1. Inleiding
De gemeente ontvangt 4
soorten vergoedingen voor Instroom- en Doorstroombanen van het Ministerie van
SoZaWe. Welke vergoeding voor welke bezette arbeidsplaats wordt uitgekeerd aan
de gemeente wordt bepaald door de aanvangsdatum en duur van het dienstverband.
In principe betaalt de
gemeente van deze subsidie de door de werkgever gemaakte totale
werkgeverslasten. De eerste jaren zijn de werkgeverslasten lager dan de door de
gemeente te ontvangen subsidie waardoor het mogelijk is een reserve op te
bouwen.
De opgebouwde reserve
bedraagt momenteel € 1.053.543
In de nota Instroom-
en Doorstroombanen van 27 maart 2001 is aangegeven dat er een drietal zaken in
de loop van 2001 uitgezocht zouden worden welke consequenties hebben voor de
reserves.
·
Hoeveel bedragen de totale werkgeverslasten van Instroombanen boven de 120%
van het Wettelijk Minimumloon(WML) wanneer deze volledig aan werkgevers worden
vergoed? Op grond van deze resultaten wordt besloten deze kosten volledig,
gedeeltelijk of niet te vergoeden. Deze kosten zullen wanneer zij wel worden
vergoed ten laste komen van de reserves.
·
Wat zijn de consequenties voor de reserves wanneer de werkgeverslasten bij
Doorstroombanen boven de 130% van het WML
(tot max. 150%) door de gemeente worden vergoed en niet door werkgevers
zelf.
·
Wat is de financiële consequentie voor de gemeente wanneer het huidige
subsidiebedrag voor aanvullende kosten aan werkgevers wordt gehandhaafd.
2. Dekking Instroombanen bij salariëring vanaf 120%
minimumloon
Zodra het salaris van
werknemers boven de 120% WML uitkomt (volgens het Besluit In- en
Doorstroombanen mag het salaris stijgen tot 130% van het minimumloon) dekt de
door de gemeente ontvangen subsidie niet meer de totale werkgeverslasten. In
Delft worden de totale werkgeverslasten tot en met 130 % WML vergoed.
Het ‘tekort´ komt ten
laste van de reserve.
Het Besluit In- en
Doorstroombanen verplicht de gemeente alleen het eerste jaar de totale
werkgeverslasten te vergoeden. Daarna kan de gemeente zelf bepalen of zij de
totale werkgeverslasten volledig wil financieren.
Tot en met 2002 heeft
Delft van het Ministerie van SoZaWe 348 banen toegewezen gekregen. Momenteel is
er van dit beschikbare aantal 258 Fte ingevuld.
Om inzicht te krijgen
in de financiële toekomst van de ID-banen volgen hier een aantal aannames voor
de komende jaren.
Tabel 1 toont de in-
en uitstroomgegevens en de totaalstand van het aantal bezette ID-banen voor de
komende jaren
- De verhoging
instroom is gebaseerd op het inzetten van een consulent werving. Dit zal een
toename van kandidaten/bezette arbeidsplaatsen opleveren. (Omzetting van
ex-banenpoolers naar de ID-banen leidt in 2002 tot een verhoogde instroom).
- De uitstroomcijfers
zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Deze worden jaarlijks vermeerderd omdat er
meer arbeidsplaatsen bezet worden.
Jaar |
Instroom
|
Uitstroom |
Bezette I-banen |
2001 |
|
|
258 |
2002 |
81 |
35 |
293 |
2003 |
65 |
37 |
321 |
2004 |
65 |
38 |
348 |
2005 |
41 |
41 |
348 |
2006 |
41 |
41 |
348 |
De Instroom-werknemers zijn in drie categorieën
ingedeeld.
De categorie A en B
leiden tot een toename van de reserve.
Categorie C leidt tot
uitgaven die ten laste van de reserve komen.
Categorie D betreft de
Doorstroombanen die later uitgewerkt worden.
|
A Fte |
B Fte |
Inkomsten |
|
C Fte |
Uitgaven |
|
Opbouw Reserve |
2001 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2002 |
166 |
45 |
€ 335.101 |
|
82 |
€- 32.472 |
|
€ + 302.629 |
2003 |
167 |
49 |
€ 340.114 |
|
105 |
€- 41.580 |
|
€ + 298.534 |
2004 |
167 |
53 |
€ 343.326 |
|
128 |
€- 50.688 |
|
€ + 292.638 |
2005 |
149 |
42 |
€ 302.075 |
|
157 |
€- 62.172 |
|
€ + 239.903 |
2006 |
136 |
16 |
€ 257.784 |
|
196 |
€- 77.616 |
|
€ + 180.168 |
Conclusie:
Tabel 2 laat de inkomsten zien uit de A en B-categorie.
De inkomsten nemen af omdat er steeds meer Instroomdeelnemers naar categorie C
gaan als gevolg van de duur van hun dienstverband.
Nieuwe instroom vindt
echter wel plaats omdat er jaarlijks ID-werknemers uitstromen waardoor
vacatures open vallen. (zgn. vervangingsvraag)
De uitgaven als gevolg
van het vergoeden van de totale werkgeverslasten door de gemeente nemen de
komende jaren toe.
Voorstel :
Ondanks een positief
saldo is er op de lange termijn een evenredige afname te zien aan de
inkomstenkant. Aangezien er in deze nota nog meerdere voorstellen volgen die
kunnen leiden tot een afname van de reserve wordt het volgende voorgesteld:
Voor nieuwe instroom vanaf 2003 de werkgeverslasten
boven de 120% WML door de werkgevers zelf te laten financieren.
Het jaar 2002 te
gebruiken om werkgevers voor te bereiden op de beleidswijziging.
Wanneer Delft ervoor
kiest om de werkgeverslasten te financieren tot 120% van het WML zal een eigen
bijdrage van werkgevers verwacht worden van circa € 3.030 op jaarbasis, indien
een werknemer een salaris ontvangt van 130% van het WML. (maximum)
Ter
vergelijking: Voor een WIW-detachering wordt ook een financiële bijdrage
gevraagd. Door het vragen van een financiële bijdrage voor een Instroombaan
wordt bij deze lijn aangesloten. De WIW is een voorliggende voorziening waarbij
de eisen van een werkgever richting werknemer lager zijn dan bij een
Instroom-baan. Ondanks de lagere “productiviteit” van de WIW-werknemer t.o.v.
een Instroomwerknemer, betaalt de werkgever al direct voor de WIW-
werknemer een inleenvergoeding van
circa € 2.272 tot € 4.545 per jaar.
3. Financiering werkgeverslasten Doorstroombanen
Het aanvangsalaris bij
een Doorstroombaan bedraagt minimaal 130% van WML en maximaal 150% van het WML.
De gemeente krijgt
vanuit het Ministerie echter een vergoeding die niet geheel dekkend is.
Doorstroombanen zijn
banen op een hoger functieniveau dan een Instroombaan. De daarbij behorende
verantwoordelijkheden en vaardigheden ‘rechtvaardigen’ een hogere beloning .
Vanuit het Ministerie
is er toestemming om maximaal een zesde deel van de toegekende instroombanen om
te zetten in Doorstroombanen ( zie nota van maart 2001) Concreet betekent dit
dat maximaal 60 Instroombanen omgezet kunnen worden naar een Doorstroombaan.
Het omzetten is pas mogelijk wanneer een werknemer minimaal 5 jaar middels een
Instroombaan werkzaam is.
Jaar
|
Max. Fte |
Kosten |
2002 |
10 |
€ - 26.000 |
2003 |
30 |
€ - 78.000 |
2004 |
50 |
€ - 130.000 |
2005 |
60 |
€ - 156.000
|
2006 |
60 |
€ - 156.000
|
Conclusie:
Delft zet in op het
maximaal aantal ID-banen (zie Collegeprogramma 2002-2006 Voorzetten en
Doorzetten). Hierdoor komt er vanaf 2003 jaarlijks een bedrag van minimaal €
78.000 oplopend tot € 156.000 ten laste
van de spaarreserve.
Wanneer een werkgever
een Doorstroomwerknemer in dienst heeft (met een salaris van 150% van het WML)
kost dat de werkgever circa € 2.600 op
jaarbasis.
Ter vergelijking een
WIW-werknemer kost circa € 2.272 tot €
4.545 per jaar.
Voorstel:
4. Subsidie aanvullende kosten
De gemeente ontvangt
voor iedere I/D- werknemer een extra vergoeding van € 2.152 voor aanvullende
kosten. Momenteel sluist Delft hiervan een bedrag van € 1.590 door naar de
werkgever. De werkgever kan dit geld gebruiken voor (extra) begeleiding,
aanvullende scholing etc.
De uitvoering en
administratie van de I/D-banen richting werkgevers wordt door Stichting
Werkplan verzorgd. Voor het jaar 2002 is dit bedrag vastgesteld op € 999.
Daarnaast voert de
gemeente zelf nog een administratie ten
behoeve van de declaraties voor het Ministerie. Hiervoor wordt een bedrag van €
227 per werknemer gerekend.
Uitgaven (momenteel) aanvullende kosten Inkomsten
€ 1.590 vergoeding werkgever € 2.152
€ 999 vergoeding Stichting Werkplan
€ 227 administratie gemeente
---------- -----------
€ 2.816 totaal
€ 2.152
Conclusie:
Per werknemer ontstaat
jaarlijks een tekort van € 664 wanneer de huidige vergoeding aan werkgevers
voor aanvullende kosten blijft gehandhaafd.
Voorgesteld wordt om
de huidige aanvullende vergoeding aan werkgevers te blijven verstrekken en de
kosten ten laste te laten brengen van de IDreserve.
De gemeente hecht veel
waarde aan het feit dat werkgevers investeren in hun werknemers middels
begeleiding, scholingsactiviteiten etc om te komen tot doorstroom en/of
uitstroom.
Daarom is het gewenst
werkgevers op hetzelfde financiële niveau te ondersteunen om in hun werknemers
te blijven investeren.
Daartoe dienen
werkgevers jaarlijks een onderbouwd bestedingsplan in te dienen bij Stichting
Werkplan waaruit blijkt hoe zij het bedrag van de aanvullende kosten willen
besteden.
Na 2006 zal op basis
van een evaluatie deze vergoeding opnieuw bezien worden.
5. Openstaande vacatures
In de nota van maart
2001 is ook besloten capaciteit (0,5 FTE) in te zetten om actief te gaan werven
voor openstaande vacatures. Het afgelopen jaar is gebleken dat dit een zeer
tijdrovende activiteit is. Niet alleen het zoeken naar geschikte kandidaten
maar ook het overleggen met trajectbegeleiders van reďntegratiebedrijven blijkt
veel tijd te kosten.
Momenteel zijn er 258
mensen werkzaam in het kader van de I/D-regeling. Er kunnen 348 mensen werkzaam
zijn in het kader van deze regeling. Om dit aantal op korte termijn te bereiken
is de inzet van extra capaciteit gewenst.
Als gevolg van uitstroom ontstaat nieuwe instroom (zie tabel 1) waardoor
de inzet van extra capaciteit de komende jaren benodigd blijft.
Na 2002 worden er geen extra/nieuwe banen in het kader van de
ID-regeling toegekend.
Gezien bovenstaande wordt voorgesteld de
beschikbare capaciteit van 0,5 FTE uit te breiden naar 1 FTE (totale kosten 1
Fte circa € 45.000) en de kosten hiervan ten laste van de reserve te brengen.
6. Werkgevers
Het aantal werkgevers dat
gebruik maakt van de ID-regeling bedraagt momenteel rond de 60. Het betreft
werkgevers met een groot verschil in aantal werknemers in dienst,
arbeidsvoorwaarden,begeleiding etc.
Een juiste inzet en
uitvoering van de regeling door werkgevers vindt niet door iedere werkgever
plaats: men beschikt niet over een professionele afdeling Personeelszaken, men
is onvoldoende bekend met de regelgeving, weet de juiste weg niet etc.
De gemeente hecht veel
waarde aan het op een juiste wijze inzetten en uitvoeren van de ID-regeling.
Hiertoe zijn in het verleden al een aantal initiatieven ingezet zoals
begeleiding door een consulent van alle nieuwe ID-werknemers gedurende het
eerste jaar, loopbaantrajecten voor ID-medewerkers etc.
Om meer sturing,
begeleiding en advisering te kunnen
bieden aan werkgevers wordt voorgesteld om 0,5 fte in te zetten voor een consulent.
Totale kosten 0,5 Fte
circa € 22.500 ten laste te brengen van de reserve.
De reserve bedraagt
momenteel circa € 1.053.543.
Wanneer de huidige
situatie ongewijzigd blijft (weliswaar gebaseerd op aannames) zullen er
jaarlijks de volgende claims ten laste van dit budget worden gelegd:
Scenario 1 bij ongewijzigd beleid
Jaar |
Opbouw Reserve |
Dekking D-banen |
Aanvullende Kosten |
Consulent Werving |
Reserve |
2001 |
|
|
|
|
+ 1.318.219 |
2002 |
+ 302.629 |
- 26.000 |
- 194.552 |
- 22.500 |
+ 59.577 |
2003 |
+ 340.114 |
- 78.000 |
- 207.168 |
- 22.500 |
+ 32.446 |
2004 |
+ 343.326 |
-130.000 |
- 231.072 |
- 22.500 |
- 40.246 |
2005 |
+ 302.075 |
-156.000 |
- 231.072 |
- 22.500 |
- 107.497 |
2006 |
+ 257.784 |
-156.000 |
- 231.072 |
- 22.500 |
- 151.788 |
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
€ + 1.110.711 |
Scenario
2 bij gewijzigd beleid conform voorstel.
Jaar |
Opbouw Reserve |
Aanvullende Kosten |
Consulent Werving |
Consulent Werkgevers |
Reserve |
2001 |
|
|
|
|
+ 1.318.219 |
2002 |
+ 302.629 |
- 194.552 |
-45.000 |
- 22.500 |
+ 40.577 |
2003 |
+ 340.114 |
- 207.168 |
-45.000 |
- 22.500 |
+ 17.890 |
2004 |
+ 343.326 |
- 231.072 |
-45.000 |
- 22.500 |
- 5.934 |
2005 |
+ 302.075 |
- 231.072 |
-45.000 |
- 22.500 |
- 58.669 |
2006 |
+ 257.784 |
- 231.072 |
-45.000 |
- 22.500 |
- 118.404 |
+ |
|
|
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
€ +1.193.679 |
De tabellen bij gewijzigd en ongewijzigd beleid laten een klein verschil
zien. Echter inhoudelijk worden er een aantal wezenlijke beleidswijzigingen
voorgesteld.
- door het aanstellen van een consulent werving en een consulent werkgeverscontacten
wordt invulling gegeven aan een optimale bezetting van de ID-banen en een
juiste inzet/gebruik van de regeling door werkgevers.
-T.a.v. de dekking van Doorstroombanen geldt dat door het niet vergoeden
van de salariskosten boven de 130 % WML
meer aansluiting plaatsvindt met de WIW waar voor een WIW-werknemer een
jaarlijkse inleenvergoeding wordt gevraagd.
8. Resumé van de te nemen beslissingen
1. Vanaf 2003 de werkgeverslasten boven de 120% voor nieuwe
instroom door de werkgevers zelf
te laten financieren en het jaar 2002 gebruiken om werkgevers voor te bereiden
op deze beleidswijziging.
2. De werkgeverslasten
boven de 130% van het minimumloon bij
Doorstroombanen door
werkgevers zelf te laten financieren (dekking D-banen)
3. Het subsidiebedrag aan werkgevers voor aanvullende kosten
de komende jaren te handhaven op € 1.590- per jaar.
4.Toekennen van 0,5 Fte voor het actief werven van
kandidaten voor de openstaande
vacatures.
5. Toekennen van 0,5 Fte voor het begeleiden van werkgevers
6. Voor 2005 op basis van een evaluatie deze besluitvorming
opnieuw bezien.