Nota

 

Datum

4-07-2003

Ons Kenmerk

332064

Opsteller

R. Diemers

Bijlagen

0        

Onderwerp

Toeslag langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief

 

 


Geacht college,

 

 

Inleiding

 

In het najaarsoverleg heeft het vorige kabinet afgesproken dat er een regeling komt voor langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. Deze regeling moet gezien worden als een voorbereiding op de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB).

Voor de regeling heeft de regering voor 2003 een eenmalig bedrag van 20 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor Delft komt dit neer op een bedrag van ca. € 138.000,-. Dit bedrag is beschikbaar voor het verstrekken van een eenmalige uitkering. Uitvoeringskosten worden niet vergoed.

 

Het Ministerie gaat er van uit dat de afspraken zoals deze gemaakt zijn in het najaarsoverleg worden uitgevoerd. Het Ministerie geeft aan dat in materiele zin gemeenten verplicht zijn invulling te geven aan de regeling en dat men hierop aanspreekbaar is.

Doelgroep

 

De regeling zoals deze door het Rijk wordt voorgesteld is, is slechts beschikbaar voor een kleine doelgroep. De doelgroep wordt gevormd door:

-        belanghebbenden die gedurende een periode van ten minste 60 maanden, onafgebroken een inkomen hebben gehad op bijstandsniveau, en

-        geen arbeidsmarktperspectief hebben, en

-        gedurende de periode geen inkomsten uit arbeid hebben gehad (ook niet als deze volledig zijn verrekend met de uitkering), en

-        gedurende deze periode volledig hebben meegewerkt aan acties gericht op het verkrijgen en behouden van arbeid.

 

In de verzamelbrief geeft het Ministerie aan dat het aan de gemeenten is om te bepalen hoe het begrip zonder arbeidsmarktperspectief kan worden ingevuld. De gemeente ook vrij om te bepalen hoe een dergelijke toeslag zich verhoudt met het categoriale bijzondere bijstandsbeleid.

Omvang doelgroep binnen Delft

 

Op grond van een selectie uit GWS4All (langer dan 5 jaar een uitkering en zonder inkomsten gedurende deze periode) is duidelijk geworden dat de omvang binnen WIZ ca. 660 huishoudens betreft.

Het criterium ‘volledig meegewerkt hebben aan acties gericht op arbeid’ is niet in deze selectie meegenomen in verband met de onbetrouwbaarheid van de registratie in het verleden. Ook het criterium ‘het ontbreken van arbeidsmarktperspectief’ vraagt nader dossieronderzoek.

 

Daarnaast is de toeslag ook beschikbaar voor andere inwoners van Delft met een minimuminkomen die aan de voorwaarden voldoen. De regeling geldt dus niet voor inwoners:

-        met een klein inkomen uit arbeid,

-        niet voor ouderen, aangezien zij al een hogere uitkering hebben;

-        niet voor mensen met een uitkering op basis van de WW, wachtgeld of ziektewet.

 

De doelgroep die geen uitkering ontvangt van WIZ, maar toch voldoet aan de bovenstaande criteria wordt feitelijk gevormd voor mensen die een uitkering op minimumniveau ontvangen op basis van de WAO of Wajong.

Op basis van cijfers van het Coelo kan deze groep geschat worden op ca. 90 personen. In hoeverre we hen kunnen bereiken en in hoeverre zij bereid zijn de toeslag aan te vragen is moeilijk in te schatten. Bovendien zal men moeten kunnen aantonen aan de criteria te voldoen.

 

Hoogte van de uitkering; richtbedragen

 

Voor ouderen (65 plus) die een aanvullende bijstandsuitkering ontvangen geldt een hogere norm, welke overeenkomt met het netto bedrag aan volledige AOW. Het Ministerie gaat ervan uit dat met een langdurigheidstoeslag de uitkering van de langdurige minima op hetzelfde niveau komt.

 

De door het Ministerie voorstelde uitkering voor langdurige minima komt hiermee op een bedrag van:

- voor echtparen                          450,-

- voor alleenstaand ouders              400,-

- voor alleenstaanden                    300,-

 

Wel is duidelijk dat dit richtbedragen zijn. Het Ministerie laat gemeenten vrij om meer of minder te verstrekken.

 

Als de gemeente besluit het volledige bedrag te verstrekken dan kan uit het bedrag dat voor Delft beschikbaar is, de langdurigheidstoeslag aan ongeveer 300 huishoudens worden betaald. Zoals eerder aangegeven is de doelgroep binnen WIZ is echter groter, namelijk ca. 660 huishoudens.


Rekening houdend met het categoriale beleid

 

De gemeente Delft kent drie vormen van categoriale bijzondere bijstand, namelijk de witgoedregeling, de regeling bijkomende studiekosten voor ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs, en de collectieve ziektekostenverzekering AV-Delft.

 

Als een categoriale regeling bestaat waarop men slecht eens in de paar jaar recht heeft (in Delft bijvoorbeeld de witgoedregeling; eens per 8 jaar) dan kan het ontvangen bedrag berekend worden naar een bedrag per jaar.

De witgoedregeling kent in zijn huidige vorm een maximumvergoeding van

€ 1150,- per 8 jaar, hetgeen neerkomt op een gemiddeld bedrag van ca

€ 145,- per jaar.

 

Voorgesteld wordt in de verdere uitwerking geen rekening te houden met de beide andere categoriale bijzondere bijstandsregelingen. Enerzijds omdat dit een regeling is die gezien moet worden als een soort tegemoetkoming in de schoolkosten (en daarmee feitelijk tegemoet komt aan kinderen), anderzijds dat het feitelijk een vereenvoudiging betreft van de uitvoering waarbij de betrokkenen anders een beroep hadden moeten doen op de ‘normale bijzondere bijstand’ (AV-Delft).

 

Onderzocht is hoeveel van de betrokken klanten, die aan de eerdergenoemde criteria voldoen[1] , die gedurende deze periode van 5 jaar geen categoriale bijzondere bijstand hebben ontvangen (witgoed). Dit zijn 225 klanten. Een onderscheid naar huishoudtype vindt u in onderstaande tabel.

 

Tabel 1:         aantal huishoudens langer dan 60 maanden onafgebroken een uitkering, geen inkomsten en geen beroep op categoriale bijzondere bijstand gedurende deze 60 maanden.

Huishoudtype

aantal

overig aantal

Alleenstaanden

161

289

Alleenstaand ouders

23

87

Echtparen /. Samenwonenden

41

29

Totaal

225

435

 

 

Als we de door het Ministerie genoemde criteria verder hierin betrekken (zoals het volledig meegewerkt hebben aan activiteiten gericht op het verkrijgen of behouden van werk, dus geen maatregel op deze gronden) dan zal de omvang van deze doelgroep nog iets lager uitkomen.

 

Klanten die de afgelopen jaren reeds een vergoeding bijzondere bijstand hebben gehad op basis van de witgoedregeling hebben (als zij het maximale bedrag hebben ontvangen) al meer ontvangen dan de maximale langdurigheidstoeslag.

 

Mede hierom wordt voorgesteld de langdurigheidstoeslag toe te kennen aan een ieder die voldoet aan de eerdergenoemde criteria, en die gedurende de afgelopen 5 jaar geen categoriale bijzondere bijstand op grond van de witgoedregeling heeft ontvangen, een langdurigheidstoeslag toe te kennen.

 

Arbeidsmarktperspectief

 

De uitkering is bedoeld voor personen zonder arbeidsmarktperspectief. In feite kan men stellen dat voor vrijwel alle klanten, die reeds 5 jaar of langer afhankelijk zijn van een uitkering, de afstand tot de arbeidsmarkt dermate groot is dat zij binnen een korte periode (niet binnen een periode van 6 maanden) een reële entree kunnen maken op de arbeidsmarkt.

 

In de uitvoering kunnen we het volgende aanhouden:

- dit geldt voor alle klanten die zijn ingedeeld in fase 4, en

- voor de alle klanten, ingedeeld in fase 3, waarvan het traject niet binnen een periode van 6 maanden wordt afgerond.

 

De toeslag

 

Voorgesteld wordt om de volledige toeslag, het richtbedrag zoals genoemd door het Ministerie, te verstrekken aan iedereen die voldoet aan de eerdergenoemde criteria, en die de afgelopen 5 jaar geen vergoeding heeft ontvangen uit de zgn. witgoedregeling.

 

Hiermee is naar schatting een bedrag gemoeid van € 75.000,-.

 

Voorgesteld wordt tevens om de overige groep langdurige minima een lager bedrag toe te kennen, namelijk:

- alleenstaanden                                             100,00

- alleenstaand ouders                                       150,00

- echtparen / samenwonenden                  175,00

 

Hiermee is een bedrag gemoeid van ca. € 47.000,-. Er resteert derhalve nog een bedrag van ca. € 13.000,- hetgeen kan worden gebruikt voor overige minima die geen klant zijn van WIZ. De gemeente zal via de lokale media hen op de mogelijkheid van deze toeslag wijzen.

 

Geen dubbel gebruik.

Het is natuurlijk mogelijk dat er klanten zijn die de volledige toeslag ontvangen, en die de komende maanden alsnog een beroep doen op de witgoedregeling. Om te voorkomen dat zij dubbel profiteren wordt voorgesteld om in deze gevallen het verschil in toeslag te verreken met de toe te kennen bijzondere bijstand (witgoedregeling).

 

Uitvoering

 

De regeling moet op individuele gronden worden toegekend. In principe betekent dit dat een ieder die meent aan de criteria te voldoen dit persoonlijk moet aanvragen. De gemeente moet elk individueel geval beoordelen. Dit brengt veel uitvoeringskosten met zich mee. Het bedrag dat als vergoeding van het Rijk wordt ontvangen voorziet niet in deze uitvoeringskosten.

 

Om de uitvoeringskosten beperkt te houden wordt voorgesteld de geselecteerde groep geen aanvraag te laten indienen maar direct door WIZ te laten beoordelen of men voldoet aan de criteria. Indien de gemeente van mening is dat men voldoet aan de criteria kan de toeslag worden verstrekt. Een beschikking wordt verzonden. Wel moet de gemeente communiceren, met name via de Klantenkrant, dat wie ook meent aan de voorwaarden te voldoen, een aanvraag in kan dienen. In alle gevallen wordt men middels een beschikking op de hoogte gesteld.

Conclusie

Het Ministerie heeft een regeling gemaakt die moet worden uitgevoerd door de gemeente. De middelen die het Ministerie daarbij ter beschikking stelt zijn echter onvoldoende. Het op individuele basis uitvoeren van deze regeling brengt ook veel uitvoeringskosten met zich mee die niet zijn verdisconteerd in het bedrag dat van het Rijk wordt ontvangen.

 

Dit leidt tot het maken van een keuze aan wie wel, geen of een lagere toeslag wordt verstrekt. De nadruk wordt gelegd op die klanten die gedurende de afgelopen 5 jaar geen beroep hebben gedaan op de witgoedregeling.

Voor de overige langdurige minima wordt voorgesteld een lager bedrag aan toeslag uit te keren.

 

Met de nieuwe wet Werk en Bijstand wordt een dergelijke regeling wettelijk. In de voorbereiding op de nieuwe wet zal de gemeente voor de uitvoering van deze toeslag definitieve criteria vaststellen.

 

Voorstel

  1. Langdurigheidstoeslag toekennen aan inwoners van Delft die voldoen aan de volgende criteria:

-   ten minste 60 maanden onafgebroken een inkomen op minimumniveau (= bijstandsniveau); en

-   gedurende deze periode geen inkomsten hebben gehad uit arbeid; en

-   gedurende deze periode volledig hebben meegewerkt aan alle activiteiten van de gemeente gericht op het verkrijgen, c.q. behouden van arbeid; en

-   die gedurende deze periode geen vergoeding hebben gehad uit de zgn. witgoedregeling van de gemeente; en

-   die het ontbreekt aan arbeidsmarktperspectief voor de komende 6 maanden.

  1. Het ontbreken van arbeidsmarktperspectief omschrijven als ingedeeld zijn in fase 4, of in fase 3, mits in dit laatste geval er (nog) geen trajectafspraken lopen of de afgesproken trajecten ten minste nog 6 maanden doorlopen.
  2. Voor echtparen geldt dat beide partners aan de criteria moeten voldoen.
  3. De hoogte van de toeslag voor hen die de afgelopen 5 jaar geen categoriale bijzondere bijstand hebben ontvangen in het kader van de witgoedregeling, vaststellen op:

-   voor echtparen                                  € 450,-

-   voor alleenstaand ouders             € 400,-

-   voor alleenstaanden                             € 300,-.

  1. Als een betrokkene na ontvangt van de punt 4 genoemde volledige toeslag alsnog een beroep doet op de witgoedregeling, het verschil tussen de toeslag (punt 4 en 6) verrekenen met de toe te kennen bijzondere bijstand.
  2. Voor hen die de afgelopen 5 jaar wel in het kader van de witgoedregeling bijzondere bijstand hebben ontvangen de toeslag vast stellen op:

-   voor echtparen                                  € 175,-

-   voor alleenstaand ouders            € 150,-

-   voor alleenstaanden                            € 100,-

  1. Communicatie starten gericht op iedereen die aantoonbaar aan de gestelde criteria voldoet maar geen uitkering ontvangt van de gemeente (met name mensen met een uitkering uit WAO of Wajong). In de communicatie wordt aangegeven dat deze toeslag geldt voor 2003. Er wordt op gewezen dat bij een aanvraag in het kader van de witgoedregeling voor 1 januari 2004 een verrekening plaatsvindt.
  2. Kennis nemen van het positieve advies van het panel voor Werk en Inkomen.

 

 

 

 

 

 


     

R. Diemers

Beleidsmedewerker

 



[1] Langer dan 5 jaar een uitkering, zonder inkomsten. De overige criteria zoals zonder arbeidsmarktperspectief en het volledig meewerken kan alleen aan de hand van het dossier worden vastgesteld.