Deze
notitie is bedoeld om door het vaststellen van criteria te komen tot een keuze
voor meerdere (vervangende) locaties voor de nacht- en dagopvang voor vrouwen,
daklozen en verslaafden, alsmede voor een gebruiksruimte in de regio
Delft/Westland/Oostland.
De
urgentie voor het vinden van (vervangende) lokaties verschilt. Voor de ene
functie is de noodzaak daartoe wat groter dan voor de andere.
Daar
doorheen speelt dat eigenlijk eerst duidelijk moet zijn welke functies de
huidige voorzieningen nu vervullen en welke zij in de toekomst zouden willen
vervullen. Die discussie loopt momenteel bij de uitwerking van de afgesproken
samenwerking in de dag- en nachtopvang.
Daarom
willen wij ons nu beperken tot vaststelling van de criteria voor de
lokatiekeuze in het algemeen, zodat voor de meest urgente vervanging cq
uitbreiding in zich voordoende gevallen van nieuwe lokaties snel besluitvorming
kan plaatsvinden.
Waar
er de tijdsruimte is om deze lokaties mede te toetsen aan de nieuwe functie zal
dat niet worden nagelaten.
Het
is dus een spanning tussen enerzijds het snel kunnen oppakken van kansen als
zich nieuwe lokaties aandienen en anderzijds pas lokaties beoordelen als de
uitwerking van de afgesproken samenwerking inclusief functies gereed is.
In
Delft kennen we de volgende dag en nachtopvanginstellingen:
Daarnaast moet ruimte
worden gezocht voor de volgende nieuwe voorzieningen:
De praktijk leert dat
discussie over geschikte plekken voor nacht- en dagopvang veel weerstand
oproept bij (toekomstige) omwonenden. Daarom is het belangrijk aan te geven
waarom deze opvang wenselijk maar ook noodzakelijk is.
Bij het kiezen van een plek
moeten lastige keuzes worden gemaakt. Daarom is het belangrijk die keuzes naar
belanghebbenden toe zo goed mogelijk te verantwoorden.
Delft is centrumgemeente
voor maatschappelijke opvang, verslavingszorg en vrouwenopvang in de regio
Delft/Westland/Oostland. Delft dient
daarom zorg te dragen voor het realiseren van voldoende en adequate
opvangvoorzieningen. Dat betekent in ieder geval het realiseren van nacht- en
dagopvangvoorzieningen. In de praktijk betekent het dat de gemeente de regie
voert bij het invullen van deze voorzieningen door het maken van afspraken en
subsidiering van hulpverlenings-instellingen.
Doelstelling is om degenen
die daarop zijn aangewezen van voldoende, goede en adequate nacht- en dagopvang
te voorzien. Dat zijn voor de nachtopvang in ieder geval de mensen met een
psychische handicap, voor mishandelde en met mishandeling bedreigde vrouwen en
voor categorieen zoals jongeren en eenoudergezinnen. Voor verslaafden, daklozen
en mensen met een psychische handicap is het noodzakelijk dagopvang te kunnen
(blijven) bieden. Voor de degenen met een verslaving is het zowel voor henzelf
als ter voorkoming van overlastsituaties nodig een gebruikersruimte te
realiseren. Een laagdrempelige opvang is hard nodig om daklozen maar ook
personen die door crisissituaties op straat komen te staan, in ieder geval een
voorziening van bed, bad en brood te kunnen bieden.
De
volgende keuzes moeten worden gemaakt in deze volgorde:
1.
Voor alle hiervoor genoemde opvangtypen moet nieuwe huisvesting komen,
waarbij de (vervangende) huisvesting voor de dagopvang (Dienstencentrum over de
Brug), het sociaal pension/nachtopvang aan de Houttuinen (SMO) en de
laagdrempelige opvang (gezamenlijke opvanginstellingen) het meest urgent
is.
2.
Bij de zoektocht en invulling zal steeds ook de afweging moeten
plaatsvinden tussen handhaving van de afzonderlijke opvangtypen naar nieuwe
huisvesting, danwel dat samenvoegen van twee of meerdere van de opvangtypen ook
of wellicht betere oplossingen biedt. Dat kan zich ook aanbieden door
locatiekansen, die de mogelijkheid bieden van samenvoegen, dan wel het
gescheiden invullen van opvangfuncties. Daarbij moet in ieder geval aan de orde
komen of het samenvoegen van dagopvang met laagdrempelige nachtopvang, dan wel
samenvoegen van dagopvang met gebruikersruimte wel of niet wenselijk is. Er wordt overigens niet gestreefd naar een
vorm van één centrale opvang.
3.
Welk opvangtype past het best bij de verschillende locatiemogelijkheden.
Dat zal per opvangtype meer of minder discussie vergen mede aan de hand van de
nieuw beschreven functies in de opvang.
Het
had mooi geweest als voor de verschillende opvangtypes de programma’s van eisen
gereed zouden zijn. Dat is niet het geval. Wel bestaat er een in opdracht van
de Federatie Opvang opgesteld boekwerk over een programma van eisen voor
sociale pensions. Inmiddels is de
samenwerking tussen de opvanginstellingen gestart. Daarbij komt ook de visie op
de opvang in de regio Delft aan de orde. In die visie moet ook duidelijk worden
of de huidige opvang met de reeds besloten laagdrempige uitbreiding voldoende
capaciteit heeft dan wel nog verdere uitbreiding behoeft dan wel dat eventueel
meer opvangplaatsen op een decentrale manier worden ingevuld bv door ook
bestaande woonruimte met begeleiding in te zetten.
Vooralsnog
wordt daarom voor deze zoektocht uitgegaan van het huidige aantal plaatsen per
opvangtype incl. die van de uitbreiding laagdrempelige opvang.
Daarbij
zal de hieronder genoemde indicatie qua benodigde aantal vierkante meters per
opvangplaats en –functie worden gehanteerd.
In
de komende tijd zal er nauw contact zijn tussen deze uitwerking en die van de
samenwerking, zodat snel op wederzijdse ontwikkelingen kan worden ingesprongen.
Op
basis van referentieplannen en regelgeving wordt hieronder een indicatie
gegeven van het benodigde aantal vierkante meters per opvangplaats voor drie
vormen van opvang:
Deze
cijfers worden beïnvloed door de efficiency van het beschikbare gebouw. Ook is
het zo dat bij kleine voorzieningen het aantal vierkante meters per plaats zal
toenemen.
Onder
locaties worden zowel bestaande panden als nieuwbouwlocaties bedoeld. Nieuwbouw
is dus niet uitgesloten. Ook op eventuele nieuwbouwlocaties moeten deze
ruimte-eisen worden toegepast.
Deze
zijn gesplitst in zoek-( inhoudelijk en qua randvoorwaarden) en
uitwerkingscritria
1.
Geschiktheid voor dag- en nachtopvang
Bekeken wordt of de locatie/gebouw voldoende ruimte biedt om een dag- en/of
nachtopvang te realiseren
2.
Geschiktheid voor aanvullende activiteiten/buitenruimte
De
mogelijkheden om aanvullende activiteiten te plegen is een voordeel bij de
afweging. Vooral bv het aanwezig zijn van een goed beheersbare buitenruimte is
voor de dagopvang een noodzaak
3.
Situering ten opzichte van het station/de binnenstad
Voor de
dagopvang, gebruikersruimte en laagdrempelige nachtopvang is situering in of
rond de binnenstad wenselijk. Voor de reguliere nachtopvang is een wat grotere
afstand tot het station/centrum meer acceptabel
4.
Toegankelijkheid/beheersbaarheid politie/hulpverlening)
De
toegankelijkheid en beheersbaarheid voor politie en hulpverlenende instanties
is niet voor alle locaties van belang. Deze moeten wel in de afweging worden
meegenomen.
Randvoorwaardelijk
5.
Eigendom/beschikbaarheid
Gezien de urgentie is de beschikbaarheid van de locatie één van de
afwegingscriteria. Waar mogelijk wordt aangegeven op welke termijn een locatie
beschikbaar komt
6.
Ligging buiten uitsluitend woonomgeving
Voor de
(reguliere) nachtopvang geldt dit minder, maar voor de dagopvang en
gebruikersruimte is het gewenst dat een locatie zoveel mogelijk buiten alleen
maar een woonomgeving is gelegen.
De overlast voor de omgeving is minder gevoelig in situaties waar sprake is van
veel verschillende functies in het straatbeeld. Zo zal als het pand aan een wat bredere weg/straat ligt met
relatief veel verkeersbewegingen en wandelaars dit de doorstroom en sociale
controle bevorderen.
7.
Aanvoerroutes door woonbuurten
Dit geldt
vooral voor de dagopvang en gebruikersruimte. Ook voor een locatie die min of
meer buiten een woonbuurt ligt kan gelden dat de aanvoerroutes door woonwijken
lopen. Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden.
Deze
aanpak vereist een vorm van projectmatige aanpak. Hieronder wie doet wat en
wanneer. In grote lijnen komt dat neer op inventariseren van locaties die
voldoen aan criteria en uitwerken van de mogelijkheden.
Wie |
Wat |
Wanneer |
Collegevoorstel |
Akkoord
gaan met deze notitie |
Collegebesluit |
Werkgroep
(waarin Vakteams Beleid&Projec-ten, Grond, Ruimtelijke Ordening en een
Corporatie) in overleg met Werkgroep samenwerking opvang |
Inventariseren
welke panden cq locaties voldoen aan criteria en voorstel welke daarvan verder uit te werken ook qua fasering. Relatie
met resultaten samenwerking opvangin-stellingen ook qua te formeren functies
moet zo goed mogelijk worden getoetst. |
Duur:
volgende 3 maanden |
Collegevoorstel |
Akkoord
gaan met inventarisatie en voorstel werkgroep |
Duur: volgende 1 maand |
Uitwerking
van panden cq locaties door werkgroep |
Uitwerken
van panden/locaties qua kosten, mogelijkheden, procedures e.d. en voorstel
voor welke panden procedures in te zetten. |
Duur:
volgende 4 maanden |
College-/raadsvoorstel |
Akkoord
gaan met voorstel werkgroep |
Duur:
volgende 1 maand |
Werkgroep
|
In
werking zetten procedures voor beschikbaar krijgen van panden voor opvang |
Nader
te bepalen mede aan de hand van problematiek |
Voorstel:
Akkoord
te gaan met de aanpak zoals voorgesteld in deze notitie