In oktober 2002 is de nieuwe
subsidieverordening maatschappelijke activiteiten vastgesteld. In deze verordening wordt een aantal
subsidievormen onderscheiden. Naast de, alleen in incidentele gevallen te
gebruiken, waarderings- en tussentijdse
subsidies zijn dat:
Budgetsubsidies:
Gekenmerkt door een duidelijke inhoudelijke sturing
op prestatie en resultaten. Wordt voornamelijk toegepast op grote instellingen,
waarvoor een budget beschikbaar is, en waarmee wordt onderhandeld over wat er
wordt ‘ingekocht’ met welk gewenst resultaat.
Exploitatiesubsidies:
Bedoeld om een wenselijk geachte instelling, gebouw
etc. in stand te houden of tot stand te laten komen.
Hierover is in de verordening slechts geregeld dat
er per beleidsterrein een regeling voor kan worden vastgesteld, door de raad.
Bedoeld voor het stimuleren van wenselijk geachte activiteiten, wat niet
wegneemt dat nog steeds gestuurd kan worden op resultaat. De vast te stellen
regeling geeft de mogelijkheid om afwijkende criteria en procedures vast te
leggen.
In de subsidiebundel zijn de subsidiebudgetten voor
vrouwengezondheid, preventieve volksgezondheid, sociale zaken (gezamenlijke
subsidies) en gehandicaptenbeleid onder de stimuleringssubsidies geschaard. Dit
lijkt ook logisch te zijn, omdat dit de mogelijkheid geeft criteria en
procedure goed vast te leggen.
Bijgaand de daarvoor benodigde regeling.
De regeling is referendabel op grond van de
tijdelijke referendumwet, artikel 8 lid 1a. Om snel van start te kunnen gaan met
deze regeling voor de subsidieronde 2004 is het goed de spoedprocedure zoals
bedoeld in artikel 25 van de tijdelijke referendumwet toe te passen, dwz de
regeling na vaststelling door de raad van kracht te laten worden. De aanvragen
kunnen dan op grond van de regeling worden ingediend. Beschikkingen zullen
verzonden onder voorbehoud van het houden van resp. de uitslag van een
referendum.
Voorstel:
1.
De regeling stimuleringssubsidies WIZ vast te
stellen
2.
De regeling referendabel te stellen
3.
De regeling onder toepassing van artikel 25 van de
tijdelijke referendumwet in werking te laten treden direct na bekendmaking
4.
De raad voor te stellen in te stemmen met punt 1 en
3
5.
Voor de vier beleidsterreinen waarop de regeling
betrekking heeft de volgende subsidieplafonds voor 2004 vast te stellen:
·
gehandicaptenbeleid, pr.nr. 21009: € 12.958,-
·
preventieve volksgezondheid, pr.nr. 21032 : €
14.316,-
·
vrouwengezondheid, pr.nr. 21031: € 32.376,-
·
sociale zaken (‘gezamenlijke subsidies), pr.nr.
22015: € 11.176,-
J.
Neutel