Nota

 

Datum

 

Ons Kenmerk

02/006249

Opsteller

M.E. Spakman-Schouten

Bijlagen

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderwerp

Onderbrenging van de indicatiestelling voor de Wet Voorzieningen Gehandicapten bij het Regionaal Indicatie Orgaan DWO

 


1. Inleiding

In deze nota wordt u gevraagd  in te stemmen met een formele overdracht van de indicatiestelling voor de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) van de gemeente Delft naar het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO) DWO en wordt aangegeven wat dat besluit betekent voor de gemeente Delft. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op organisatie van de overdracht van de WVG-indicatiestelling en in de hoofdstukken daarna komen de juridische, financiële en personele aspecten van de overdracht aan de orde.

2. Aanleiding

Modernisering AWBZ

Het idee om de indicatiestelling voor WVG-voorzieningen neer te leggen bij het RIO DWO komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het idee is onderdeel van een veranderend landelijk zorgbeleid. Al geruime tijd wordt namelijk op landelijk niveau gewerkt aan modernisering van de AWBZ; de bekostigingssystematiek van sectoren in de zorg zoals verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg en de sector geestelijke gezondheidszorg. Doelstelling daarbij is een zodanige herinrichting van het systeem dat daarin tegemoet gekomen wordt aan de wens van burgers meer keuzevrijheid, meer keuzemogelijkheden en meer zeggenschap te hebben. Dit betekent een omslag naar een meer vraaggestuurde zorg. Ook de invoering van het Persoonsgebondenbudget was een stap naar meer keuzevrijheid en zelfstandigheid voor cliënten in de zorg. Om de omslag naar vraaggestuurde zorg te kunnen maken is het in de eerste plaats nodig dat de toegang tot de zorg goed is. Deze toegang verloopt via het indicatiestellingsproces. Indicatiestelling houdt in dat op objectiveerbare wijze wordt vastgesteld wat de hulpbehoefte en vervolgens wat in dat kader in redelijkheid de aangewezen zorg naar aard, inhoud en omvang voor iemand is. Zo is indicatiestelling de eerste schakel in de keten van zorgvraag tot zorgverlening. Bij de indicatiestelling wordt gekeken welke zorg nodig is ten aanzien van de volgende zorgfuncties: huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, adviserende/activerende begeleiding, behandeling en verblijf. Op basis van de indicatie moet dan een zorgarrangement op maat geleverd kunnen worden.

Om de indicering op deze functies optimaal te laten zijn, heeft het rijk gesteld dat de indicatiestelling objectief, onafhankelijk en integraal uitgevoerd moet worden. Objectief houdt in dat de indicatiestelling per zorgsector zoveel mogelijk op uniforme wijze plaatsvindt, onafhankelijk wil zeggen dat de indicatiestelling tot stand komt zonder directie beïnvloeding van zorgverleners en integraal duidt op de totaalbenadering vanuit het oogpunt van de cliënt t.a.v. de gevraagde AWBZ-zorg en hulp- en dienstverlening uit andere sectoren.

 

Nieuwe indicatiestelling

Om deze doelstelling van vernieuwde indicatiestelling te verwezenlijken acht het rijk het noodzakelijk dat de indicatiestelling zoveel mogelijk bij een onafhankelijk en professioneel orgaan moet worden ondergebracht: de RIO’s. In een tijdspad van 5 jaar en via een procesmatige, gefaseerde invoering streeft het rijk ernaar de indicatiestelling voor de sectoren verpleging&verzorging en thuiszorg, de gehandicaptensector en de geestelijke gezondheidszorg bij de RIO’s onder te brengen. Hiervan is het eerste deel reeds gerealiseerd; de RIO’s voeren sinds 1998 de indicatiestelling voor de sector verpleging&verzorging en thuiszorg uit. Momenteel wordt gewerkt aan het onderbrengen van de indicatiestelling voor de gehele gehandicaptensector, waarbij de indicatiestelling voor WVG-voorzieningen nadrukkelijk wordt betrokken. De onderbrenging van de indicatiestelling voor de geestelijke gezondheidszorg bij de RIO’s wordt momenteel voorbereid en gestreefd wordt dit in 2003 te realiseren.

Opdat het onderbrengen van de indicatiestelling voor al deze sectoren goed verloopt, heeft het rijk een verbetertraject voor de verdere professionalering van indicatieorganen ingezet. Zo worden op landelijk niveau protocollen voor functioneel indiceren ontwikkeld en wordt nagedacht over de bestuurlijke structuur rondom RIO’s.

 

Subsidieregeling kwaliteitsverbetering indicatiestelling

In het kader van het verbetertraject is de subsidieregeling ‘tijdelijke regeling kwaliteitsverbetering indicatieorganen’ ingesteld, die begin vorig jaar in werking is getreden. Op grond van deze regeling konden gemeenten subsidie krijgen voor het ‘robuuster maken’ van het indicatieorgaan in hun regio. Eén van de subsidievoorwaarden is het onderbrengen van de indicatiestelling voor de gehandicaptensector waarbij de indicatiestelling voor de voorzieningen in het kader van de WVG worden betrokken. Nu hebben gemeenten de zorgplicht voor het verstrekken van WVG-voorzieningen. Zo ook de gemeente Delft. Het betreft de volgende voorzieningen: rolstoelen, vervoersvoorzieningen (bijv. scootmobielen en stadstax) en woonvoorzieningen (bijv. traplift en beugels). In de gemeente Delft werden in 2001 circa 2143 aanvragen voor WVG-voorzieningen afgehandeld.

De gemeente Delft heeft in het kader van deze regeling, als coördinerende gemeente voor de regio DWO, hiertoe een éénmalige rijksbijdrage ontvangen. Inmiddels is door de extern adviseur een activiteitenplan opgesteld zoals dat in het kader van de rijkssubsidieregeling werd gevraagd. In het activiteitenplan wordt een model geschetst voor de regio DWO voor de overheveling van de WVG-advisering van gemeenten naar het RIO DWO. Dit plan is u eerder ter kennisname aangeboden. Het Activiteitenplan is eind 2001 door het ministerie van VWS goedgekeurd onder de voorwaarde dat gemeenten nog in 2002 formeel besluiten over de overdracht van de WVG-advisering naar het RIO. Volgend op het Activiteitenplan is door de externe adviseur een implementatieplan ‘overgang WVG advisering van gemeenten naar het RIO DWO’ opgesteld. Dit plan treft u eveneens in de bijlage aan.

 

3. Indicatiestelling nieuwe stijl in Delft

Om de doelstelling van een objectieve, onafhankelijke en integrale indicatiestelling voor de WVG-voorzieningen te bereiken, hebben gemeenten in de regio DWO al langer nagedacht over het overhevelen van de WVG-advisering naar het RIO DWO. Hierbij is aangegeven wat de verantwoordelijkheden van de gemeenten en het RIO DWO zijn. Dat houdt in dat de gemeente de zorgplicht voor de WVG behoudt; het WVG-beleid zoals dat is vastgelegd in de gemeentelijke WVG-verordening. Het RIO DWO wordt verantwoordelijk voor een objectieve, onafhankelijke en integrale indicatie en formuleert een WVG-advies aan de gemeente. Gemeenten in de regio kiezen om uiteenlopende redenen voor verschillende manieren voor het onderbrengen van de WVG-advisering bij het RIO DWO. Zoals aangegeven in het Activiteitenplan zijn de volgende modellen (variaties) te onderscheiden:

1)       Aanmelding, intake en indicatiestelling wordt het RIO DWO uitgevoerd.

2)       Aanmelding vindt plaats in een gemeentelijk zorgloket en het RIO DWO voert de intake en de indicatiestelling uit.

3)       Aanmelding en intake vinden plaats in een gemeentelijk zorgloket. Eénvoudige aanvragen worden direct afgehandeld, complexe aanvragen worden doorgestuurd naar het RIO DWO die daarvoor de indicatiestelling uitvoert.

Voorgesteld wordt dat de gemeente Delft kiest voor model 1, zoals ook in het Activiteitenplan is vermeld. Reden voor deze keuze is dat dit model het meest recht doet aan de eerder geformuleerde doelstelling van objectief, onafhankelijk en integraal indiceren. Zo kan bij alle aanvragen bekeken worden of iemand naast een WVG-voorziening tevens andere vormen van zorg nodig heeft. Tevens wordt in dit model de indicatiestelling (RIO DWO) los gekoppeld, dus onafhankelijk gemaakt, van de verstrekker (gemeente Delft) van de WVG-voorzieningen. Tot slot biedt het model 1 de kans om aan de indicatiestelling een kwaliteitsimpuls te geven door de protocollering van de werkwijze van de RIO’s die landelijk wordt ingezet; zo wordt de indicatiestelling meer objectief.

Voor de gemeente Delft en haar inwoners betekent de nieuwe wijze van indicatiestelling een kwaliteitsverbetering van de indicaties op het terrein van de WVG-voorzieningen in die zin dat de integraliteit verder wordt uitgebouwd, dat de indicatiestelling onafhankelijker wordt en dat de objectiviteit verder wordt aangescherpt. Hierbij wordt opgemerkt dat het daadwerkelijk realiseren van deze doelstelling in de praktijk enige tijd zal vergen. Zo zal er pas echt sprake zijn van integrale indicatiestelling als de indicatieadviseurs van het RIO DWO opgeleid zijn om voor alle zorgsectoren te kunnen indiceren. Ook het invoeren van kwaliteitsbewaking door protocollen en werkvoorschriften zal in de praktijk enige tijd kosten waardoor de objectiviteit van de WVG-indicatiestelling eveneens een ontwikkeltraject zal doorlopen. Voor de gemeente Delft is het bereiken van deze doelstelling binnen een termijn van 2 jaar wel een belangrijke voorwaarde voor de overdracht van de WVG-indicatiestelling.

Voor de inwoners van Delft die gebruik maken van WVG-voorzieningen waarvoor een indicatiestelling noodzakelijk is, zal de gestreefde kwaliteitsverbetering van de indicaties op het terrein van de WVG tevens betekenen dat zij in de toekomst niet meer naar verschillende loketten hoeven voor aanvragen voor WVG-voorzieningen in combinatie met andere zorg, zoals bijvoorbeeld thuiszorg. Zo kan met één indicatiestelling de totale zorgvraag van een cliënt in beeld worden gebracht en kan er een zorgpakket worden samengesteld. Dat dit meerwaarde heeft voor cliënten wordt eveneens aangegeven in het Eindrapport van de evaluatie van het Zorgindicatiebesluit uit november 2001 dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van WVS. In dit eindrapport wordt een onderzoek gepresenteerd naar de cliënttevredenheid over RIO’s en de kwaliteit van de indicatiestelling. Hieruit blijkt ondermeer dat cliënten het zeer op prijs stellen als met hen andere mogelijkheden voor zorg worden besproken naast de gevraagde voorzieningen.

Het proces van de indicatiestelling nieuwe stijl in Delft ziet er als volgt uit:

 

Informatieverstrekking

RIO DWO/Zorgloket gemeente Delft

Aanmelding

RIO DWO

Intake

RIO DWO

Indicatiestelling en selectie

RIO DWO

Rechtmatigheidstoets en besluit/beschikking

Gemeente Delft

Realisatie/verstrekking

Gemeente Delft

Bezwaar en beroep

Gemeente Delft

Nazorg en evaluatie

Gemeente Delft

 

Informatieverstrekking

Door de gemeente Delft is onderzocht of het mogelijk is een Zorgloket op te richten waarin een integrale dienstverlening van zorg, wonen en welzijn wordt aangeboden. Belangrijke taken van een dergelijk loket zijn het verstrekken van informatie en advies over wonen, zorg en welzijn en over de activiteiten van het RIO .  Deze taken worden opgepakt door het nieuwe Oudereninformatiepunt dat in juli a.s. in de Congregatie gaat starten en door het digitale loket Wonen, Zorg en Welzijn dat per 3 juni jl. is gestart. De gemeenteraad stelde hiervoor op 30 mei j.l. extra middelen beschikbaar.

 

Aanmelding

Voordat een aanvraag voor een WVG-voorziening in behandeling wordt genomen, dient aanmelding plaats te vinden. Dit vindt meestal telefonisch plaats.

 

Intake

Na de aanmelding is het belangrijk dat de hulpvraag van de cliënt goed in kaart wordt gebracht. Dit vraagt een hoogwaardige intake waarbij goed onderzoek plaatsvindt.

 

Indicatiestelling en advies

Het stellen van een indicatie houdt in dat bekeken wordt of een cliënt gezien de medische voorgeschiedenis en de daaruit voortvloeiende stoornissen, beperkingen en handicaps in aanmerking komt voor voorzieningen op grond van de WVG. Tevens wordt door de indicatieadviseur beoordeeld met welke medische problematiek rekening gehouden moet worden bij de selectie van voorzieningen. De indicatiestelling van het RIO is integraal, hetgeen betekent dat de indicatieadviseur kijkt of een cliënt thuiszorg nodig heeft, of dat plaatsing in een verpleging & verzorgingshuis aan de orde is en/of dat de cliënt in aanmerking komt voor WVG-voorzieningen. De integrale indicatiestelling kan eenvoudig of complex zijn afhankelijk van aard van de aanvraag. Op basis van de indicatiestelling geeft de indicatieadviseur vervolgens aan wat de goedkoopst adequate voorziening (merk, type, aanpassingen, evt. rijlessen) voor de betreffende cliënt is; de passing en selectie.

 

De stappen zoals aangegeven zijn de verantwoordelijkheid van het RIO DWO. De gemeente Delft kan nu op basis van dit advies haar zorgplicht vervullen en bekijken of de geadviseerde voorziening op grond van de gemeentelijke verordening toegekend wordt. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de goedkoopst adequate voorziening wordt verstrekt. De stappen die daarvoor nodig zijn, worden hieronder kort aangegeven.

 

Rechtmatigheidstoets en besluit/beschikking

Nadat het advies door het RIO is afgerond, wordt het aan de gemeente Delft verstuurd. Medewerkers van de gemeente Delft toetsen dan het advies aan de gemeentelijke WVG-verordening en stellen zonodig een draagkrachtberekening op. Vervolgens wordt aan de cliënt een beschikking gestuurd waarin het besluit tot het al dan niet verstrekken van een voorziening wordt vermeld.

 

Bezwaar en beroep

Cliënten kunnen bij de gemeente Delft bezwaar aantekenen tegen de beslissing over de toegekende verstrekking. Zo mogelijk kunnen zij daarna in beroep gaan bij de rechter. Het RIO DWO biedt bij de indicatiestelling voor de WVG geen bezwaar/beroep mogelijkheid. Reden daarvoor is dat het RIO DWO op het terrein van de WVG een advies levert en geen besluit neemt zoals dat bij de AWBZ-voorzieningen het geval is. Wel heeft het RIO DWO een klachtenregeling voor haar cliënten en hebben cliënten de mogelijkheid een heroverweging van het indicatieadvies aan te vragen.

 

Nazorg/evaluatie

Door de gemeente Delft wordt bij de cliënt geïnformeerd of de geleverde voorziening naar tevredenheid is. Tevens worden door de gemeente tevredenheidsonderzoeken onder de cliënten gehouden over het proces en de doorlooptijd.

 

Samengevat betekent het bovenstaande dat de gemeente Delft de volgende voorwaarden formuleert ten aanzien van het proces en de wijze waarop de indicatiestelling nieuwe stijl in Delft wordt gerealiseerd:

 

Voorwaarden

·         De WVG-indicatiestelling zoals het RIO DWO dat vanaf 1-9-2002 gaat uitvoeren, voldoet aan de doelstelling van objectief, onafhankelijk en integraal.

·         Het WVG-advies dat door het RIO DWO wordt opgewerkt, geeft de goedkoopst adequate WVG-voorziening aan. Hierbij wordt rekening gehouden met het voorkeurspakket van de gemeente Delft.

 

Concrete acties

Het nieuwe werkproces wordt verder ontwikkeld door een regionale werkgroep, waarin ook de gemeente Delft deelneemt, waarbij de verschillende stappen zoals hierboven aangegeven, in een stroomschema worden gezet. Tevens bestudeert een werkgroep van de gemeente Delft en het RIO de opties voor een informatie- en cliëntvolgsysteem en rekent tevens de verschillende opties door. Het RIO DWO heeft bij de start gekozen voor het systeem Zorgned voor de indicaties voor verpleging en verzorging. Zorgned ontwikkelt een WVG-module dat naar verwachting medio 2002 gereed zal zijn. De gemeente Delft werkt nu nog met een ander automatiseringssysteem. Voor de continuïteit van het werkproces is het noodzakelijk dat de overdracht van cliëntgegevens tussen het RIO DWO en de gemeente Delft zonder haperingen verloopt. Dit wordt meegenomen in het advies van de werkgroep automatisering. Het advies zal t.z.t. ter besluitvorming worden voorgelegd.

Door het RIO DWO en de gemeente Delft wordt een communicatieplan voorbereid waarin wordt aangegeven op welke wijze de WVG-cliënten en zorgaanbieders worden geïnformeerd over de nieuwe werkwijze omtrent de indicatiestelling.

 


4. Juridische aspecten van de nieuwe indicatiestelling
2a) Intentieovereenkomst

Het is gebruikelijk dat bij processen van fusie of overheveling een intentieovereenkomst tussen de betrokken partijen wordt afgesloten. Doel hiervan is een gezamenlijke werkwijze af te spreken tijdens het fusie/overdrachtsproces. Ook bij de overdracht van de WVG-advisering naar het RIO DWO worden afspraken gemaakt over belangrijke zaken als overheveling van taken en medewerkers. Daarom is voor dit proces een intentieovereenkomst opgesteld dat door de gemeente Delft en het RIO DWO gesloten kan worden. De intentieovereenkomst loopt tot de overdracht van de WVG-advisering is gerealiseerd. Hierbij wordt de intentieovereenkomst aan u ter tekening voorgelegd.

 

2b) Wettelijke grondslag voor overdracht taken

Bij de formele overdracht van de WVG-advisering naar het RIO is het van belang te weten welke wettelijke bepalingen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden de gemeente Delft aangeven v.w.b. de WVG. Daarbij rijst de vraag of het mogelijk is deze verantwoordelijkheid gedeeltelijk, namelijk ten aanzien van het onderdeel advisering, over te hevelen naar het RIO DWO. Om deze vraag te beantwoorden zijn de Wet voorzieningen gehandicapten, de WVG-verordening en het mandaat, machtigings en volmachtbesluit (MMV-besluit) relevant.

In de WVG wordt aangegeven dat het gemeentebestuur een zorgplicht heeft (art. 2) en de verplichting om advies aan te vragen bij dure woonvoorzieningen (art. 8)

De WVG-verordening geeft bij art. 6 lid 2 aan dat advies wordt gevraagd bij een externe instantie waar het gaat om nieuwe zaken of zaken met een meervoudige vraag. In lid 5 bij hetzelfde artikel worden de criteria bij het inschakelen van de extern adviseur opgesomd. Bij relatief eenvoudige zaken kan door de gemeente Delft zelf een oordeel worden gegeven.

Het MMV-besluit van de gemeente Delft geeft uitsluitend aan dat er tot op het niveau van het vakteam een mandaat is tot het afgeven van beschikkingen. Deze activiteit blijft door de gemeente Delft worden uitgevoerd, immers het RIO DWO voert alleen de activiteiten v.w.b. de advisering uit. Het is daarom niet nodig het RIO DWO voor de WVG-advisering mandaat te verlenen.

Op grond van het bovenstaande is het daarom formeel mogelijk, rekening houdend met de criteria die in de verordening zijn genoemd, de WVG-advisering bij het RIO neer te leggen.

 

2c) Nieuwe statuten RIO DWO
Naast de bovenstaande wettelijke kaders is bij de overdracht van de WVG-advisering van belang dat het RIO DWO onlangs nieuwe statuten heeft vastgesteld. Reden daarvoor was het opheffen van de gemeenschappelijke regeling van de GGD Delfland waaronder de bestuurscommissie van het RIO was gepositioneerd. Deze nieuwe statuten zijn eerder ter kennisname voorgelegd. Met het in werking treden van de statuten per 1 april jl. is het RIO DWO een zelfstandige stichting geworden met een stichtingsbestuur. De statuten van de zelfstandige stichting zijn gebaseerd op het Zorgindicatiebesluit. Op grond daarvan zijn gemeenten in het bestuur van het RIO vertegenwoordigd. In de statuten is eveneens vastgelegd dat gemeenten de jaarrekening en de begroting bij meerderheid vaststellen. Dit is voor een periode van 2 jaar vastgelegd. Daarna wordt gestreefd naar een Raad van toezicht model.
Deze aspecten van de nieuwe statuten zijn ook van belang in het kader van de overheveling van de WVG-advisering van de gemeente Delft naar het RIO DWO. Het betekent dat in ieder geval gedurende het traject en de beginperiode van de overheveling de gemeenten participeren in de besluitvorming hieromtrent bij het RIO DWO.

 

2d) Overeenkomst WVG-advisering

In de nieuwe werkwijze blijft de zorgplicht en de verantwoordelijkheid voor de verstrekking van WVG-voorzieningen bij de gemeente Delft. Er wordt een deel van het proces om te komen tot de verstrekking voortaan uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het RIO DWO. Hierdoor ontstaat een duidelijke scheiding tussen de verantwoordelijkheid van de gemeente en de verantwoordelijkheid van het RIO in het proces van indicatiestelling tot verstrekking van een WVG-voorziening. Gelet op de zorgplicht van de gemeente Delft betekent dit dat de gemeente Delft voortaan de WVG-advisering inkoopt bij het RIO DWO. Hierdoor ontstaat een opdrachtgever – opdrachtnemer relatie. Daarom wordt in de nieuwe werkwijze op basis van een overeenkomst tussen de gemeente Delft en het RIO DWO afspraken gemaakt over de WVG-advisering.

 

Concrete acties:

Door het RIO DWO wordt een overeenkomst over de WVG-advisering voorbereid. Deze overeenkomst treedt vanaf de overdrachtsdatum in werking en wordt nog voor die tijd aan u voorgelegd.

 

5. Personele gevolgen van de nieuwe indicatiestelling
Het overdragen van de WVG-advisering van de gemeente Delft aan het RIO DWO betekent dat taken die voorheen bij de gemeente Delft werden uitgevoerd nu door het RIO DWO uitgevoerd zullen worden. Hierop is het gemeentelijk uitgangspunt ’mens volgt taak’ van toepassing.  De betrokken medewerkers zullen daarom in beginsel in dienst moeten komen van het RIO DWO. Om het RIO DWO voor te bereiden op de WVG-taak en de komst van nieuwe medewerkers is in samenwerking met een extern adviseur een nieuwe organisatiestructuur ontwikkeld. In deze structuur is voorzien in een uitbreiding van beleidscapaciteit, automatiseringstaken en indicatiecapaciteit. Er zullen indicatieteams worden ingericht waarin een differentiatie van functies is aangebracht. Deze nieuwe organisatiestructuur en de bijbehorende functieprofielen is voor de Delftse medewerkers die daarin geplaatst gaan worden van groot belang en wordt opgemerkt dat hiermee zorgvuldig dient omgegaan te worden. Daarom dienen tussen de gemeente Delft en het RIO DWO afspraken gemaakt over de aansluiting van de Delftse medewerkers en de nieuwe organisatiestructuur van het RIO DWO in de vorm van een groeimodel. In dit groeimodel wordt aangegeven dat door middel van persoonlijke ontwikkelingsplannen de Delftse medewerkers die naar het RIO DWO worden overgeplaatst binnen een vastgestelde periode kunnen doorgroeien naar indicatieadviseur. Voor een aantal medewerkers zal dit groeimodel niet van toepassing kunnen worden omdat voor hen de taakinhoud dermate wijzigt dat daarop het principe ‘mens volgt taak’ niet zonder meer van toepassing is. In die situatie zal met betrokken medewerkers naar maatwerkoplossingen gezocht worden. Verwacht wordt daarom dat hierdoor frictiekosten zullen ontstaan. Deze kosten worden meegenomen in een frictiekostenbegroting.

Voor het personeelstraject is conform het Sociaal Statuut van de gemeente Delft een plan van aanpak opgesteld waarin het proces van eventuele overheveling van medewerkers wordt beschreven. Dit plan van aanpak is voorgelegd aan de Onderdeelscommissie van de sector werk, inkomen en zorg en aan het Georganiseerd Overleg. .  In de bijlage treft u het plan van aanpak aan. Tevens treft u in de bijlage een uitgebreide beschrijving van de organisatiestructuur en de daarbij behorende functies aan.

De Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg hebben inmiddels een positief advies gegeven bij het plan van aanpak.

Hoewel in eerste instantie is uitgegaan van het overgaan van de WVG advisering naar het RIO per 1-7-2002, wordt als gevolg van meer tijd vergend overleg over de overgang van personeel de ingangsdatum nu bepaald op 1-9-2002.

 

6. Financiën

Het RIO heeft een kostenraming opgesteld voor de WVG-advisering zoals die door hen zal worden uitgevoerd. Deze kostenraming is verwerkt in een gewijzigde begroting 2002 en is gebaseerd op voorlopige aantallen indicaties per type WVG-voorziening en per type indicatie (complex of eenvoudig) vermenigvuldigd met het bedrag per indicatie. U treft de gewijzigde begroting 2002 in de bijlage aan.

Uit deze gewijzigde begroting blijkt dat voor de gemeente Delft de kosten voor de WVG-advisering neerkomen op € 397.965,-- vanaf 1 juli 2002 (inmiddels is de overgangsdatum 1 september 2002; kosten advisering dus overeenkomstig lager; voor de vergelijking wordt nog uitgegaan van de overgangsdatum per 1 juli 2002.).

Voor 2002 is door het RIO gewerkt met voorlopige aantallen per categorie. Bij actualisering van deze aantallen komen de advieskosten door het RIO voor het 2e half jaar 2002 uit op € 375.000,--

De huidige kosten voor de WVG-advisering door de gemeente Delft zijn in 2002 totaal € 681.500,-- (voor een half jaar dus € 340.750,-). Hoe dit bedrag is opgebouwd, vindt u in de bijlage.

Bij het verschil tussen de WVG adviseringskosten van 1 juli tot 1 januari 2003 door het RIO  ad. € 397.965,-- en de huidige advieskosten van Delft over een half jaar ad. € 340.750,- kan nog het volgende worden opgemerkt.

In de tarieven wordt door het RIO een opslagpercentage gehanteerd van 2,5% ter versterking van het eigen financieel weerstandsvermogen en van 3,5% om verwachte frictiekosten op te vangen. Wanneer deze opslagpercentages voor de vergelijking buiten beschouwing worden gelaten, komen de RIO advieskosten voor deze periode over 2002 op

€ 352.500,--.

Bovendien is er een ontwikkeling om een deel van de aanvragen voor kleine woningaanpassingen tot € 1.000,-- (voor 2002 totaal ca 700),  die nu intern van een advies worden voorzien direct door de corporaties te laten realiseren. Daardoor kunnen de advies- en selectiekosten van het RIO ad ca. € 400,-- per aanvraag worden bespaard.

De kosten van advisering zullen na een overgangsperiode (na 2003) gaan dalen omdat de integrale indicatiestelling dan steeds meer zichtbaar zal worden.

 

Naar verwachting zijn de WVG-advieskosten bij overdracht naar het RIO dus budgettair neutraal. Uitgangspunt daarbij is dat de totale kosten van de WVG, inclusief de WVG advisering uitgevoerd door het RIO kunnen worden gedekt uit de lopende WVG begroting. Dit wordt ook uitgewerkt in een totaalbegroting voor de nieuwe situatie die nog aan uw college zal worden voorgelegd.

 

Naar aanleiding van de overdracht van de WVG-advisering zijn frictiekosten te verwachten. Dit zijn voornamelijk personeelskosten en automatiseringskosten. Deze begroting wordt in de komende weken opgesteld en wordt daarna ter besluitvorming voorgelegd. Verwacht wordt dat deze frictiekosten gedekt kunnen worden uit de vereveningsreserve WVG.

 

Voorwaarden:

·         De totale kosten voor de uitvoering van de WVG, inclusief de WVG-advisering uitgevoerd door het RIO DWO, moeten kunnen worden gedekt uit de lopende WVG begroting. Dit wordt ook uitgewerkt in een totaalbegroting voor de nieuwe situatie die nog aan uw college zal worden voorgelegd.

·         De kosten voor de gemeente Delft die voortvloeien uit het Sociaal Plan en de overdracht worden neergelegd in een frictiekostenbegroting. Deze frictiekosten worden gedekt uit de vereveningsreserve WVG.


7. Besluitvormingsvoorstel

Voorgesteld wordt daarom akkoord te gaan met:

1.       het overdragen van de WVG-advisering per 1-9-2002 aan het RIO DWO mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- het indicatieadvies voldoet aan de norm van objectief, onafhankelijk en integraal en geeft de goedkoopst adequate voorziening aan
- de totale kosten voor de uitvoering van de WVG, inclusief de WVG-advisering uitgevoerd door het RIO DWO, moeten kunnen worden gedekt uit de lopende WVG begroting. Dit wordt ook uitgewerkt in een totaalbegroting voor de nieuwe situatie die nog aan uw college zal worden voorgelegd.
- de kosten voor de gemeente Delft die voortvloeien uit het Sociaal Plan en de overdracht worden neergelegd in een frictiekostenbegroting. Deze frictiekosten worden gedekt uit de vereveningsreserve WVG

2.       het plan van aanpak personeelstraject voor de Delftse werknemers;

3.       het aangaan van de intentieovereenkomst gemeente Delft – RIO DWO tot ;

4.       Voor de Delftse bijdrage in 2002 aan het RIO voor de kosten WVG-advisering uitgaan van een bedrag van € 375.000 en dit mee meenemen in de nog op te stellen gemeentelijke totaalbegroting voor de WVG;

5.       deze notitie ter bespreking voorleggen aan de raadscommissie WZO.