Onderwerp
Ok-beleid in
de gemeente Delft.
Informatie ten behoeve van het College van B&W en gemeenteraad
Vanaf 2000 voert het ministerie van OC&W het
onderwijskansenbeleid. Onderwijskansenbeleid kan worden beschouwd als
onderwijsachterstandenbeleid (GOA-beleid), maar dan toegespitst op de
individuele schoolorganisatie (zie kaderbrief Gemeentelijk
Onderwijsachterstandenplan, kader 11)
Nadat eerst de vier grote steden voor dit beleid in
aanmerking kwamen, werd in de daaropvolgende fase de G21/100.000+ in de
gelegenheid gesteld tot deelname aan het OK-beleid. De keuze om deze gemeenten
in aanmerking te laten komen voor het
OK-beleid was gebaseerd op het bewonersaantal van die gemeenten (namelijk
100.000 inwoners of meer). Inhoudelijke argumenten lagen niet aan deze keuze
ten grondslag. Zo kon het gebeuren dat gemeenten met verhoudingsgewijs minder
onderwijsachterstandenproblematiek (dit komt tot uitdrukking in de gemiddelde
GOA-score) wel in aanmerking kwamen voor het OK-beleid en de gemeente Delft met
een relatief hoge gemiddelde GOA-score niet. Dit gegeven vormde de aanleiding
voor het vakteam onderwijs om een gesprek aan te vragen bij het ministerie van
OC&W. Dit gesprek heeft plaatsgevonden in november 2001. Op het ministerie
werd de bovengeschetste problematiek onderkend, waarop de gemeente Delft werd
uitgenodigd om een aantal scholen voor te dragen voor het
onderwijskansenbeleid.
In december 2001 en januari 2002 hebben gesprekken
plaatsgevonden met de schoolbestuurders en directeuren van een drietal
basisscholen (alle met 50% of meer doelgroepkinderen) en de rector van één
school voor voortgezet onderwijs, met een locatie 40% of meer Cumi-leerlingen. Deze
gesprekken leverden bij de betrokkenen de bereidheid op binnen afzienbare tijd
onderwijskansenplannen in te dienen. Tijdens het gesprek op het ministerie was
namelijk de indruk gewekt dat de gemeente Delft zou mogen deelnemen aan een toekenningsprocedure,
waarin de aanvragen van plattelandsregio’s zouden worden gehonoreerd. In het
voorjaar van 2002 bleek Delft hier toch niet bij betrokken te worden.
Uiteindelijk kwam, nadat de gemeente Delft met het
ministerie contact had opgenomen, de uitspraak dat de plannen van de gemeente
Delft zouden worden beoordeeld in het kader van de Regeling verbreding
onderwijskansenbeleid. Deze regeling werd
8 mei 2002 van kracht.
In november 2002 heeft het ministerie van OC & W
de formele beschikking afgegeven voor zowel de locatie van het voortgezet
onderwijs en twee van de drie scholen voor primair onderwijs. De subsidie wordt
verleend voor de periode van 1 augustus 2002 tot
1 augustus 2006 en bedraagt jaarlijks € 199.845,-. De gemeente werd verzocht om
twee van de drie scholen voor te dragen en dit voor 1 december 2002 formeel
kenbaar te maken.
Dit heeft tot een instemmingsoverleg OK-scholen (d.d.
26-11-2002) geleid. De essentie van dit overleg is dat, met de inzet van
gemeentelijke GOA-middelen en OK-middelen het mogelijk wordt om alle
oorspronkelijke OK-plannen te honoreren. De globale uitwerking hiervan is
alsvolgt:
In het LOKABEL van 20 januari 2003 is dit voorstel
definitief afgehecht.
Vakteam Onderwijs
6 februari 2003
Elly Mulder