden tot een nieuwe organisatie voor de opvang in Delft/Westland/Oost-land. Dit voorstel past in de visie van uw college om te komen tot een samenhang in en versterking van de dak- en thuislozenopvang op basis van de geformuleerde uitgangspunten voor het lokale zorg –en volksgezondheidsbeleid tw:

·         De zorgketen centraal: een samenhangende aanpak waarbij ieder onderdeel van de zorgketen (preventie, opvang en nazorg) een toereikend zorgaanbod kent.

·         Een vraaggestuurd en integraal aanbod: een passend antwoord op de toename in de meervoudige problematiek van cliënten (verslaving, dak- of thuisloosheid, psychiatrische problematiek, schuldenproblematiek, problematische verledens van individuen etc.) .

·         Expliciete aandacht voor de risicogroepen. In iedere fase van de zorgketen aandacht voor speciale groepen zoals zorgmijders, jongeren en allochtonen waaronder vluchtelingen.

·         Herstructurering van de sector – dit betekent meer bestuurlijke en operationele samenwerking c.q. fusie - waarbij de kwaliteit van het aanbod wordt verbeterd in aansluiting op de hiervoor geformuleerde doelstellingen.

 

 

De aanpak vindt plaats in twee fasen. De eerste fase omvat het opstellen van een implementatieplan, het inventarisen van de tekorten in de opvang en het oprichten van de nieuwe overkoepelende Stichting. De tweede fase zal gaan over het inrichten van de ondersteunende organisatie, het professionaliseren van de primaire processen en het omzetten naar cq opheffen van bestaande structuren naar de nieuwe in relatie tot de hiervoor geformuleerde uitgangspunten voor het lokale zorg- en volksgezondheidsbeleid. Na afronding van de eerste fase zal er een evaluatie plaatsvinden aan de hand waarvan besloten wordt over de aanpak van fase 2.

Op 4 december jl. besloot u om voor het realiseren van een laagdrempelige nachtopvang in 2002 ten laste van het budget maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid 2001 alvast een bedrag van f. 500.000,-- te reserveren. De verdere invulling van deze nachtopvang wordt bij de uitwerking van deze eerste fase meegenomen.

 

Het rapport bevat een convenant om gezamenlijk het daarin genoemde stappenplan in te gaan. Ik stel voor het convenant mede te ondertekenen (mandaat wethouder Rensen) en akkoord te gaan met het uitwerken van fase 1.

 

Als randvoorwaarden gelden wel, dat er extra middelen noodzakelijk zijn voor:

1.       Het inhuren van een extern projectleider: voor het proces is het noodzakelijk dat dit getrokken wordt door een extern projectleider die op dit terrein ook deskundig is. Het buro CC&S dat het onderzoek heeft verricht is in staat dit projectleiderschap voor de 1e fase in te vullen. De hiermee gemoeide kosten liggen naar schatting tussen de f. 150.000,-- en

f. 165.000,-- (€  68.000,-- en € 75.000,--);

2.       Extra inzet instellingen: ook in deze 1e fase wordt extra inzet gevraagd van de instellingen. Dat mag niet ten koste gaan van de opvangtaak. Voor deze extra inzet is extra budget noodzakelijk. Uitgaande van 1 dagdeel per week per instelling komt dat ongeveer neer op ca. f. 100.000,-- (€ 45.378,--);

3.       Extra ambtelijke inzet: ook vanuit ambtelijk apparaat is extra inzet noodzakelijk bovenop de reeds bestaande inzet. Daarom wordt voorgesteld boven de reeds vastgestelde uitvoeringskosten voor 2002 akkoord te gaan met extra f. 40.000,-- (€  18.151,--) aan uitvoeringskosten.

Deze kosten kunnen worden gedekt uit het van 2001 naar 2002 overgehevelde (restant)budget maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid.

 

Ik stel u dan ook voor:

1.       akkoord te gaan met de richting, conclusies en aanbevelingen in het rapport;

2.       het convenant daartoe mede te ondertekenen; wethouder Rensen daartoe te mandateren;

3.       akkoord te gaan met het uitwerken van de eerste fase. Besluitvorming over aanpak 2e fase vindt plaats aan de hand van evaluatie 1e fase;

4.       de kosten inhuren extern projectleider, extra inzet instellingen en extra ambtelijke inzet ten laste te brengen van het van 2001 naar 2002 overgehevelde (restant)budget maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid;

5.       dit voorstel te bespreken in de raadscommissie WZO van 15 januari 2002;

6.       uw besluit ter kennis te brengen van de overige regiogemeenten in Delft/Westland/Oostland.