In de eerste vier weken van
de zomervakantie 2002 heeft de zomerschool plaatsgevonden. De zomerschool is
bedoeld voor kinderen van de Centrale Opvang Primair Onderwijs (kinderen die
minder dan een jaar in Nederland zijn). Vier weken lang kregen deze kinderen,
gedurende vier ochtenden per week, NT2-onderwijs met als belangrijkste doel de
Nederlandse taalvaardigheid op niveau te houden. Over deze activiteiten is door
de coördinator van Zomerschool een evaluatieverslag geschreven (zie bijlage 1).
Voor de leerlingen van de
Centrale Opvang Voortgezet Onderwijs is gedurende de periode van de
zomervakantie het “Summerschool”project uitgevoerd. In dit project werd voor de
leerlingen van de Centrale opvang voortgezet onderwijs een programma
gerealiseerd, dat naast een taal- ook
een sport-, i.c.t.-, spel- en cultuuraanbod omvatte. Het evaluatieverslag
project ‘Summerschool’ is opgenomen in bijlage
2.
Voor de realisatie van de
zomerschool 2002 was weinig voorbereidingstijd. Hierdoor ontbrak het aan de
mogelijkheid om duidelijke kaders (zowel inhoudelijke, als financiële kaders)
aan te geven, waardoor een aantal zaken minder wenselijk zijn verlopen dan de
bedoeling was. Het volgende wordt opgemerkt:
Financieel: De kosten voor de
zomerschool 2002 zijn veel hoger uitgevallen dan in het 2001 (bijlage 3). De
belangrijkste verklaringen hiervoor
zijn:
De aanzienlijke toename van
personeelskosten. Voor de uitvoering van de Zomerschool was geen “intern”
onderwijzend personeel beschikbaar. Het gevolg hiervan is dat het personeel
ingehuurd moest worden bij een uitzendbureau.Daarnaast zijn, vanwege de
onervarenheid van de nieuwe coördinator en de ondersteuning van de coördinator
Centrale Opvang, veel uren, dus ook financiële middelen gaan zitten in de
voorbereiding van de Zomerschool;
Kosten voor vervoer van
leerlingen zijn dit jaar ook vergoed;
Bereik: Het aantal leerlingen
dat dit jaar heeft deelgenomen aan de zomerschool is beduidend lager dan in
2001. Dit is een direct gevolg van de terugloop van het leerlingenaantal van de
Centrale Opvang primair onderwijs. De ratio leerling-leerkracht was 1:4;
Inhoudelijk:Het NT-2 aanbod
in de Zomerschool, dat is gedaan, is voornamelijk gebaseerd op thema’s uit
Prisma. Dit is weliswaar een degelijk aanbod, maar voor meerdere kinderen
bekend omdat zij dat in de reguliere schoolsituatie ook al aangeboden hebben
gekregen.
Financieel: Ook voor de
realisatie van de Summerschool zijn veel kosten gemaakt; ook in 2001 waren de
kosten aanzienlijk, maar werden toen gedeeltelijk ondervangen door een
eenmalige subsidie uit Fonds 1818.
Bereik: De deelname door
leerlingen van de Centrale Opvang voortgezet onderwijs was kleiner dan in 2001.
De reden hiervan ligt in het feit dat er pas in een laat stadium definitieve
duidelijkheid was over het al dan niet doorgaan van het Summerschool-project.
Ook op de Centrale Opvang voortgezet onderwijs is een terugloop in het aantal
leerlingen te zien.
Inhoudelijk: inhoudelijk voldeed de uitvoering in grote lijnen aan de
verwachtingen en de gestelde doelen.
Uitgangspunten project zomer 2003.
Het bovenstaande, onderbouwd
in bijlage 1 en 2, maakt het logisch dat een andere opzet van het geheel
wenselijk is. Voor de toekomst worden plannen uitgewerkt, die een koppeling
tussen Brede Schoolprogramma, D.V.A., indien mogelijk Delftpas en zomerschool
inhouden. Voor de zomerperiode van 2003 is gekozen voor een gemengde opzet,
waarbij het eerste uitgangspunt is dat er (nog steeds) een behoefte bestaat aan
een opvang gedurende de zomerperiode van taalzwakke kinderen, te onderscheiden
in een groep kinderen tot circa 12 jaar en een oudere groep.
Het tweede uitgangspunt is dat de uitvoering meer efficient dient te
zijn en moet aansluiten bij reeds bestaande voorzieningen en initiatieven,
waardoor de kosten worden beperkt.
Het derde uitgangspunt is dat
het bereik ten opzichte van het voorgaande jaar opmerkelijk moet worden vergroot.
Op basis van deze
uitgangspunten wordt door de
uitvoerende organisatie een plan van aanpak geschreven
Plan van aanpak 2003.
De belangrijkste elementen
van het Plan Van Aanpak zijn:
q
Door het aanbieden van
educatie, recreatieve, sport, spel en
culturele activiteiten worden beide groepen, gescheiden van elkaar bediend.
Hiertoe wordt door de B.W.D. in samenwerking met diverse partners een programma
uitgewerkt, dat aangeboden wordt op twee locaties, te weten in de Buitenhof en
het Westerkwartier.
q
Voor de werving van
kinderen wordt gebruik gemaakt van de infrastructuur van Centrale Opvang Glen
Millerstraat, Grotius College en de Brede school.
q
Voor niet-educatieve
elementen zal zoveel mogelijk worden aangehaakt bij de door de B.W.D.
ontwikkelde en uitgevoerde zomeractiviteiten, (in vier wijken) waarin een mix
van sport- spel en cultuur wordt aangeboden.
Voor de bekostiging van de
zomerschool-activiteiten wordt een aantal
budgets gekoppeld, namelijk:
q
Flexibele
jongerenbudget(22637)
€ 15.000,-
q
E.Z.H.-veiligheid
(71105) € 10.000.-
q
Preventie-zomerschoolbudget(22728) € 15.000,-
q
Budget buurt- en
wijkwerk (22988) €
10.000.-
Voorstel:
Instemmen met de voorgestelde
aanpak van de zomerschool, waarin gedurende een periode van 4 weken een aanbod,
van taal-, sport-, spel- en cultuuractiviteiten wordt gedaan aan 2 groepen
kinderen in Buitenhof en het Westerkwartier.
Hoogachtend,
Rob van den Berg
Hoofd vakteam welzijn,
Rien Griep en Elly Mulder,
Beleidsmedewerker
Bijlage 1.
Evaluatie Zomerschool
Centrale Opvang 2002
Mirjam Biegstraaten
14 september 2002
In de periode van 23 juli tot
17 augustus 2002 is er voor 17 kinderen van de Centrale Opvang Delft een
Zomerschool geweest. De doelen van deze Zomerschool waren: het op peil houden
van de Nederlandse taal, (betere) integratie in de directe (Delftse)
leefomgeving en het doen van leuke uitstapjes en activiteiten. Alle doelen zijn
bereikt.
Toch zou de kwaliteit van de
Zomerschool aanzienlijk kunnen verbeteren als er meer voorbereidingstijd zou
zijn geweest en als er eerder met de voorbereidingen was gestart. Zowel de
uitstapjes en activiteiten als de NT2-lessen kunnen dan professioneler zijn.
Inhoudsopgave
Inleiding
De coördinator en de
leerkrachten
De leerlingen
De school
Het budget en de begroting
De voorbereiding
De thema's
Het lesprogramma
De uitstapjes
De bezoeken van mensen op
school
Externe belangstelling
Evaluatie met de leerkrachten
van de Zomerschool
Conclusies en aanbevelingen
Bijlage: artikelen over de
Zomerschool in Delftse Post en Delftsche Courant (31 juli 2002)
Deze zomer is er voor de
tweede keer een Zomerschool van de Centrale Opvang Delft geweest. In totaal
hadden 17 kinderen zich voor deze Zomerschool aangemeld. Er waren twee groepen,
een met 7 kinderen en een met 10 kinderen. Er was 1 coördinator
(ondergetekende) en 3 leerkrachten. Het doel van de Zomerschool is het op peil
houden van de Nederlandse taal , het (beter) integreren in de Delftse
leefomgeving en doen van leuke uitstapjes en activiteiten. Deze doelen
probeerden we te bereiken door iedere ochtend een NT2-lesprogramma aan te
bieden rondom 4 verschillende thema's (iedere week een ander thema). Daarnaast
kwamen er verschillende mensen op bezoek, organiseerden we activiteiten op
school of deden we uitstapjes die de thema’s en de behandelde NT2 nog meer
inhoud gaven.
De Zomerschool vond plaats in
het gebouw van de Centrale Opvang aan de Glenn Millerstraat 2.
De coördinator en de leerkrachten
De coördinator Mirjam
Biegstraaten is leerkracht. Zij heeft 6 jaar ervaring op een school voor
asielzoekerkinderen in Waddinxveen. Michelle in den Bosch is 2e-jaars student
aan de PABO en was 31/2 week leerkracht van groep 1, de jongste kinderen.
Michelle is vorige Zomerschool ook twee weken leerkracht geweest.
Joan Smol, 2e-jaars studente
PABO, was 3 weken leerkracht van groep 2, de oudste kinderen. Murielle
Leeuwangh, bevoegd leerkracht en 3 jaar ervaring, was 4 weken leerkracht van
groep 2, samen met Joan.
Murielle was de tweede week
de enige leerkracht van groep 2. Mirjam Biegstraaten is in groep 1 twee dagen
leerkracht geweest.
Doordat er twee leerkrachten
in een groep waren, bood dit de mogelijkheid goed te differentiëren en
individuele aandacht te geven. Ook kon een leerkracht in kleine groepjes
activiteiten buiten de klas doen, zoals oefenen voor het fietsexamen buiten op
het schoolplein, terwijl de andere leerkracht met de kinderen in de klas
werkte.
De leerkrachten waren,
ondanks de geringe ervaring van twee van hen, goed in staat te groepen te
leiden. Er hebben zich nauwelijks problemen voor gedaan met orde of andere
zaken. Als er problemen waren, konden we die in goed overleg oplossen. De
leerkrachten merkten zelf dat ze goed georganiseerd en gestructureerd les
moesten geven. Soms observeerde ik dat ze moeite hadden met het begeleiden van
de kinderen bij creatieve lessen. De kinderen hebben soms een geblokkeerde
fantasie en geven dan gauw op. Na een aantal tips hoe ze dit beter konden
begeleiden, ging het beter.
In totaal hadden zich 17
kinderen aangemeld. Hiervan waren er twee die alleen de eerste week kwamen. De
opkomst was goed. Zo nu en dan bleef er eens iemand weg, veelal vanwege een
uitstapje (het is tenslotte vakantie en de Zomerschool is niet verplicht), soms
vanwege ziekte.
Als kinderen wegbleven zonder
afbericht, belde ik wel altijd even naar hun huis om te vragen waarom ze niet
kwamen. Een jongen is maar 2 dagen
geweest. Ik heb hem diverse malen thuis gebeld om te vragen waarom hij niet
meer kwam maar ik kreeg aldoor de voicemail.
De meeste kinderen kwamen op
de fiets of lopend. Twee jongetjes zijn 3 weken met het schoolvervoer gebracht
en gehaald.
De Zomerschool vond plaats in
de Centrale Opvang aan de Glenn Millerstraat. Deze plek heeft als voordeel dat
de kinderen daar normaal al naar school
gaan en er dus vertrouwd en bekend zijn. De school staat voor veel kinderen in
de buurt van hun huis zodat ze met de fiets of lopend kunnen komen.
Andere voordelen zijn dat
alle benodigde materialen zoals potloden, pennen, kopieermachine, meubilair,
etc. aanwezig zijn. Bovendien is het handig dat er een gymzaal in het gebouw
is. Met name in de 4e week, de sport en spelweek is van de gymzaal en/of de
materialen veel gebruik gemaakt.
Er was een bedrag begroot van
6030 euro, exclusief de salariskosten. Met Rien Griep en Mary de Groot was
afgesproken dat het inschrijvingsgeld van de kinderen (15 euro per persoon)
mijn cash budget zou zijn. Dit was en bedrag bovenop het bedrag in de
begroting. Omdat er 17 kinderen meededen had ik maar 235 euro (15 kinderen
betaalden 15 euro, 2 kinderen 5 euro omdat zij maar 1 week meededen) tot mijn
beschikking. Dit bedrag bleek te klein om alle directe uitgaven te kunnen doen.
Ik heb dan ook 1270,12 euro uit eigen zak moeten voorschieten. Hoewel ik het
geld van de gemeente kreeg
teruggestort, was het toch heel vervelend. Het is geen goede zaak en zeer
onprofessioneel als privé en zakelijk geld door elkaar gaan lopen. Het
belemmert je bovendien in je vrijheid van geld uitgeven: dingen die ik volgens
de begroting wel had kunnen kopen maar niet op rekening konden, kocht ik niet
omdat ik daarvoor te veel in eigen buidel moest tasten. De omstandigheden
dwongen mij er soms toe maar een eventuele volgende Zomerschool zal dit anders
moeten regelen! Een aantal rekeningen konden naar de gemeente en werden verder
door Rien Griep afgehandeld.
In de begroting stond een
bedrag van 1000 euro voor de kosten van verbruiksmaterialen die op de Centrale
Opvang al aanwezig waren voor de Zomerschool startte. De Centrale Opvang dient
een rekening in van 1000 euro bij de gemeente in voor vergoeding hiervan.
Ik ben per 1 juli 2002
aangenomen door de gemeente. Dit was drie weken voordat de Zomerschool moest
starten. Er was nog niets georganiseerd. In ongeveer 4 weken hadden Rien Griep
en Elly Mulder allerlei zaken rondom aanstellingen, salarissen, schoonmaak en
verzekeringen geregeld. De evaluatie en overdracht van de coördinator van de
Zomerschool 2001 was minimaal. Veel dingen moest ik weer zelf uitzoeken maar ik
werd hierbij wel geweldig geholpen door de coördinator van de Centrale Opvang,
Mary de Groot. Daarbij moet gezegd worden dat de coördinator van vorig jaar een
groot netwerk binnen Delft en de gemeente Delft had waar ze gebruik van kon
maken. Ik had dat niet.
Omdat ik had berekend dat ik
ongeveer 120 uur nodig zou hebben om de Zomerschool te organiseren en ik maar
60 uur tijd had, mocht ik van de gemeente twee leerkrachten inzetten die mij
bij de organisatie konden helpen. Uiteindelijk hebben we met z'n drieën en
nog 2 dagen met z'n vieren, 180 uur
nodig gehad om de Zomerschool op poten te zetten. De coördinator 83 uur, een
leerkracht 46 uur, een leerkracht 36 uur en een leerkracht 15 uur. Bij
voorbereidingen moet u denken aan het maken van afspraken met de diverse mensen
voor een praatje, een workshop (binnen- of buiten school) tot het maken van het
lesprogramma voor 4 weken en het regelen van diverse materialen voor de lessen.
De coördinator werkte op haar thuisadres. Dit was het meest
praktische omdat ze daar 24 uur een computer en telefoon tot haar beschikking
had. Het was beter thuis te werken dan op de Centrale Opvang omdat daar geen
computer te gebruiken was waar ook mee gemaild kon worden. Bovendien is daar
maar een telefoonlijn die ook door de Centrale Opvang wordt gebruikt, wat de
bereikbaarheid lastig maakt. Tijdens de voorbereiding is de coördinator een
paar ochtenden enorm goed geholpen door Mary de Groot, de coördinator van de
Centrale Opvang. Zij heeft naast de wekelijkse gesprekken die ik met haar had,
veel zaken geregeld zoals de brieven aan de ouders (en daarna nog vele telefoontjes
met ouders), de PR, sommige boodschappen, en regelingen rondom sleutels en
dergelijke van het gebouw. Het
Zomerschoolteam had een ruimte op de
Centrale Opvang om alle materialen voor de Zomerschool te verzamelen of te
maken. Twee leerkrachten zijn een paar dagen op de Centrale Opvang geweest om
het lesprogramma te maken en kopiëren. Zij konden dan gebruik maken van een
computer (voor tekstverwerking) , een kopieerapparaat en eventueel telefoon.
Niet alleen had ik veel te
weinig tijd om de Zomerschool goed voor te bereiden, de tijd die ik had zat
bovendien veel te kort op de start van de Zomerschool. Als ik eerder had kunnen
beginnen (ongeveer 6 maanden van te voren voor 11/2 dag per maand - zie ook
aanbevelingen Zomerschool 2001) dan had ik veel onderdelen van het programma
beter en professioneler kunnen regelen. Er kan dan eerder contact worden gelegd
met personen en instellingen waardoor zij beter rekening kunnen houden met een
eventueel bezoek van of aan de Zomerschool. Goede voorbeelden hiervan zijn: het
Reinier de Graaf ziekenhuis (zij hadden ons graag een rondleiding gegeven op de
kinderafdeling) , het VAK (als docenten van het VAK eerder waren gevraagd
hadden ze er met hun vakanties rekening mee willen houden) en de verkeerstuin
van het Plaswijckpark (het was misschien mogelijk geweest een verkeersdocente
in te huren).
De thema's waren bijna
hetzelfde als vorig jaar. De eerste week het thema "boodschappen
doen", de tweede week "beroepen", de derde week "veilig in
het verkeer" en de vierde week "vrije tijd/sport en spel".
Het thema beroepen was vorig
jaar "leren en werken". Omdat dit thema te veelomvattend was voor de
kinderen, hebben we er voor gekozen daar "beroepen" van te maken.
De keuze van de thema's was
goed. De invulling ervan kan hier en daar beter en professioneler (zie
conclusie en aanbevelingen).
Voor een aantal kinderen was
het de tweede keer dat ze aan de Zomerschool meededen. Voor hen was het veelal
geen probleem dat ze activiteiten voor de tweede keer deden.
Iedere ochtend van 9.00 tot
10.15 kregen kinderen les in Nederlands als tweede taal (NT2).
Het lesprogramma was gemaakt
door twee van de leerkrachten, beiden 2e-jaars PABO en een geringe ervaring met
NT2. Door gebrek aan tijd, kon ik mij helaas niet voldoende bemoeien met het
maken van het lesprogramma. Er is gebruik gemaakt van het Prisma-project, Horen
Zien en Schrijven, de NT2-bloks en werkbladen uit het lesprogramma van de
Zomerschool van vorig jaar. Het was voor de makers uiteraard niet eenvoudig het
programma te maken: weinig ervaring met de doelgroep en weinig kennis van het
niveau van de kinderen.
Het programma was redelijk.
Het was vaak niet duidelijk wat de makers precies bedoelden. Er stonden weinig
mogelijkheden tot differentiatie in. Tijdens de Zomerschool kon er natuurlijk
nog veel worden aangepast en dat is ook gedaan.
Soms klaagden de kinderen dat
ze werkbladen of lessen al hadden gehad. Het is wellicht een idee om hier
volgend jaar iets meer rekening mee te houden.
Het lesprogramma moet goed
vol zitten, goed gedifferentieerd zijn
en er moet stof zijn voor kinderen die snel klaar zijn. Bovendien moet het
programma gemaakt worden door iemand met veel NT2-kennis.
We hebben drie keer een
uitstapje gedaan.
In de eerste week naar Albert
Heijn aan de Martinus Nijhofflaan. In de tweede week naar World Art Delft waar
we in de huizen van de Zomerschool van de jongeren meubels en speelgoed hebben
gemaakt.
In de derde week zijn hebben
we een rondvaart en een rit met de paardentram door Delft gemaakt.
Met name de eerste twee
uitstapjes waren een groot succes.
Bij Albert Heijn werden we
ontvangen met petjes, limonade en iets
lekkers. Na een rondleiding door de magazijnen, de beveilingscamera's, de
broodafdeling (waar ze een broodje mochten uitzoeken, die later voor ze werd
gebakken), de kaasafdeling en de vleeswarenafdeling, mochten de kinderen zelf
boodschappen doen. Ieder groepje had 12,50 om te besteden. Er mocht niet meer
worden uitgegeven. Tevoren was er een boodschappenlijstje gemaakt. Bij de kassa
mochten verschillende kinderen caissière zijn.
Aan het einde van de tweede
week zijn we naar World Art Delft geweest waar we in de huizen van de
Zomerschool van de jongeren meubeltjes en speelgoed hebben gemaakt. Het was
voor de kinderen een heerlijke zomerse ochtend waarin ze genoten van zagen,
timmeren, spelen in de huizen en het buiten zijn. Het duurde iets te lang. 21/2
uur voor zo'n activiteit is lang genoeg, tenzij het nog met iets anders wordt
afgewisseld. De hulp van Baart, Hugo, David (geregeld door Mirjam) en Jeroen en
zijn hulp van World Art was erg leuk en goed. Ook het busreisje viel in goede
smaak.
De rondvaart en de
paardentram waren allebei leuk voor een kwartiertje. Daarna is de lol eraf voor
de kinderen.Het is een te passieve bezigheid.Volgend jaar zou het leuker zijn
om als afsluiting van de verkeersweek bijvoorbeeld skateles te regelen. Of een
spannende puzzeltocht met actieve opdrachten.
Er zijn veel mensen op school
op bezoek geweest, die iets hebben verteld over hun beroep, hun winkel of die
een workshop of activiteit met de kinderen deden.
In de eerste week kwam Carla
Leeflang, assistent-manager bij Albert Heijn. Zij vertelde in een half uur aan
de hele groep hoe een supermarkt werkt. Ze deed dit kort en duidelijk. Naar
aanleiding van de evaluatie van vorig jaar had ik gevraagd of ze beeldend
materiaal mee wilde nemen, maar helaas kon ze dit niet verzorgen. Dit vond ik
een groot minpunt aan haar verhaal. Sommige dingen die ze verteld had, waren de
volgende dag in de winkel meteen herkenbaar. Zo had Carla verteld over de
recycling van karton en de grote machine die daarvoor in het magazijn stond. De
kinderen herinnerden haar verhaal onmiddellijk toen ze de machine zagen.
Als afsluiting van de eerste
week kwam Margreet Koelewijn van Kerade om met de kinderen een reuzensupermarkt
te boetseren. De meeste kinderen zijn heerlijk bezig geweest met het maken van
broodjes, snoepjes, vrachtwagens en winkelwagentjes. Na 11/2 uur hadden de kinderen
er even genoeg van. Na het buitenspelen gingen ze aan de slag met het
schilderen van de supermarkt. Voor sommigen duurde dit alles te lang, de
meesten bleven tot het eind toe betrokken.
In de tweede week, de
beroepenweek, kwam een verpleegkundige. Zij kwam in kostuum en vertelde in
beide groepen een half uur wat ze doet en wat ze daarbij gebruikt. Ze gebruikte
hierbij een boekje dat met name de jongsten goed aansprak. De stethoscoop (en
je eigen hart en adem horen) en het infuus vonden de kinderen heel boeiend. De
verpleegkundige maakte indruk met haar rustige, goede presentatie. Er zat veel
structuur in haar verhaal en praatte heel goed in korte, eenvoudige zinnen met
een duidelijke articulatie.
Helaas kwam de brandweer deze
week niet langs. Onderbezetting door de vakantie en ziekte waren de oorzaken.
In de derde week, de
verkeersweek, kwam Claire Boelema, de wijkagente, op bezoek. Zij hield een
verhaal voor de hele groep over haar werk als wijkagente. Het werd een mooie
presentatie met het demonstreren van de portofoon, de boeien, de peperspray,
het pistool en haar politieauto (en dan vooral de sirene en zwaailicht). Claire
besteedde ook aandacht aan het verschil tussen de politie in Nederland en die
in de landen waar de kinderen vandaan komen. Na een video van 20 minuten over
het werk van de politie (die af en toe veel te moeilijk was en ook beelden
bevatte die voor jonge kinderen minder geschikt zijn), waarin de kinderen een
goed beeld kregen van het werk van de politie, ging Claire fietsexamens afnemen.
Buiten op de schoolpleinen
had ik samen met een leerkracht een verkeerstuin gemaakt. Het materiaal
hiervoor was geleverd door de heer Jan Rust van de Gemeente Delft, afdeling
Stadsbeheer-Civiel. Hij leverde afzetlint, verkeersborden (speciaal voor de
gelegenheid op lage paaltjes gezet) en pionnen.
Twee leerkrachten hadden een
beoordelingsformulier en een diploma gemaakt. De kinderen werden beoordeeld op
simpele dingen als goed remmen, rechts houden en vinger uitsteken (die voor
velen al heel moeilijk waren), maar ook op de kennis van verkeersborden.
Na de fietsexamens kreeg
iedereen van Claire officieel een diploma maar wel met wat opmerkingen erbij
waar de kinderen nog goed op moesten letten. De kinderen vonden het heel
spannend en echt en er werd luid geapplaudisseerd als iemand zijn diploma
kreeg.
Om het fietsexamen nog
professioneler te maken, zou het mooi zijn als vooral de oudste kinderen een
stuk in de wijk fietsen en daar “examen’’ doen
in plaats van op het schoolplein.
Claire heeft al toegezegd hieraan eventueel volgend jaar te willen meewerken.
In de laatste week, de vrije
tijd/sport en spelweek, kwamen Chester en Pieter van Breed Welzijn Delft iedere
ochtend van 10.30 tot 13.45 sport en spel met de kinderen doen. Dit was een
groot succes en een prachtige afsluiting van de Zomerschool. We hadden een week
met schitterend weer zodat, op een dag na, alle sport- en spelactiviteiten
buiten plaats konden vinden. Chester en Pieter hadden een mooi afwisselend
programma en konden de groep goed leiden. De kinderen en de juffen genoten met
volle teugen. De waterspeeldag zal iedereen zich nog lang heugen….
Externe belangstelling
Op de eerste dag van de
Zomerschool is Dick Rensen, wethouder Onderwijs van de gemeente Delft, op
bezoek geweest. Hij heeft samen met de kinderen hun eigen winkeltje geopend.
Een journalist van de
Delftsche Courant en een van de Delftse Post hebben een artikel geschreven en
een foto geplaatst (zie bijlagen).
Evaluatie met de leerkrachten van de Zomerschool
Ik heb de leerkrachten van de
Zomerschool aan het einde van de periode gevraagd een door mijzelf gemaakte
evaluatie in te vullen. De vragen die ik heb gesteld waren:
a) Hoe heb je de Zomerschool ervaren?
b) Wat vond je moeilijk/makkelijk?
c) Wat vonden de kinderen erg leuk en waarom?
d) Wat vonden ze niet leuk en waarom?
e) Hoe was het lesprogramma? Was er goed mee te werken?
Was het programma op het niveau van de kinderen? Heb je veel aangepast of
veranderd?
f)
Heb je ideeën of
suggesties voor de volgende Zomerschool?
Samenvatting van de
antwoorden:
De leerkrachten hebben de
Zomerschool zeer positief ervaren. Twee ervan gaven aan volgend jaar weer mee
te willen doen. Deze leerkrachten hadden ook meegeholpen met de organisatie. Ze
schreven er expliciet bij juist dat onderdeel zo leuk te hebben gevonden.
De onervarenheid met de
doelgroep werd als moeilijk ervaren. Ze hadden moeite met het bepalen van het
niveau van de leerlingen en vervolgens te differentiëren.
De kinderen vonden volgens de
leerkrachten de uitstapjes en activiteiten waarbij een actieve houding van de
leerlingen werd gevraagd het leukste:
de sport en spelweek, de 'eigen winkel', de wijkagente, fietsexamen en
de ochtend timmeren bij World Art Delft. Ook de ingelaste playbackshow op de
laatste dag van de Zomerschool vonden de kinderen erg leuk . Uitstapjes zoals
de paardentram en de rondvaartboot vonden de kinderen niet zo leuk omdat die te
passief zijn. Workshops en praatjes die te lang duren of te moeilijk zijn,
vinden de kinderen ook niet leuk. Te denken valt dan aan het praatje van
mevrouw Leeflang van Albert Heijn (voor de jongsten te moeilijk, vooral door
gebrek aan visueel materiaal), de workshop keramiek (te lang), de timmerochtend
bij World Art Delft (1/2 uur te lang of beter invullen, dwz meer afwisseling).
Het lesprogramma zoals twee
leerkrachten dit hadden voorbereid (ik had hier zelf te weinig tijd voor), werd
door de leerkracht die het niet had voorbereid als onduidelijk ervaren. Veel
NT2-lessen hadden de kinderen al gehad. Volgens twee leerkrachten vonden de kinderen
dit vervelend. Zij stellen voor volgend jaar meer zelf lessen te maken. De
leerkrachten merkten dat de kinderen vooral heel betrokken waren bij de
NT2-lessen die in drama- of spelvorm werden gedaan. De kinderen waren ook goed
betrokken bij kringgesprekken en voorlezen en praten n.a.v. een prentenboek. De
leerkrachten hebben zelf, voor zover dat lukte, gedifferentieerd in het
lesprogramma.
De leerkrachten geven de
volgende suggesties en ideeën:
-
uitstapjes met een
actieve houding
-
bezoekers moeten concrete,
beeldende materialen meenemen
-
NT2-programma
professioneler maken (hiervoor is dan meer voorbereidingstijd nodig)
-
beroepenweek nog meer
toespitsen, bijv 1 week alleen met de politie bezig zijn, hierdoor meer
diepgang in een thema
-
een klassenassistent voor
2 groepen gezamenlijk (nu had maar een groep een klassenassistent)
-
meer leerzame bezoeken
-
meer buitenspelmateriaal
zoals springtouwen, elastiek.
-
voor aanvang van de
Zomerschool een contract met of voor de kinderen maken, met basisregels waaraan
ze zich moeten houden
-
meer contact zoeken met
de ouders (verwachtingen over en weer duidelijk maken, hulp van ouders)
De algehele conclusie is dat
de Zomerschool van de Centrale Opvang een succes is geweest. De leerlingen, de
leerkrachten, de coördinator en de verschillende gasten hebben een leuke tijd
gehad.
Het eerste doel, het op peil
houden van de Nederlandse taal is bereikt. Volgens de coördinator van de
Centrale Opvang konden de leerkrachten duidelijk merken welke leerlingen wel en
welke leerlingen niet naar de Zomerschool waren geweest. De leerlingen die wel
naar de Zomerschool waren geweest spraken beter Nederlands dan de leerlingen
die niet waren geweest. Bij de eersten was het niveau op peil gebleven, bij de
plaatsten was het niveau omlaag gegaan.
Ook het tweede doel, (betere)
integratie in Delft, is behaald. De kinderen zijn op veel plekken geweest die
ze nog niet kenden. Ook hebben ze in de lessen en door de verhalen van de
verschillende gasten meer geleerd over de Delftse (Nederlandse) maatschappij.
Het laatste doel, leuke uitstapjes en activiteiten doen, is bereikt. Elke week
waren er verschillende binnen en buitenschoolse activiteiten en uitstapjes.
Toch zijn er een heel aantal
zaken voor verbetering vatbaar. Ik wil er graag een aantal noemen.
Bijlage 2.
Zomerschool 2002
voortgezet onderwijs.
Inleiding.
In 2001 is voor het eerst
sprake geweest van een “Summerschool”project, waarin aan leerlingen van de
Centrale opvang voortgezet onderwijs een programma werd aangeboden, dat naast een taal- ook een sport, spel en
cultuuraanbod werd gerealiseerd gedurende de periode van de zomervakantie.
Positieve evaluatie heeft
ertoe geleid, dat het project in het collegeprogramma een plaats heeft gekregen
en in 2002 opnieuw is uitgevoerd.
Partners.
Een groot aantal partners
hebben bijgedragen in het project 2002:
q
Gemeente Delft, vakteams
welzijn, onderwijs en cultuur
q
De stichting Breed Welzijn
Delft
q
Buurthuis Olof
q
De nieuwe amateur
q World Art
Foundation
q HRO
q
SJD
q
AZC De Lier
q
Eco computeropleidingen
q
VVV Delft
q
Grotius College Delft
q
Vrije Academie delft
q
Sportfondsenbad delft
q Flora Theater
q X-change.
Deelnemers.
In
totaal hebben 43 jongeren aan het project deelgenomen, waarvan 10 onregelmatig.
Door goede samenwerking met de SJD (terugkoppeling, voortgangsoverleg etc.) was
de deelnemende groep AMA’s consistent. Mede door het late tijdstip waarop
duidelijk werd dat het project kon doorgaan was het aantal deelnemers van de
Centrale Opvang minder dan in het voorgaande jaar. De diversiteit van de
deelnemers etniciteit, leeftijd en was zeer divers.
Organisatie.
De
deelnemers werden in 4 groepen verdeeld, waarbij leeftijd het criterium was.
Een van de groepen bestond uitsluitend uit meiden. De groepen bleven 4 weken
lang ongewijzigd en werden begeleid door 4de jaarsstudenten van de
HRO. Een opbouwwerker van de BWD had de totale leiding, de vakleerkrachten
werden via diverse kanalen geworven.Centraal punt in de programmering was
Buurthuis Olof, het programma werd verder op tal van locaties binnen Delft
afgewerkt. Het bestond uit de onderstaande onderdelen.
Programma.
q
X-change
q
Zwemmen
q
Kennismakingsprogramma
Delft
q
Bouwproject World Art
Centre
q
Sport
q
Computerles.
Evaluatie.
Er
is na afloop van het project op basis van de doelstellingen geëvalueerd met de
samenwerkingspartners en de deelnemers. Een aantal conclusie volgt hieronder:
Het
aanbod.: voor een deel van het aanbod
is getracht om samen te werken met het reguliere aanbod van de BWD, hetgeen in
veel opzichten goed is geslaagd. Waar getracht is om activiteiten “naar de
Summerschool toe te halen” leerde het project dit jaar, dat het efficiënter is
om juist naar diverse locaties en activiteiten toe te gaan, hetgeen
kostenbesparend werkt.
Cognitieve
effecten: Er is geen nulmeting
gedaan, door de diversiteit in samenstelling staat er borg voor, dat de
voertaal binnen de groepen Nederlands was en dat de jongeren gedwongen waren om
die taal te gebruiken.Zelf geven ze aan meer taallessen te willen krijgen, de groep is over het algemeen erg
gericht op het verwerven van kennis en diploma’s.
Sociaal-emotionele
effecten: de groepen waren zeer op
elkaar aangewezen en hebben zo een grote vaardigheid verworven in zelf probleemoplossend
vermogen, conflictbeheersing,
integratie n acceptatie. De begeleiders zagen bij velen ook een groeiend
zelfvertrouwen. Vroeg opstaan, op tijd aanwezig zijn en afspraken nakomen was
voor sommigen nieuw. De begeleiders constateren een groeiende zelfdiscipline.
Neveneffecten.
De
samenwerkingspartners wensen op te merken, dat projecten als deze een positieve
bijdrage leveren aan netwerkontwikkeling, die ook effect zal sorteren op andere
projecten in de toekomst.
Doorstroming.
Een
aantal summerschoolcursisten is ook na afloop van het project gaan deelnemen
aan diverse activiteiten zoals het theaterproject van DNA, komt regelmatig in
het zwembad, is ingestroomd in de (meiden-)groep van buurthuis de Wending etc.
Financiën.
Uitgaven
|
|
|
computerlessen |
|
11350 |
Zwemlessen |
|
3500 |
X-change |
|
|
Begeleiding,
vakdocenten, organisatie |
15005.48 |
|
Huur |
3552.48 |
|
Kosten
presentaties 26 juli en 25 augustus |
710.79 |
|
publiciteit |
1112.65 |
|
diversen |
924.39 |
|
Totaal
X-change |
|
21305.46 |
Vergoeding
groepsbegeleiders |
|
3550.00 |
Kennismaken
met Delft |
|
312.50 |
Activiteiten
kosten |
|
284.49 |
Organisatiekosten |
|
336.94 |
Totaal
uitgaven |
|
49639.39 |
Inkomsten
|
|
|
Eigen
bijdrage deelnemers |
|
185 |
Aanvraag
X-change subsidie |
|
4500 |
Welzijn |
|
35954.39 |
Totaal |
|
40639.39 |
Conclusie:
Duidelijk
is dat een Summerschoolproject niet goedkoop is. Aanbevolen moet worden om
mogelijkheden tot integratie met andere projecten (zomerschool primair
onderwijs, vakantieprogramma BWD en de DVA) tot een kostenbesparing zou kunnen leiden. Wellicht levert de Delftpas
ook mogelijkheden.
Bijlage 3.
Voorlopig overzicht kosten
Zomerschool
Personeel €
16.320,-
Activiteiten € 1.752,-
…..
Gratificatie coördinator
Centrale Opvang € 500,-
Materiaal € 1.000,- (navragen Rob)
Vervoerskosten € 1.425,-
Totaal €
20.997,-