De gemeente heeft te maken met:
*
De Drank- en Horecawet
*
De exploitatieverordening Horeca
*
Beleid t.a.v. Speelautomaten (Wet op de kansspelen)
*
Coffeeshopbeleid
*
Politie-ingrijpen m.b.t. strafrecht (o.a. Opiumwet)
* De Drank- en Horecawet
Binnen
Delft is de Drank- en Horecaverordening (1996) van kracht. Deze is gebaseerd op
de Drank- en Horecawet. De verordening regelt o.a. het aanvragen en intrekken
van een verlof en de mogelijkheden tot ontheffing.
Toezicht
op naleving van de Drank- en Horecawet wordt verricht door toezichthouders van
de Keuringsdienst van Waren (afdeling horeca-inspectie) en valt dus niet
rechtstreeks onder de gemeente. In het kader van intensivering van de
controles is het aantal toezichthouders onlangs uitgebreid met 50. Het gevolg
is dat er in cafés en supermarkten meer controle is gekomen op het handhaven
van leeftijdsgrenzen m.b.t. tot alcoholverkoop. Er is regelmatig contact- en
afstemming tussen TOR en de Keuringsdienst van Waren. Verder vindt er iedere 3
weken overleg plaats tussen de horecaondernemers in de binnenstad, Horeca
Nederland, TOR, Servicecentrum Bedrijven en politie. De agenda wordt bepaald
door actualiteiten (bijv. komende evenementen) en relevante thema’s.
In 2000 is ge gewijzigde Drank- en Horecawet (2000) in
werking getreden.
Enkele wijzigingen:
-
De verstrekker van alcohol is verplicht aan de hand van een
leeftijdsdocument vast te stellen of de aspirant-koper de wettelijke
leeftijdsgrens heeft bereikt
-
Het is verplicht om de leeftijdsgrenzen te melden bij alle
verkooppunten en terrassen en bij de toegang tot slijterijen.
-
Benzinestations mogen geen alcoholhoudende drank verkopen.
Voor gemeenten biedt de wet de mogelijkheid om aanvullende
voorwaarden in de vergunningverlening vast te leggen, zoals:
-
In bepaalde type instellingen (zoals buurthuizen,
jongerencentra, sportkantines en verenigingscentra) mag geen sterke drank of
zelfs geen alcoholhoudende drank meer worden verkocht.
-
Voor een bepaald gebied gelden beperkingen voor de verkoop
van alcohol.
-
Voor een bepaald tijdsbestek gelden beperkingen voor de
verkoop van alcohol.
-
De toelating voor jongeren in bepaalde type inrichtingen
wordt opgetrokken tot maximaal 21 jaar.
-
De verstrekking van alcoholhoudende dranken voor gebruik
elders dan ter plaatse voor een bepaalde periode wordt verboden.
Deze bepalingen kunnen bijv. gebruikt worden bij
evenementen.
Voor bepaalde instellingen (zoals buurthuizen,
jongerencentra, sportkantines en verenigingscentra) met een kantine in eigen
beheer gelden nieuwe wettelijke bepalingen:
-
Alle barvrijwilligers van verenigingen met een eigen kantine
zijn verplicht tot het volgen van een Instructie Verantwoord Alcoholgebruik
(IVA). Voor de sportverenigingen wordt dit verzorgd door de Sportraad
Zuid-Holland.
-
Er dienen 2 leidinggevende te zijn, die in het bezit zijn
van de Verklaring Sociale Hygiëne.
-
Verenigingen zijn voor het verkrijgen van een gemeentelijke
vergunning verplicht een bestuursreglement op te stellen waarin verantwoorde
alcoholverstrekking wordt gewaarborgd en waarop alle barvrijwilligers vermeld
moeten zijn.
-
Leeftijdsgrenzen en schenktijden moeten zichtbaar in de
kantine worden opgehangen.
Vanwege
het feit dat deze strenge eisen in de praktijk nog niet haalbaar blijken heeft
de overheid besloten tot enkele aanpassingen: De leidinggevenden die in bezit
zijn van de verklaring sociale hygiëne mogen de voorlichting van de
barvrijwilligers zelf regelen. Van deze vrijwilligers moet wel een lijst worden
bijgehouden.
* Exploitatieverordening
Horeca (1998)
Alle horecagelegenheden (ook sportkantines, buurthuizen,etc)
moeten in het bezit zijn van een exploitatievergunning. Hierin zijn bepalingen
opgenomen m.b.t.: openingstijden, ordeverstoring, ontzegging toegang,
intrekking, toegang van politie- en opsporingsambtenaren,etc. Met enige
regelmaat vinden er integrale horecacontroles plaats, bijvoorbeeld in
sportkantines. De gemeente heeft de mogelijkheid om een
vergunning te weigeren of in te trekken als een leidinggevende of ondernemer
zich niet aan de regels houdt. Dat kan als de leeftijdsgrenzen niet in acht
worden genomen of als er sprake is van overlast of een onveilige situatie. In
bijzondere omstandigheden kan de gemeente besluiten de verkoop van alcohol voor
een bepaalde tijd in een bepaald gebied helemaal te verbieden.
*
Speelautomaten
Speelautomaten vallen onder de werking van de Wet op de
kansspelen (WOK). Het Speelautomatenbesluit uit 1999 heeft geleid tot enkele
aanscherpingen van deze wet:
- Gemeenten moeten voor hoogdrempelige inrichtingen voor
maximaal twee kansspeelautomaten een vergunning afgeven. Voor het aantal
behendigheidsautomaten geldt gemeentelijke beleidsvrijheid.
- Voor laagdrempelige gelegenheden wordt geen vergunning
verleend.
- In speelautomatenhallen geldt een minimum leeftijdsgrens
van 18 jaar.
De bedrijfsleider en beheerder moeten beschikken over
voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten
en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving. Hij is verplicht daartoe
een cursus te volgen. De gemeente Delft heeft er voor gekozen geen
speelautomatenhallen toe te staan.
*
Coffeeshopbeleid
In de Nederlandse politiek is druggebruik een hot item. De
regering wil de risico’s van druggebruik graag voorkomen of beperken. Daarom
maakt de Opiumwet sinds 1976 onderscheid tussen drugs met onaanvaardbare
risico’s (harddrugs) en minder risico’s (softdrugs). Door softdrugs uit het
criminele circuit te houden kan de overheid de kwaliteit van hasj en wiet
bewaken. In coffeeshops wordt de verkoop van softdrugs, onder bepaalde
voorwaarden, niet strafrechtelijk vervolgd.
In
Delft zijn 6 coffeeshops (maximum) en 2 growshops; er is geen smartshop. M.b.t.
coffeeshopbeleid worden de landelijke richtlijnen
(AHOJ-G+
criteria) gevolgd:
-
geen Affichering (reclame)
-
geen Harddrugs verkopen
-
geen Overlast rond de coffeeshops
-
geen toegang voor Jeugdigen onder de 18 jaar (ook niet om alleen iets te
drinken)
-
geen verkoop van Grote hoeveelheden (niet meer dan 5 gram per transactie)
Alcohol
verkopen in coffeeshops is verboden.
In
Delft gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
-
geen gokkasten
-
sluitingstijdstip 01.00 uur
-
geen terrasvergunning
-
verboden gehoor te geven aan telefonische bestellingen
Er
vindt regelmatig overleg plaats tussen de burgemeester en de coffeeshophouders.
*
Politie-ingrijpen en overlast
Ingrijpen
m.b.t. wetsovertredingen op het gebied van productie, handel en gebruik van
drugs is uiteraard de verantwoordelijkheid van politie. Wel komen deze zaken
aan de orde binnen het driehoeksoverleg (burgemeester, korpschef van politie,
officier van justitie).
Strikt genomen is het bezit van zowel hard- als softdrugs
strafbaar maar gebruikershoeveelheden zijn toegestaan. Als je niet meer dan 0.5
gram harddrugs of 30 gram softdrugs voor eigen gebruik bij je hebt, wordt je
niet vervolgd.
Recent zijn na een politie-inval op last van de burgemeester
2 cafés voor een jaar gesloten wegens handel- en het in bezit hebben van
harddrugs. Hierbij is gebruik gemaakt van de Wet Damocles (aantasting van de
leefbaarheid en veiligheid in de omgeving). Verder heeft de politie in 1999 en
2000 een drugsinfiltratie in Delft gehouden. Daarbij werden zes mensen opgepakt
en 250.000 XTC pillen in beslag genomen. Bovendien is ingegrepen tegen het
dealen rond het station. Bij het station heeft de politie veelal te maken met
z.g. “reizende junks”, die zich onder meer schuldig maken aan zakkenrollerij.
Het aantal meldingen van drugsoverlast bedroeg in 2002
ongeveer 110. Het betreft met name overlast van gebruikerspanden en hennepkwekerijen
(waarvan er onlangs een is opgerold). De politie acht het probleem beheersbaar
in Delft.
Uit gesprekken met jongeren komt naar voren dat in wijken
als Buitenhof, Poptahof en Tanthof veel wordt gedeald. Drugshandelaars staan
vaak voor de jongerencentra te dealen. Bovendien ronselen ze vaak zeer jonge
“runners”. De politie geeft in het bureauwerkplan prioriteit aan het bestrijden
van drugsoverlast in de wijken. In het kader van het plan Opgroeien in Delft
wordt gestreefd naar intensievere samenwerking op het gebied van orde en
veiligheid voor de groep jongeren. Een van de maatregelen is het aanstellen van
een aparte politiefunctionaris.
*
Uitgaan
Zogenaamde partydrugs zijn populair binnen het uitgaansleven
(XTC, speed en m.n. cocaïne), vaak in combinatie met alcohol (langer kunnen
feesten, langer kunnen doordrinken). Hoe problematisch dit binnen DWO is, is
niet geheel duidelijk. Bij horeca, politie en gemeente bestaat in ieder geval
niet de indruk dat er op dit gebied in Delft excessen plaatsvinden. Voor zo ver
men er zicht op heeft, meldt me dat er “weinig aan de hand is in Delft”.
In het kader van het Integraal Veiligheidsbeleid in Delft
kan nog het traject “Veilig Uit en Thuis” genoemd worden. Dit is een
samenwerkingsverband tussen gemeente, (studenten)horeca, politie en justitie.
Er wordt een set (preventieve) maatregelen ontwikkeld om het uitgaanscentrum
van Delft voor de toekomst veilig en gezellig te houden. Zo zijn er bordjes met
huisregels opgehangen in horecagelegenheden. Hierop staat vermeld dat er geen
drugs gebruikt mogen worden en dat er niet meer geschonken wordt aan klanten
onder invloed. Bovendien kan hen de toegang worden ontzegd.
Verdere
ideeën in dit verband: een keurmerk veilig uitgaan voor horecagelegenheden en
voorlichting gericht op het tegen gaan van overmatig gebruik van uitgaansdrugs
(cocaïne, pillen). Er zijn echter nog geen concrete plannen ontwikkeld.
* Scholieren voortgezet onderwijs
Het project De Veilige School is onderdeel van het Integraal
Veiligheidsbeleid. Dit project richt zich op het veiligheidsbeleid op de
middelbare scholen in Delft. Zo wordt er nagedacht over:
- Hoe om te gaan met de toename van alcoholgebruik en
softdrugs.
- Maatregelen bij de organisatie van schoolfeesten.
In
Delft worden ook buiten de middelbare scholen scholierenfeesten georganiseerd
(momenteel in Speakers). Hierop wordt vanuit Toezicht Openbare Ruimte controle
uitgeoefend en er worden huisregels afgesproken (geen drugsgebruik, handhaven
leeftijdsgrenzen alcoholgebruik dmv polsbandjes, legitimeren). Wanneer men zich
niet aan de afspraken houdt ingegrepen, bijvoorbeeld door een tijdelijke
sluiting ges (bijv. discotheek Alcatraz). Bovendien wordt getracht rond het
tijdstip van schoolfeesten omliggende supermarkten te laten controleren op het
handhaven van de leeftijdsgrenzen m.b.t. alcohol (i.v.m. “indrinken”).
Op
dit moment wordt er, naar aanleiding van een te organiseren feest in het
najaar, een voorbeeldprotocol opgesteld. Hierbij zijn de beleidsmedewerkers
jongeren en TOR betrokken.