Bijlage 2

 

Subsidieaanvraag

Bijlage Formatie Bbz regio Zuidholland-West

 

In de samenwerking tussen Delft, Zoetermeer, Rijswijk, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Berkel en Rodenrijs wordt de Bbz-formatie in de deelnemende gemeenten onderling uitwisselbaar gemaakt en onderling versterkt door uitwisseling van kennis, gezamenlijke initiatieven en deskundigheidsbevordering.

 

De totale formatie is als volgt opgebouwd.

 

Onderdeel

Fte

Coördinatie (gezamenlijk)

0,6

Uitvoeringscapaciteit Delft

1,6

Uitvoeringscapaciteit Zoetermeer

1,6

Uitvoeringscapaciteit Rijswijk

0,6

Uitvoeringscapaciteit Leidschendam-Voorburg

1,0

Uitvoeringscapaciteit Wassenaar

0,2

Uitvoeringscapaciteit Berkel en Rodenrijs

0,2

Beleidsondersteuning (diverse gemeenten)

0,2

Totaal

6

 

Deze formatiegegevens zijn gebaseerd op de bestaande formatieve omvang bij de start van de samenwerking (peildatum 1 oktober 2003). Er is dus niet uitgegaan van een fictieve formatiebehoefte op basis van normtijden en productieaantallen. Als onderdeel van de uitwerking van de samenwerking zullen de doorlopende werkvoorraden en daarmee ook productieaantallen systematisch in beeld worden gebracht. Vooraf is niet uit te sluiten dat de formatieomvang als gevolg daarvan zal fluctueren.

 

Er is perspectief op groei van het samenwerkingsverband aangezien er een goede kans is,dat diverse gemeenten die in of nabij het samenwerkingsgebied liggen, zich op termijn zullen aansluiten bij het samenwerkingsverband. Hierbij kan worden gedacht aan Pijnacker-Nootdorp, de twee nieuwe Westlandgemeenten, Bleiswijk en Bergschenhoek.


Subsidieaanvraag

Bijlage implementatieplan Bbz regio Zuidholland-West

 

In dit implementatieplan wordt uitgegaan van de aanstelling van een coördinator voor de samenwerking. Dat wil zeggen onder voorbehoud van een stimuleringsbijdrage van het Ministerie van SZW, aangezien het voornemen is  de coördinatiekosten de eerste jaren te dekken uit deze subsidie.

 

Het implementatietraject is gericht op twee doelstellingen:

  1. optimaal beschikbaar krijgen voor alle gemeenten van de in verschillende gemeenten aanwezige kennis, ervaring en instrumenten
  2. regelmatig en stimulerend contact tussen uitvoerende medewerkers op gang brengen en structureel in stand houden.

 

Het implementatieplan is eenvoudig. Aangezien de voorgestane wijze van samenwerking geen directie organisatorische en/of personele gevolgen heeft, is het niet nodig om het implementatietraject daarop te richten. De  eerste stappen zijn gericht op het afronden van het voorbereidingstraject en sluit af met de aanwijzing van een medewerker die voor de hele regio de coördinatiefunctie op zich zal nemen.

 

Het plan is als volgt.

 

Activiteit

Planning

Afronden besluitvorming

Okt 2003

Indienen subsidieaanvraag

Okt/nov 2003

Sluiten formele overeenkomst

Nov 2003

Ontvangen subsidiebeschikking

Dec 2003

Eerste uitvoerendenoverleg (met periodieke follow-up)

Nov/Dec 2003

Startbijeenkomst managementverantwoordelijken deelnemende gemeenten, afspraken maken over de concrete invulling van de coördinatiefunctie en indien nodig de zorg voor faciliteiten zoals een werkplek.

Jan 2004

Aanstellen coördinator

Jan/Feb 2004

Tweede uitvoerendenoverleg

Feb/Mrt 2004

Reguliere operationele samenwerking op uitvoerend niveau

Vanaf Feb/Mrt 2004

Opstellen coördinatiewerkplan 2004 met daarin

-        een inventarisatie en uitwisseling kennis, ervaring en instrumenten, bestaand beleid

-        een systematiek voor bewaking werkvoorraden en onderlinge uitruil van uitvoerende capaciteit

-        activiteiten gericht op gezamenlijke doelgroepbenadering enz.

-        activiteiten gericht op gezamenlijke voorbereiding van de invoering van de Wiz

Feb 2004

Uitvoering coördinatiewerkplan 2004

Mrt – Dec 2004

Evaluatiebijeenkomst met managementverantwoordelijken waarbij de gerealiseerde meerwaarde centraal staat (zoals kwetsbaarheid personeelsvoorziening verminderen, kennis delen, snel oppakken ontwikkelingen, gezamenlijke voorlichting en doelgroepaanpak)

Jan/feb 2005