In het
kader van het project ‘Werken aan integrale JGZ’ zijn in het najaar van 2002
acht werkgroepen aan de slag geweest met de uitvoering van de opdracht zoals
beschreven in het actieplan (d.d. 23 juli 2002). De uitkomsten zijn beoordeeld
door de projectgroep en de stuurgroep. Vervolgens heeft de stuurgroep bepaald
hoe in 2003 moet worden verder gewerkt aan deze actielijn.
Hieronder wordt aangegeven wat de actielijnen inhoudelijk
betekenen en welke vervolgacties zullen worden uitgevoerd in 2003.
De werkgroep heeft een handboek
‘Zorgnetwerk 0 – 12 jaar’ opgeleverd voor de uitvoering van de pilot (wijk)
zorgnetwerk in ‘‘s-Gravenzande. In dit Zorgnetwerk zullen jeugdgezondheidszorg,
jeugdhulpverlening, scholen,
kinderopvang en andere betrokken instanties samen werken aan een betere
afstemming in zorg rond kinderen en hun gezinnen met complexe problematiek. Het
betreft zowel curatieve als preventieve zorgverlening.
De planning is om bij aanvang van
het schooljaar 2003/2004 het Zorgnetwerk operationeel te laten zijn zoals
beschreven in het handboek. De ervaringen die zijn opgedaan in Rijswijk met een
vergelijkbaar traject zullen hierbij ook worden betrokken.
Het JGZ-centrum is een belangrijk
vernieuwend concept om te komen tot integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot
19 jarigen. Het JGZ-centrum huisvest het JGZ-team dat in de toekomst de
integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 19 jarigen gaat verzorgen. Het
JGZ-centrum moet als centraal en fysiek punt in de wijk aanwezig zijn en is de
spin in het web voor kinderen van 0 tot 19 jaar en hun ouders. Het JGZ-team
bestaat uit medewerkers afkomstig van OKZ Maatzorg, JGZ GGD Zuid-Holland West,
het School Maatschappelijk Werk en het Opvoedadvies. Door te werken vanuit een
geïntegreerd team verdwijnen de schotten tussen de zorg voor 0 tot 4 jarigen en
de zorg voor 4 tot 19 jarigen en de schotten tussen de JGZ, het SMW en het
Opvoedadvies. Op die manier worden kinderen beter gevolgd, wordt sneller
ingespeeld op de behoeften, wordt de hulpverlening sneller en effectiever
ingezet en wordt meer aangesloten op specifieke wijkomstandigheden. Voor de
medewerkers die het JGZ team bemensen leidt dit tot ruimere mogelijkheden in
het werk en duidelijker zicht op resultaten van het werk. Ook kan er beter van
elkaar worden geleerd en met elkaar worden samengewerkt.
In het JGZ-centrum zal worden
samengewerkt door Maatzorg en GGD Zuid-Holland West en de organisatie die het
SMW levert in Delft. Hoewel het centrum wordt gevormd door meerdere
organisaties, moet het JGZ-team zoveel mogelijk gaan functioneren als één team,
met een behoorlijke mate van ontwikkelruimte, binnen de kaders die de
organisaties en wetgeving aan hen stellen. De teams onderhouden intensief
contact met de andere organisaties op het gebied van jeugd en
jeugdhulpverlening binnen hun werkgebied en participeren in schoolzorgteams,
(wijk)zorgnetwerken en andere platforms. Knelpunten die zich voordoen moeten
binnen het concept van het JGZ-centrum worden opgelost. Waar dat niet lukt
wordt teruggevallen op de structuren en instrumenten van de moederorganisaties.
In 2003 gaat de gemeente Delft het
concept op twee locaties uitvoeren, te weten de Händellaan en de Nassaulaan. Op
deze locaties worden derhalve geïntegreerde teams gerealiseerd van medewerkers
van Maatzorg en de GGD, die het hele JGZ-traject voor hun rekening nemen. Het
schoolmaatschappelijk werk en het opvoedadvies gaan ook deel uitmaken van dit
team.
De
werkgroep heeft een protocol opgesteld waarmee op de consultatiebureaus de
toeleiding naar de Voorscholen wordt vormgegeven. Met het protocol worden
doelgroepkinderen (GOA kinderen met een grote kans op spraak/taalachterstand)
vanaf 1,5-jarige leeftijd op het CB doorverwezen naar de voorschool. Tijdens de
contactmomenten op 2- en 2,5- jarige leeftijd wordt vervolgens geverifieerd of
de kinderen al deelnemen aan de voorschool. Als dit nog niet het geval is, worden
ouders aangespoord hun kind alsnog te laten inschrijven. Eventueel kan dan een huisbezoek worden gebracht door de
wijkverpleegkundige en een leidster van de voorschool om informatie te geven.
Tijdens de
betreffende drie contactmomenten wordt tevens nagegaan of doorverwijzing naar
de logopedist of kinderarts nodig is voor spraak/taalproblemen. De logopedist
kan vervolgens ook doorverwijzen naar de voorschool. De werkgroep doet een
aantal voorstellen hoe de CB medewerkers het beste kunnen omgaan met allochtone
cliënten (deel van de GOA doelgroep) tijdens een consult waarin de voorscholen
worden besproken.
In 2003 zal
het protocol dat is ontwikkeld worden geïmplementeerd binnen Maatzorg. Hiervoor
moet een uitrolschema worden opgesteld en informatie en eventuele instructie
worden georganiseerd. De implementatie zal worden afgestemd met de gemeenten en
de voorscholen (of specifieke peuterspeelzalen) uit het werkgebied. De rol van
logopedie en de financiële consequenties van deze inzet moeten nog nader worden
uitgewerkt. De logopedie kan ook worden ingeschakeld voor deskundigheidsbevordering
van CB-medewerkers. Ook de toeleiding van allochtone ouders naar
inburgeringcursussen moet in het protocol worden opgenomen.
Het traject
geautomatiseerde planning is ingezet om de bereikbaarheid, de
klantvriendelijkheid en de informatievoorziening inzake de JGZ zoals geleverd
door Maatzorg te verbeteren. In 2002 is de werkgroep is gestart met de
implementatie van het planningssysteem mlCas op de locaties Hoek van Holland,
Nootdorp en Delft.
Het doel is
dat eind 2003 mlCas in het hele OKZ werkgebied is geïmplementeerd
(Delft/Westland/Oostland). In het vervolgtraject moet worden gekeken hoe mlCas
zich verhoudt tot de geautomatiseerde planning van de GGD, zodat aansluiting
mogelijk is tussen de twee plannings/oproepsystemen Maatzorg en de GGD.
Op basis van de uitkomsten van de werkgroep Risicogroepen
(2001) en op basis van literatuur, demografische gegevens uit het werkgebied en
eigen kennis en ervaring heeft de werkgroep de belangrijkste risicogroepen
bepaald. De werkgroep heeft geadviseerd om het risicobeleid van de JGZ 0-19 te
richten op de volgende risicogroepen:
1.
Kinderen
met overgewicht;
2.
Drukke
kinderen;
3.
Kinderen
uit eenoudergezinnen.
Voor elke risicogroep heeft de
werkgroep aangegeven welk signaleringsinstrument het meest geschikt is en welke
preventieactiviteiten (zowel individueel als collectief) mogelijk zijn.
De stuurgroep kan zich vinden in de
keuze van de eerste risicogroep (‘Kinderen met overgewicht’) maar niet direct
in de tweede en derde. In 2003 moeten de signaleringsinstrumenten en
preventieactiviteiten in 2003 voor deze risicogroep geïmplementeerd worden, in
samenwerking met de afdeling GVO van de GGD.
De volgende gezamenlijk aan te
pakken risicogroepen moeten in 2003 worden bepaald op basis van de gegevens die
de GGD heeft verzameld door middel van epidemiologisch onderzoek.
De
werkgroep heeft het concept ‘vraaggestuurde groepsvoorlichting’ uitgewerkt. Dit
proces start met het peilen van de behoefte bij de doelgroep, wat op een
structurele of incidentele wijze dient te gebeuren. De belangrijkste
structurele bron van informatie zijn de bestaande contactmomenten van de JGZ 0
-19. Dan kan zowel mondeling als schriftelijk aan de klant de vraag worden
voorgelegd welke informatiebehoefte er bestaat. Daarnaast dient incidenteel een
inventarisatie te worden uitgevoerd om de behoefte te peilen van de JGZ
doelgroep. Hiervoor kunnen ook de uitkomsten van gezondheidspeilingen of
peilstations worden gebruikt.
Voor de
realisatie van vraaggestuurde groepsvoorlichting heeft de werkgroep geadviseerd
een ‘Bureau Voorlichting & Advies 0 –19’ op te zetten. Dit moet een
slagvaardige afdeling zijn die vanuit de JGZ organisatie een vast budget
ontvangt, maar daarnaast ook in staat is om subsidies binnen te halen.
Het
realiseren van een geïntegreerde afdeling in 2003 is volgens de stuurgroep te
vroeg. Voorts kan voorlichting niet alleen vraaggestuurd zijn, maar moet een
deel ook visie en aanbodgestuurd zijn. In 2003 wordt gestart met bepaling van
de voorlichtingsvraag in één wijk en één dorpskern. Hiervoor wordt eerst het
bestaande epidemiologische materiaal betrokken. Tevens wordt gebruik gemaakt
hier de expertise van en ervaring van betrokken medewerkers. Aan de hand van de
uitkomsten zal het voorlichtingsbeleid binnen deze gebieden worden
aangescherpt.
De
werkgroep heeft een productiehandboek opgeleverd voor het tot stand brengen van
het vademecum JGZ, inclusief een opzet voor een brief en invulformulier voor de
deelnemende organisaties. De opbouw van het vademecum is gebaseerd op een
categorisering van de problemen die medewerkers OKZ/JGZ in de praktijk bij
kinderen en hun ouders tegenkomen. Per probleemgebied is geïnventariseerd welke
organisaties op dat terrein actief zijn. De werkgroep is gekomen op 88
organisaties. In eerste instantie is de doelgroep van het vademecum de
medewerkers van OKZ en JGZ van Maatzorg en GGD Zuid-Holland West, voor zover
werkzaam in het werkgebied Delft/Westland/Oostland. Maar dit is gemakkelijk uit
te bouwen richting andere regio’s van de GGD. Het vademecum kan in papieren
versie of een digitale versie worden uitgevoerd.
De planning
is dat in 2003 het productiehandboek voor de realisatie van het JGZ-vademecum
in uitvoer zal worden genomen. Daartoe moeten, conform de voorstellen van de
werkgroep, aanvullende fondsen worden geworven. Bezien moet worden wat de meest
kosteneffectieve variant van het vademecum is; een papieren versie of een
website versie. Ook moet worden gezocht naar een een betere naam voor dit
product.
In
2000/2001 is binnen Maatzorg een pilot uitgevoerd met ‘vraaggestuurd werken’.
Dit is een manier van werken waarbij het gaat om te komen tot een verantwoord
zorgaanbod op basis van een uitwisseling van enerzijds de behoeften van het
kind en zijn ouders en anderzijds de professionele inschatting door de
zorgverlener.
Voor de
pilot binnen het consultatiebureauteam De Lier zijn methoden en technieken
ontworpen om differentiatie in het zorgaanbod verantwoord te kunnen invoeren
(bijvoorbeeld het formulier ‘Klant in Beeld, het protocol ‘non-gebruik’ en
video-interactie-begeleiding). Op die manier zijn twee pakketten gecreëerd: De
Basiszorg (een eenvoudig pakket) en de Aanvullende zorg (een uitgebreid
pakket). Hiermee wordt ingespeeld op de vraag van de verschillende groepen
ouders; zij die meer zorg willen/nodig hebben dan het huidige aanbod en zijn
die minder zorg willen/nodig hebben. Het team van De Lier heeft ervaren dat ‘er
echt tijd vrijkomt voor kinderen die extra zorg nodig hebben’.
De uitrol
van het vraaggestuurd werken binnen de hele afdeling OKZ van Maatzorg wordt
verzorgd door een werkgroep. In de maanden september tot en met december 2002
is deze groep bezig geweest met de praktische voorbereidingen voor het
implementeren van het vraaggestuurd binnen drie consultatiebureauteams:
Eustatiusstraat, Monster/Poeldijk en Den Hoorn/Schipluiden/Wateringen.
Daarnaast heeft er een informatieavond en een basisscholing plaatsgevonden voor
alle OKZ medewerkers.
De planning
is dat het team van de Eustatiusstraat in maart 2003 volgens het concept
vraaggestuurd werkt en dat in de loop van 2003 ook de andere CB-teams volgen.
Voor de verdere implementatie moeten de afzonderlijke gemeenten afspraken maken
met Maatzorg. De implementatie in de gemeente Delft moet worden geïntegreerd
met het realiseren van de JGZ-centra in de gemeenten.
1.
Pilot
Wijkzorgnetwerk
De pilot krijgt een
vervolg door implementatie van de ontwikkelde protocollen en de start van het
netwerk in ’s-Gravenzande. De ervaringen die in Rijswijk zijn opgedaan met een
vergelijkbaar traject worden hierbij betrokken.
2.
Pilot
JGZ-centra
De gemeente Delft
gaat het concept dat is ontwikkeld voor het JGZ-centrum op twee locaties
realiseren (Nassaulaan/Händellaan). Op deze locaties worden derhalve
geïntegreerde teams gerealiseerd van medewerkers van Maatzorg en de GGD, die
het gehele JGZ-traject voor hun rekening nemen. Ook gaat het
schoolmaatschappelijk werk en het opvoedadvies deel uitmaken van dit team.
3.
Voorscholen
en allochtonen
Het protocol dat
ontwikkeld is moet geïmplementeerd worden. Hiervoor moet een uitrolschema
worden opgesteld en informatie en eventuele instructie worden georganiseerd. De
daadwerkelijke implementatie volgt later, waarbij ook structurele kosten zullen
zijn gemoeid.
4.
Geautomatiseerde
planning
Het traject
geautomatiseerde planning is ingezet om de bereikbaarheid, de klantvriendelijkheid
en de informatievoorziening inzake de JGZ zoals geleverd door Maatzorg te
verbeteren. In 2002 is een aanvang gemaakt met het implementeren van het nieuwe
planningsmodule. Deze implementatie wordt in 2003 afgerond.
5.
Risicobeleid/vroegsignalering
De risicogroep
‘kinderen met overgewicht’ is een evidente risicogroep binnen onze regio. De
signalerings- en preventieinstrumenten die voor het opsporen van deze
risicokinderen en voor het plegen van interventies verzameld zijn moeten daarom
worden geïmplementeerd. Op basis van de epidemiologische gegevens wordt bezien
welke volgende risicogroep het meest in aanmerking komt voor gericht
gezamenlijk beleid.
6.
Voorlichting
Op basis van
epidemiologisch materiaal van de GGD (8.000 ingevulde enquêtes) en de expertise
en ervaring bij de betrokken medewerkers wordt voor twee woongebieden
(stedelijk en landelijk) een voorlichtingsprofiel ontwikkeld. Aan de hand
hiervan wordt het voorlichtingsbeleid binnen deze gebieden aangescherpt, zowel
voor de preventieve als voor de vraaggestuurde voorlichting.
7.
Vademecum
JGZ
Het
productiehandboek voor de realisatie van het JGZ-vademecum wordt in uitvoer
genomen. Daartoe worden, conform de voorstellen van de desbetreffende
werkgroep, aanvullende fondsen geworven. Bezien moet worden wat de meest
kosteneffectieve variant van het vademecum is: een papieren versie of een
websiteversie. Ook moet worden gezocht naar een betere naam voor dit product.
Voorts
heeft de stuurgroep de gemeenten aanbevolen de actielijn Vraaggestuurd werken
te financieren uit de resterende maatwerkmiddelen.
Voor de financiering van de gezamenlijke agenda 2003 zijn de
volgende uitgangspunten vastgesteld:
-
Projecten
met een echt lokale werking worden lokaal gefinancierd;
-
DWO-brede
projecten worden gezamenlijk gefinancierd uit bijdragen uit de maatwerkgelden.
De bijdragen worden bepaald op basis van de verhouding tussen de per gemeente
ontvangen maatwerkgelden.
-
Inzake
de actielijn Vraaggestuurd werken maken gemeenten afzonderlijke afspraken met
Maatzorg over de implementatie.
Op basis
van deze uitgangspunten zijn de volgende bedragen met bijbehorende dekking aan
de verschillende actielijnen toe gekend.
Actielijn |
Projectkosten |
Dekking |
1. Pilot Wijkzorgnetwerk |
€ 12.000 |
Gemeente ’s-Gravenzande |
2. Pilots JGZ-centra |
€ 200.000 |
Gemeente Delft |
4.
Voorscholen/allochtonen |
€ 10.000 |
GOA/VVE-middelen |
5. Geautomatiseerde
planning |
€ 30.000 |
Maatwerkgelden DWO |
6.
Risicobeleid/vroegsignalering |
€ 10.000 |
Maatwerkgelden DWO |
7.
Voorlichting |
€ 10.000 |
Maatwerkgelden DWO |
8.
Vademecum JGZ |
€ 5.000 |
Maatwerkgelden DWO |
9.
Vraaggestuurd werken |
p.m. |
Maatwerkgelden afnemende
gemeenten |
Projectleiding |
€ 35.000 |
Maatwerkgelden DWO |
Tekort GGD 2002 |
€ 15.000 € 8.000 |
Maatwerkgelden
DWO Gemeente
Delft t.b.v. pilot |
Totaal |
€ 335.000 |
|
Samengevat
wordt de dekking als volgt gerealiseerd:
Financier |
Bedrag |
Aanwending |
Gemeente ‘‘s-Gravenzande |
€ 12.000 |
Pilot Wijkzorgnetwerk |
Gemeente Delft |
€ 200.000 € 8.000 |
Pilots JGZ-centra 2003 Pilot JGZ 2002 |
Maatwerkmiddelen DWO |
€ 105.000 |
Evaluatie pilots,
Risicobeleid/vroegsignalering, Voorlichting, Vademecum, Projectleiding. |
GOA/VVE-middelen |
€ 10.000 |
Voorscholen en
allochtonen |
Op basis
van deze uitgangspunten komt per betrokken gemeente de bijdrage uit de maatwerkmiddelen
uit op:
|
maatwerkgelden
2003 |
bijdrage integrale JGZ 2003 |
Delft |
72.200,00 |
40.410,92 |
s-Gravenzande |
14.060,00 |
7.869,49 |
De Lier |
9.932,00 |
5.559,02 |
Monster |
14.060,00 |
7.869,49 |
Naaldwijk |
21.614,00 |
12.097,58 |
Pynacker/Nootdorp |
35.700,00 |
19.981,58 |
Schipluiden |
10.683,00 |
5.979,10 |
Wateringen |
9.349,00 |
5.232,82 |
Totaal |
187.597,81 |
105.000,00 |
Om de
Agenda 2003 in gang te zetten, worden de volgende acties opgestart.
Actiepunten |
Door |
Klaar |
|
1. |
Werkconferentie
medewerkers JGZ/OKZ en betrokkenen |
Giotto |
April 03 |
2. |
Bijeenkomst projectgroep |
Giotto |
April 03 |
3. |
Start werkgroepen |
Projectgroep |
Mei 03 |
4. |
Uitwerken werkplannen per
werkgroep |
Werkgroepen |
Mei 03 |