Nota

 

Datum

22-01-2002

Ons Kenmerk

02/002718

Opsteller

R. Diemers

Bijlagen

0        

Onderwerp

Dienstverlening door de GKB

 

 


Geacht college,

 

 

Aanleiding

 

 

Sinds enige jaren beschikt de gemeente Delft niet langer over een eigen Gemeentelijke Kredietbank. Het besluit tot het opheffen van de Delftse kredietbank is indertijd genomen op grond van financiële overwegingen. Binnen de gemeente wordt gebruik gemaakt van de diensten van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) van de gemeente Den Haag. Deze had tot voor kort een bijkantoor in Delft.

 

Met ingang van 1 januari j.l. is de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FiDO) in werking getreden. Deze wet verbiedt het de gemeentelijke kredietbanken om nog langer commerciële activiteiten te verrichten. Deze commerciële activiteiten werden gebruikt ter bekostiging van de sociale taken van de GKB.

 

Omdat de kosten van de sociale activiteiten nu uit andere bron gedekt moeten worden heeft de gemeenteraad van Den Haag besloten om de dienstverlening aan andere gemeenten in de regio uitsluitend te handhaven tegen een kostendekkende vergoeding. Enkele andere gemeenten maakten ook gebruik van de diensten van de GKB-Den Haag, zoals Pijnacker-Nootdorp en Gouda. Zij worden op dit moment met ditzelfde probleem geconfronteerd.

 

Inmiddels worden gesprekken gevoerd  met de GKB om de dienstverlening te continueren. Voor saneringskredieten zijn inmiddels afspraken gemaakt. Voor de overige producten wordt nu naar een oplossing gezocht. Om mogelijke problemen voor belanghebbenden te voorkomen, wordt op dit moment zo veel mogelijk via de bijstand een oplossing geboden.

 

Het continueren van de dienstverlening van de GKB heeft voor de Delftse burger het voordeel dat een aanvraag voor een lening eerder wordt geaccepteerd dan bij andere commerciële bankinstellingen. Dit is zeker van belang voor burgers die een aanvraag doen die niet voor een vergoeding vanuit de bijzondere bijstand in aanmerking komen.

 

 

Relatie GKB en de Algemene bijstandswet.

 

In het kader van de bijzondere bijstand wordt door cliënten regelmatig gebruik gemaakt van de diensten van de GKB. Met name voor kosten die vanuit de inkomsten van belanghebbende moeten worden voldaan, (met name (her-)inrichtingskosten) geldt dat slechts bijzondere bijstand wordt verstrekt (als leenbijstand) als vast staat dat belanghebbende geen gebruik kan maken van een voorliggende voorziening, in casu de GKB. Bovendien is het aanvragen van een lening bij de GKB eenvoudiger dan het indienen van een aanvraag bijzondere bijstand.

 

In veel gevallen kan, doordat belanghebbende een lening kan afsluiten bij de GKB, voorkomen worden dat bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Of er kan, doordat in de kosten gedeeltelijk kan worden voorzien door een lening, een lager bedrag aan leenbijstand worden verstrekt.

 

Het beëindigen van de relatie met de GKB betekent dat een hoger bedrag aan bijzondere bijstand zal worden verstrekt. Dit betekent aan meerkosten bijzondere bijstand een extra kostenpost van mogelijk  ca. 1 miljoen per jaar. Dit bedrag zal overigens, uitgesmeerd over een periode van 3 jaar, weer door de belanghebbenden grotendeels worden terugbetaald. Daarnaast kan dit, doordat meer aanvragen bijzondere bijstand worden ingediend, personele consequenties hebben, zowel bij vakteams nieuwe klanten en klantbeheer als bij debiteurenbeheer.

 

 

Het aantal verstrekte leningen.

 

Op verzoek van de gemeente heeft de GKB Den Haag het aantal leningen achterhaald dat in het jaar 2000 aan burgers van de gemeente Delft. Dit betrof:

-          83 doorlopende kredieten aan belanghebbenden met een bijstandsuitkering;

-          8 gewone leningen aan belanghebbenden met een bijstanduitkering;

-          160 leningen aan mensen met een ander inkomen dan bijstand;

-          8 doorlopende kredieten aan mensen met een ander inkomen dan bijstand;

-          38 saneringskredieten.

 

In totaal werden in 2000 dus ca. 300 kredieten verstrekt. Daarnaast werden ca. 200 kredietaanvragen afgewezen. In 1999 werden er ongeveer 450 leningen / kredieten verstrekt.

 

Uit informatie van de GKB is gebleken dat als gevolg van de wet FiDO het aantal leningen het komend jaar duidelijk minder zal zijn. Hoewel de gevolgen van de wet nu pas langzaam duidelijk beginnen te worden, wordt verwacht dat voor Delft het aantal te verstrekken kredieten / c.q. leningen beperkt zal blijven tot 100.

 

 

Sociale leningen van de GKB.

 

In haar nieuwe beleid beperkt de kredietverlening door de GKB zich tot de volgende doelgroepen:

-          belanghebbenden met een inkomen tot maximaal 130% van het minimumloon;

-          belanghebbenden met een beschadigd kredietverleden of met problematische schulden;

-          belanghebbenden ouder dan 65 jaar;

-          belanghebbenden met een tijdelijke verblijfsvergunning;

-          belanghebbenden met een schriftelijke afwijzing voor een gelijke aanvraag bij een andere bank;

-          belanghebbenden die zonder borgstelling van de overheid geen krediet kunnen krijgen.

 

De doelgroep van de GKB richt daarmee in hoofdzaak op belanghebbenden die veelal, als zij geen lening zouden kunnen krijgen, een beroep moeten doen op bijzondere bijstand.

 

 

De kosten

 

De GKB vraagt voor het verstrekken van een krediet, zowel een persoonlijke lening als een doorlopend krediet, een eenmalige vergoeding van € 120,-.

 

Op basis van de schatting door de GKB van ca. 100 leningen en kredieten bedragen de kosten ca. € 12.000,-. Om een tegenvaller verder te voorkomen is met de GKB afgesproken dat de gemeente Delft op elk gewenst moment de overeenkomst kan opzeggen.

De GKB zal de gemeente per kwartaal een rekening versturen op basis van het aantal verstrekte kredieten. Op deze wijze kunnen de kosten voortdurend worden bewaakt. Voorgesteld wordt een overeenkomst van deze strekking aangaan, voor in principe een periode van 1 jaar.

 

Gedurende dit jaar kan onderzocht of de overeenkomst met de GKB verder gecontinueerd moet worden. Daarbij kan beoordeeld worden wat de daadwerkelijke kosten voor de gemeente zijn en wat de mogelijke alternatieven zijn. Daarbij kan ook de rol van de GKB in het schuldhulpverleningsproces bezien worden.

 

Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de GKB niet langer beschikt over een vestiging in Delft. Belanghebbenden moeten voor het aanvragen van een krediet naar de vestiging in de gemeente Den Haag.

 

 

Dekking

 

Een dekking van deze kosten kan gevonden worden in het budget dat de Budgetwinkel heeft voor haar kosten met de GKB. Naar verwachting zal hierin een onderbesteding bestaan van ca.  € 11.340,-.

Voor het eventuele meerdere kan een beroep worden gedaan om het budget bijzondere bijstand waarin naar verwachting ook sprake zal zijn van een onderbesteding.

 

Voorstel:

 

-          Akkoord gaan met het verstrekken van een onkostenvergoeding aan de GKB per verstrekte lening/krediet a € 120,-.

-          Een overeenkomst van deze strekking aangaan met de GKB die op elk moment door de gemeente kan worden beëindigd;

-          Dekking deels uit de verwachte onderbesteding budget van de Budgetwinkel voor de inkoop van de GKB-dienstverlening. Een evt. restant kan gedekt worden uit het budget bijzondere bijstand;

-          Het komend jaar de gehele relatie met de GKB bezien, waarbij aandacht besteed moet worden aan de kosten van de GKB, de mogelijkheden van andere kredietverstrekkers, het eventueel zelf regelen via de bijzondere bijstand; het zelf vertrekken van saneringskredieten etc.

 

Hoogachtend,


 

R. Diemers

Beleidsmedewerker