Memo

Datum

27-05-2003

Opsteller

B&P

Bijlagen

0

Onderwerp

Gevolgen gemeente overgangsregeling gesubsidieerde arbeid.

Inleiding

Als gevolg van een andere inzet van reintegratiemiddelen vinden grote bezuinigingen plaats in de gesubsidieerde arbeid. Deze bezuinigingen treffen de gemeente reeds in 2003. Vanaf 2004 zal als gevolg van de invoering van de Wet Werk en Bijstand het gehele stelsel van gesubsidieerde arbeid opnieuw moeten worden bezien.

Om de huidige bezuinigingen op te vangen en een overgang naar een nieuwe situatie binnen de gesubsidieerde arbeid is voor de jaren 2003 en 2004 beleid ontwikkeld. In de nota “Overgangsregeling gesubsidieerd werk 2003 en 2004” worden een aantal maatregelen voorgesteld welke het mogelijk maken het huidige aantal I/D medewerkers te behouden en voorziet de gemeente in een financieel beheersbare situatie binnen het werkgelegenheidsbeleid.

De gemeente speelt in het kader van gesubsidieerde arbeid echter ook nog andere rollen. De gemeente komt, in deze andere rollen, ook zelf in aanraking met het voorgestelde beleid. Te weten: als werkgever en als subsidieverstrekker aan organisaties welke veel met I/D medewerkers werken.

Duidelijk hierbij is dat de problematiek als gevolg van de bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid zich niet alleen afspeelt binnen het gemeentelijk werkgelegenheidsbeleid, maar meerdere sectoren/clusters van de gemeente raakt. Het betreft hier een gemeentebrede problematiek die een gemeentebrede aanpak vergt.

Hieronder volgt een opsomming van de maatregelen welke de gemeente als werkgever treffen en vervolgens vindt de financiële uitwerking daarvan plaats.

1. Pakket maatregelen

• Er worden geen nieuwe banen toebedeeld. I/D-banen die vrij komen kunnen worden herbezet.

• het door de werkgever te ontvangen subsidiebedrag voor bestaande I/D-medewerkers wordt vanaf 2004 teruggebracht van 130% naar 90% van het wettelijk minimumloon (Wml). Hierbij wordt naar rato een tariefstelling gehanteerd van € 14.825,- (circa 90% Wml + 90% gemiddelde werkgeverslasten) per 1 fte (= 32 uur).
• werkgevers ontvangen jaarlijks een vergoeding voor aanvullende kosten van € 1.590,-. Deze bijdrage wordt per 1 januari 2004 stopgezet;

• alle werkgevers die meer dan 10 I/D-werknemers in dienst hebben dienen in 2003 minimaal 5% van deze I/D-werknemers uit te laten stromen naar regulier werk. De aantallen worden hierbij naar beneden worden afgerond. Bij de uitstroom kan gebruik gemaakt worden van de tijdelijke stimuleringsregeling *);
• Wanneer een werkgever in deze categorie minder dan 5% uitstroom naar regulier werk realiseert, ontvangt deze werkgever in 2004 een naar rato korting op de totaal te ontvangen vergoeding van alle I/D-werknemers in 2004 (de korting is maximaal 5%).

• jaarlijks wordt een bedrag van circa € 75.000,- vergoed t.b.v. storting in het gemeentelijk wachtgeldfonds om te kunnen voldoen aan mogelijke verplichtingen in de toekomst. Deze vergoeding wordt vanaf 2004 stopgezet;

Voor een volledig overzicht van het pakket aan maatregelen zie paragraaf 4.2.2. en 4.2.3. van de nota “Overgangsregeling gesubsidieerd werk 2003 en 2004”.

2. Gevolgen voor de gemeente

2.1. De gemeente in haar rol van werkgever.

De gemeente Delft heeft circa 90 I/D-medewerkers in dienst. De voorgestelde lastenverzwaring voor werkgevers zal dus ook de gemeente in haar rol als werkgever treffen. Met het huidige I/D-personeelsbestand betreft het hier een bedrag van ± € 470.000,- (zie bijlage 1). Hierin zit o.a. een bedrag van ± € 145.000,- aan huidige vergoeding aanvullende kosten. Deze vergoeding wordt o.a. ingezet ter dekking van de salariskosten van twee personeelsconsulenten die de begeleiding van de gemeentelijke I/D medewerkers verzorgen.

2.2. De gemeente in haar rol van subsidieverstrekker.

Veel I/D-medewerkers zijn werkzaam binnen instellingen die (volledig) afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidies. Te verwachten valt dat deze instellingen als gevolg van het voorgestelde beleid, verhoogde subsidieverzoeken bij de gemeente zullen indienen (zie bijlage 2).

Te nemen beslissing: kennis nemen van de gevolgen voor de gemeente als werkgever en subsidieverstrekker van de te nemen beslissingen door aanpassing van het beleid met betrekking tot gesubsidieerde arbeid in 2003 en 2004.