Bijlage 2
De belangrijkste verschillen tussen de verschillende CAO’s
Arbeidsovereenkomst:
In het
onderwijs kan de werknemer die niet de bij wet voorgeschreven
onderwijsbevoegdheid bezit niet benoemd worden voor onbepaalde tijd.
Beëindiging
dienstverband
geen grote
verschillen
Opzeggingstermijnen
Wel verschil.
In het voortgezet onderwijs wat langer dan in het primair onderwijs. Bij
Welzijn is de opzeggingstermijn het kortst.
Salaris
Voor
onderwijsgevenden is aanstelling binnen CAO primair onderwijs of CAO Voortgezet
Onderwijs aantrekkelijker.
Met name het
te bereiken maximum-salaris ligt beduidend hoger.
Voor de
conciërge en de administratief medewerker is aanstelling binnen CAO primair
onderwijs minder aantrekkelijk. Door middel van het verstrekken van een
garantie dient een eventueel verlies aan inkomen te worden voorkomen.
Er dient voor
alle personeelsleden die nu onder CAO Welzijn vallen een vergelijking te worden
gemaakt tussen het huidige netto salaris (CAO Welzijn) en het netto-salaris dat
bij indiensttreding bij de J.C. Pleysierschool wordt verkregen.
Ziektekostenverzekering
Voor
onderwijsgevenden die bij Welzijn op basis van hun inkomen verplicht verzekerd
zijn ingevolge de ziekenfondswet betekent indiensttreding bij de J.C.
Pleysierschool een beëindiging van de verzekering via het ziekenfonds. Deze
groep dient zich particulier te verzekeren.
Zij komen in
aanmerking voor een vergoeding in de ziektekosten.
Bij de
bovengenoemde vergelijking van het huidige netto salaris met het nieuwe netto
salaris wordt deze wijziging ook meegenomen.
Pensioenfonds
Medewerkers
die onder Welzijn vallen stappen over van PGGM naar ABP.
Er dient,
indien men dit wenst, een waardeoverdracht plaats te vinden binnen twee maanden
na indiensttreding.
Normjaartaak/arbeidsduur/vakantieverlof
Op papier is
er sprake van een wijziging. Voor zover bekend zijn er al afspraken met de
medewerkers van De Wissel gemaakt dat zij gedurende de weken dat de kinderen op
school zijn gemiddeld meer dan 36 uur bij een volledige werkweek werken. Deze
uren worden gecompenseerd tijdens de schoolvakanties.
Door middel
van het opstellen van een normjaartaakbrief voor iedere medewerker zal
duidelijk worden dat de verschillen niet groot zijn.
Korting
salaris in verband met ziekte
Zowel bij
Welzijn als bij Onderwijs wordt het salaris gedurende de eerste 18 maanden van
het ziekteverlof volledig doorbetaald. Na achttien maanden wordt bij Welzijn
85% van het netto salaris doorbetaald. Bij Onderwijs wordt 80% van het bruto
salaris doorbetaald. Dat komt nagenoeg overeen. Bij Onderwijs wordt de korting
alleen toegepast bij een verlofomvang van 55% of meer van de betrekkingsomvang.
Conclusies na vergelijking
CAO primair onderwijs, CAO voortgezet onderwijs en CAO Welzijn:
De overstap
van de medewerkers die nu in dienst zijn bij een instelling voor voortgezet
onderwijs naar de J.C. Pleysierschool heeft geen nadelige consequenties.
Voor het personeel dat nu in dienst is
van het S.J.D., twee personeelsleden, geldt dat er sprake is van een andere
inschaling, een ander salarisuitzicht en een ander pensioenfonds.
Ook hier worden geen nadelige
consequenties verwacht.
Voorbeeld overeenkomst
Overeenkomst inzake de regeling van de overgang van de medewerkers die per
31 juli 2004 op detacheringsbasis werkzaam zijn bij de Wissel naar de Stichting
Heilpedagogische Samenwerkingsschool voor VSO/ZMOK te Den Haag.
De ondergetekenden,
1.
………………… enerzijds en
2.
Stichting H.S.S. voor VSO/ZMOK, in deze
vertegenwoordigd door K. Richel.
komen het volgende overeen.
Begripsbepalingen
a.
werknemers: de
werknemers die op 31 juli 2004 zijn gedetacheerd bij “de Wissel”
b.
oude werkgever: …………….
c.
nieuwe werkgever:
Stichting Heilpedagogische Samenwerkingsschool voor VSO/ZMOK (J.C.
Pleysierschool)
1.
Functie,
salaris, arbeidsduur, werktijden, pensioenrechten en diensttijd
a.
Alle
werknemers die per 31 juli 2004 willen overgaan van de oude werkgever naar de
nieuwe werkgever behouden hun functie, salaris, salarisuitloop, arbeidsduur en
werktijden.
Uitgangspunt bij de salarisconversie is de salarisregeling van de CAO primair
onderwijs.
Indien toepassing daarvan leidt tot een lager bruto en/of netto-salaris of een
lagere bruto-salarisuitloop, wordt een bruto-toeslag verstrekt die het
negatieve verschil in het netto-salaris volledig compenseert.
b.
Ter
uitvoering van het gestelde in lid a zal eerst een besluit worden genomen over
de functie-toekenning op basis van de salarisregeling van de CAO primair
onderwijs. Indien die leidt tot een hoger bruto èn netto salaris en een hogere
salarisuitloop, dan wordt het functiesalaris toegekend.
c.
Indien
toepassing van lid b leidt tot een lager netto-salaris dan wordt een
bruto-salaristoeslag uitgekeerd die het netto-verschil volledig compenseert.
d.
Indien
de functie-toekenning op basis van de salarisregeling van de CAO leidt tot een
lager bruto-salaris en/of een lagere salarisuitloop, dan zal het verschil als
bruto salaristoeslag aan de werknemer worden uitbetaald.
e.
Een
procentuele verhoging van de salarissen in de CAO zal ook op de toeslagen
worden toegepast.
f.
De in
dit artikel bedoelde aanspraken vervallen:
1.
bij het (be)eindigen van de
arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever, anders dan als gevolg van een
fusie van de onderneming of een onderdeel daarvan;
2.
indien de salariëring van de werknemer
op enig moment de aanspraak genoemd in dit artikel overschrijdt, anders dan
tengevolge van uitbreiding van de overeengekomen arbeidsduur.
g. De nieuwe werkgever zal ervoor zorgdragen dat alle werknemers die in dienst
treden bij
de
nieuwe werkgever en deelnemer zijn in het PGGM de aldaar opgebouwde pensioen-
waarde
kunnen overdragen aan het ABP.
h. De nieuwe werkgever verzorgt dat dienstjaren doorgebracht bij de “oude
werkgever”of
diens rechtsvoorgangers zullen
gelden alsof deze, voor wat betreft de volgorde van
ontslag, meetellen als diensttijd
doorgebracht bij de J.C. Pleysierschool.
a.
Behoud verworven rechten
a. Indien de werknemer op het moment van
overgang van het dienstverband verworven
rechten
boven of naast de CAO heeft tegenover de oude werkgever, behoudt de
werknemer
deze rechten tegenover de nieuwe werkgever. Deze rechten worden
geïnventariseerd
door de oude werkgever en met instemming van de werknemer
vastgesteld.
b. Regelingen waaraan individuele werknemers rechten kunnen ontlenen blijven
voor die
werknemers
eveneens van kracht bij de nieuwe werkgever. Deze regelingen worden
door de oude werkgever geïnventariseerd
en met instemming van de werknemer vast-
gesteld.
Alle onder a en b genoemde
rechten en regelingen worden in de individuele arbeidsovereenkomst vastgelegd.
b.
plaats
van tewerkstelling;
Voor alle
werknemers van de J.C. Pleysierschool geldt dat men is benoemd aan de school en
niet aan een lesplaats. In principe kan men op alle lesplaatsen worden ingezet.
Het uitgangspunt is dat men op basis van expertise wordt ingezet.
Overplaatsing naar een andere lesplaats wordt toegepast bij wederzijds
goedvinden of indien er zwaarwegende argumenten zijn aan te voeren.
c.
taken
werknemers
De werknemers treden in dienst van de J.C. Pleysierschool. Dat houdt in dat zij
daad-werkelijk ingezet kunnen worden voor werkzaamheden met of voor de
leerlingen van de school voor VSO/ZMOK.
d.
Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in
werking met ingang van 1 augustus 2004.
Aldus overeengekomen te op
Vergelijking rechtspositie en arbeidsvoorwaarden
J.C. Pleysierschool (RPBO en CAO
Primair onderwijs 2002-2004)
Arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt gesloten
voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd.
Een dienstverband voor bepaalde tijd
wordt in elk geval overeengekomen wanneer:
- de werknemer niet de bij wet voorgeschreven
onderwijsbevoegdheid bezit, de duur van dit dienstverband bedraagt ten
hoogste 12 maanden;
(jaarlijks dient er melding bij de inspectie voor het onderwijs te worden gedaan van het in dienst hebben van onbevoegde docenten. De ontheffing wordt voor telkens voor een periode van één schooljaar verleend. De werknemer ontvangt ieder nieuw schooljaar weer een nieuw jaarcontract). - bij vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer,
telkens voor ten hoogste 1 jaar;
- als voorziening in een tijdelijke vacature, voor ten
hoogste 1 jaar;
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden in het kader van contractactiviteiten, of uitsluitend een
dergelijke werknemer vervangt, een en ander voor ten hoogste 3 jaar;
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter
beschikking zijn gesteld, of uitsluitend een dergelijke werknemer
vervangt, een en ander voor ten hoogste 3 jaar.
Beëindiging van het dienstverband
- door ontslag door de werkgever op grond van
plichtsverzuim, onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de
door hem uitgeoefende functie, anders dan op grond van ziels- of
lichaamsgebreken, opheffing van de instelling of de dienst van de
instelling, ziekte of arbeidsongeschiktheid indien deze 2 jaar
onafgebroken heeft geduurd en herstel binnen 6 maanden na deze 2 jaar
redelijkerwijs niet is te verwachten en er geen reële
herplaatsingsmogelijkheden bij de werkgever zijn, andere met name genoemde
gewichtige omstandigheden;
- door beëindiging van het dienstverband met
wederzijds goedvinden;
- door gebruik te maken van de FPU-regeling;
- met ingang van de eerste dag van de maand volgend op
die waarin de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt;
- door het verstrijken van de tijd waarvoor hij werd
aangegaan;
- op het moment dat aan de werknemer bij
onherroepelijke rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het geven van
onderwijs is ontnomen;
- door overlijden van de werknemer
Opzeggingstermijnen
De werkgever neemt bij opzegging
de volgende opzeggingstermijn in acht:
o
tenminste 1 maand indien het
dienstverband 12 maanden of minder heeft geduurd;
tenminste 3
maanden indien het dienstverband meer dan 12 maanden doch minder dan 15 jaar heeft geduurd;
o
tenminste 4 maanden indien het
dienstverband 15 jaar of meer heeft geduurd.
De werknemer neemt bij ontslag
de volgende opzeggingstermijn in acht:
o
tenminste 1 maand indien het
dienstverband minder dan 15 jaar heeft geduurd;
o
tenminste 2 maanden indien het
dienstverband 15 jaar of meer heeft geduurd.
Een dienstverband voor bepaalde tijd
kan tussentijds worden beëindigd door werkgever en werknemer met inachtneming
van een opzeggingstermijn als hierboven genoemd.
Met wederzijds goedvinden kan van de
termijnen worden afgeweken.
Werkgelegenheidsbeleid en afvloeiing
Keuze uit twee modellen.
Ten aanzien van het beleid inzake
werkgelegenheid en afvloeiing zijn de twee volgende modellen mogelijk:
a. de regeling werkgelegenheidsbeleid;
b. de regeling ontslagbeleid.
De J.C. Pleysierschool hanteert de
regeling ontslagbeleid.
Indien door omstandigheden zoals
sluiting van een lesplaats of terugloop van het aantal formatieplaatsen personeel
zal moeten afvloeien wordt er uitgegaan van drie categorieën personeelsleden,
te weten:
- onderwijsgevend personeel;
- onderwijs ondersteunend personeel;
- de directeur.
Afvloeiing vindt in de volgende
volgorde plaats:
1. eerst de belanghebbende met een
aanstelling voor bepaalde tijd;
2. vervolgens de belanghebbende met een
aanstelling voor onbepaalde tijd;
3. als laatste de directeur.
Binnen de groep belanghebbenden met een aanstelling voor
onbepaalde tijd wordt degene die de minste diensttijd heeft, waarbij in het
geval van gelijke diensttijd de jongste in leeftijd het eerst in aanmerking komt, als
eerste ontslagen.
De bepaling vanuit welke categorie als
eerst een personeelslid dient af te vloeien is afhankelijk van de samenstelling
van het team op dat moment.
Wanneer er sprake is van afvloeiing van
een personeelslid met een aanstelling voor onbepaalde tijd dan zal, voordat er
tot ontslag kan worden overgegaan, betrokkene eerst een schooljaar in het
zogenaamde risicodragend deel van de formatie (rddf) te worden geplaatst.
Gedurende dat schooljaar zijn beide partijen verplicht in redelijkheid alles in
het werk te stellen gedwongen ontslag te voorkomen. Te denken valt aan
overplaatsing binnen het bestuur, tijdelijk andere werkzaamheden, tijdelijke
uitplaatsing, outplacement, ondersteuning bij sollicitatie, (om)-scholing en
dergelijke.
Het aantal dienstjaren bij de J.C.
Pleysierschool en diens rechtsvoorgangers is bepalend.
Diensttijd bij de SVSD, de Stroom en de Wissel of hun respectievelijke
rechtsvoorgangers of perioden die daar op detacheringsbasis zijn doorgebracht
direct voorafgaand aan de fusie of integratie met de J.C. Pleysierschool wordt
gelijk gesteld met diensttijd bij de J.C. Pleysier-school.
Salaris bruto maandsalaris
schaal minimum maximum
schoonmaker 1 1294 1529
conciërge 3 1322 1830
administratief medewerker 4 1349 1926
adm. medew. met coördinerende
taken 5 1378 2023
klassenassistent/psych. ass. 4 1349 1926
techn onderwijsassistent 5 1378 2023
lerarenondersteuner 7 1529 2338
maatschappelijk deskundige 8 1731 2645
docent LB 2150 3285
beleidsmedewerkers 10 1973 3285
orthopedagoog 11 2073 3834
psycholoog 11 2073 3834
lesplaatsmanager 11 2073 3834
De genoemde bedragen zijn gebaseerd op
het prijspeil van 1 augustus 2002 en gelden bij een volledige betrekking.
Indien men 60 dagen of meer of
gedurende alle weken van het schooljaar in dienst was ontvangt men in de maand
augustus een periodiek totdat het maximum van de schaal is bereikt.
Ziektekostenverzekering
Voor bovengenoemde functies met
uitzondering van de functie docent geldt dat indien het inkomen onder de
ziekenfondsgrens blijft men verplicht verzekerd is conform de ziekenfondswet.
Ligt het inkomen hoger dan genoemde grens dan dient men zelf voor een
ziektekostenverzekering (particulier) zorg te dragen.
Voor docenten geldt dat, ongeacht de
hoogte van het inkomen, men niet onder de ziekenfondswet valt. Men dient zelf
zorg te dragen voor een ziektekostenverzekering.
Voor alle personeelsleden die zich
particulier dienen te verzekeren geldt dat men in aanmerking komt voor een
genormeerde tegemoetkoming in de kosten van de verzekering.
De vergoeding is gebaseerd op de omvang
van de betrekking.
Pensioenfonds
Voor alle werknemers is de
pensioenvoorziening ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds ABP.
Indien men dit wenst kan men binnen
twee maanden na indiensttreding de opgebouwde pensioenwaarde bij een ander
pensioenfonds overdragen aan het ABP.
Normjaartaak
Voor iedere werknemer van de J.C.
Pleysierschool geldt een normjaartaak van 1659 uur bij een volledige baan. Voor
medewerkers met een deeltijdaanstelling wordt de norm naar rato van de
betrekkingsomvang berekend.
Voor docenten en medewerkers met
leerlinggebonden uren geldt de volgende verdeling:
10 % van de uren is bedoeld voor
deskundigheidsbevordering 166 uur
per jaar mag men maximaal belast worden
met leerlinggebonden uren: 930 uur
de overige uren zijn bestemd voor niet
leerlinggebonden taken 563
uur
Voor de overige medewerkers geldt deze
verdeling niet.
De normjaartaak wordt voor het
onderwijsondersteunend personeel, afhankelijk van de leeftijd en de functie,
verminderd met de zogenaamde leeftijdsuren en schaaluren.
De ADV is verrekend met de normjaartaak.
Werknemers kunnen er voor kiezen de
adv-uren te sparen en op een later tijdstip geclusterd op te nemen.
Vakantieverlof
De werknemer geniet gedurende de
schoolvakanties dan wel de periode waarin de instelling geen onderwijs verzorgt
of examens afneemt, vakantieverlof met behoud van loon.
De werknemer houdt zich zo nodig
gedurende enkele dagen van het verlof ter beschikking van de werkgever ten
behoeve van werkzaamheden van onderwijskundige of schoolorganisatorische aard.
Uitgangspunt is dat het onderwijsondersteunend
personeel gedurende de eerste en de laatste week van de zomervakantie
beschikbaar houdt voor werkzaamheden. In de verdeling van de normjaartaak wordt
daarmee, in overleg met de werknemer, rekening gehouden.
Korting salaris in verband met ziekte
De betrokkene die geheel of voor meer
dan 55% van zijn betrekking verlof geniet wegens ziekte of
arbeidsongeschiktheid, behoudt gedurende de kalendermaand waarin zijn
verhindering is ontstaan en vervolgens gedurende een termijn van 18 maanden zijn
volledige bezoldiging en daarna 80% hiervan tot het einde van zijn
dienstverband of het einde of vermindering van het ziekteverlof.
Medezeggenschap
Elke lesplaats vaardigt één medewerker
af om zitting te nemen in de medezeggenschapsraad.
Voortgezet Onderwijs Delft (RPBO en CAO VO 2002-2003)
Arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt gesloten
voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd.
Een dienstverband voor bepaalde tijd
wordt in elk geval overeengekomen wanneer:
- de werknemer niet de bij wet voorgeschreven
onderwijsbevoegdheid bezit, de duur van dit dienstverband bedraagt ten
hoogste 12 maanden;
- bij vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer,
telkens voor ten hoogste 1 jaar;
- als voorziening in een tijdelijke vacature, voor ten
hoogste 1 jaar;
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden in het kader van contractactiviteiten, of uitsluitend een
dergelijke werknemer vervangt, een en ander voor ten hoogste 3 jaar;
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter
beschikking zijn gesteld, of uitsluitend een dergelijke werknemer
vervangt, een en ander voor ten hoogste 3 jaar.
Beëindiging van het dienstverband
- door ontslag door de werkgever op grond van
plichtsverzuim, onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de
door hem uitgeoefende functie, anders dan op grond van ziels- of
lichaamsgebreken, opheffing van de instelling of de dienst van de
instelling, ziekte of arbeidsongeschiktheid indien deze 2 jaar
onafgebroken heeft geduurd en herstel binnen 6 maanden na deze 2 jaar
redelijkerwijs niet is te verwachten en er geen reële
herplaatsingsmogelijkheden bij de werkgever zijn, andere met name genoemde
gewichtige omstandigheden;
- door beëindiging van het dienstverband met
wederzijds goedvinden;
- door gebruik te maken van de FPU-regeling;
- met ingang van de eerste dag van de maand volgend op
die waarin de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt;
- door het verstrijken van de tijd waarvoor hij werd
aangegaan;
- op het moment dat aan de werknemer bij
onherroepelijke rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het geven van
onderwijs is ontnomen;
- door overlijden van de werknemer
Opzeggingstermijnen
Zowel de werkgever als de werknemer
neemt bij opzegging de volgende opzeggingstermijn in acht:
- tenminste 1 maand indien het dienstverband 6 maanden
of minder heeft geduurd;
- tenminste 2 maanden
indien het dienstverband meer dan 6 maanden doch minder dan 12
maanden heeft geduurd;
- tenminste 3 maanden indien het dienstverband 12 maanden
of meer heeft geduurd;
Een dienstverband voor bepaalde tijd
kan tussentijds worden beëindigd door werkgever en werknemer met inachtneming
van een opzeggingstermijn als hierboven genoemd.
Met wederzijds goedvinden kan van de
termijnen worden afgeweken.
Werkgelegenheidsbeleid en afvloeiing
Keuze uit twee modellen.
Ten aanzien van het beleid inzake
werkgelegenheid en afvloeiing zijn de twee volgende modellen mogelijk:
a. de regeling werkgelegenheidsbeleid;
b. de regeling ontslagbeleid.
Salaris bruto maandsalaris
schaal minimum maximum
schoonmaker 1 1294 1529
conciërge 3 1322 1830
administratief medewerker 4 1349 1926
klassenassistent/psych. ass. 4 1349 1926
techn onderwijsassistent 5 1378 2023
lerarenondersteuner 7 1529 2338
maatschappelijk deskundige 8 1731 2645
docent LB 2150 3285
beleidsmedewerkers 10 1973 3285
orthopedagoog 11 2073 3834
psycholoog 11 2073 3834
lesplaatsmanager 11 2073 3834
De genoemde bedragen zijn gebaseerd op het
prijspeil van 1 augustus 2002 en gelden bij een volledige betrekking.
Indien men 60 dagen of meer of
gedurende alle weken van het schooljaar in dienst was ontvangt men in de maand
augustus een periodiek totdat het maximum van de schaal is bereikt.
Ziektekostenverzekering
Voor bovengenoemde functies met
uitzondering van de functie docent geldt dat indien het inkomen onder de
ziekenfondsgrens blijft men verplicht verzekerd is conform de ziekenfondswet.
Ligt het inkomen hoger dan genoemde grens dan dient men zelf voor een
ziektekostenverzekering (particulier) zorg te dragen.
Voor docenten geldt dat, ongeacht de
hoogte van het inkomen, men niet onder de ziekenfondswet valt. Men dient zelf
zorg te dragen voor een ziektekostenverzekering.
Voor alle personeelsleden die zich
particulier dienen te verzekeren geldt dat men in aanmerking komt voor een
genormeerde tegemoetkoming in de kosten van de verzekering.
De vergoeding is gebaseerd op de omvang
van de betrekking.
Pensioenfonds
Voor alle werknemers is de pensioenvoorziening
ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds ABP.
Indien men dit wenst kan men binnen
twee maanden na indiensttreding de opgebouwde pensioenwaarde bij een ander
pensioenfonds overdragen aan het ABP.
Normjaartaak
Voor iedere werknemer van de J.C.
Pleysierschool geldt een normjaartaak van 1659 uur bij een volledige baan. Voor
medewerkers met een deeltijdaanstelling wordt de norm naar rato van de
betrekkingsomvang berekend.
Voor docenten en medewerkers met
leerlinggebonden uren geldt de volgende verdeling:
10 % van de uren is bedoeld voor
deskundigheidsbevordering 166 uur
per jaar mag men maximaal belast worden
met leerlinggebonden uren: 930 uur
de overige uren zijn bestemd voor niet
leerlinggebonden taken 563
uur
Voor de overige medewerkers geldt deze
verdeling niet.
De normjaartaak wordt voor het
onderwijsondersteunend personeel, afhankelijk van de leeftijd en de functie,
verminderd met de zogenaamde leeftijdsuren en schaaluren.
De ADV is verrekend met de
normjaartaak.
Werknemers kunnen er voor kiezen de
adv-uren te sparen en op een later tijdstip geclusterd op te nemen.
Vakantieverlof
De werknemer geniet gedurende de
schoolvakanties dan wel de periode waarin de instelling geen onderwijs verzorgt
of examens afneemt, vakantieverlof met behoud van loon.
De werknemer houdt zich zo nodig
gedurende enkele dagen van het verlof ter beschikking van de werkgever ten
behoeve van werkzaamheden van onderwijskundige of schoolorgani-satorische aard.
Uitgangspunt is dat het
onderwijsondersteunend personeel gedurende de eerste en de laatste week van de
zomervakantie beschikbaar houdt voor werkzaamheden. In de verdeling van de
normjaartaak wordt daarmee, in overleg met de werknemer, rekening gehouden.
Korting salaris in verband met ziekte
De betrokkene die geheel of voor meer
dan 55% van zijn betrekking verlof geniet wegens ziekte of
arbeidsongeschiktheid, behoudt gedurende de kalendermaand waarin zijn
verhindering is ontstaan en vervolgens gedurende een termijn van 18 maanden
zijn volledige bezoldiging en daarna 80% hiervan tot het einde van zijn
dienstverband of het einde of vermindering van het ziekteverlof.
CAO Welzijn 2001-2002
Arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt gesloten
voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd.
Een dienstverband voor bepaalde tijd
mag niet voor langer dan maximaal één jaar worden aangegaan, tenzij:
- bij vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer
voor maximaal 2,5 jaar;
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden waarvan vooraf vaststaat dat de financiering tijdelijk is
kan de duur van de arbeidsovereenkomst maximaal gelijk zijn aan die van de
financiering.
- indien de werknemer uitsluitend is belast met
werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter
beschikking zijn gesteld voor ten hoogste 2 jaar.
Beëindiging van het dienstverband
1.
door ontslag op staande voet wegens
dringende redenen
2. door opzegging van werkgever of werknemer met inachtneming
van de opzeggings-
termijnen;
3. door beëindiging van het dienstverband met wederzijds
goedvinden;
4. door gebruik te maken van de overbruggingsuitkering
ingevolge de pensioenregeling van
het PGGM
(FPU-regeling);
5. met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die
waarin de
pensioengerechtigde
leeftijd is bereikt;
6. door het verstrijken van de
tijd waarvoor hij werd aangegaan;
7. door ontbinding door de
rechter vanwege gewichtige redenen dan wel vanwege
wanprestatie;
8. door overlijden van de
werknemer.
Opzeggingstermijnen
De wederzijdse opzegtermijn bedraagt
voor de werkgever en de werknemer twee maanden, tenzij op grond van het
Burgerlij Wetboek of de Wet Flexibiliteit en Zekerheid een langere opzegtermijn
in acht dient te worden genomen.
Een dienstverband voor bepaalde tijd
kan tussentijds worden beëindigd door werkgever en werknemer met inachtneming
van een opzeggingstermijn als hierboven genoemd.
Met wederzijds goedvinden kan van de
termijnen worden afgeweken.
Ziektekostenverzekering
Voor bovengenoemde functies geldt dat
indien het inkomen onder de ziekenfondsgrens blijft men verplicht verzekerd is
conform de ziekenfondswet. Ligt het inkomen hoger dan genoemde grens dan dient
men zelf voor een ziektekostenverzekering (particulier) zorg te dragen.
Voor alle personeelsleden die zich particulier
dienen te verzekeren geldt dat men in aanmerking komt voor een genormeerde
tegemoetkoming in de kosten van de verzekering.
Pensioenfonds
Voor alle werknemers is de
pensioenvoorziening ondergebracht bij de PGGM.
Normjaartaak
Voor iedere werknemer met een volledige
betrekking bedraagt de arbeidsduur gemiddeld 36 uur per week.
Vakantieverlof
De werknemer met een volledig
dienstverband heeft recht op 170 uur basisvakantieverlof.
Afhankelijk van de leeftijd wordt dit
aantal verhoogd.
De tijdstippen van aanvang en einde van
de vakantie dienen door de werkgever tijdig in overleg met de werknemer te
worden bepaald, met dien verstande dat tenminste 2 weken aaneengesloten geen
arbeid wordt verricht.
Korting salaris in verband met ziekte
De betrokkene die geheel of gedeeltelijk
verlof geniet wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap of bevalling
heeft voor de duur hiervan gedurende 18 maanden aanspraak op doorbetaling van
100% van zijn laatstgenoten netto salaris en daarna gedurende 6 maanden
aanspraak op doorbetaling van 85% van zijn laatstgenoten netto salaris.
Bijlage 3 Financiële consequenties
Er zijn financiële consequenties
verbonden aan zowel het realiseren van de lesplaats voor VSO-Zmok als het
integreren van De Wissel in de J.C. Pleysierschool.
Voor de reguliere bekostiging wordt
uitgegaan van een uitbreiding van de J.C. Pleysierschool en niet van een
zelfstandige school. Dit betekent dat de J.C. Pleysierschool geen bekostiging
krijgt voor de ‘vaste voet’ in de materiële instandhouding en een deel van het
personeel, het betreft hier met name de lesplaatsmanager en de concierge. Het
betreft uitsluitend zmok-geïndiceerde leerlingen.
De gemeente zal bereid moeten zijn de
rijksvergoeding aan te vullen tot de normbedragen voor een zelfstandige school.
De dekking wordt gevonden in een deel van het bedrag dat vroeger naar de Wissel
ging en een deel van de gemeentelijke zorgmiddelen vo, die via het
samenwerkingsverband vo-svo lopen. Zie het bijgevoegde financiële overzicht. De
nieuw te realiseren lesplaats wordt als nevenvestiging erkend door het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hierdoor komt via het
Gemeentefonds voor Delft subsidie beschikbaar voor huisvesting.
De Pleysierschool toont jaarlijks de
meerkosten aan in de jaarrekening, ondersteund door een accountantsverklaring.
Tegelijkertijd zijn er financiële
consequenties wegens het opnemen van De Wissel, het spijbelopvangproject voor
niet-geïndiceerden. De gemeente bekostigde ca. de helft van de kosten van deze
spijbelopvang. De Wissel en de vso-zmok-vestiging delen tenminste de
lesplaatsmanager, de conciërge en het gebouw. Dit heeft kostenbesparingen tot
gevolg, die worden ingezet ten behoeve van deze hele operatie. Bijlage 3 gaat
uit van de structurele situatie. Dekking is er nog steeds bij de gemeente
(voormalige Wisselmiddelen ad € 50.000,-). Er is een besparing bij de
vervoerskosten. De vo-scholen zijn bereid gevonden een bedrag per leerling in
te zetten voor de maanden dat de leerling gebruik maakt van de voorziening. De
verwachting is dat de regiogemeenten een bijdrage willen blijven leveren, omdat
zij dit tot nu toe voor De Wissel altijd al hebben gedaan. Tenslotte is er een
jaarlijkse actie om niet-ingeschreven leerlingen via leerplicht te achterhalen
en in te schrijven bij het Grotius College, die de middelen doorsluist naar De
Wissel.
Er is een tijdelijk tekort als gevolg
van de in het onderwijs geldende t-1-methode. Dit betekent dat de school in de
periode dat zij groeit in leerlingenaantal slechts een gedeeltelijke
bekostiging heeft. De groei in leerlingaantal wordt pas het jaar erop in de
formatie en de exploitatievergoeding doorberekend. Dit tijdelijk tekort kan
niet voor rekening van de school komen. De gemeente zal zich ook hier garant
moeten stellen. Dekking wordt gevonden in de zorgmiddelen vo en de
onderwijsreserves.
Bijlage 4 Huisvesting
Als locatie is het gebouw aan de
Slauerhofflaan 275 gekozen. De ligging is gunstig voor deze categorie leerlingen
en het is ook een functioneel gebouw. Toch zijn allerlei aanpassingen nodig,
voordat het gebouw geschikt is voor vso-zmok-onderwijs. Er zitten nu immers
leerlingen van De Oostpoort basisschool in en leerlingen van de zmlk-school H.
Broeren. Van de noodzakelijke aanpassingen is een inventarisatie gemaakt. De
volgende posten worden aangepakt:
-
reinigen en herstellen voegwerk
-
controle dak en hemelwaterafvoeren
-
amoveren buitengebouwtje
-
opknappen tuin
-
schilderwerk buiten
-
aanpassing wanden van de gang, deuren
en kindertoiletten
-
renovatie plafonds
-
controle cv-installatie
-
zonodig aanpassen electra, water,
riolering, beveiliging e.d.
-
schilderwerk binnen
-
herstel borstweringen en plaatsen
dubbel glas.
De kosten zullen naar schatting €
250.000,- incl. BTW bedragen. Mocht dit bedrag niet toereikend zijn dan kunnen
de werkzaamheden eventueel gefaseerd worden uitgevoerd.
De school kan op 1 augustus 2003
starten in het nieuwe deel van het gebouw. Wanneer de renovatie-werkzaamheden
zijn afgerond, zal De Wissel naar dit deel verhuizen en gaat de vso-zmok naar
het aangepaste deel. Naar verwachting lukt dit nog niet direct na de
zomervakantie.
Tenslotte is bekend dat in dit gebouw
asbest aanwezig is (niet categorie 1). Bij bouwkundige aanpassing van dit pand
dient het asbest ook te worden verwijderd. Dit wordt meegenomen in de planning.
Voor asbestverwijdering is bij de gemeente een apart budget beschikbaar.
Onderdeel van de huisvesting is de
eerste inrichting. Die komt voor rekening van de gemeente. Voor 7 groepen incl.
praktijkruimten voor techniek, huishoudkunde en handvaardigheid is het
genormeerde bedrag € 145.000,-.
De wens bestaat de inrichting van De
Wissel te vernieuwen. Hiertoe heeft De Wissel een reserve. Het verdient
aanbeveling één en ander in samenhang te doen, zodat ook onderwijskundig
uitwisseling mogelijk wordt en inhoudelijke meerwaarde wordt bereikt. Het
gezamenlijke management en de gezamenlijke
huisvesting maken dit mogelijk.
Bijlage 5
Plan van Aanpak
Tot
Oprichten van een VSO –zmok lesplaats Delft onder gelijktijdige
realisatie van opvang van niet geïndiceerde leerlingen die (tijdelijk) niet
terecht kunnen
in het VO
Augustus
2002
A.J.
van Peppen
2.
Inleiding
In
een oriëntatiefase is onderzocht dat er in Delft behoefte is aan een VSO-zmok
school.
Betrokken
partijen (zie hoofdstuk 3) zijn het er over eens dat een integratie van de
taken van “De Wissel” en de J.C. Pleysier vso-zmok-school uit Den Haag een
goede optie is dit doel te bereiken.
Besloten
is om een Plan van aanpak te maken voor een project tot oprichting van een
lesplaats VSO-zmok.
Doel
van dit Plan van Aanpak is om Besturen en Gemeente Delft te voorzien van
informatie ten behoeve van de definitieve besluitvorming in april 2003 om de
lesplaats inhoudelijk, organisatorisch en rechtspositioneel in te richten.
3.
Missie
De
missie van dit project omvat dat er met ingang van augustus 2003 een lesplaats
VSO-ZMOK
in Delft start waarin in één onderwijsvoorziening VSO-ZMOK + Time-out
voorziening de verschillende financiële stromen ten behoeve van deze
doelgroepen in één managementstructuur samengevoegd worden. Dit betekent dat de
huidige werkzaamheden van “De Wissel”,
een regionaal centrum voor voortijdig schoolverlaters, binnen deze
onderwijsvoorziening wordt opgenomen.
Een harde
randvoorwaarde is dat de lesplaats VSO-zmok geïntegreerd wordt binnen het
zorgloket van Delft. Deze laatste taak is niet de primaire verantwoordelijkheid
van de projectgroep.
4.
Betrokken partijen
Partijen
die bij dit project betrokken zijn: (in willekeurige volgorde)
-
J.C.Pleysierschool
-
Projectraad van De Wissel/ Personeel De
Wissel
-
Gemeente Delft
-
Samenwerkingsverband vo-svo
5.
Werkwijze (projectvorm)
In
de Oriëntatiefase is er veel voorwerk verricht. Daarom is gekozen voor een
eenvoudige opzet in projectvorm, waarbij een stuurgroep onder voorzitterschap
van een onafhankelijke persoon zonder stemrecht, sturing geeft aan een viertal
inhoudelijke werkgroepen. Veel werkzaamheden worden verricht door de
stuurgroep, waarbij voor sommige aspecten deskundigheid moet worden toegevoegd,
die geleverd wordt door de diverse vertegenwoordigers van de betrokken
partijen.
Stuurgroep
en werkgroepen bereiden de informatie voor op basis waarvan besturen (Lokabel) en Gemeente Delft in
april 2003 hun besluitvorming kunnen baseren.
Om
het besluitvormingstraject vlot te doen verlopen is het noodzakelijk dat de
voorbereiding in februari 2003 afgerond is. Iedere werkgroep rond de opdracht
af in de vorm van een eindrapport.
De
werkgroepen zullen uiterlijk eind september met hun werkzaamheden dienen aan te
vangen.
Stuurgroep
en werkgroepen zullen bemand worden door vertegenwoordigers van alle betrokken
partijen.
6.
Projectstructuur
Stuurgroep: Dhr.A. van Peppen voorzitter (zonder
stemrecht)
Dhr. W. Bodaan Samenwerkingsverband
/Projectraad
Dhr. R. Kwaak Gemeente
Delft
Mw. T. Zwart J.C.
Pleysierschool
Dhr. J Bol J.C.
Pleysierschool?
Werkgroep
Financiën en huisvesting:
Dhr. R. Kwaak voorzitter
Dhr. J. Bol JCP
Dhr. R. de Groot gemeente
Werkgroep
Rechtspositie
Dhr. A.van Peppen voorzitter
Dhr. D. v.d.
Meulen JCP
Dhr. W. Bodaan De
Wissel
Werkgroep
Onderwijs-inhoud/toelating
Dhr. Dhr. J. Grijs JCP
voorzitter
Dhr. Golverdingen REC- West
Dhr. E. Beers Leerplichtcoördinator
Dhr. W. Bodaan coördinator
samenwerkingsverband
Mw. I. Mulder De Wissel
7.
Vergaderfrequentie en
Communicatie
De
stuurgroep vergadert aanvankelijk iedere drie weken en zal de frequentie
bijstellen naar behoefte.
Vergaderingen
van de stuurgroep kunnen bijgewoond worden, als toehoorder, door een MR-lid van
de J. C.Pleysierschool en een vertegenwoordiger van het personeel van de
Wissel.
De
werkgroepen starten eind september en zullen zelf een vergaderfrequentie
vaststellen naar behoefte.
De voorzitter
van de werkgroepen draagt zorg voor een goede informatieoverdracht, indien
gewenst schriftelijk, naar de stuurgroep toe.
De voorzitter
van de stuurgroep draagt zorg voor een goede communicatie naar alle betrokken
organisaties schriftelijk en indien gewenst mondeling.
De uitkomsten
van de werkgroepen alsmede de notulen van de stuurgroep zullen toegestuurd
worden naar alle betrokken partijen.
8.
Opdracht stuur- en werkgroepen
De
stuurgroep draagt zorg dat de missie tot een goed einde gebracht wordt en dat
het project inhoudelijk, organisatorisch en voor wat de tijdsplanning betreft
“op de rails blijft”
Daarnaast
bereidt de stuurgroep de besluitvormingsdocumenten voor en communiceert met de
betrokken partijen.
De stuurgroep
bereidt ook de rechtspositie alsmede de bestuurlijke inbedding voor, met
betrekking tot de lesplaats.
De werkgroep
Financiën en Huisvesting heeft als taak de financiële onderbouwing en
verantwoording voor te bereiding voor de lesplaats en te zorgen dat alles
rondom de huisvesting en materialen voor de start in augustus 2003 in orde
gemaakt wordt.
De werkgroep Rechtspositie
bereidt de rechtspositie voor ten behoeve van het te benoemen personeel.
Daarnaast begeleidt zij de overstap van huidig personeel naar de nieuwe
situatie.
De werkgroep Onderwijs
- Inhoud geeft richting aan onderwijs - inhoudelijke en onderwijs -
organisatorische aspecten van de op te richten lesplaats.
Zij geeft
richting aan het scholingsconcept en eventueel aan het schoolwerkplan van de
lesplaats.
De werkgroep Toelatingsbeleid
zet de lijnen uit met betrekking tot het toelatingsbeleid van de lesplaats.
Zij bepaalt volgens welke indicatoren leerlingen geplaatst kunnen worden. De
werkgroep geeft ook aan welke regionale functie de lesplaats kan innemen.
Alle
werkgroepen starten met het inventariseren van mogelijke onderwerpen die binnen
hun opdracht uitgewerkt moeten worden en leggen dit voor aan de stuurgroep.