Jaarverslag Bureau Leerlingzaken.
Schooljaar 2001-2002.
Regionale
Meld- en Coördinatiefunctie
Inhoudsopgave.
Voorwoord. 5.
1. Inleiding
en verantwoording. 6.
1.1. Jaarverslag uitvoering Leerplichtwet 1969.
Doelstelling
en wettelijk kader.
1.2.
Voortijdig
schoolverlaten.
2.
Functies van de leerplichtambtenaar en 7.
taken van Bureau Leerlingzaken.
2.1.
Inventarisatie functies
van de leerplichtambtenaar.
2.2.
Toelichting taken Bureau
Leerlingzaken.
2.2.1 Formatie
3. Zorgteams 9.
3.1. Doelstelling en taak zorgteams
3.2.
Deelname
leerplichtambtenaar aan zorgteams.
3.2.1
Aantal besproken
leerlingen.
3.2.2
Toelichting.
4. Leerlingen
en verzuim. 12.
4.1. Aantal
leerplichtigen in Delft.
4.2. Aantal en soort meldingen bij het Bureau
Leerlingzaken.
4.2.1 Toelichting.
4.3. Soorten verzuim.
4.3.1. Verzuimpercentages basis en voortgezet
onderwijs.
4.3.2. Verhouding Primair onderwijs
en Voortgezet onderwijs.
4.4. Profiel
5. Voortijdig
schoolverlaten. 17.
5.1. Doelstelling RMC.
5.2.
Sluitende aanpak 16-23
jarigen.
5.3
Voorlichting.
5.4.
RMC Casemanagement
5.5.
Resultaten aanpak voortijdig schoolverlaten.
5.6.
Organisatiestructuur RMC Haaglanden.
6.
Ontwikkelingen. 22.
6.1.
Basta.
6.2.
Centrale Zorgcommissie.
6.3.
Onderwijsmonitor.
6.4.
Verzwaring problematiek.
6.4.1
Schorsingen.
6.4.2
Samenwerking leerplicht
justitie.
7. R.C.V.S.
De Wissel. 27.
7.1. Samenwerking
Bureau Leerlingzaken en de Wissel.
7.2. Verwijzingen.
7.3. Knelpunten en ontwikkelingen.
8. Beleidsvoornemens.
29.
9. Begrippen. 30.
Voorwoord.
Het toezicht op naleving
van de Leerplichtwet en de wettelijke verankering van de Regionale Meld-en
Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC),
per 1 januari 2002, heeft
geresulteerd in een geïntegreerd jaarverslag van het Bureau Leerlingzaken van
de gemeente Delft.
In het jaarverslag
schooljaar 2001-2002 vindt u met name gegevens met betrekking tot het door
scholen gemelde (on)geoorloofde schoolverzuim. Tevens kunt u een aantal
kwantitatieve gegevens van voortijdige schoolverlaters, zowel partieel-
leerplichtigen als niet-leerplichtigen vinden.
Voor een totaalbeeld met
betrekking tot deze laatste categorie verwijs ik u naar de RMC effectrapportage
Haaglanden 2001-2002, waarin de gegevens met betrekking tot voortijdig schoolverlaten van de regio
Haaglanden, staan vermeld.
Wij hopen dat het
uitbrengen van dit jaarverslag enig inzicht verschaft in de activiteiten en
resultaten van het Bureau Leerlingzaken, waar het gaat om de uitvoering en
beleid ten aanzien van de Leerplichtwet en voortijdig schoolverlaten.
Delft, maart 2003,
Bureau Leerlingzaken,
Anita Wijnands en Erik Beers.
1. Inleiding en verantwoording.
1.1.
Jaarverslag uitvoering Leerplichtwet 1969.
Op 1 augustus 1994 is de
bestaande Leerplichtwet 1969 op een aantal punten gewijzigd. Op grond van het
herziene artikel 25 van genoemde wet dient het verslag over het gevoerde
leerplichtbeleid door burgemeester en wethouders aan de Gemeenteraad aangeboden
te worden.
1.2.
Doelstelling en wettelijk kader.
Het recht op onderwijs is belangrijk
voor kinderen, jongeren en ouders. De leerplichtwet biedt het kader voor de
bewaking en bescherming van dit recht.
De functie van de
Leerplichtambtenaar is gericht op de
maatschappelijke zorgtaak. Deze taak heeft een wettelijke grondslag, vastgelegd
in de Leerplichtwet 1969 en de Leerplichtregeling 1995.
Uit de toelichting op de
leerplichtwet 1969:
“Het toezicht op de naleving
van de Leerplichtwet is opgedragen aan burgemeester en wethouders van de
gemeente. Zij wijzen daartoe één of meer ambtenaren aan.
Alvorens hun ambt te
aanvaarden, leggen deze ambtenaren in handen van de burgemeester de eed of
belofte af (artikel 16 van de Leerplichtwet 1969). Het toezicht dient het dient het karakter te dragen van
maatschappelijke zorg. Het toezicht dient ingebouwd te worden in het geheel van
activiteiten op maatschappelijk gebied”.
1.3.
Voortijdig schoolverlaten.
Met de wettelijke
verankering van de Regionale Meld-en Coördinatiefunctie voortijdig
schoolverlaten (RMC), per 1 januari 2002, is een sluitende aanpak nu ook
wettelijk geregeld. Voor de goede orde dient te worden gesteld dat het hier
geen aparte RMC-wetgeving betreft, maar om een wijziging gaat van een drietal
wetten:
q Wet op het voortgezet onderwijs,(WVO),
q Wet educatie en beroepsonderwijs,(WEB),
q Wet op de expertisecentra,(WEC).
In
de wetgeving op de RMC wordt de verplichting tot melding en registratie
geregeld. Dit houdt in dat:
q
Scholen verplicht zijn voortijdig schoolverlaters tot de leeftijd van 23
jaar te melden bij de woongemeente van de leerling;
q
Gemeenten de verplichting hebben deze jongeren te registreren.
2. Functies
van de leerplichtambtenaar en taken van Bureau Leerlingzaken.
2.1.
Inventarisatie functies van de leerplichtambtenaar.
De
leerplichtambtenaar, die belast is met het toezicht op de naleving van de
Leerplichtwet 1969, heeft tot taak hulp te verlenen aan jongeren,
ouders/verzorgers en scholen indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim in
zijn vorming en ontplooiing wordt belemmerd en wanneer er sprake is van
problematisch gedrag.
In de toelichting op de Leerplichtwet wordt krachtig benadrukt, dat het
toezicht het karakter zal moeten dragen van maatschappelijke zorg.
Met
name de laatste jaren is veel nadruk gelegd op een goede samenwerking met
allerlei hulpverlenende instanties, scholen, leerplichtambtenaren, zodat,
indien nodig, de jongere en/of ouders/verzorgers snel en adequaat doorverwezen
kunnen worden. De taak van de leerplichtambtenaar is hierin (als
eerstenlijnwerker) zeer belangrijk.
Spijbelen
(ongeoorloofd schoolverzuim) wordt thans vooral gezien als een signaal, een
symptoom van dieper gelegen oorzaken. Een complex van factoren speelt mee bij
het (dreigend) verzuim. Achter de hedendaagse problemen van jongeren op het
gebied van gedrag en motivatie bij scholing, opleiding en opvoeding gaan
eigentijdse "probleemveroorzakers" schuil.
Hierna
volgt een inventarisatie van functies van de leerplichtambtenaar.
Een
leerplichtambtenaar heeft meerdere functies, te weten:
conflicthantering,
van bijvoorbeeld
jeugdcriminaliteit, en wachtlijstproblematiek.
In de praktijk lopen deze
functies veelal door elkaar.
2.2.
Toelichting taken Bureau Leerlingzaken.
Het Bureau Leerlingzaken is een
onderdeel van het vakteam onderwijs, sector Leefbaarheid
van de gemeente Delft. Het bureau telt
op dit moment
7,50
formatieplaatsen en is belast met:
*
het toezicht op de
naleving van de Leerplichtwet 1969,
*
regionale meld- en
coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten,
*
casemanagement in het
kader van de RMC-functie,
*
uitvoeren van de Wet
gemeentelijke regelingen Leerlingenvervoer.
De
activiteiten in het kader van de leerplichtwet en RMC-functie (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig
schoolverlaten) hebben het karakter van maatschappelijke zorg, waarbij in
toenemende mate wordt aangesloten bij het Delfts streven naar integraal
jeugd-en jongerenbeleid.
2.2.1. Formatie.
Onderstaand overzicht geeft u
een overzicht van de formatie per 01-08-2002.
Naam. |
Functie. |
1. Erik Beers. |
Coördinator
Bureau Leerlingzaken, Projectleider sluitende aanpak, RMC-coördinator |
2. Anita Wijnands |
Leerplichtambtenaar, Beleid Leerling-vervoer. |
3. Karin Schackert |
Ass.
Leerplichtambtenaar, Leerling-vervoer, Secretariaat, Leerplicht/RMC. |
4.
Yvonne Juffermans |
Secretariaat,
Leerplicht/
RMC. |
5. Els van Loenen |
RMC-Case manager Westland-Oostland. |
6. Petra Graafland |
RMC- Case manager Delft. |
7. Ignart Verweij |
Leerplichtambtenaar, RMC-
Case manager Delft. |
8. Nanja van Staalduinen |
RMC- Case manager, Delft,
Breed Welzijn Delft. |
9.
Vacature. |
RMC- Case manager, Delft Werk
Inkomen Zorg. |
|
|
3. Zorgteams
3.1.
Doelstelling en taak zorgteams.
De leerlingbegeleiding op de
scholen wordt steeds vaker verbreed middels het werken met zorgteams, met name
waar het de psychosociale begeleiding van de leerling betreft. Momenteel zijn
op alle scholen voor voortgezet onderwijs in Delft interdisciplinaire zorgteams
aanwezig. Op meer en meer scholen voor primair onderwijs zijn zorgteams actief.
Doelstelling en taak van de
zorgteams is om de begeleiding van ‘zorgleerlingen’ te optimaliseren en
voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Daartoe wordt er binnen de zorgteams
gewerkt aan;
q
het bundelen van
deskundigheid,
q
het opstellen van
begeleidingsplannen.
De zorgteams functioneren
onder verantwoordelijkheid van de betreffende school.
In het zorgteam worden
leerlingen besproken waarover op uiteenlopende terreinen zorgen bestaan.
Bijvoorbeeld leerlingen die dreigen uit te vallen of die op andere wijze de
aandacht op zich vestigen. De signalen komen vanuit school, ouders of derden.
Tijdens de vergadering worden
de leerlingen besproken en wordt begeleiding gepland met als de doel de
ontstane problemen op te lossen. Omdat er tijdens de bespreking van de
zorgleerlingen vele disciplines aanwezig zijn is het mogelijk een zo optimaal
mogelijk begeleidingsplan per individuele leerling op te stellen.
Van elk overleg van het
zorgteam wordt een verslag gemaakt zodat voor alle deelnemers helder is op
welke wijze de zorg per leerling aangepakt zal worden.
Binnen het primair
onderwijs zijn diverse zorgteams actief. Deze zorgteams zijn
verschillend van samenstelling. De leerplichtambtenaar neemt regulier deel aan
vier zorgteams, daarnaast is er sprake van deelname op uitnodiging.
Deze zorgteams in het primair
onderwijs bestaan uit:
q
vertegenwoordiger van de
school (een directielid en/of intern begeleider),
q
Jeugdarts/jeugdverpleegkundige
van de GGD,
q
een medewerker van
Jeugd- en Zedenzaken van de politie Haaglanden,
q
schoolbegeleider van
Onderwijs Advies,
q
schoolmaatschappelijk
werker van de Sociaal Pedagogische Dienst.
q
de leerplichtambtenaar
van de gemeente Delft.
In het voortgezet onderwijs
draait inmiddels op alle locaties van de drie Delftse scholengemeenschappen een
zorgteam. Aan dit zorgteam nemen deel:
q
vertegenwoordiger van de
school (een directielid en/of leerlingbegeleider),
q
jeugdarts/jeugdverpleegkundige
van de GGD,
q
een medewerker van
Jeugd- en Zedenzaken van de politie Haaglanden,
q
schoolmaatschappelijk
werker van de R.I.J. Haaglanden.
q
voorpostfunctionaris van
Bureau Jeugdzorg.
q
de leerplichtambtenaar
van de gemeente Delft.
Deze zorgteams komen
gemiddeld eens in de zes weken bijeen. Aan het eind van het schooljaar hebben
de meeste zorgteams een evaluatievergadering gehouden om verbeterpunten voor
het komend schooljaar te formuleren. Op deze manier kan de kwaliteit van de
zorgteams verder worden geoptimaliseerd.
3.2.
Deelname Leerplichtambtenaar aan zorgteams.
|
Aantal zorgteams waar LPA
aan deelneemt |
Primair onderwijs |
4 |
Voortgezet onderwijs |
8 |
3.2.1 Aantal
besproken leerlingen
School
|
Aantal
leerlingen in zorgteam
|
Freinetschool |
15 |
Anne de Vriesschool |
31 |
Vrijenban |
17 |
Omnibus |
52 |
School
|
Locatie
|
Aantal
leerlingen in zorgteam
|
Grotius College |
Juniusstraat |
84 |
|
Van Bleyswijckstraat |
70 |
CLD |
Molenhuispad |
14 |
|
Obrechtstraat |
34 |
|
Juniusstraat |
44 |
Stanislas College |
Westplantsoen |
54 |
|
Reinier de Graafpad |
13 |
|
Krakeel |
27 |
4.
Leerlingen en verzuim.
4.1. Aantal
leerplichtigen in Delft
q Partieel leerplichtigen 16-17 jarigen 926
q Niet leerplichtigen
18-23 jarigen 8.524
4.2.
Aantal en soort meldingen bij het Bureau
Leerlingzaken.
4.2.1
Toelichting.
De trend vanaf 1989 laat een duidelijke stijging
zien van het aantal meldingen bij het Bureau Leerlingzaken. Ten opzichte van
het schooljaar 1998-1999 is er sprake van een toename met 20%.
Ten aanzien van het soort meldingen dient onder
relatief verzuim te worden verstaan meldingen van ongeoorloofd verzuim.
Onder de categorie overig verzuim vallen m.n.:
q
Luxeverzuim verband houdend met
afwezigheid buiten de schoolvakanties.
q Absoluut (ongeoorloofd) schoolverzuim; het verzuim
waarbij door de ouders/verzorgers niet is voldaan aan de inschrijvingsplicht
van de leerplichtige.
4.3.
Soorten verzuim
In deze paragraaf
willen wij inzicht geven in het gemelde verzuimpercentages in primair-
en voortgezet onderwijs en de onderlinge verhouding van deze percentages.
4.3.1 Verzuimpercentages
basis- en voortgezet onderwijs.
q
Aangetekend dient te worden dat het hier slechts gaat om het door de
scholen gemelde verzuim en dat het werkelijke verzuimpercentage vele malen
hoger ligt. Scholen proberen veelal zelf
het schoolverzuim op te lossen c.q. terug te dringen. In tweede instantie
melden scholen veelal aan Bureau Leerlingzaken.
4.3.2.
Verhouding verzuimmeldingen Primair onderwijs -
Voortgezet onderwijs.
4.4.
Profiel
In
deze paragraaf willen wij een aantal kenmerken van ‘spijbelaars’ op een rij
zetten.
q
Attitude leerling:
·
Motivatie.
·
Afwijkend gedrag.
q
Schoolgebonden omstandigheden:
·
Conflictsituatie
ouders/leerling-school.
·
Pestgedrag
medeleerlingen.
Voor
een verdere toelichting omtrent de oorzaken van verzuim verwijzen wij naar
6.4
verzwaring problematiek.
5.
Voortijdig schoolverlaten
Elk jaar verlaten zo’n 35.000
jongeren het onderwijs zonder een havo-, vwo- of mbo-diploma (niveau 2) op zak. Zonder dit diploma missen ze
een 'startkwalificatie':
‘Het minimale onderwijsniveau
dat nodig is om een goede kans te maken op duurzaam werk’. Om te voorkomen dat deze jongeren definitief afhaken, is
er een sluitende aanpak nodig die voortijdig schoolverlaten tegengaat. Een
aanpak waarbij verschillende partners intensief samenwerken om jongeren die
vastlopen in het onderwijs weer toekomstperspectief te bieden. Met de structurele
invoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) is die sluitende
aanpak nu ook wettelijk vastgelegd.
5.1. Doelstelling RMC.
De laatste jaren is het
beleid van de landelijke en lokale overheid erop gericht het aantal
schoolverlaters dat ongekwalificeerd op de arbeidsmarkt komt te verminderen.
Het gaat daarbij om jongeren
in de leeftijd 12 tot 23 jaar, die bij het verlaten van de school niet
aansluitend bij een andere onderwijsinstelling worden ingeschreven en die nog
niet over een voldoende startkwalificatie beschikken.
Het doel van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
voortijdig schoolverlaten (RMC) is te komen tot:
1. Centrale
melding en registratie van voortijdig schoolverlaters.
2. Centrale
intake en doorverwijzing.
3. Ontwikkelen regionale
netwerken tussen onderwijs, hulpverlening, arbeidsvoorziening, jongerenwerk,
politie, leerplicht, en anderen.
Een leerling is een
voortijdig schoolverlater als hij/zij het onderwijs verlaat zonder minimaal een
HAVO-diploma of beroepsopleiding op niveau 2 conform de WEB.
Dus ook jongeren met een VMBO
diploma zijn voortijdig schoolverlater, indien er geen vervolgopleiding volgt
die leidt tot een startkwalificatie.
5.2 Sluitende aanpak 16-23 jarigen.
Het RMC- beleid rond ‘Voortijdig
schoolverlaten’ krijgt in Delft o.a. gestalte in het
project ‘ Sluitende aanpak 16 –23
jarigen’. Binnen dit project wordt
samengewerkt vanuit drie
sectoren:
·
Onderwijs,
·
Werk, Inkomen en Zorg,
·
Jongerenwerk,
Binnen het project worden
risicojongeren gevolgd en begeleid richting onderwijs, werk, of hulpverlening.
Maatschappelijke participatie van jongeren staat hierbij centraal. In dit kader
wordt gesproken over risicoleerlingen:
Leerlingen die zonder
bijzondere aandacht een aanzienlijk risico lopen de schoolloopbaan voortijdig
te onderbreken, d.w.z. geen
startkwalificatie te behalen, waardoor zij zonder voldoende toerusting aan hun
maatschappelijke loopbaan kunnen
beginnen.
5.3.
Voorlichting.
Op 12 februari 2002 heeft het
Bureau Leerlingzaken een
voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor scholen en betrokken instanties met
het oog op het beleid rondom voortijdig schoolverlaten.
De bijeenkomst is bezocht
door ruim 100 personen, de meest betrokken instanties zijn aanwezig geweest.
Tijdens de bijeenkomst is de nieuwe RMC- wetgeving toegelicht en zijn de eerste
resultaten van het project Sluitende aanpak 16-23 jarigen gepresenteerd.
De informatiemap Leidraad
voor leerplicht en aanpak voortijdig schoolverlaten is hier gepresenteerd en
uitgedeeld.
5.4. RMC- Case management.
Met het
oog op de onder 5.1. genoemde doelstelling van de RMC functie, is in Delft case
management voortijdig schoolverlaten ontwikkeld.
In
Delft is een aantal RMC case managers aangesteld, zij werken binnen het Bureau
Leerlingzaken nauw samen met de leerplichtambtenaren, om op deze wijze een
sluitende aanpak mogelijk te maken waar het de begeleiding betreft van genoemde
risicoleerlingen van 12 tot 23 jaar.
De RMC-
case manager participeert in het project ‘Sluitende
aanpak 16-23 jarigen’, waarin wordt samengewerkt door:
q
Bureau Leerlingzaken,
van de gemeente Delft
q
De Brede
Welzijnsorganisatie Delft (BWD)
q
Sector Werk, Inkomen en
Zorg, van de gemeente Delft.
De aangemelde risicoleerling
krijgt een persoonlijk begeleider, een zogenaamde case manager, die in
samenwerking met andere instanties tracht de jongere alsnog terug te leiden
naar een kwalificerende opleiding of een passende plaats op de arbeidsmarkt.
Het team case managers bestaat uit deskundigen op het gebied van onderwijs,
arbeidsmarkt en jongerenwerk. De case
managers werken onder meer samen met: scholen voortgezet onderwijs, ROC’s, het jongerenwerk, instanties voor jeugdhulpverlening, politie, Centrum Werk
Inkomen, sociale dienst, WIW- instellingen en integratiebedrijven.
5.5.
Resultaten aanpak
voortijdig schoolverlaten.
In deze paragraaf willen wij
enkele resultaten van het RMC casemanagement laten zien en tevens enkele
kenmerken van voortijdig schoolverlater schetsen.
Voor een totaalbeeld met
betrekking tot deze laatste categorie verwijzen wij naar de RMC
effectrapportage Haaglanden 2001-2002, waarin de complete gegevens met
betrekking tot voortijdig
schoolverlaten van de regio Haaglanden, staan vermeld.
|
Delftse in begeleiding genomen
Voortijdig School Verlaters naar etniciteit.
Groep
|
Totaal
|
Surinamers |
14 |
Antillianen / Arubanen |
9 |
Kaapverdianen |
0 |
Turken |
10 |
Marokkanen |
10 |
Somaliërs. |
31 |
Irakezen |
18 |
Overige
rijke landen |
2 |
Autochtoon |
137 |
Onbekend |
4 |
Sub totaal
|
235 |
Gegevens afkomstig uit de RMC effectrapportage
2001-2002
|
Totaal |
VMBO |
132 |
HAVO/VWO |
9 |
MBO
voltijd |
51 |
MBO
deeltijd |
32 |
overig
onderwijs |
11 |
In
het schooljaar 2001-2002 zijn in totaal 235 aangemeld waarvan er 200
in begeleiding zijn genomen
Uitstroom
gegevens:
Aantal. |
Uitstroom. |
Percentage. |
117 |
Onderwijs. |
50% |
53 |
Werk. |
22% |
30 |
Werken Leren |
13% |
35 |
Overig (detentie, ziek,
hulpverlening) |
15% |
235 |
Totaal |
100% |
5.6.
Organisatiestructuur RMC Haaglanden.
De gemeente Den Haag is als
contactgemeente aangewezen om binnen de regio Haaglanden de Regionale Meld- en
Coördinatiefunctie (RMC) te vervullen.
Het gebied van de RMC
Haaglanden omvat drie subregio’s (SMC):
·
Den Haag, Voorburg-
Leidschendam, Rijswijk en Wassenaar.
·
Delft, Westland,
Pijnacker- Nootdorp.
·
Zoetermeer.
De gemeente Delft is als
contactgemeente aangewezen binnen de
subregio
Delft, Westland, Pijnacker-
Nootdorp.
·
Afstemming van het
beleid- en uitvoering inzake de leerplicht en RMC-functie, binnen de regio
Delft, Westland, Pijnacker- Nootdorp.
·
Voor een volledig
overzicht van m.n. kwantitatieve gegevens met betrekking tot voortijdig
schoolverlaters verwijzen wij naar de RMC effectrapportage 2001-2002, regio
Haaglanden.
6.
Ontwikkelingen.
6.1.
Basta.
Het bestrijden en voorkomen van schoolverzuim door
leerplichtige leerlingen heeft de afgelopen jaren steeds meer politieke en
maatschappelijke aandacht gekregen. De belangstelling vloeit voort uit het
gegeven dat (veelvuldig) schoolverzuim veelal een eerste indicatie vormt voor
voortijdig schoolverlaten van jongeren in een later stadium. Voortijdig
schoolverlaten en het ontbreken van startkwalificaties vergroten vervolgens het
risico dat jongeren de aansluiting met de arbeidsmarkt verliezen en op zoek
gaan naar andere (illegale) methoden van inkomensverwerving. Schoolverzuim kan
als zodanig een signaal zijn voor (toekomstig) crimineel gedrag van jongeren.
Bij ongeoorloofd schoolverzuim door een
leerplichtige jongere dient de school hiervan melding te maken bij het Bureau
Leerlingzaken, m.n. de leerplichtambtenaar van de gemeente Delft. Indien na
onderzoek en overleg met de jongere, ouders en school naar voren komt dat
interventies niet het gewenste resultaat hebben, zal de leerplichtambtenaar, in
het kader van de leerplichtwet, een proces-verbaal tegen de jongere en/of
ouders opmaken.
Met de wijziging van de leerplichtwet in 1994 is het
derhalve mogelijk jongeren vanaf 12 jaar strafrechtelijk te vervolgen, eventueel
naast een strafrechterlijke vervolging van de ouders of verzorgers. Indien
tegen een jongere een proces-verbaal is opgemaakt komt deze in de strafketen
terecht.
Justitie
kan in bovenstaande gevallen overgaan tot het opleggen van een leerstraf Basta. De leerstraf BASTA werkt
vanuit het competentie model gericht op het aanleren van sociale vaardigheden
in groeps- en individuele trainingen. Leerstraf BASTA beslaat 60 uren verdeeld
over 3 weken. Na de 3 weken BASTA volgt een verdere oriëntatie van 10 weken op
scholing.
Naar
aanleiding van de succesvolle start van leerstraf “Basta” in Den Haag heeft de
gemeente Delft het Dag Trainings Centrum van de Reclassering van het Leger des
Heils (DTC) benaderd om samen de mogelijkheden te onderzoeken om de leerstraf
Basta in de gemeente Delft in te voeren. Tijdens de verkennende gesprekken
bleek de gemeente Delft te willen samenwerken met het DTC en R.C.V.S. de Wissel
ten einde Basta te kunnen starten.
Op
inhoudelijke en organisatorische gronden heeft de gemeente Delft een koppeling
tot stand gebracht tussen het project Basta en de Wissel.
Uit
de gesprekken die door betrokkenen zijn gevoerd bleek dat een samenwerking
tussen De Wissel en het DTC heel vruchtbaar zou kunnen zijn gezien de beide
expertises. De Wissel is sterk op het gebied van onderwijs aan voortijdige
schoolverlaters en het DTC heeft ervaring in het werken met geverbaliseerde
spijbelaars. Ook bleken de beide gevolgde methodieken goed op elkaar aan te
sluiten.
Medio
2003 zal een daadwerkelijke start met Basta Delft worden gemaakt. Het Basta
Delft project maakt onderdeel uit van het preventiebeleid
criminaliteitsbestrijding van de gemeente Delft.
6.2.
Centrale
Zorgcommissie.
Het samenwerkingsverband VO-SVO Delft plus zal met
ingang van 01-08-2003 een start maken met Centrale Zorg Commissie voortgezet
onderwijs(CZC). Deze bovenschoolse voorziening heeft mede tot doel: advisering
en toewijzing van, didactische en psychosociale hulp aan leerlingen, ouders en
scholen.
Binnen de CZC zal de leerplichtambtenaar samenwerken
met vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband, de verschillende scholen,
en bureau jeugdzorg ten einde de juiste begeleiding, verwijzing en advisering
aan leerlingen, ouders en scholen te bewerkstelligen.
Tevens zal door Bureau Leerlingzaken op beleidsmatig-
en bestuurlijk niveau geparticipeerd
worden binnen het
samenwerkingsverband VO-SVO Delft.
6.3.
Onderwijsmonitor.
6.4 Verzwaring problematiek
q
psychosociale aard
(faalangst, te geringe weerbaarheid en sociale vaardigheden);
q
medische aard (drugs,
alcohol);
q
schoolinhoudelijke aard
(niet welbevinden op een school, onjuiste schoolkeuze, inadequaat
vakkenpakket);
q
identiteitsproblemen
(zowel in gezin, als in subcultuur of leeftijdsgroep);
q
het ontbreken van een
stimulerend toekomstperspectief.
q
een complexiteit van
problemen, ook bij leerlingen van het primair onderwijs: geweldsdelicten,
seksuele intimidatie, incest en verwaarlozing.
Doordat het verzuimbeleid op
diverse scholen aangescherpt wordt is het aantal verzuimmeldingen ook in het
schooljaar 2001/2002 toegenomen. Daarnaast is ook de problematiek rondom ouders
en jongeren toegenomen. Dit betekent dat de leerplichtambtenaar niet alleen een
groter aantal dossiers in behandeling heeft, maar dat ook de doorlooptijd van
een dossier toeneemt.
Ook is er een groeiende groep
ouders en jongeren die weigert mee te werken. Zij komen gemaakte afspraken niet
na, bij huisbezoeken zijn ze niet thuis. Ook de dreiging van juridische stappen
nemen zij niet serieus. Dit betekent dat het benaderen van ouders en jongeren
veel meer tijd kost.
Het huidige leerplichtbeleid
in Delft kenmerkt zich door in te zetten op preventie en bemiddeling. Echter gezien de verzwaring van de
problematiek en het afnemen van de bereidheid van ouders en jongeren tot
samenwerking met de leerplichtambtenaar, wordt er meer van de
opsporingsbevoegdheid gebruik gemaakt. Bij het schrijven van dit jaarverslag,
maart 2003, zijn er in het schooljaar 2002-2003 reeds 12 processen-verbaal
opgemaakt.
q
De leerplichtambtenaar
in Delft is tevens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA), en heeft derhalve
opsporingsbevoegdheid. Hiervoor heeft de leerplichtambtenaar, de bevoegdheid
tot buitengewoon opsporingsambtenaar behaald en functioneert in deze onder
toezicht van het Ministerie van Justitie.
q
Indien er sprake is van verwijtbaar schoolverzuim kan
er door de Leerplichtambtenaar tegen ouders, of tegen de leerplichtige leerling
indien deze 12 jaar of ouder is proces-verbaal worden opgemaakt. Dit is het
laatste middel, via de justitiële weg, om het schoolbezoek of de juiste
hulpverlening af te dwingen.
Waarvan:
Luxeverzuim
4 maal.
Relatief
verzuim 4 maal.
Hierbij
dient te worden aangetekend dat over het schooljaar 2001 – 2002 er geen actie
plaatsgevonden om het luxeverzuim aan het begin van het schooljaar extra
aandacht te geven. Reden voor deze keuze hiervoor was een tijdelijk
personeelstekort bij het Bureau Leerlingzaken.
q
Als knelpunt in de
samenwerking met het Openbaar Ministerie (OM) de lange doorlooptijd van een
proces-verbaal. De gemiddelde tijd tussen het opmaken van een proces verbaal en
de daaropvolgende rechtszitting bedroeg in het schooljaar 2001-2002 10 maanden.
Van een lik op stuk beleid is in deze dan ook geen sprake.
q
De Raad voor de Kinderbescherming
is m.i.v. het huidige schooljaar een project schoolverzuim gestart, mede onder
invloed van dit project is de genoemde doorlooptijd inmiddels teruggebracht tot
3 maanden.
q
Vanuit de
leerplichtfunctie blijven wij vragen om extra aandacht voor de afhandeling van
‘leerplichtovertredingen’. Hiertoe is er extra overleg geweest met betrokken
instanties zoals, politie Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar
Ministerie. Mede met het oog op het
integraal veiligheidsbeleid en preventiebeleid criminaliteitsbestrijding vragen
wij ook binnen de interne gemeentelijke organisatie om aandacht voor deze
kwestie.
q
Mede met het oog op het
rechtsgelijkheidprincipe dringen wij vanuit Bureau Leerlingzaken aan op
meldingen van alle scholen, waar het gaat om overtredingen van de
leerplichtwet.
7.
R.C.V.S. De Wissel
7.1. Samenwerking Bureau Leerlingzaken en De
Wissel
De leerplichtambtenaar
vervult de poortwachterfunctie waar het aanmeldingen van leerplichtige
leerlingen voor Regionaal Centrum Voortijdig Schoolverlaten De Wissel betreft.
Met alle leerlingen die door scholen en hulpverleningsinstanties aangemelde
leerlingen, heeft de leerplichtambtenaar contact gehad ten einde te kunnen
beoordelen of De Wissel in eerste instantie de gewenste oplossing is. Het overgrote
aantal aangemelde leerlingen is voor inschrijving op De Wissel besproken in de
zorgteams van het voortgezet onderwijs.
De samenwerking tussen Bureau Leerlingzaken en De Wissel kenmerkt zich
door korte communicatielijnen en een vlotte afhandeling van de aangemelde
leerlingen.
7.2. Verwijzingen
In het schooljaar 2001/2002
hebben 44 leerlingen deelgenomen aan het programma van De Wissel. Er zijn 36
leerlingen uit Delft door de leerplichtambtenaar naar De Wissel verwezen. Om reden dat 2 leerlingen het gehele
schooljaar De Wissel bezochten en zodoende de doorstroming gedeeltelijk is 'geblokkeerd'. Feitelijk hadden
hierdoor dus 46 leerlingen deel kunnen nemen aan het programma.
Vanuit de regio Westland /
Oostland hebben in totaal 8 leerlingen
deelgenomen aan het programma van de Wissel.
Het betreft hier 18 % van het
totaal aantal deelnemers, in voorafgaande schooljaren is er sprake geweest van
30% deelnemers afkomstig uit de regio.
De groep van 44 deelnemers
bestond uit 30 jongens en 14 meisjes.
Voor 5 leerlingen die op de
Wissel zijn geplaatst zouden een ZMOK indicatie kunnen worden afgegeven. Gezien
de wachtlijstproblematiek bij het ZMOK-onderwijs, zijn deze indicaties in het
schooljaar 2001-2002 niet gerealiseerd..
7.3. Knelpunten en ontwikkelingen
In het schooljaar 2001/2002
heeft De Wissel gekampt met personele problemen, dit betekende dat er minder
leerlingen dan voorgaande jaren zijn ingestroomd omdat het niet mogelijk was
het gehele schooljaar twee groepen leerlingen te draaien.
Een van de belangrijkste
knelpunten dit schooljaar was de doorstroming. Het bleek erg moeizaam om
leerlingen die klaar waren voor de stap terug naar het onderwijs te plaatsen.
Met name de plaatsingsmogelijkheden in het VMBO zijn beperkt. Als gevolg van de
beperkte doorstroommogelijkheden hebben twee leerlingen het gehele schooljaar
op De Wissel gezeten en zodoende de instroming geblokkeerd.
Ook de doorstroming van
leerlingen naar scholen voor speciaal onderwijs is een punt van zorg. Niet
zelden verblijven leerlingen bij een heel schooljaar op De Wissel in afwachting
van een plaatsing elders.
Daarnaast was het dit
schooljaar opvallend dat er voor enkele leerlingen na een verhuizing geen
plaats bleek te zijn binnen het reguliere voortgezet onderwijs. Deze leerlingen
zijn door de leerplichtambtenaar tijdelijk op De Wissel geplaatst.
8.
Beleidsvoornemens.
Naar aanleiding van het
jaarverslag schooljaar 2001-2002 worden door het Bureau Leerlingzaken de
volgende beleidsvoornemens voor periode 2003 voorgesteld.
9. Begrippen.
Schoolverzuim.
Te verdelen in 4 soorten verzuim:
1.
Geoorloofd verzuim is
wettig verzuimen van lessen.
2.
Absoluut (ongeoorloofd)
schoolverzuim is het verzuim waarbij door de ouders/verzorgers niet is voldaan
aan de inschrijvingsplicht van de leerplichtige.
3.
Relatief (ongeoorloofd)
schoolverzuim is het schoolverzuim dat al dan niet met voorkennis van de
ouders/verzorgers door de leerplichtige wordt gepleegd. Relatief schoolverzuim
noemt men meestal spijbelen.
4.
Zorgwekkend verzuim is
het verzuim van een leerplichtige, die in een periode van 4 opeenvolgende weken
1/8 deel, of meer dan drie dagen achtereen van de lestijd ongeoorloofd heeft
verzuimd.
5.
Luxeverzuim;
schoolverzuim verbandhoudend met het nemen van vakanties buiten de schoolvakanties.
Volledige
leerplicht.
De volledige leerplicht vangt aan op de eerste dag
volgend op de maand, waarin het kind 5 jaar is geworden en eindigt op de
laatste dag van het schooljaar, waarin de leerplichtige 16 jaar is geworden.
Partiële
leerplicht.
Het jaar volgend op de periode van de volledige leerplicht. Volstaan kan
worden met
het volgen van onderwijs gedurende 1 dag per week met een
leerovereenkomst; met
2 dagen per week voor leerlingen zonder een dergelijke overeenkomst.
Onder bepaalde voorwaarden is het volgen van avondonderwijs voldoende om
aan
de partiële leerplicht te voldoen.
Voortijdig schoolverlater
en startkwalificatie
Leerlingen in de
leeftijdscategorie van 12-23 jaar zijn voortijdig schoolverlater als hij/zij
het onderwijs verlaten zonder minimaal een Havo-diploma of beroepsopleiding op
niveau 2 conform de WEB.
Dus ook jongeren met een VMBO
diploma zijn voortijdig schoolverlater, indien er geen vervolgopleiding volgt
die leidt tot een startkwalificatie.
WEB.
Wet educatie en
Beroepsonderwijs.