Inleiding

 

Deze  projectomschrijving is gebaseerd op eerdere notities omtrent Basta van het Leger des Heils, en R.C.V.S. de Wissel.

 

1.1.      Achtergrond aanpak schoolverzuim.

Het bestrijden en voorkomen van schoolverzuim door leerplichtige leerlingen heeft de afgelopen jaren steeds meer politieke en maatschappelijke aandacht gekregen. De belangstelling vloeit voort uit het gegeven dat (veelvuldig) schoolverzuim veelal een eerste indicatie vormt voor voortijdig schoolverlaten van jongeren in een later stadium. Voortijdig schoolverlaten en het ontbreken van startkwalificaties vergroten vervolgens het risico dat jongeren de aansluiting met de arbeidsmarkt verliezen en op zoek gaan naar andere (illegale) methoden van inkomensverwerving. Schoolverzuim kan als zodanig een signaal zijn voor (toekomstig) crimineel gedrag van jongeren.

 

Bij ongeoorloofd schoolverzuim door een leerplichtige jongere dient de school hiervan melding te maken bij het Bureau Leerlingzaken, m.n. de leerplichtambtenaar van de gemeente Delft. Indien na onderzoek en overleg met de jongere, ouders en school naar voren komt dat interventies niet het gewenste resultaat hebben, zal de leerplichtambtenaar, in het kader van de leerplichtwet, een proces-verbaal tegen de jongere en/of ouders opmaken.

 

Met de wijziging van de leerplichtwet in 1994 is het derhalve mogelijk jongeren vanaf 12 jaar strafrechtelijk te vervolgen, eventueel naast een strafrechterlijke vervolging van de ouders of verzorgers. Indien tegen een jongere een proces-verbaal is opgemaakt komt deze in de strafketen terecht.

 

Justitie kan in bovenstaande gevallen overgaan tot het opleggen van een leerstraf Basta. De leerstraf BASTA werkt vanuit het competentie model gericht op het aanleren van sociale vaardigheden in groeps- en individuele trainingen. Leerstraf BASTA beslaat 60 uren verdeeld over 3 weken. Na de 3 weken BASTA volgt een verdere oriëntatie van 10 weken op scholing. Indien een jongere zelf het Basta-traject afbreekt in de eerste drie weken, wordt het strafrechttraject door de Raad voor de Kinderbescherming geactiveerd. Stapt de jongere uit het programma in de daaropvolgende 10 weken van scholing, dan heeft de leerplichtambtenaar de mogelijkheid om, in het kader van de leerplichtwet, wederom een proces-verbaal tegen de jongere op te maken.

 

In deze notitie zal een verdere beschrijving van de leerstraf Basta, m.n. de doelstelling, het programma en betrokken partijen worden gegeven

 

1.2.      Basta in Delft.

Naar aanleiding van de succesvolle start van leerstraf “Basta” in Den Haag heeft de gemeente Delft het Dag Trainingscentrum van de Reclassering van het Leger des Heils (DTC) benaderd om samen de mogelijkheden te onderzoeken om de leerstraf Basta in de gemeente Delft in te voeren. Tijdens de verkennende gesprekken bleek de gemeente Delft te willen samenwerken met het DTC en R.C.V.S. de Wissel ten einde Basta te kunnen starten.

 

Op inhoudelijke en organisatorische gronden heeft de gemeente Delft een koppeling tot stand gebracht tussen het project Basta en de Wissel.

Uit de gesprekken die door betrokkenen zijn gevoerd bleek dat een samenwerking tussen De Wissel en het DTC heel vruchtbaar zou kunnen zijn gezien de beide expertises. De Wissel is sterk op het gebied van onderwijs aan voortijdige schoolverlaters en het DTC heeft ervaring in het werken met geverbaliseerde spijbelaars. Ook bleken de beide gevolgde methodieken goed op elkaar aan te sluiten.

 

1.3.      Ontwikkelingen de Wissel

 

Met het oog op de toekomstige integratie tussen de Wissel en de lesplaats voor ZMOK, in Delft is samenwerking en afstemming met de J.C. Pleysierschool zeer wenselijk. De J.C. Pleysierschool wordt gezien als één van de belangrijke partners bij de realisering van genoemd project.

 

 

 

Omschrijving van de doelgroep

 

Leerlingen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar, die:

 

 

 

 

 

 

 

1.                  Doelstelling van het programma

 

Het doel van de leerstraf is vierledig, namelijk:

1.       De terugkeer naar school bewerkstelligen door het versterken van de motivatie van de leerling. Het programma dient de leerling duidelijk te maken dat onderwijs een onmisbare bijdrage vormt voor de ontwikkeling en latere levensloop van de leerling;

2.       Het programma beoogt een preventieve werking te hebben door in vroegtijdig stadium een stevige aanpak aan te bieden om erger voorkomen;

3.       Het ten uitvoer leggen van een justitiële sanctie waarbinnen de leerling wordt geconfronteerd met een consequente aanpak en minimale tolerantie ten aanzien van overtreding van de gestelde regels. (Basta-groep.

4.       Het voorkomen van een justitiële sanctie, middels het volgen van het programma overeenkomstig de leerstraf Basta, waarbinnen de leerling wordt geconfronteerd met een consequente aanpak en minimale tolerantie ten aanzien van overtreding van de gestelde regels. (preventieve groep.

(Doelstelling 4. geldt alleen voor het eerste jaar van het project.)

 

 

2.                  Instroom

 

 

4.1.     Model A.

Leerplichtambtenaar maakt proces-verbaal op

 

 

 


Verzonden naar officier van justitie +

afschrift naar Raad v.d. Kinderbescherming

 

 

 


Raad v.d. Kinderbescherming roept jongere en ouders op en

verzamelt eventuele andere gegevens over het gezin

 

 

 


Overleg tussen Raad, Leerplicht, O.M. en D.T.C.

 

 

 


Advies naar officier van Justitie over de sanctie, deze

bepaalt of de jongere vervolgd zal worden

 

 

 


Kantonrechter beslist of de leerstraf van Basta wordt opgelegd

 

 

 


Uitvoering door DagTrainingsCentrum LdH en R.C.V.S. De Wissel

 

 

 

Wanneer BASTA wordt opgelegd door de kantonrechter meldt de coördinator taakstraffen van de Raad voor de Kinderbescherming de leerling aan bij BASTA voor het ondergaan van een leerstraf ten bedrage van 60 uur. De leerplichtambtenaar vervult gedurende deze periode de functie van casemanager en neemt na afloop van deze 60 uur de rol over van de plaatsende instantie voor de vervolgfasen van het programma.  De vervolgfase zal maximaal 10 weken duren.

 

4.2.       Model B.

 

Leerplichtambtenaar heeft een waarschuwend gesprek en stelt ouders en jongere voor de keuze: proces verbaal opmaken of vrijwillig deelnemen aan Basta programma

 

 

 


Overleg tussen, Leerplicht, De Wissel en D.T.C.

 

 

 

Ouders en jongere worden door DTC en De Wissel uitgenodigd voor een intakegesprek

 

 

 

 

Uitvoering door DagTrainingsCentrum LdH en De Wissel

 

De leerplichtambtenaar vervult tijdens deze manier van instromen een controlerende functie. Wanneer een leerling zich niet aan het programma houdt dan zal er een terugmelding aan de leerplichtambtenaar gezonden worden. Deze zal dan alsnog overgaan tot het opmaken van een proces verbaal.

 

3.                  Programma

 

De leerstraf heeft een verplichte duur van 60 uur verdeeld over 3 weken. Aan dit deel valt niet te tornen. Het programma tijdens de leerstraffase wordt voornamelijk uitgevoerd door trainers van het DagTrainingsCentrum met ondersteuning van de docenten van De Wissel. De docenten zullen enkele lessen geven aan de deelnemers van Basta zodat deze weer kunnen ervaren hoe het is om in de schoolbanken te zitten, daarnaast wordt er geobserveerd hoe zij zich gedragen in deze schoolsituatie.

 

Na de leerstraffase vindt er een overgang plaats naar het onderwijs programma van De Wissel. De Wissel zal dan voornamelijk uitvoering geven aan programma Basta met ondersteuning van trainers van het DagTrainingsCentrum. De trainers zullen nog twee dagdelen besteden aan gedragstrainingen, zowel individueel als in de groep.

 

Het programma ziet er als volgt uit:

 

Week 1 tot en met week 3

Gedurende deze drie weken wordt een diagnose gemaakt waarin duidelijk wordt waar de vaardigheidstekorten en mogelijkheden van de deelnemer liggen. Het programma beslaat 20 uur per week.

Concreet ziet dit er als volgt uit:

De deelnemer dient in deze 3 weken iedere dag van 9.00 tot 14.00 uur op Basta aanwezig te zijn.

Door middel van:

·         Observaties door de trainers;

·          Het maken van een weekkaart;

·          Het maken van een competentieanalyse;

·          Individuele sociale vaardigheidstrainingen;

·          Groeps sociale vaardigheidstrainingen;

·          Het oefenen van sociale vaardigheden binnen gerichte opdrachten.

·          Het volgen van een les per dag van het reguliere programma van De Wissel

 

Wordt duidelijk wat het  vaardigheids- en gedragsniveau van de deelnemer is. Tevens wordt goed zichtbaar waar de tekorten aan sociale vaardigheden liggen en wat eventueel overige probleemgebieden voor de deelnemer zijn. Aan het einde van de drie weken wordt een individueel trainingsplan samengesteld op grond van de bevindingen van de voorgaande periode. Dit trainingsplan zal als uitgangspunt dienen voor de overige 10 weken. Bij de bespreking van het trainingsplan zijn ook de ouders van de deelnemer en de leerplichtambtenaar aanwezig.

 

Week 4 tot en met week 10

In deze fase wordt aan de hand van het individueel trainingsplan verder onderzocht waar de interesses en mogelijkheden van de leerling liggen. Het doel van deze fase is de leerling te stimuleren een zodanig traject uit te zetten waaruit  het behalen van een startkwalificatie voortvloeit en waarin hun talenten het best tot hun recht komen.

De leerling zal in deze fase voornamelijk deel nemen aan het reguliere onderwijsaanbod van De Wissel. Hierin komen o.m. de volgende vakken voor:

 

·         Nederlands

·         Engels

·         Wiskunde

·         Techniek

·         Leefstijl

·         Sport

 

Concreet betekent dit dat de deelnemers iedere dag van 9.00 tot 14.00 uur aanwezig dienen te zijn. Afhankelijk van het trainingsplan zullen de benodigde vaardigheidstekorten worden getraind zowel in groepsverband als individueel.

 

De deelnemer zal in deze fase ook activiteiten ondernemen waarin het zijn/haar interesses leert kennen onder andere door middel van museumbezoek, het opdoen van creatieve vaardigheden, Beroepen/scholen oriëntatie, het leren invullen van vrijetijdsbesteding, voorlichting (over maatschappelijke onderwerpen), Sport, technische handvaardigheid, computerlessen en outdoor technieken.

 

In deze fase wordt een begin gemaakt met de terugkeer naar school van herkomst, het plaatsen van de deelnemer op een nieuwe school of het plaatsen van de deelnemer in een scholings-/spijbelproject. De verantwoordelijkheid voor de plaatsing ligt bij de betrokken leerplichtambtenaar.

 

Aan het einde van deze fase vindt een evaluatie plaats waarin duidelijk wordt wat de deelnemer aan vaardigheden heeft geleerd. Bij deze evaluatie zullen de ouders en de leerplichtambtenaar aanwezig zijn.

 

4.                  Nazorg

 

De leerplichtambtenaar blijft de leerling na afloop van het programma (3 of 13 weken) volgen. Tijdens het evaluatiegesprek wordt een nazorgplan besproken en vastgesteld.

 

5.                  Positionering van het programma

 

Basta is geïnitieerd vanuit de gemeente Delft, Bureau Leerlingzaken en maakt onderdeel uit van het preventieplan criminaliteitsbestrijding van de gemeente Delft. Samenwerkende instanties zijn Bureau Leerlingzaken van de gemeente Delft,

de Raad voor de Kinderbescherming, R. C. V. S. De Wissel, DagTrainingsCentrum van de Reclassering van het Leger des Heils, J.C. Pleysierschool, Bureau Jeugdzorg DWO, Samenwerkingsverband VO-SVO Delft plus.

 

Om voldoende mogelijkheden te kunnen bieden voor het realiseren van trajecten dient er samenwerking en afstemming te zijn met instanties en voorzieningen, zoals:

 

·         Leerplichtambtenaren

·         Scholen voor voortgezet onderwijs

·         Scholen voor speciaal voortgezet onderwijs

·         Opvangprojecten

·         Bureau jeugdzorg

·         Vakteams Welzijn en Onderwijs in de gemeente Delft

·         Centrum voor vakopleiding

·         CWI Delft

·         Uitzendbureaus

·         Raad voor de Kinderbescherming

·         Openbaar ministerie

·         Jeugdreclassering

 

De communicatie naar bovengenoemde partijen omtrent het Bastaproject dient geoptimaliseerd te worden.

 

6.                  Capaciteit

 

Per groep kunnen maximaal 7 deelnemers instromen, capaciteit op jaarbasis:

21 deelnemers. Er zal worden gewerkt met 3 instroommomenten per schooljaar.

Het betreft hier 21 (mogelijke) deelnemers als onderdeel van het maximum aantal deelnemers van de Wissel 48 in totaal op jaarbasis.

 

9.         Samenwerking Bureau Jeugdzorg.

 

Met Bureau Jeugdzorg is in het kader van Basta overeengekomen dat er gelijktijdig met de start van het Bastaprogramma, een hulpverleningsaanbod wordt gedaan aan de deelnemers. Hiertoe zal in eerste instantie gebruik worden gemaakt van de bestaande samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en de Wissel.

 

10.               Registratie.

 

·         Van alle deelnemers wordt een dossier aangelegd, waarin persoonsgegevens, afschriften van eventueel gevoerde correspondentie, intakerapport en uitgebrachte rapportage;

·         Gegevens worden geregistreerd in het Cliënt volg systeem. Hierop is de Wet Persoonsregistratie van toepassing;

·         Dossiers kunnen door de direct bij de hulpverlening betrokken medewerker worden geraadpleegd;

·         Jongeren en ouders/wettelijke verzorgers, hebben het recht over de jongere aangelegde dossiers in te zien. Bij jongeren boven de 16 jaar kunnen de ouders het dossier slechts inzien met toestemming van de jongere;

·         Dossiers worden na vertrek van de jongere gesloten en naar het archief gebracht. Hier wordt het gedurende 5 jaar bewaard. Instanties die gedurende deze 5 jaar informatie wille opvragen kunnen dit uitsluitend doen nadat hiervoor toestemming is gegeven door de jongere of ouders/wettelijke vertegenwoordiger;

·         5 jaar na vertrek worden de dossiers vernietigd.

 

11.       Ontwikkelingen

·         De resterende gemeenten uit het SMC Delft Westland Pijnacker Nootdorp hebben te kennen gegeven eventueel te willen samenwerken op het moment dat het project effectief blijkt te zijn.

Deelname aan Basta door de regiogemeenten kan geschieden op basis van kostprijs +20% overheadkosten.

Het Bastaproject zal ingebed dienen te worden in de zorgstructuur van het VO-SVO samenwerkingsverband Delft Plus. Het Bastaproject dient gezien te worden als één van de instrumenten die de Centrale Zorg Commissie  ter beschikking staat.

 

12.       Financiën, looptijd en evaluatie.

 

12.1.     Het project Basta kent twee financiers

  1. De gemeente Delft,
  2. Raad voor de Kinderbescherming.

 

De Raad neemt in deze, de eerste 3 weken van de opgelegde leerstraf  voor haar rekening.   De looptijd van het project is 2 jaar  01-01-2003 tot  01-01-02005.

Na 1 jaar zal een tussentijdse evaluatie plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de gemeente Delft, in samenspraak met alle betrokken partijen. In de evaluatie(s) zal ook nagegaan worden of een jongere een half jaar na uitstroom uit Basta nog steeds in het beoogde vervolgtraject zit.

 

Uitgevoerd door het Dagtrainingscentrum van het Leger des Heil, Den Haag en het R.C.V.S. de Wissel Delft.

 

Tijdsperiode.

01-01-2003 – 01-01-2004.

 

Aantal deelnemers.

Op jaarbasis zal aan minimaal 15 en maximaal  21 deelnemers een aanbod worden gedaan.

 

Programma.

Het programma bestaat maximaal 13 weken

In de eerste 3 weken wordt invulling gegeven aan de leerstraf van 60 uur.

 

12.2           Financiële verantwoording Bastaproject.

 

Basta is als deelproject gehonoreerd in het kader van het preventiebeleid van de gemeente Delft.

 

Totaal beschikbaar  voor een periode van 3 jaar:

 

Uitgaven

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

Subsidie aan DTC (leger des heils)

62

62

62

 

 

 

 

 

 

Salariskosten onderwijs

3

3

3

 

 

 

 

 

 

Subsidie aan jeugdzorg

5

5

5

 

 

 

 

 

 

Subsidie Wissel (coordinatie/overleg)

10

10

10

 

 

 

 

 

 

Overige kosten

5

5

6

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven

85

85

86

 

 

 

 

 

 

Dekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gem Delft (preventiebeleid pn 71493)

68

63

59

190

 

 

 

 

 

Raad van de Kinderbescherming

7

12

17

 

 

 

 

 

 

Gem Delft (via subsidie Wissel)

10

10

10

30

 

 

 

 

 

Totaal Dekking

85

85

86

 

 

13.          Convenant en uitwerkingsdocument.

 

Om de samenwerking tussen betrokken partijen te bekrachtigen zal er een Samenwerkingsovereenkomst Basta Delft worden opgesteld, ten einde de inhoudelijke, organisatorische en financiële afspraken vast te leggen.

Partners hierbij zijn:

·         Raad voor de Kinderbescherming

·         Gemeente Delft

·         Leger des Heils

·         J.C. Pleysierschool

·         Projectraad de Wissel.

·         Bureau Jeugdzorg DWO.

·         Samenwerkingsverband VO-SVO Delft plus.

 

Gelijktijdig met het opstellen van het convenant zal een aantal uitvoeringszaken worden vastgelegd in een  stroomschema met bijbehorend tijdpad, waarin de afzonderlijke activiteiten, tijdsperioden en verantwoordelijkheden staan vermeld.

 

Erik Beers, vakteam Onderwijs

Rien Griep  vakteam Welzijn