Nota

 

Datum

27-06-2002

Ons Kenmerk

02/018875

Opsteller

Monique Martens

Bijlagen

0        

Onderwerp

Financiering Instroom- en Doorstroombanen

 

 


 

1. Inleiding

De gemeente ontvangt 4 soorten vergoedingen voor Instroom- en Doorstroombanen van het Ministerie van SoZaWe. Welke vergoeding voor welke bezette arbeidsplaats wordt uitgekeerd aan de gemeente wordt bepaald door de aanvangsdatum en duur van het dienstverband.

In principe betaalt de gemeente van deze subsidie de door de werkgever gemaakte totale werkgeverslasten. De eerste jaren zijn de werkgeverslasten lager dan de door de gemeente te ontvangen subsidie waardoor het mogelijk is een reserve op te bouwen.

De opgebouwde reserve bedraagt momenteel € 1.053.543

 

In de nota Instroom- en Doorstroombanen van 27 maart 2001 is aangegeven dat er een drietal zaken in de loop van 2001 uitgezocht zouden worden welke consequenties hebben voor de reserves.

·         Hoeveel bedragen de totale werkgeverslasten van Instroombanen boven de 120% van het Wettelijk Minimumloon(WML) wanneer deze volledig aan werkgevers worden vergoed? Op grond van deze resultaten wordt besloten deze kosten volledig, gedeeltelijk of niet te vergoeden. Deze kosten zullen wanneer zij wel worden vergoed ten laste komen van de reserves.

·         Wat zijn de consequenties voor de reserves wanneer de werkgeverslasten bij Doorstroombanen boven de 130% van het WML  (tot max. 150%) door de gemeente worden vergoed en niet door werkgevers zelf.

·         Wat is de financiële consequentie voor de gemeente wanneer het huidige subsidiebedrag voor aanvullende kosten aan werkgevers wordt gehandhaafd.

 

2. Dekking Instroombanen bij salariëring vanaf 120% minimumloon

Zodra het salaris van werknemers boven de 120% WML uitkomt (volgens het Besluit In- en Doorstroombanen mag het salaris stijgen tot 130% van het minimumloon) dekt de door de gemeente ontvangen subsidie niet meer de totale werkgeverslasten. In Delft worden de totale werkgeverslasten tot en met 130 % WML vergoed.

Het ‘tekort´ komt ten laste van de reserve.

Het Besluit In- en Doorstroombanen verplicht de gemeente alleen het eerste jaar de totale werkgeverslasten te vergoeden. Daarna kan de gemeente zelf bepalen of zij de totale werkgeverslasten volledig wil financieren.

 

Tot en met 2002 heeft Delft van het Ministerie van SoZaWe 348 banen toegewezen gekregen. Momenteel is er van dit beschikbare aantal 258 Fte ingevuld.

Om inzicht te krijgen in de financiële toekomst van de ID-banen volgen hier een aantal aannames voor de komende jaren.

 

Tabel 1 toont de in- en uitstroomgegevens en de totaalstand van het aantal bezette ID-banen voor de komende jaren

- De verhoging instroom is gebaseerd op het inzetten van een consulent werving. Dit zal een toename van kandidaten/bezette arbeidsplaatsen opleveren. (Omzetting van ex-banenpoolers naar de ID-banen leidt in 2002 tot een verhoogde instroom).

- De uitstroomcijfers zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Deze worden jaarlijks vermeerderd omdat er meer arbeidsplaatsen bezet worden.

 

Tabel 1 Instroombanen

Jaar

Instroom

Uitstroom

Bezette

I-banen

2001

 

 

258

2002

81

35

293

2003

65

37

321

2004

65

38

348

2005

41

41

348

2006

41

41

348

 

De  Instroom-werknemers zijn in drie categorieën ingedeeld.

De categorie A en B leiden tot een toename van de reserve.

Categorie C leidt tot uitgaven die ten laste van de reserve komen.

Categorie D betreft de Doorstroombanen die later uitgewerkt worden.

 

Tabel 2

 

A

Fte

B

Fte

Inkomsten

 

C

Fte

Uitgaven

 

Opbouw

Reserve

2001

 

 

 

 

 

 

 

 

2002

166

45

  335.101

 

  82

€- 32.472

 

€ +  302.629

2003

167

49

  340.114

 

105

€- 41.580

 

€ +  298.534

2004

167

53

  343.326

 

128

€- 50.688

 

€ +  292.638

2005

149

42

  302.075

 

157

€- 62.172

 

€ +  239.903

2006

136

16

  257.784

 

196

€- 77.616

 

€ +  180.168

 

Conclusie: 

Tabel 2 laat  de inkomsten zien uit de A en B-categorie. De inkomsten nemen af omdat er steeds meer Instroomdeelnemers naar categorie C gaan als gevolg van de duur van hun dienstverband.

Nieuwe instroom vindt echter wel plaats omdat er jaarlijks ID-werknemers uitstromen waardoor vacatures open vallen. (zgn. vervangingsvraag)

De uitgaven als gevolg van het vergoeden van de totale werkgeverslasten door de gemeente nemen de komende jaren toe.

 

Voorstel :

Ondanks een positief saldo is er op de lange termijn een evenredige afname te zien aan de inkomstenkant. Aangezien er in deze nota nog meerdere voorstellen volgen die kunnen leiden tot een afname van de reserve wordt  het volgende voorgesteld:

Voor nieuwe instroom vanaf 2003 de werkgeverslasten boven de 120% WML door de werkgevers zelf te laten financieren.

Het jaar 2002 te gebruiken om werkgevers voor te bereiden op de beleidswijziging.

Wanneer Delft ervoor kiest om de werkgeverslasten te financieren tot 120% van het WML zal een eigen bijdrage van werkgevers verwacht worden van circa € 3.030 op jaarbasis, indien een werknemer een salaris ontvangt van 130% van het WML. (maximum)

 

Ter vergelijking: Voor een WIW-detachering wordt ook een financiële bijdrage gevraagd. Door het vragen van een financiële bijdrage voor een Instroombaan wordt bij deze lijn aangesloten. De WIW is een voorliggende voorziening waarbij de eisen van een werkgever richting werknemer lager zijn dan bij een Instroom-baan. Ondanks de lagere “productiviteit” van de WIW-werknemer t.o.v. een Instroomwerknemer, betaalt de werkgever al direct voor de WIW- werknemer  een inleenvergoeding van circa € 2.272 tot € 4.545 per jaar.

 


3. Financiering werkgeverslasten Doorstroombanen

Het aanvangsalaris bij een Doorstroombaan bedraagt minimaal 130% van WML en maximaal 150% van het WML.

De gemeente krijgt vanuit het Ministerie echter een vergoeding die niet geheel dekkend is.

Doorstroombanen zijn banen op een hoger functieniveau dan een Instroombaan. De daarbij behorende verantwoordelijkheden en vaardigheden ‘rechtvaardigen’ een hogere beloning .

Vanuit het Ministerie is er toestemming om maximaal een zesde deel van de toegekende instroombanen om te zetten in Doorstroombanen ( zie nota van maart 2001) Concreet betekent dit dat maximaal 60 Instroombanen omgezet kunnen worden naar een Doorstroombaan. Het omzetten is pas mogelijk wanneer een werknemer minimaal 5 jaar middels een Instroombaan werkzaam is.

 

Tabel 2 Doorstroombanen

Jaar

 Max. Fte

Kosten

2002

10

€ -   26.000

2003

30

€ -   78.000

2004

50

€ - 130.000

2005

60

€ - 156.000

2006

60

€ - 156.000

 

Conclusie:

Delft zet in op het maximaal aantal ID-banen (zie Collegeprogramma 2002-2006 Voorzetten en Doorzetten). Hierdoor komt er vanaf 2003 jaarlijks een bedrag van minimaal € 78.000  oplopend tot € 156.000 ten laste van de spaarreserve.

Wanneer een werkgever een Doorstroomwerknemer in dienst heeft (met een salaris van 150% van het WML) kost dat de werkgever circa € 2.600  op jaarbasis.

Ter vergelijking een WIW-werknemer kost circa € 2.272 tot  € 4.545 per jaar.

 

Voorstel:

Gezien het feit dat de werkgever direct profijt heeft van de werkzaamheden verricht door de D-werknemer wordt voorgesteld de werkgeverslasten boven de 130% van het WML door de werkgevers zelf te laten financieren.

 

4. Subsidie aanvullende kosten

De gemeente ontvangt voor iedere I/D- werknemer een extra vergoeding van € 2.152 voor aanvullende kosten. Momenteel sluist Delft hiervan een bedrag van € 1.590 door naar de werkgever. De werkgever kan dit geld gebruiken voor (extra) begeleiding, aanvullende scholing etc.

De uitvoering en administratie van de I/D-banen richting werkgevers wordt door Stichting Werkplan verzorgd. Voor het jaar 2002 is dit bedrag vastgesteld op € 999.

Daarnaast voert de gemeente  zelf nog een administratie ten behoeve van de declaraties voor het Ministerie. Hiervoor wordt een bedrag van € 227 per werknemer gerekend.

 

Uitgaven (momenteel) aanvullende kosten                     Inkomsten

€ 1.590             vergoeding werkgever                 € 2.152

    999             vergoeding Stichting Werkplan  

    227             administratie gemeente

----------                                                             -----------

€ 2.816             totaal                                      € 2.152

 

Conclusie:

Per werknemer ontstaat jaarlijks een tekort van € 664 wanneer de huidige vergoeding aan werkgevers voor aanvullende kosten blijft gehandhaafd.

Dit zal leiden tot een jaarlijkse claim van minimaal € 194.552 welke ten laste van de reserve gebracht moet worden. (som van aantal bezette vacatures maal € 644)

 

Voorstel:

Voorgesteld wordt om de huidige aanvullende vergoeding aan werkgevers te blijven verstrekken en de kosten ten laste te laten brengen van de IDreserve.

De gemeente hecht veel waarde aan het feit dat werkgevers investeren in hun werknemers middels begeleiding, scholingsactiviteiten etc om te komen tot doorstroom en/of uitstroom.

Daarom is het gewenst werkgevers op hetzelfde financiële niveau te ondersteunen om in hun werknemers te blijven investeren.

Daartoe dienen werkgevers jaarlijks een onderbouwd bestedingsplan in te dienen bij Stichting Werkplan waaruit blijkt hoe zij het bedrag van de aanvullende kosten willen besteden.

Na 2006 zal op basis van een evaluatie deze vergoeding opnieuw bezien worden.

 

5. Openstaande vacatures

In de nota van maart 2001 is ook besloten capaciteit (0,5 FTE) in te zetten om actief te gaan werven voor openstaande vacatures. Het afgelopen jaar is gebleken dat dit een zeer tijdrovende activiteit is. Niet alleen het zoeken naar geschikte kandidaten maar ook het overleggen met trajectbegeleiders van reďntegratiebedrijven blijkt veel tijd te kosten.

Momenteel zijn er 258 mensen werkzaam in het kader van de I/D-regeling. Er kunnen 348 mensen werkzaam zijn in het kader van deze regeling. Om dit aantal op korte termijn te bereiken is de inzet van extra capaciteit gewenst.  Als gevolg van uitstroom ontstaat nieuwe instroom (zie tabel 1) waardoor de inzet van extra capaciteit de komende jaren benodigd blijft.

Na 2002 worden er geen  extra/nieuwe banen in het kader van de ID-regeling toegekend.

 

Voorstel:

Gezien  bovenstaande wordt voorgesteld de beschikbare capaciteit van 0,5 FTE uit te breiden naar 1 FTE (totale kosten 1 Fte circa € 45.000) en de kosten hiervan ten laste van de reserve te brengen.

 

6. Werkgevers

Het aantal werkgevers dat gebruik maakt van de ID-regeling bedraagt momenteel rond de 60. Het betreft werkgevers met een groot verschil in aantal werknemers in dienst, arbeidsvoorwaarden,begeleiding etc.

Een juiste inzet en uitvoering van de regeling door werkgevers vindt niet door iedere werkgever plaats: men beschikt niet over een professionele afdeling Personeelszaken, men is onvoldoende bekend met de regelgeving, weet de juiste weg niet etc.

De gemeente hecht veel waarde aan het op een juiste wijze inzetten en uitvoeren van de ID-regeling. Hiertoe zijn in het verleden al een aantal initiatieven ingezet zoals begeleiding door een consulent van alle nieuwe ID-werknemers gedurende het eerste jaar, loopbaantrajecten voor ID-medewerkers etc.

 

Voorstel

Om meer sturing, begeleiding en advisering  te kunnen bieden aan werkgevers wordt voorgesteld om 0,5 fte in te zetten voor een consulent.

Totale kosten 0,5 Fte circa € 22.500 ten laste te brengen van de reserve.

 

7. Samenvattend:

De reserve bedraagt momenteel circa € 1.053.543.

Wanneer de huidige situatie ongewijzigd blijft (weliswaar gebaseerd op aannames) zullen er jaarlijks de volgende claims ten laste van dit budget worden gelegd:


Scenario 1 bij ongewijzigd beleid

 

Jaar

Opbouw

Reserve

 Dekking                       

 D-banen

 Aanvullende

 Kosten

 Consulent

 Werving

   Reserve

2001

 

 

 

 

+  1.318.219

2002

+ 302.629

-  26.000

- 194.552

- 22.500

+       59.577

2003

+ 340.114

 - 78.000

- 207.168

- 22.500

+       32.446

2004

+ 343.326

-130.000

- 231.072

- 22.500

 -       40.246

2005

+ 302.075

-156.000

- 231.072

- 22.500

 -     107.497

2006

+ 257.784

-156.000

- 231.072

- 22.500

 -     151.788

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

€ +  1.110.711

 

Scenario 2  bij gewijzigd beleid conform voorstel.

 

Jaar

Opbouw

Reserve

Aanvullende

Kosten

Consulent

Werving

Consulent

Werkgevers

Reserve

2001

 

 

 

 

+  1.318.219

2002

+ 302.629

- 194.552

-45.000

- 22.500

+       40.577

2003

+ 340.114

- 207.168

-45.000

- 22.500

+       17.890

2004

+ 343.326

- 231.072

-45.000

- 22.500

 -         5.934

2005

+ 302.075

- 231.072

-45.000

- 22.500

 -       58.669

2006

+ 257.784

- 231.072

-45.000

- 22.500

 -     118.404

+

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

€ +1.193.679

 

Conclusie

De tabellen bij gewijzigd en ongewijzigd beleid laten een klein verschil zien. Echter inhoudelijk worden er een aantal wezenlijke beleidswijzigingen voorgesteld.

- door het aanstellen van een consulent werving en een consulent werkgeverscontacten wordt invulling gegeven aan een optimale bezetting van de ID-banen en een juiste inzet/gebruik van de regeling door werkgevers.

-T.a.v. de dekking van Doorstroombanen geldt dat door het niet vergoeden van de salariskosten  boven de 130 % WML meer aansluiting plaatsvindt met de WIW waar voor een WIW-werknemer een jaarlijkse inleenvergoeding wordt gevraagd.

 

 

 

8. Resumé van de te nemen beslissingen

 

1. Vanaf 2003 de werkgeverslasten boven de 120% voor nieuwe instroom  door de werkgevers zelf te laten financieren en het jaar 2002 gebruiken om werkgevers voor te bereiden op deze beleidswijziging.

2. De werkgeverslasten boven de 130% van het minimumloon bij

Doorstroombanen door werkgevers zelf te laten financieren (dekking D-banen)

3. Het subsidiebedrag aan werkgevers voor aanvullende kosten de komende jaren te handhaven op € 1.590- per jaar.

4.Toekennen van 0,5 Fte voor het actief werven van kandidaten voor  de openstaande vacatures.

5. Toekennen van 0,5 Fte voor het begeleiden van werkgevers

6. Voor 2005 op basis van een evaluatie deze besluitvorming opnieuw bezien.

 

 


     

Monique Martens

beleidsmedewerker