Plan van aanpak

 

Datum

25-03-2002

Ons Kenmerk

    

Opsteller

Mascha Rietdijk

Bijlagen

     

Onderwerp

Verzelfstandiging Stichting Werkplan:

Stappenplan personeelstraject

 

 


Inleiding

 

Dit Plan van Aanpak is een nadere uitwerking van het personele traject dat samenhangt met de verzelfstandiging van Stichting Werkplan zoals aangekondigd in een nota aan het college van b&w, opgesteld op 22-2-2001 (kenmerk 01/011456).

Over het Plan van Aanpak wordt overleg gevoerd met de Onderdeelcommissie van de cluster Publiekszaken (advies) en wordt advies gevraagd aan de commissie voor georganiseerd overleg GO), alvorens tot definitieve besluitvorming inzake het Plan van Aanpak wordt overgegaan.

Over het concept Plan van Aanpak is op 14 maart 2002 in een extra vergadering van het GO overleg gevoerd. De opmerkingen van het GO zijn in dit Plan van Aanpak nagenoeg geheel verwerkt (punten van aandacht zijn nog de medezeggenschapsstructuur en de werknemerscommissaris).

 

§1 Aanleiding

 

De veranderende wet- en regelgeving met betrekking tot reďntegratie van werkzoekende mensen heeft geleid tot een onderzoek naar de wijze waarop de verhouding tussen Stichting Werkplan en de uitvoeringsorganisatie van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) in relatie tot de gemeente Delft is geregeld.

 


De veranderende wet- en regelgeving, zoals beschreven in de SUWI-nota (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) vraagt om een duidelijke scheiding tussen opdrachtgevers- en opdrachtnemersrollen. De gemeenten krijgen een regierol toebedeeld en de uitvoering van reďntegratietrajecten moet met ingang van 1 januari 2002 worden overgelaten aan daarvoor gespecialiseerde bedrijven (reďntegratiebedrijven). De manier van subsidiëring vanuit het Rijk zal hierop worden aangepast. Een uitzondering op deze regel betreft de WSW- en de WIW-dienstbetrekkingen, maar hier zal in de komende jaren nadere besluitvorming over komen.

 

Dit alles heeft geleid tot de conclusie dat de samenwerking tussen Stichting Werkplan en de gemeente Delft in de huidige vorm niet gehandhaafd moet blijven (omdat de opdrachtgeversrol en de opdrachtnemersrol op dit moment beiden zijn ondergebracht bij de gemeente Delft, wat vanuit eenoogpunt van functiescheiding onwenselijk is). Het wordt daarom ook wenselijk geacht om ook met betrekking tot de uitvoering van de WIW-dienstbetrekkingen nu al een duidelijke scheiding aan te brengen tussen opdrachtgeversrol en de opdrachtnemersrol.

 

Omdat de nieuwe wet- en regelgeving de uitvoerende rol van reďntegratietrajecten heeft toebedeeld aan de private sector, om daarmee marktwerking te creëren, is het voor het bestaansrecht van Stichting Werkplan van belang dat zij zich verder ontwikkelt en zich op meerdere opdrachtgevers en reďntegratie-instrumenten gaat oriënteren. Het is uiteindelijk ook in het belang van de gemeente Delft, dat Stichting Werkplan een financieel gezonde organisatie is, die in zijn eigen onderhoud kan voorzien.

 

§2 Uitgangspunten personeelstraject

 

Op voorstel van het bestuur van Stichting Werkplan en het management van de sector WIZ heeft het college van b&w van Delft op 3 mei 2001 in principe besloten Stichting Werkplan met ingang van 1 januari 2002 op afstand te zetten van de gemeente Delft. Hierbij is er voor gekozen om de directeur in dienst te laten treden bij de stichting en het personeel van Stichting Werkplan voor maximaal twee jaar te detacheren vanuit de gemeente Delft.

Het betreft hier 19 medewerkers.


De detachering van de medewerkers vindt plaats op grond van artikel 15:1:10 van de UR. Burgemeester en wethouders zullen na de definitieve vaststelling van het Plan van Aanpak de medewerkers schriftelijk informeren over deze detachering.

In het tweede kwartaal van 2003 zal worden besloten of Stichting Werkplan verder zal worden verzelfstandigd. Indien daartoe wordt besloten volgen de medewerkers van het huidige vakteam Werkplan hun functie naar de stichting. Conform de uitgangspunten van het Sociaal Statuut hanteert de gemeente  Delft hierbij het beginsel “mens volgt taak”. De medewerkers behouden daarbij dezelfde functie als zij op dit moment binnen de gemeente vervullen.

 

Detachering en overplaatsing medewerkers

Vanaf januari 2002 zullen de medewerkers van de gemeente Delft voor een periode van maximaal 2 jaar bij Stichting werkplan worden gedetacheerd. Tussen de gemeente Delft en Stichting Werkplan zal in verband hiermee een detacheringovereenkomst worden opgesteld. Hierin zullen alle voorwaarden en intenties worden geregeld waaronder deze detachering zal plaatsvinden.

Gedurende deze detacheringsperiode zal voor de medewerkers de rechtspositieregeling van de gemeente Delft onverminderd van kracht blijven.

Gedurende de periode van detachering staan de medewerkers onder leiding en verantwoordelijkheid van de beoogde directeur van de stichting.

 

Medewerkers die formeel wel in de formatie van het vakteam Werkplan zijn opgenomen, maar daar op dit moment niet feitelijk werkzaam zijn, bijvoorbeeld als gevolg van langdurige arbeidsongeschiktheid, zullen in eerste instantie niet worden gedetacheerd naar de stichting. Met hen zullen door in onderling overleg tussen de directeur van Stichting Werkplan en het adjunct sectorhoofd WIZ te bepalen afspraken worden gemaakt omtrent hun positie in dit verzelfstandigingsproces.

De overige medewerkers krijgen in de fase dat hun plaatsing aan de orde komt tot uiterlijk 1 juli 2003 de gelegenheid om, met redenen omkleed, aan te geven dat zij niet geplaatst willen worden bij Stichting Werkplan. In dat geval zal de gemeente Delft deze medewerkers de status van mobiliteitskandidaat als bedoeld in het sociaal statuut, richtlijnen bij organisatieveranderingen geven, en zich tot het uiterste inspannen om betrokkene geplaatst te krijgen in een andere functie.


Om het herplaatsingproces zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen, zal er in januari 2003 of, indien hiervoor aanleiding is, eerder, een herplaatsingcommissie worden ingesteld die het herplaatsingtraject zal begeleiden. In deze herplaatsingcommissie zullen zitting hebben: de directeur van Stichting Werkplan, het (adjunct) sectorhoofd WIZ , twee leden van het TCO en een P&O-adviseur. Deze herplaatsingcommissie heeft een adviserende taak richting het college.

Een van de vraagstukken waar hij zich mee bezig zal houden is de beoordeling of de bovengenoemde door medewerkers aangedragen redenen om niet over te willen gaan naar de stichting zwaarwegend genoeg zijn om het bezwaar te honoreren.

Alle gedetacheerde medewerkers blijven gedurende de detacheringperiode de status van interne kandidaat behouden bij sollicitatieprocedures binnen de gemeente Delft, indien zij op vrijwillige basis naar een andere functie willen solliciteren.

Tevens kunnen zij gedurende deze periode gebruik blijven maken van andere faciliteiten binnen de gemeente, zoals het loopbaanadviescentrum (STAP).

 

Arbeidsvoorwaarden Stichting Werkplan

 

Stichting Werkplan beschikt op dit moment nog niet over een eigen rechtspositieregeling of arbeidsvoorwaardenpakket. De directeur van de stichting zal daarom in de komende maanden komen met een voorstel voor een arbeidsvoorwaardenpakket voor de stichting.

Met een afvaardiging van het team van Werkplan waarin de administratie, de consulenten, de salarisadministratie en de loopbaanadviseur zijn vertegenwoordigd, zijn in februari 2002 oriënterende besprekingen begonnen over de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zouden kunnen gaan worden voor het personeel van Stichting Werkplan op het moment dat zij als verzelfstandigde organisatie verder gaat.

 

Hierbij komt onder andere aan de orde:

-        soort arbeidsvoorwaardenregeling

-        principes van beloning

-        werktijden en vrije tijd

-        zekerheden; wettelijke regelingen en aanvullingen

-        professionele ontwikkeling; b.v. ontwikkelingsplan, opleidingen

-        faciliteiten om te kunnen werken; b.v. reiskosten

-        arbeidsomstandigheden; b.v. veilig werken, ziekteverzuimbeleid

-        diversen; b.v. spaarloon

-        pensioenverzekering

-        ziektekostenverzekering

 

Het streven is om in juli 2002 een goede inventarisatie te hebben gemaakt van de mogelijkheden en onmogelijkheden, waarmee in principe de keuze kan worden gemaakt of:

-      er aangesloten kan worden bij een bestaande CAO, of

-      een bestaande CAO gevolgd kan gaan worden of dat

-      er tot een concept arbeidsvoorwaardenregeling kan worden gekomen die voor het personeel van Stichting Werkplan gaat gelden.

Het GO van de gemeente Delft zal over de voortgang van deze verkenningsfase op de hoogte worden gehouden.

 

De verantwoordelijkheid voor de keuze van het regiem van arbeidsvoorwaarden ligt bij het stichtingsbestuur.

 

Sociaal Plan

 

Indien er verschillen tussen de nieuwe arbeidsvoorwaarden en de Delftse rechtspositie ontstaan, zullen hiervoor nadere regelingen worden getroffen in een Sociaal Plan. Dit Sociaal Plan zal tot stand komen in en na overleg  betrokken partijen te weten: Stichting Werkplan, gemeente Delft, TCO en vakbonden. Over het Sociaal Plan zal in de tweede helft van 2002 overleg gevoerd kunnen worden.

Voor wat betreft de gemeente Delft is ten aanzien van het Sociaal Plan het overeenstemmingsvereiste met de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het georganiseerd overleg van de gemeente Delft van toepassing.

In de vorm van een sociale paragraaf zal op individueel niveau voor de medewerker nadere uitwerking worden gegeven aan de afspraken uit het Sociaal Plan.

 

Rechtspositie nieuwe directeur/bestuurder

Het huidige vakteamhoofd van het vakteam Werkplan zal bij het op afstand zetten van Stichting Werkplan, directeur/bestuurder worden van de stichting.

In navolging van het advies van het bureau Ernst en Young  in hun rapport van juli 2000, zal om de verhouding tussen de gemeente Delft en Stichting Werkplan zo helder mogelijk te maken, het hoofd van het vakteam Werkplan op zo’n kort mogelijke termijn in dienst treden van de stichting. Om dit mogelijk te maken is het echter noodzakelijk dat eerst de nieuwe statuten van de stichting zijn vastgesteld en dat er voor de stichting een arbeidsvoorwaardenregeling is opgesteld. Tot het moment dat deze juridische basis is gelegd, zal het hoofd van het vakteam Werkplan ook op detacheringsbasis overgaan naar de stichting. De inschatting is echter dat duur van deze detacheringsovereenkomst slechts enkele maanden zal zijn.

 

§3 Afbakening verantwoordelijkheden gemeente Delft en Stichting Werkplan

 

Gemeente Delft

Voor het proces van detachering en in een later stadium mogelijk de overplaatsing van de Delftse medewerkers naar Stichting Werkplan is de directeur Publiekszaken eindverantwoordelijk. Volgens het sociaal statuut is het “bevoegd gezag” het orgaan of functionaris die het gezag dat bevoegd is tot het nemen van de uiteindelijk beslissing (college van b&w) inzake de detachering en mogelijke overplaatsing terzake adviseert. Door of namens het bevoegd gezag worden de gesprekken/onderhandelingen gevoerd in het Tijdelijk Cluster Overleg (TCO) en in het Georganiseerd Overleg (GO).

 

Stichting Werkplan

De nieuwe directeur/bestuurder van Stichting Werkplan, zal in het verzelfstandigingsproces de onderhandelingen voeren met de gemeente Delft over de overgang van het personeel en andere zaken die in het kader van het verzelfstandigingsproces geregeld moeten worden. De stichting heeft de verantwoordelijkheid om alle medewerkers die vanuit de gemeente overgaan naar de stichting hun functie te laten behouden. Tevens is de stichting verantwoordelijk voor de implementatie van het sociaal plan en de sociale paragrafen in de nieuwe organisatie.

 

Gezamenlijk overleg gemeente Delft en Stichting Werkplan

Voor het verloop van het proces en de wijze waarop het personele traject wordt ingericht wordt een projectgroep onder voorzitterschap van het adjunct sectorhoofd WIZ ingesteld. Deze projectgroep wordt ingesteld voor de duur van het verzelfstandigingstraject van Stichting Werkplan. De projectgroep bestaat uit het adjunct sectorhoofd WIZ, de (beoogd) directeur/bestuurder van Stichting Werkplan en de P&O-adviseur.

 

§4 Informatieverschaffing aan betrokken medewerkers gemeente Delft

 

De betrokken medewerkers van het vakteam Werkplan zijn in het voortraject al uitgebreid geďnformeerd over het doel en de procedure van het verzelfstandigingsproces. Ook bij de nog te nemen stappen zullen zij steeds op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken en de mogelijke consequenties voor hun eigen positie. Met name over de volgende zaken zullen zij op vooraf bepaalde momenten in het proces worden geďnformeerd:

-    over het plan van aanpak/personeelsplan voordat het naar het GMT en TCO gaat

-    over de detachering en de gevolgen daarvan voor de individuele medewerk(st)ers

-    over de rechtspositieregeling van Stichting Werkplan conform de procedure zoals beschreven in het ondernemingsplan

-    over het Sociaal Plan voordat het naar B&W en het GO gaat

-    op individueel niveau over de herplaatsing, de arbeidsvoorwaarden en de sociale paragraaf

 

§5 planning  besluitvormingstraject Plan van aanpak;

 

1)      MT-WIZ / puza                                december ‘01/ januari 2002

2)      Onderdeelcommissie Puza   februari 2002.

3)      Voorlopig besluit door B&W  maart 2002.

4)   Georganiseerd Overleg                     15 april 2002.

5)   Definitief besluit college                   april/mei 2002

 

Na de definitieve besluitvorming op het Plan van Aanpak breken

achtereenvolgens de volgende fasen in het personele traject aan:

 

o        Detachering                                                                 mei 2002

o        Totstandkoming nieuwe arbeidsvoorwaarden                   juli 2002

o        Opstellen Sociaal Plan                                                 2e helft 2002

o        (her)plaatsing medewerkers                                          2e kwartaal 2003

o        opstellen Sociale Paragrafen                                         2e kwartaal 2003

 

Delft, 25 maart 2003.