Sinds
enige jaren beschikt de gemeente Delft niet langer over een eigen Gemeentelijke
Kredietbank. Het besluit tot het opheffen van de Delftse kredietbank is
indertijd genomen op grond van financiële overwegingen. Binnen de gemeente
wordt gebruik gemaakt van de diensten van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB)
van de gemeente Den Haag. Deze had tot voor kort een bijkantoor in Delft.
Met
ingang van 1 januari j.l. is de wet Financiering Decentrale Overheden (wet
FiDO) in werking getreden. Deze wet verbiedt het de gemeentelijke kredietbanken
om nog langer commerciële activiteiten te verrichten. Deze commerciële
activiteiten werden gebruikt ter bekostiging van de sociale taken van de GKB.
Omdat
de kosten van de sociale activiteiten nu uit andere bron gedekt moeten worden heeft
de gemeenteraad van Den Haag besloten om de dienstverlening aan andere
gemeenten in de regio uitsluitend te handhaven tegen een kostendekkende
vergoeding. Enkele andere gemeenten maakten ook gebruik van de diensten van de
GKB-Den Haag, zoals Pijnacker-Nootdorp en Gouda. Zij worden op dit moment met
ditzelfde probleem geconfronteerd.
Inmiddels
worden gesprekken gevoerd met de GKB om
de dienstverlening te continueren. Voor saneringskredieten zijn inmiddels
afspraken gemaakt. Voor de overige producten wordt nu naar een oplossing
gezocht. Om mogelijke problemen voor belanghebbenden te voorkomen, wordt op dit
moment zo veel mogelijk via de bijstand een oplossing geboden.
Het
continueren van de dienstverlening van de GKB heeft voor de Delftse burger het
voordeel dat een aanvraag voor een lening eerder wordt geaccepteerd dan bij
andere commerciële bankinstellingen. Dit is zeker van belang voor burgers die
een aanvraag doen die niet voor een vergoeding vanuit de bijzondere bijstand in
aanmerking komen.
Relatie
GKB en de Algemene bijstandswet.
In
het kader van de bijzondere bijstand wordt door cliënten regelmatig gebruik
gemaakt van de diensten van de GKB. Met name voor kosten die vanuit de
inkomsten van belanghebbende moeten worden voldaan, (met name (her-)inrichtingskosten)
geldt dat slechts bijzondere bijstand wordt verstrekt (als leenbijstand) als
vast staat dat belanghebbende geen gebruik kan maken van een voorliggende
voorziening, in casu de GKB. Bovendien is het aanvragen van een lening bij de
GKB eenvoudiger dan het indienen van een aanvraag bijzondere bijstand.
In
veel gevallen kan, doordat belanghebbende een lening kan afsluiten bij de GKB,
voorkomen worden dat bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Of er kan, doordat
in de kosten gedeeltelijk kan worden voorzien door een lening, een lager bedrag
aan leenbijstand worden verstrekt.
Het
beëindigen van de relatie met de GKB betekent dat een hoger bedrag aan
bijzondere bijstand zal worden verstrekt. Dit betekent aan meerkosten
bijzondere bijstand een extra kostenpost van mogelijk ca. 1 miljoen per jaar. Dit bedrag zal overigens, uitgesmeerd
over een periode van 3 jaar, weer door de belanghebbenden grotendeels worden
terugbetaald. Daarnaast kan dit, doordat meer aanvragen bijzondere bijstand
worden ingediend, personele consequenties hebben, zowel bij vakteams nieuwe
klanten en klantbeheer als bij debiteurenbeheer.
Het
aantal verstrekte leningen.
Op
verzoek van de gemeente heeft de GKB Den Haag het aantal leningen achterhaald
dat in het jaar 2000 aan burgers van de gemeente Delft. Dit betrof:
-
83 doorlopende kredieten aan belanghebbenden met een bijstandsuitkering;
-
8 gewone leningen aan belanghebbenden met een bijstanduitkering;
-
160 leningen aan mensen met een ander inkomen dan bijstand;
-
8 doorlopende kredieten aan mensen met een ander inkomen dan bijstand;
-
38 saneringskredieten.
In
totaal werden in 2000 dus ca. 300 kredieten verstrekt. Daarnaast werden ca. 200
kredietaanvragen afgewezen. In 1999 werden er ongeveer 450 leningen / kredieten
verstrekt.
Uit
informatie van de GKB is gebleken dat als gevolg van de wet FiDO het aantal
leningen het komend jaar duidelijk minder zal zijn. Hoewel de gevolgen van de
wet nu pas langzaam duidelijk beginnen te worden, wordt verwacht dat voor Delft
het aantal te verstrekken kredieten / c.q. leningen beperkt zal blijven tot
100.
Sociale
leningen van de GKB.
In
haar nieuwe beleid beperkt de kredietverlening door de GKB zich tot de volgende
doelgroepen:
-
belanghebbenden met een inkomen tot maximaal 130% van het minimumloon;
-
belanghebbenden met een beschadigd kredietverleden of met problematische
schulden;
-
belanghebbenden ouder dan 65 jaar;
-
belanghebbenden met een tijdelijke verblijfsvergunning;
-
belanghebbenden met een schriftelijke afwijzing voor een gelijke
aanvraag bij een andere bank;
-
belanghebbenden die zonder borgstelling van de overheid geen krediet
kunnen krijgen.
De
doelgroep van de GKB richt daarmee in hoofdzaak op belanghebbenden die veelal,
als zij geen lening zouden kunnen krijgen, een beroep moeten doen op bijzondere
bijstand.
De
GKB vraagt voor het verstrekken van een krediet, zowel een persoonlijke lening
als een doorlopend krediet, een eenmalige vergoeding van € 120,-.
Op
basis van de schatting door de GKB van ca. 100 leningen en kredieten bedragen
de kosten ca. € 12.000,-. Om een tegenvaller verder te voorkomen is met de GKB
afgesproken dat de gemeente Delft op elk gewenst moment de overeenkomst kan
opzeggen.
De
GKB zal de gemeente per kwartaal een rekening versturen op basis van het aantal
verstrekte kredieten. Op deze wijze kunnen de kosten voortdurend worden
bewaakt. Voorgesteld wordt een overeenkomst van deze strekking aangaan, voor in
principe een periode van 1 jaar.
Gedurende
dit jaar kan onderzocht of de overeenkomst met de GKB verder gecontinueerd moet
worden. Daarbij kan beoordeeld worden wat de daadwerkelijke kosten voor de
gemeente zijn en wat de mogelijke alternatieven zijn. Daarbij kan ook de rol
van de GKB in het schuldhulpverleningsproces bezien worden.
Wel
moet hierbij worden opgemerkt dat de GKB niet langer beschikt over een
vestiging in Delft. Belanghebbenden moeten voor het aanvragen van een krediet
naar de vestiging in de gemeente Den Haag.
Een
dekking van deze kosten kan gevonden worden in het budget dat de Budgetwinkel
heeft voor haar kosten met de GKB. Naar verwachting zal hierin een
onderbesteding bestaan van ca. €
11.340,-.
Voor
het eventuele meerdere kan een beroep worden gedaan om het budget bijzondere
bijstand waarin naar verwachting ook sprake zal zijn van een onderbesteding.
Voorstel:
-
Akkoord gaan met het verstrekken van een onkostenvergoeding aan de GKB
per verstrekte lening/krediet a € 120,-.
-
Een overeenkomst van deze strekking aangaan met de GKB die op elk moment
door de gemeente kan worden beëindigd;
-
Dekking deels uit de verwachte onderbesteding budget van de Budgetwinkel
voor de inkoop van de GKB-dienstverlening. Een evt. restant kan gedekt worden
uit het budget bijzondere bijstand;
-
Het komend jaar de gehele relatie met de GKB bezien, waarbij aandacht
besteed moet worden aan de kosten van de GKB, de mogelijkheden van andere
kredietverstrekkers, het eventueel zelf regelen via de bijzondere bijstand; het
zelf vertrekken van saneringskredieten etc.
Hoogachtend,