Memo

 

Datum

6-02-2003

Opsteller

Elly Mulder

Bijlagen

0        

Onderwerp

Ok-beleid in de gemeente Delft.

Informatie ten behoeve van het College van B&W en gemeenteraad

 

 


Inleiding

Vanaf 2000 voert het ministerie van OC&W het onderwijskansenbeleid. Onderwijskansenbeleid kan worden beschouwd als onderwijsachterstandenbeleid (GOA-beleid), maar dan toegespitst op de individuele schoolorganisatie (zie kaderbrief Gemeentelijk Onderwijsachterstandenplan, kader 11)

Nadat eerst de vier grote steden voor dit beleid in aanmerking kwamen, werd in de daaropvolgende fase de G21/100.000+ in de gelegenheid gesteld tot deelname aan het OK-beleid. De keuze om deze gemeenten in aanmerking te laten komen voor het
OK-beleid was gebaseerd op het bewonersaantal van die gemeenten (namelijk 100.000 inwoners of meer). Inhoudelijke argumenten lagen niet aan deze keuze ten grondslag. Zo kon het gebeuren dat gemeenten met verhoudingsgewijs minder onderwijsachterstandenproblematiek (dit komt tot uitdrukking in de gemiddelde GOA-score) wel in aanmerking kwamen voor het OK-beleid en de gemeente Delft met een relatief hoge gemiddelde GOA-score niet. Dit gegeven vormde de aanleiding voor het vakteam onderwijs om een gesprek aan te vragen bij het ministerie van OC&W. Dit gesprek heeft plaatsgevonden in november 2001. Op het ministerie werd de bovengeschetste problematiek onderkend, waarop de gemeente Delft werd uitgenodigd om een aantal scholen voor te dragen voor het onderwijskansenbeleid.

 

OK-beleid in de gemeente Delft

In december 2001 en januari 2002 hebben gesprekken plaatsgevonden met de schoolbestuurders en directeuren van een drietal basisscholen (alle met 50% of meer doelgroepkinderen) en de rector van één school voor voortgezet onderwijs, met een locatie 40% of meer Cumi-leerlingen. Deze gesprekken leverden bij de betrokkenen de bereidheid op binnen afzienbare tijd onderwijskansenplannen in te dienen. Tijdens het gesprek op het ministerie was namelijk de indruk gewekt dat de gemeente Delft zou mogen  deelnemen aan een toekenningsprocedure, waarin de aanvragen van plattelandsregio’s zouden worden gehonoreerd. In het voorjaar van 2002 bleek Delft hier toch niet bij betrokken te worden.

 

Uiteindelijk kwam, nadat de gemeente Delft met het ministerie contact had opgenomen, de uitspraak dat de plannen van de gemeente Delft zouden worden beoordeeld in het kader van de Regeling verbreding onderwijskansenbeleid. Deze regeling werd
8 mei 2002 van kracht.

 

In november 2002 heeft het ministerie van OC & W de formele beschikking afgegeven voor zowel de locatie van het voortgezet onderwijs en twee van de drie scholen voor primair onderwijs. De subsidie wordt verleend voor de periode van 1 augustus 2002 tot
1 augustus 2006 en bedraagt jaarlijks € 199.845,-. De gemeente werd verzocht om twee van de drie scholen voor te dragen en dit voor 1 december 2002 formeel kenbaar te maken.

 

Dit heeft tot een instemmingsoverleg OK-scholen (d.d. 26-11-2002) geleid. De essentie van dit overleg is dat, met de inzet van gemeentelijke GOA-middelen en OK-middelen het mogelijk wordt om alle oorspronkelijke OK-plannen te honoreren. De globale uitwerking hiervan is alsvolgt:

 

 

In het LOKABEL van 20 januari 2003 is dit voorstel definitief afgehecht.

 

 

Vakteam Onderwijs

6 februari 2003

Elly Mulder