Onderwerp
Verzelfstandiging
Stichting Werkplan:
Stappenplan
personeelstraject
Dit
Plan van Aanpak is een nadere uitwerking van het personele traject dat
samenhangt met de verzelfstandiging van Stichting Werkplan zoals aangekondigd
in een nota aan het college van b&w, opgesteld op 22-2-2001 (kenmerk
01/011456).
Over
het Plan van Aanpak wordt overleg gevoerd met de Onderdeelcommissie van de
cluster Publiekszaken (advies) en wordt advies gevraagd aan de commissie voor
georganiseerd overleg GO), alvorens tot definitieve besluitvorming inzake het
Plan van Aanpak wordt overgegaan.
Over
het concept Plan van Aanpak is op 14 maart 2002 in een extra vergadering van
het GO overleg gevoerd. De opmerkingen van het GO zijn in dit Plan van Aanpak
nagenoeg geheel verwerkt (punten van aandacht zijn nog de
medezeggenschapsstructuur en de werknemerscommissaris).
§1
Aanleiding
De
veranderende wet- en regelgeving met betrekking tot reďntegratie van
werkzoekende mensen heeft geleid tot een onderzoek naar de wijze waarop de
verhouding tussen Stichting Werkplan en de uitvoeringsorganisatie van de Wet
Inschakeling Werkzoekenden (WIW) in relatie tot de gemeente Delft is geregeld.
De
veranderende wet- en regelgeving, zoals beschreven in de SUWI-nota (Structuur
Uitvoering Werk en Inkomen) vraagt om een duidelijke scheiding tussen
opdrachtgevers- en opdrachtnemersrollen. De gemeenten krijgen een regierol
toebedeeld en de uitvoering van reďntegratietrajecten moet met ingang van 1
januari 2002 worden overgelaten aan daarvoor gespecialiseerde bedrijven
(reďntegratiebedrijven). De manier van subsidiëring vanuit het Rijk zal hierop
worden aangepast. Een uitzondering op deze regel betreft de WSW- en de
WIW-dienstbetrekkingen, maar hier zal in de komende jaren nadere besluitvorming
over komen.
Dit
alles heeft geleid tot de conclusie dat de samenwerking tussen Stichting
Werkplan en de gemeente Delft in de huidige vorm niet gehandhaafd moet blijven
(omdat de opdrachtgeversrol en de opdrachtnemersrol op dit moment beiden zijn
ondergebracht bij de gemeente Delft, wat vanuit eenoogpunt van functiescheiding
onwenselijk is). Het wordt daarom ook wenselijk geacht om ook met betrekking
tot de uitvoering van de WIW-dienstbetrekkingen nu al een duidelijke scheiding
aan te brengen tussen opdrachtgeversrol en de opdrachtnemersrol.
Omdat
de nieuwe wet- en regelgeving de uitvoerende rol van reďntegratietrajecten
heeft toebedeeld aan de private sector, om daarmee marktwerking te creëren, is
het voor het bestaansrecht van Stichting Werkplan van belang dat zij zich
verder ontwikkelt en zich op meerdere opdrachtgevers en
reďntegratie-instrumenten gaat oriënteren. Het is uiteindelijk ook in het
belang van de gemeente Delft, dat Stichting Werkplan een financieel gezonde
organisatie is, die in zijn eigen onderhoud kan voorzien.
§2
Uitgangspunten personeelstraject
Op
voorstel van het bestuur van Stichting Werkplan en het management van de sector
WIZ heeft het college van b&w van Delft op 3 mei 2001 in principe besloten
Stichting Werkplan met ingang van 1 januari 2002 op afstand te zetten van de
gemeente Delft. Hierbij is er voor gekozen om de directeur in dienst te laten
treden bij de stichting en het personeel van Stichting Werkplan voor maximaal
twee jaar te detacheren vanuit de gemeente Delft.
Het
betreft hier 19 medewerkers.
De
detachering van de medewerkers vindt plaats op grond van artikel 15:1:10 van de
UR. Burgemeester en wethouders zullen na de definitieve vaststelling van het
Plan van Aanpak de medewerkers schriftelijk informeren over deze detachering.
In het
tweede kwartaal van 2003 zal worden besloten of Stichting Werkplan verder zal
worden verzelfstandigd. Indien daartoe wordt besloten volgen de medewerkers van
het huidige vakteam Werkplan hun functie naar de stichting. Conform de
uitgangspunten van het Sociaal Statuut hanteert de gemeente Delft hierbij het beginsel “mens volgt
taak”. De medewerkers behouden daarbij dezelfde functie als zij op dit moment
binnen de gemeente vervullen.
Detachering en
overplaatsing medewerkers
Vanaf januari 2002 zullen
de medewerkers van de gemeente Delft voor een periode van maximaal 2 jaar bij
Stichting werkplan worden gedetacheerd. Tussen de gemeente Delft en Stichting
Werkplan zal in verband hiermee een detacheringovereenkomst worden opgesteld.
Hierin zullen alle voorwaarden en intenties worden geregeld waaronder deze
detachering zal plaatsvinden.
Gedurende
deze detacheringsperiode zal voor de medewerkers de rechtspositieregeling van
de gemeente Delft onverminderd van kracht blijven.
Gedurende de periode van
detachering staan de medewerkers onder leiding en verantwoordelijkheid van de
beoogde directeur van de stichting.
Medewerkers die formeel wel
in de formatie van het vakteam Werkplan zijn opgenomen, maar daar op dit moment
niet feitelijk werkzaam zijn, bijvoorbeeld als gevolg van langdurige
arbeidsongeschiktheid, zullen in eerste instantie niet worden gedetacheerd naar
de stichting. Met hen zullen door in onderling overleg tussen de directeur van
Stichting Werkplan en het adjunct sectorhoofd WIZ te bepalen afspraken worden
gemaakt omtrent hun positie in dit verzelfstandigingsproces.
De
overige medewerkers krijgen in de fase dat hun plaatsing aan de orde komt tot
uiterlijk 1 juli 2003 de gelegenheid om, met redenen omkleed, aan te geven dat
zij niet geplaatst willen worden bij Stichting Werkplan. In dat geval zal de
gemeente Delft deze
medewerkers de status van mobiliteitskandidaat als bedoeld in het sociaal
statuut, richtlijnen bij organisatieveranderingen geven, en zich tot het
uiterste inspannen om betrokkene geplaatst te krijgen in een andere functie.
Om het herplaatsingproces
zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen, zal er in januari 2003 of, indien
hiervoor aanleiding is, eerder, een herplaatsingcommissie worden ingesteld die
het herplaatsingtraject zal begeleiden. In deze herplaatsingcommissie zullen
zitting hebben: de directeur van Stichting Werkplan, het (adjunct) sectorhoofd
WIZ , twee leden van het TCO en een P&O-adviseur. Deze
herplaatsingcommissie heeft een adviserende taak richting het college.
Een van de vraagstukken
waar hij zich mee bezig zal houden is de beoordeling of de bovengenoemde door
medewerkers aangedragen redenen om niet over te willen gaan naar de stichting
zwaarwegend genoeg zijn om het bezwaar te honoreren.
Alle
gedetacheerde medewerkers
blijven gedurende de detacheringperiode de status van interne kandidaat
behouden bij sollicitatieprocedures binnen de gemeente Delft, indien zij op
vrijwillige basis naar een andere functie willen solliciteren.
Tevens kunnen zij gedurende
deze periode gebruik blijven maken van andere faciliteiten binnen de gemeente,
zoals het loopbaanadviescentrum (STAP).
Stichting
Werkplan beschikt op dit moment nog niet over een eigen rechtspositieregeling
of arbeidsvoorwaardenpakket. De directeur van de stichting zal daarom in de
komende maanden komen met een voorstel voor een arbeidsvoorwaardenpakket voor
de stichting.
Met een afvaardiging van
het team van Werkplan waarin de administratie, de consulenten, de
salarisadministratie en de loopbaanadviseur zijn vertegenwoordigd, zijn in
februari 2002 oriënterende besprekingen begonnen over de arbeidsvoorwaarden die
van toepassing zouden kunnen gaan worden voor het personeel van Stichting
Werkplan op het moment dat zij als verzelfstandigde organisatie verder gaat.
Hierbij komt
onder andere aan de orde:
-
soort arbeidsvoorwaardenregeling
-
principes van beloning
-
werktijden en vrije tijd
-
zekerheden; wettelijke regelingen en aanvullingen
-
professionele ontwikkeling; b.v. ontwikkelingsplan, opleidingen
-
faciliteiten om te kunnen werken; b.v. reiskosten
-
arbeidsomstandigheden; b.v. veilig werken, ziekteverzuimbeleid
-
diversen; b.v. spaarloon
-
pensioenverzekering
-
ziektekostenverzekering
Het streven is om in juli
2002 een goede inventarisatie te hebben gemaakt van de mogelijkheden en
onmogelijkheden, waarmee in principe de keuze kan worden gemaakt of:
- er aangesloten kan worden
bij een bestaande CAO, of
- een bestaande CAO gevolgd
kan gaan worden of dat
- er tot een concept
arbeidsvoorwaardenregeling kan worden gekomen die voor het personeel van
Stichting Werkplan gaat gelden.
Het GO van de gemeente
Delft zal over de voortgang van deze verkenningsfase op de hoogte worden
gehouden.
De verantwoordelijkheid
voor de keuze van het regiem van arbeidsvoorwaarden ligt bij het
stichtingsbestuur.
Indien
er verschillen tussen de nieuwe arbeidsvoorwaarden en de Delftse rechtspositie
ontstaan, zullen hiervoor nadere regelingen worden getroffen in een Sociaal
Plan. Dit Sociaal Plan zal tot stand komen in en na overleg betrokken partijen te weten: Stichting
Werkplan, gemeente Delft, TCO en vakbonden. Over het Sociaal Plan zal in de
tweede helft van 2002 overleg gevoerd kunnen worden.
Voor
wat betreft de gemeente Delft is ten aanzien van het Sociaal Plan het
overeenstemmingsvereiste met de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het
georganiseerd overleg van de gemeente Delft van toepassing.
In de
vorm van een sociale paragraaf zal op individueel niveau voor de medewerker
nadere uitwerking worden gegeven aan de afspraken uit het Sociaal Plan.
Het
huidige vakteamhoofd van het vakteam Werkplan zal bij het op afstand zetten van
Stichting Werkplan, directeur/bestuurder worden van de stichting.
In
navolging van het advies van het bureau Ernst en Young in hun rapport van juli 2000, zal om de
verhouding tussen de gemeente Delft en Stichting Werkplan zo helder mogelijk te
maken, het hoofd van het vakteam Werkplan op zo’n kort mogelijke termijn in
dienst treden van de stichting. Om dit mogelijk te maken is het echter
noodzakelijk dat eerst de nieuwe statuten van de stichting zijn vastgesteld en
dat er voor de stichting een arbeidsvoorwaardenregeling is opgesteld. Tot het
moment dat deze juridische basis is gelegd, zal het hoofd van het vakteam
Werkplan ook op detacheringsbasis overgaan naar de stichting. De inschatting is
echter dat duur van deze detacheringsovereenkomst slechts enkele maanden zal
zijn.
§3
Afbakening verantwoordelijkheden gemeente Delft en Stichting Werkplan
Voor
het proces van detachering en in een later stadium mogelijk de overplaatsing
van de Delftse medewerkers naar Stichting Werkplan is de directeur
Publiekszaken eindverantwoordelijk. Volgens het sociaal statuut is het “bevoegd
gezag” het orgaan of functionaris die het gezag dat bevoegd is tot het nemen
van de uiteindelijk beslissing (college van b&w) inzake de detachering en
mogelijke overplaatsing terzake adviseert. Door of namens het bevoegd gezag
worden de gesprekken/onderhandelingen gevoerd in het Tijdelijk Cluster Overleg
(TCO) en in het Georganiseerd Overleg (GO).
De
nieuwe directeur/bestuurder van Stichting Werkplan, zal in het
verzelfstandigingsproces de onderhandelingen voeren met de gemeente Delft over
de overgang van het personeel en andere zaken die in het kader van het
verzelfstandigingsproces geregeld moeten worden. De stichting heeft de
verantwoordelijkheid om alle medewerkers die vanuit de gemeente overgaan naar
de stichting hun functie te laten behouden. Tevens is de stichting
verantwoordelijk voor de implementatie van het sociaal plan en de sociale
paragrafen in de nieuwe organisatie.
Voor
het verloop van het proces en de wijze waarop het personele traject wordt
ingericht wordt een projectgroep onder voorzitterschap van het adjunct
sectorhoofd WIZ ingesteld. Deze projectgroep wordt ingesteld voor de duur van
het verzelfstandigingstraject van Stichting Werkplan. De projectgroep bestaat
uit het adjunct sectorhoofd WIZ, de (beoogd) directeur/bestuurder van Stichting
Werkplan en de P&O-adviseur.
§4
Informatieverschaffing aan betrokken medewerkers gemeente Delft
De
betrokken medewerkers van het vakteam Werkplan zijn in het voortraject al
uitgebreid geďnformeerd over het doel en de procedure van het
verzelfstandigingsproces. Ook bij de nog te nemen stappen zullen zij steeds op
de hoogte gehouden worden van de stand van zaken en de mogelijke consequenties
voor hun eigen positie. Met name over de volgende zaken zullen zij op vooraf
bepaalde momenten in het proces worden geďnformeerd:
-
over het plan van aanpak/personeelsplan voordat het
naar het GMT en TCO gaat
-
over de detachering en de gevolgen daarvan voor de
individuele medewerk(st)ers
-
over de rechtspositieregeling van Stichting
Werkplan conform de procedure zoals beschreven in het ondernemingsplan
-
over het Sociaal Plan voordat het naar B&W en
het GO gaat
-
op individueel niveau over de herplaatsing, de
arbeidsvoorwaarden en de sociale paragraaf
§5
planning besluitvormingstraject Plan
van aanpak;