Nota

 

Datum

03-04-2003

Ons Kenmerk

03/011519

Opsteller

Ietje Thijsse

Bijlagen

0

Onderwerp

Beëindigen onderwijs allochtone levende talen (oalt) in de vorm van taalondersteuning onder schooltijd per 1 augustus 2003 op grond van uitgevoerde evaluatie.

 

 


 

Inhoudsopgave.

  1. Algemeen kader.
  2. Inleiding; de Delftse werkwijze van oalt.
  3. Evaluatie oalt als taalondersteuning in Delft; opties en conclusie.
  4. Gevolgen van het afschaffen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd.
  5. Perspectieven en aandachtspunten
  6. Planning.
  7. Voorstel.

 

 

1. Algemeen kader.

De Wet Oalt (onderwijs allochtone levende talen) dateert van 1998.

Oalt heeft een dubbele doelstelling: cultuureducatie en taalondersteuning. Voor allochtone leerlingen wordt een aanbod van lessen in allochtone taal en cultuur gerealiseerd dat aansluit bij de behoefte van de ouders. Scholen met veel allochtone leerlingen kunnen de Nederlandse taalachterstanden van leerlingen verminderen met behulp van de allochtone taal. Om deze doelstellingen te verwezenlijken stelt de rijksoverheid gemeenten via een specifieke uitkering geld ter beschikking. De primaire verantwoordelijkheid voor het oalt-aanbod ligt bij de gemeenten. Toen in 1998 de Wet Oalt van kracht werd, is het budget verhoogd. Gemeenten konden het aantal taalgroepen uitbreiden ten opzichte van de oude regeling voor onderwijs in eigen taal en cultuur (oetc). In overleg met allochtone ouders en/of minderhedenorganisaties moest de gemeente ook peilen aan welk taalonderwijs behoefte bestaat en vervolgens besluiten welke talen feitelijk zouden worden aangeboden.

 

Taalondersteuning wordt onder schooltijd aangeboden; de eigen taal is hierbij het uitgangspunt voor de Nederlandse taalverwerving.

Aanvankelijk waren de mogelijkheden voor lessen taalondersteuning onder schooltijd beperkt tot de eerste 4 leerjaren van het basisonderwijs. Met ingang van het schooljaar 2002-2003 heeft het rijk de mogelijkheid hiertoe verruimd naar alle leerjaren basisonderwijs (1 t/m 8).

Om leraar oalt te worden moet voldaan zijn aan aantal voorwaarden ten aanzien van opleiding, beheersing van de Nederlandse taal en pedagogische/didactische kwaliteit. De eerste jaren is sprake van een tijdelijke lesbevoegdheid zolang de oalt-opleiding niet met succes afgerond is.

 

De bevoegdheidseisen voor zittende oalt-leraren zijn tussentijds gewijzigd. Om de lessen oalt als taalondersteuning te mogen geven moet  ook deze groep voldoen aan de eisen ten aanzien van beheersing van de Nederlandse taal.

Sinds 2002 bestaat er een subsidieregeling om scholing van oalt-leraren te bevorderen. Daarnaast is er een subsidie te verkrijgen voor outplacementtrajecten als aangenomen moet worden dat niet aan de nieuwe vereisten voldaan kan worden. Beide regelingen zijn bedoeld voor zittende oalt-leraren.

 

Onduidelijk is wat het nieuwe regeringsbeleid ten aanzien van oalt zal worden. De toenmalige regering Balkenende nam in 2002 in de regeringsverklaring op dat voorrang gegeven moet worden aan het leren van het Nederlands en dat daarom de oalt-bekostiging door het rijk per 1 augustus 2004 beëindigd wordt. Vervolgens is na de val van het kabinet het onderwerp oalt controversieel verklaard; de nieuw te vormen regering zal zich opnieuw moeten uitspreken.

Het voornemen om oalt af te schaffen heeft landelijk reacties teweeggebracht. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar behoud van oalt in de vorm van taalondersteuning. Veel genoemde argumenten in de acties om oalt te handhaven zijn bevordering van de kennis van het Nederlands, integratie, identificatie en meertaligheid. Van het bevorderen van meertaligheid is uiteraard ook sprake bij het oalt als cultuuronderwijs.

Op dit moment wordt landelijk zo’n 70% van de oalt-subsidie voor oalt als taalondersteuning onder schooltijd ingezet; veel gemeenten bieden uitsluitend oalt als taalondersteuning onder schooltijd aan.

 Bij het stoppen of verminderen van de rijkssubsidie wordt aangenomen dat oalt-cultuuronderwijs als eerste van rijkssubsidie onthouden wordt.

 

Bij het stoppen of verminderen van rijkssubsidie voor oalt wordt een breder sociaal kader voor de in dienstzijnde oalt-leraren verwacht.

2. Inleiding; de Delftse werkwijze van oalt.

Delft heeft in 2000 onder de Wet oalt gekozen voor een aanbod in verscheidenheid wat talen en werkwijzen betreft. Hieraan is een uitgebreide peiling onder de grootste migrantengroepen in Delft vooraf gegaan.

Dit resulteerde in het volgende aanbod.

* De talen Iraans/Farsi, Vietnamees, Spaans, Irakees-Arabisch en Berber uitsluitend voor oalt als cultuuronderwijs (na schooltijd).

* De talen Turks, Marokkaans-Arabisch, Koerdisch en Somalisch zowel als taalondersteuning (leerjaar 1 t/m 4 - met name onder schooltijd) en cultuuronderwijs (leerjaar 5 t/m 8 – uitsluitend buiten de reguliere schooltijd).

Voor een deel was dit aanbod onder oetc al in werking. Iraans/Farsi, Vietnamees en Spaans bestonden als oetc na schooltijd; het Turks en Marokkaans werden vooral onder schooltijd verzorgd).

 

Bij de besluitvorming over de nota oalt in oktober 2000 is het college van BenW opgedragen binnen twee jaar na daadwerkelijke invoering een inhoudelijke evaluatie voor te leggen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd.

In november 2002 is deze evaluatie uitgebracht en in december 2002 heeft de commissie Werk Zorg en Onderwijs hierover met de portefeuillehouder overleg gevoerd. Daarbij is door de wethouder aangekondigd in de periode april/mei 2003 met een nota over toekomstig oalt-beleid te komen. Dit tijdstip houdt mede verband met het kabinetsbeleid voor oalt waarvan verwacht werd dat het op dat moment bekend is. Momenteel is er nog geen nieuwe regering. Deze nota zal zich beperken tot voorstellen voor oalt als taalondersteuning. Voor oalt als cultuuronderwijs worden de ontwikkelingen op rijksniveau afgewacht. Uitgangspunt daarbij is de inschatting dat deze vorm van oalt vanuit rijksmiddelen niet gehandhaafd wordt.

 

Deze nota beoogt:

- beëindiging van oalt als taalondersteuning onder schooltijd per 1 augustus 2003; dit heeft met name gevolgen voor het aanbod oalt t.b.v. Turkse leerlingen;

- gewijzigde taakstelling voor leraren oalt Turks;

- beëindiging van de werving voor de vacatures oalt als taalondersteuning onder schooltijd en terughoudendheid bij de vervulling van  vacatures oalt als cultuuronderwijs (geen personele verplichtingen die verder reiken dan 1 augustus 2004);

- het verkrijgen van inzicht omtrent wensen, mogelijkheden, gedachten en meningen over de toekomst van oalt. Hiervoor worden gesprekken met de belanghebbenden georganiseerd.

 

  1. Evaluatie oalt als taalondersteuning in Delft: opties en conclusie.

 

Voor de inhoud van de evaluatie ‘oalt  taalondersteuning in Delft’(november 2002) wordt verwezen naar de door Babylon/Universiteit van Tilburg opgestelde rapportage.

In de evaluatie is de conclusie getrokken dat het doel van oalt als taalondersteuning (verbeteren van het Nederlands) in Delft onvoldoende bereikt lijkt.

Gebrek aan continuïteit en de te kleine schaal zijn andere oorzaken die het succes van oalt als taalondersteuning onder schooltijd in Delft in de weg staan.

Ook van de zijde van de betrokken schooldirecties wordt getwijfeld aan de opbrengsten van oalt onder schooltijd. Verder wordt op dit moment, deels wegens ziekte, deels vanwege het ontbreken van bevoegdheden, geen oalt onder schooltijd gegeven. Om deze redenen wordt voorgesteld met ingang van 1 augustus 2003 de mogelijkheid van oalt onder schooltijd te laten vervallen.

 

 

  1. Gevolgen van het afschaffen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd.

 

4.0 Algemeen.

Oalt als taalondersteuning is in 2000 vastgesteld voor de leerlingen in de onderbouw van het basisonderwijs uit de volgende taalgroepen:

Turks, Marokkaans, Somalisch en  Koerdisch; voor de Marokkaanse leerlingen zou het oalt als taalondersteuning  na schooltijd plaats vinden.

Het Somalisch en Koerdisch zijn nieuwe talen. Hiervoor zijn geen kandidaten beschikbaar gekomen die aan de gestelde benoemingseisen voldoen; de inspanningen om deze vacatures deels voor oalt als taalondersteuning onder schooltijd in te vullen worden beëindigd.

Op dit moment is er geen sprake van oalt als taalondersteuning. Dit wordt veroorzaakt door openstaande vacatures voor het oalt Somalisch en Koerdisch, door onbevoegdheid van zittend personeel, door langdurige arbeidsongeschiktheid  en door verminderde belangstelling (zie 4.2).

Aangenomen wordt dat ouders, leerlingen, leraren, scholen/schoolbesturen en de zelforganisaties min of meer verwachten dat de situatie van het niet invullen van de lessen oalt als taalondersteuning tijdelijk is en dat de lessen hervat worden of van start kunnen gaan (nieuwe oalt-talen).

 

De nodige informatie en voorlichting zal verstrekt worden ten aanzien van het afschaffen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd. Vooral voor het Turks heeft dit gevolgen. In de te organiseren contacten en bijeenkomsten zal tevens aandacht besteed worden aan gedachten en opinies die er leven over de door belanghebbenden mogelijke toekomst van oalt.

 

4.1. De gemeente Delft als beleidsverantwoordelijke.

Op dit moment leidt de voorgenomen beleidswijziging om oalt als taalondersteuning onder schooltijd te beëindigen voor de betreffende oalt-leraren niet tot rechtspositionele maatregelen in de zin van gedwongen ontslag of taakvermindering.

De rijkssubsidie voor de bekostiging van oalt is tot 1 augustus 2004 gewaarborgd. In Delft zal terughoudend met de invulling van vacatures  worden omgegaan. Er worden geen personele verplichtingen aangegaan die verder reiken dan 1 augustus 2004. In lopende procedures zal dit onder de aandacht van de kandidaten worden gebracht.

 

 

4.2. De oalt-leraren.

Oalt als taalondersteuning Turks en Marokkaans-Arabisch behoort tot het takenpakket van 4 zittende personeelsleden (3 Turkse oalt-leraren en 1 Marokkaanse-leraar).

3 oalt-leraren voldoen nog niet aan de gestelde eis t.a.v. beheersing van de Nederlandse taal. Zij volgen in het schooljaar 2002-2003 een studie Nederlands om het diploma Nederlands als tweede taal (NT2) volgens programma II te behalen.

1 personeelslid is langdurig arbeidsongeschikt, zij was voorheen uitsluitend onder schooltijd voor oalt als taalondersteuning ingezet.

 

Het beëindigen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd heeft uiteraard gevolgen voor het personeel dat op deze inzet werkzaam zou kunnen zijn. Omdat de belangstelling voor oalt als cultuuronderwijs na schooltijd  afneemt, is het de vraag of er sprake kan zijn van gewijzigde taken en inzet.

Voor de oalt-leraar met een fulltime aanstelling is dat overigens organisatorisch onmogelijk; een dergelijke taakomvang kan niet uitsluitend na schooltijd ingeroosterd worden. Voor de part-time leraren, die ook elders als oalt-leraar werkzaam zijn, dient bij gewijzigde inzet met verplichtingen bij andere werkgevers rekening te worden gehouden.

 

Van rechtspositionele maatregelen in de zin van gedwongen ontslag/taakvermindering voor zittend personeel met een vast dienstverband zal door het beëindigen van oalt als taalondersteuning onder schooltijd per 1 augustus 2003 geen sprake zijn. Wel kan de taakstelling van deze leraren wijzigen.

Alleen op grond van verminderde rijkssubsidie kan een dergelijke situatie ontstaan vanaf 1 augustus 2004. De daarbij horende mogelijkheden en maatregelen zijn dan (mede) afhankelijk van hetgeen de sociale partners op centraal niveau overeenkomen. Omscholing en individuele loopbaantrajecten kunnen daarvan deel uitmaken.

 

4.3. De scholen en schoolbesturen.*

De directeuren van de basisscholen met een lespunt voor oalt als taalondersteuning onder schooltijd zijn bij de evaluatie betrokken geweest. In de evaluatie hebben de directeuren zich verschillend over het nut en de waarde van oalt als taalondersteuning uitgesproken. Een mogelijk vervolg van oalt als taalondersteuning na schooltijd zal dus mede in dit perspectief bezien moeten worden.

De schoolbesturen hebben het opgestelde evaluatierapport ontvangen. Gewijzigde inhoud van oalt-beleid zal in het op overeenstemming gericht overleg (LOKABEL) geagendeerd worden.

 

 

*bij de inwerkingtreding van oalt werd verwacht de oalt-leraren aan te kunnen stellen in een onderwijsrechtspositie bij de gemeente Delft als lokale overheid. Deze mogelijkheid is wettelijk niet ontstaan. Voor de oalt-leraren in Delft is  sprake van een pro forma aanstelling bij het openbaar onderwijs; de voorgestelde beleidswijziging dient pro forma het openbaar onderwijs (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) te passeren. Eventuele financiële en rechtspositionele gevolgen kunnen echter niet op het openbaar onderwijs afgewenteld worden.

 

 

  1. Perspectieven en aandachtspunten.

Het beëindigen van taalondersteuning onder schooltijd betekent in de huidige situatie met name aanpassingen voor het oalt Turks. Informatie en discussie zullen zich dus in belangrijke mate op deze groep richten.

Als Turkse ouders belangstelling voor oalt in de vorm van taalondersteuning houden, is een doorstart buiten schooltijd een mogelijke optie.

Oalt als taalondersteuning vereist afstemming met het curriculum van de school. Realisatie van deze vorm van oalt buiten schooltijd zal ook in dat licht bezien worden.

 

Voor de personele invulling worden geen nieuwe verplichtingen aangegaan. De leraren oalt Turks zullen zoveel mogelijk ingezet worden op een aangepaste werkwijze.

Zonodig wordt de werktijd van de Turkse oalt-leraren aangevuld met tijdelijke inzet als onderwijsassistent. De werkzaamheden kunnen divers zijn. Hierbij kan gedacht worden aan ondersteuning bij onderwijstaken, maar ook aan een positie als intermediair bij ontwikkelings-, leer-  en opvoedingsvragen.

 

Bij het mogelijk (volledig) stoppen van de rijkssubsidie voor oalt doet zich een nieuwe situatie voor. In de contacten met de migrantenorganisaties en oalt-leraren kan tevens nagegaan worden welke gedachten en oplossingsrichtingen er in bij een dergelijk scenario zijn. Ontwikkeling naar een regionale voorzieningen en mogelijke inzet van eigen financiële bijdragen door de ouders  zijn hiervan voorbeelden.

 

 

  1. Planning.

Fase I.

In de communicatie is beëindiging van oalt als taalondersteuning onder schooltijd per 1 augustus 2003 het uitgangspunt. Daarbij zal verkend worden welk vervolg van oalt wenselijk en haalbaar is.

 

2003- april.

Alle belanghebbenden worden over de voorgenomen beleidswijziging geïnformeerd. Behalve voorlichting zijn de te organiseren bijeenkomsten ook bedoeld om gedachten en perspectieven voor oalt in de toekomst te verkennen.

De volgende doelgroepen worden onderscheiden:

* oalt-leraren;

* zelforganisaties/migrantengroeperingenº waaronder de ouders van (potentiële) oalt-leerlingen;

* alle schoolbetrokkenen;

* openbaar onderwijs/GMR.

 

2003-april/mei

De opbrengsten van de gevoerde gesprekken worden samengevat ten behoeve van de besluitvorming;

Schriftelijke afhandeling op overeenstemming gericht overleg (LOKABEL);

Besluitvorming;

Voor de betrokken personeelsleden zal na een eerste algemene informatiebijeenkomst persoonlijke uitwerking nodig zijn. Dit kan leiden tot een loopbaanperspectief waarvoor faciliteiten beschikbaar worden gesteld.

 

2003-vanaf augustus

Uitvoering.

 

Fase II.

najaar 2003-voorjaar 2004

Voorbereiding nieuw oalt-beleid op basis van te verwachten nieuw rijksbeleid.

 

ºbij de zelforganisaties en migrantengroepen wordt onderscheid gemaakt tussen taalgroepen met/zonder oalt in de vorm van taalondersteuning ;

 

 

  1. Voorstel.

 

- beëindiging van oalt in de vorm van taalondersteuning onder schooltijd per
  1 augustus 2003;

- gewijzigde taakstelling voor leraren oalt Turks;

- geen nieuwe personele verplichtingen die verder reiken dan 1 augustus
  2004;

- mede naar aanleiding van te verwachten wijzigingen in het rijksbeleid in
  het najaar 2003/voorjaar 2004 nieuw OALT-beleid ontwikkelen.


     

 

Ietje Thijsse

beleidsmedewerker vakteam onderwijs