Aanwezig:
dhr. L. de Haan (Grotius college), mw. J. de Wit (Mondriaan
Onderwijsgroep / Educatie), dhr. R. Kwaak (gemeente Delft), dhr. J. van der
Linden (Mondriaan Onderwijsgroep / Techniek), dhr. D. Rensen (Wethouder
gemeente Delft), dhr. F. Smiers (Reg.Ond. voor Beroepskwalificering), dhr. P.
de Weijer (Stanislas college) en dhr. J. Zijlstra (Christelijk Lyceum Delft).
Verslaglegging door dhr. M. van Wijk (OnderwijsTechnoCentrum Haaglanden).
Afwezig:
dhr. J. Berendse (Festo), dhr. J. Kersbergen (OnderwijsTechnoCentrum
Haaglanden)
Agenda:
1.
Opening
2.
Vaststellen agenda
3.
Verslag d.d. 31 januari 2003
4.
Samenwerkingsovereenkomst
5.
Vervolgstappen
6.
Rondvraag
7.
Sluiting
Betreft: Verslag
vergadering op 18-feb-2003 Reg. Techniekcentrum Delft
1.
Opening
Ivm ziekte van de heer Kersbergen zit de heer Rensen de
vergadering voor.
2. De
agenda wordt goedgekeurd.
3. Het
verslag van 3 februari kent een aantal kanttekeningen:
4. Samenwerkingsovereenkomst
Dhr Van
Wijk deelt de laatst herziene samenwerkingsovereenkomst uit. In het overleg
wordt een pauze ingelast zodat de aanwezigen de bijgestelde tekst kunnen
doornemen.
Algemene
reacties op de bijgestelde tekst:
Reacties op bijgestelde tekst:
Voor het
BBL traject wordt uitgegaan van beschikbare leerlingplaatsen in het
bedrijfsleven. Voor het BOL-traject lijkt dit nog wat lastiger. Stageplaatsen
zouden hiervoor ook buiten Delft gevonden kunnen worden. Hr V.d. Linden: “de
behoefte van bedrijven hieraan zal uit het bedrijfsbehoefteonderzoek moeten
blijken”. Hr Smiers wil BBL variant graag bespreekbaar houden temeer omdat dit
als breekijzer zou kunnen werken om een BOL opleiding te realiseren. Hr Rensen
wil graag de doelen duidelijk houden, waarop dhr. vd Linden reageert dat op
basis van blijkende bedrijfsbehoefte er trajecten al dan niet opgestart kunnen
worden. De verwachting is dat er meer behoefte zal zijn aan het BBL traject.
Hr. Vd Linden wil BBL traject zeker niet uitsluiten. In aanvang ging het alleen
om een BOL variant. Hij stelt voor de formulering ruim te houden en nu nog geen
besluit te nemen over BBL, BOL of beide.
Dhr. De Weijer
merkte n.a.v. overleg met zijn directie een aantal onduidelijkheden op:
Hij was
enigszins verrast door Mechatronica, de verrijkingsmodule en de snelheid in het
initiatief. Hierdoor kan hij op dit moment niet goed de consequenties overzien. Hij
kan zich vinden in de intenties, maar heeft moeite met de concreetheid in de
samenwerkingsovereenkomst. Wat betekent het organisatorisch wanneer (hoeveel?)
leerlingen op andere locaties lessen verrijkingsmodule gaan volgen en hoeveel
uur wordt hier aan besteed.
Hr. Zijlstra
sluit zich hierbij aan. Hij wil zich graag gezamenlijk inzetten voor promotie
techniek, maar zit met vragen als:
Wie levert de docenten, Wie draagt de verantwoordelijkheid
voor de leerling wanneer hij/zij zich op een andere locatie bevindt. Wie gaat
wat betalen. Uit de strekking van de tekst maakt hij op dat hij een
verplichting heeft tot het leveren van leerlingen.
Hr. De Haan
stelt voor om deze onzekerheden in een later stadium weg te werken / uit te
werken en is er van overtuigd dat dit slechts organisatorische punten zijn. Hr Zijlstra
stelt voor deze organisatorische onzekerheden mee te nemen in het contract.
Hr. Rensen stelt voor om contract te splitsen naar een
“nastreef” gedeelte en een “overeenkomst” gedeelte.
Dhr. De Weijer
vraagt zich af hoeveel leerlingen dit “kost” van de metaal en elektro-afdelingen.
Hr De Haan
benadrukt dat de VMBO’s elkaar kunnen ondersteunen.
Hij schetst
het probleem als de volgende “massa”
Door een
maximaal aantal uren te stellen aan de verrijkingsmodule ontstaat er een model
waarmee gerekend kan worden. Het programma draait elders in NL reeds. Hiervan
kan een deel geïntegreerd worden. Oplossingen kunnen ook gevonden worden in
extra lestijd. In de praktijk blijkt dat men (elders in het land) deze
ontwikkelingen met een neutraal budget heeft kunnen bewerkstelligen (lestijd en
personeel).
Dhr
Zijlstra benadrukt nogmaals enig voorbehoud mee te nemen in de overeenkomst,
waarop de heer Rensen reageert dit juist zoveel mogelijk te willen voorkomen.
Hij stelt voor met een duidelijk verhaal naar een doel te gaan, nl het starten
van deze opleidingen, waarbij een deel van de te begane weg nog niet te
overzien is. Hr Smiers vult hem aan door te benadrukken dat het gaat in vertrouwen
hebben in elkaar, dat het gaat om een groeiproces en ondernemen.
Hr Rensen
vat de discussie als volgt samen:
5. Vervolgstappen
Ondertekeningplechtigheid op 12
maart 2003 om 17:00 uur bij het ROB te Delft.
Het
volgende overleg is gepland op donderdag
20 maart om 9:00 uur bij het ROB te Delft.
6. Rondvraag
Geen bijzonderheden
7. Sluiting
Het OTC
wordt verzocht de nieuwe overeenkomst op te stellen en rond te zenden
Het OTC
wordt verzocht om in overleg een nieuwe agenda op te zetten.