De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen (Wet Bopz) regelt de onvrijwillige opneming van mensen met een
geestesstoornis in psychiatrische ziekenhuizen, instellingen voor verstandelijk
gehandicapten en psychogeriatrische verpleeghuizen. Ook bevat de wet een
regeling van de rechtspositie van personen, als ze eenmaal onvrijwillig
opgenomen zijn Dit betreft onder meer regels voor (dwang) behandeling en
vrijheidsbeperking.
Deze notitie beperkt zich tot de onvrijwillige
opname en dwangbehandeling in psychiatrische ziekenhuizen. De volgende zaken
komen aan de orde:
* Opnamecriteria
* Procedures
* De meest recente wetswijzigingen met betrekking
tot verruiming van de wetgeving
* Knelpunten
* Het beleid van GGZ-Delfland
* Reactie Politie
* Beleid GGD
* Voorgenomen OGGZ-beleid
Wettelijke criteria:
2000: 52
2001: 82
2002: 95
2003 t/m aug: 72
Verruiming Bopz:
Sinds de invoering is de Wet Bopz in 1994 is er
veel discussie over de gevolgen geweest. De wet is regelmatig geëvalueerd en er
is herhaaldelijk gepleit voor verruiming. Tot voor kort werden deze adviezen
niet overgenomen. Dit jaar is de Wet Bopz echter alsnog aangepast met enkele
wetswijzigingen. De belangrijkste 3 in dit verband zijn:
Deze machtiging geeft de mogelijkheid om personen,
bij wie een vermoeden van geestesstoornis hetgeen een dreigend gevaar voor
zichzelf veroorzaakt, van toepassing is, maximaal 3 weken gedwongen ter
observatie op te nemen. Tijdens deze periode
wordt onderzocht of er daadwerkelijk sprake is van en stoornis en
gevaar. De machtiging wordt afgegeven door de rechter op vordering van de
Officier van Justitie. De periode kan eventueel verlengd worden (op vordering
van de Officier).
Deze maatregel biedt de mogelijkheid om aan
personen, bij wie de geestesstoornis gevaar doet veroorzaken en die buiten een
inrichting verblijven, toch een machtiging op te leggen. Het gevaar dient
slechts door het stellen en naleven van voorwaarden te kunnen worden afgewend.
Wanneer de voorwaarden niet worden nageleefd, vindt alsnog gedwongen opname
plaats. Voorwaarden kunnen bijvoorbeeld zijn: het verplicht innemen van
medicatie.
De rechter verleent de machtiging. Er dient een
recente verklaring van een niet-behandelend psychiater en een behandelplan (met
instemming van de betrokkene en de behandelaar) te worden overlegd, waarin de
voorwaarden worden beschreven. Betrokkene kan eventueel zelf een
voorwaardelijke machtiging aanvragen.
Een persoon van 16 jaar of ouder die ervaring heeft
met opname in een psychiatrisch ziekenhuis en in staat is zijn wil m.b.t.
opneming, verblijf en behandeling te bepalen, kan een verklaring opstellen,
waarin hij of zij vastlegt gedwongen te willen worden opgenomen wanneer zich
bepaalde omstandigheden voordoen waarbij de betrokkene op dat moment niet
bereid is tot opname. Deze omstandigheden hoeven niet te leiden tot gevaar. De
betrokkene stelt samen met psychiater, verbonden aan een psychiatrisch
ziekenhuis, deze verklaring op. Deze bevat een beschrijving van de
omstandigheden waaronder betrokkenen wil worden opgenomen en de behandeling die
dan wenselijk is. De behandeling mag niet meer dan 6 weken bedragen. De rechter
bepaald of er op enig moment redenen zijn om een zelfbindingsmachtiging af te
geven en daarmee tot gedwongen opname te gelasten. Tot het aanvragen van een
machtiging zijn bevoegd: de behandelaar of een door betrokkene aangewezen
persoon (of personen).
De verwachting is dat bovengenoemde maatregelen
begin 2004 daadwerkelijk ingaan.
Knelpunten:
De hierna beschreven knelpunten zijn naar voren
gekomen uit gesprekken met verschillende afdelingen van GGZ-Delfland, de lokale
afdeling van Ypsilon (familieleden van psychiatrische patiënten en een recent
onderzoek naar verkommerden en verloederden in Nederland:
Onvrijwillige opname is geen vrijbrief voor
onvrijwillige behandeling. Een onvrijwillig opgenomen patiënt wordt onder het
regime van de Bopz als wilsbekwaam beschouwt. Zonder toestemming van de patiënt
(of diens vertegenwoordiger) mag er geen behandelplan worden uitgevoerd; de
patiënt heeft het recht behandeling te weigeren. De wet Bopz gaat vooral uit
van opsluiten. Dit leidt in de praktijk tot situaties waarbij bijvoorbeeld
betrokkenen noodgedwongen voor een langrijke periode in een isoleercel
verblijven en er geen verdere behandeling plaatsvindt. Behandeling is slechts
gericht op het wegnemen van het gevaar. Ook bij de observatieopname kan niet
behandeld worden als cliënten dat niet willen. In zo’n geval zijn ze alleen 3
weken van de straat. Door behandelaars wordt daarom wel gepleit voor een
behandelingswet.
In het kader van deze notitie is met verschillende
personen van GGZ-Delfland gesproken (directie, management, hoofd voordeurteam,
mobiel behandelteam). Hieruit zijn de volgende bevindingen naar voren gekomen:
* De directie van GGZ-Delfland is van mening dat de
huidige Wet BOPZ voldoende mogelijkheden biedt, mede gezien de recente
verruiming.
* Er wordt tot op heden onvoldoende gebruik gemaakt
van de wettelijke mogelijkheden. De redenen daarvan zijn reeds genoemd onder het
kopje knelpunten.
* GGZ-Delfland wil een actiever beleid voeren
m.b.t. het aanvragen van maatregelen voor gedwongen opname door:
- Zich meer te richten op bemoeizorg aangaande
zorgwekkende zorgmijders en overlastgevers. Hiertoe wordt momenteel vanuit het
Mobiel Behandelteam een plan gemaakt. Er zal worden samengewerkt met de
outreachende zorg van Parnassia. Daarnaast worden afspraken gemaakt over
signalering en consultatie t.b.v. bezoekers van Dienstencentrum over de Brug.
Vanuit GGZ-Delfland wordt aangegeven dat er behoefte bestaat aan een meldpunt
voor overlast en zorgwekkende situaties.
- Een betere invulling te geven aan de zorgplicht
m.b.t. gedwongen opnames door actiever beleid. Tot nu toe wordt vaak een te
reactief beleid gevoerd. Zo wordt vaak pas gereageerd wanneer er klachten uit
de directe omgeving zijn (m.b.t. overlast vanuit de buurt of familie die zich
zorgen maakt) . Andere redenen zijn genoemd onder knelpunten.
- Bij twijfel een rechterlijke machtiging aan te
vragen. Het is vervolgens aan de psychiater en vervolgens aan de rechter om te
toetsen.
- In gesprek te gaan met de psychiaters over
afstemming van de beoordelingscriteria.
De politie is van mening dat de huidige wet Bopz
voldoende mogelijkheden biedt. De politie heeft voornamelijk te maken met de
Inbewaringstelling. Als knelpunt wordt aangegeven dat de beoordelende psychiaters nogal uiteenlopende criteria
hanteren. Politie is dan ook een voorstander van een gerichter beleid van GGZ-Delfland
waar het gaat om afstemming van beoordelingscriteria.
De politie wordt in een aantal gevallen betrokken
bij de afweging of een rechterlijke machtiging aan de orde is middels het
wijkagentenoverleg (met GGZ-Delfland en Kwadraad) en het BAW-overleg. Het gaat
hier voornamelijk om de hier genoemde groep verkommerden en verloederden. De
ervaringen met beide overleggen zijn positief.
Een ander knelpunt vormt de noodgedwongen opvang
van mensen met psychische problemen in de politiecel, terwijl deze omgeving
daar niet voor geschikt is en het politiepersoneel de nodige deskundigheid
mist. Er is behoefte aan een 24-uurs crisisbed voor deze groep en het tijdig
overnemen door GGZ-Delfland van betrokkenen. Hierover worden momenteel
afspraken gemaakt tussen GGZ-Delfland en politie Delft. Aangesloten wordt bij
het landelijk- en Haaglandenconvenant, afgesloten tussen GGZ en Politie. Hierin
is onder andere vastgelegd dat er een maximale tijd van 6 uur is tussen
politieopvang en GGZ-opvang.
De GGD heeft bij de uitvoering van haar taken
nauwelijks te maken met onvrijwillige opname van mensen met een
geestesstoornis. De GGD zit meer “aan de voorkant” van de problematiek en dat
betreft in dit verband de taken op het gebied van de Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg (OGGZ). Zie voor verdere toelichting onder het kopje
“OGGZ-beleid”. Voorgenomen taken van de GGD in dit verband zijn:
- het ontwikkelen van een sociale kaart
- signalering en beleidsadvisering; dit houdt onder
meer in het opzetten van een monitor voor de OGGZ
- verder ontwikkelen en positioneren van de
vangnettaak; dit kan onder meer door het opzetten van een eenduidig meldpunt
voor overlast, sociaal isolement en zorgwekkende situaties (zie: OGGZ- beleid)
- het preventieaanbod mede richten op de OGGZ en
meer inzetten op samenwerking met andere instellingen
Verder wordt de GGD in het kader van het
BAW-overleg (bijzondere aandacht woonproblematiek) geconfronteerd met cliënten
die gedwongen opgenomen worden.
Samen met de GGD en GGZ-Delfland wordt momenteel
gewerkt aan het opzetten van een lokaal convenant op het gebied van de openbare
geestelijke gezondheidszorg. Het landelijk OGGZ-beleid is verankerd in de Wet
Collectieve Preventie Volksgezondheid. De wet spreekt van: “Het bevorderen van
openbare geestelijke gezondheidszorg, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
- het signaleren en bestrijden van risicofactoren
op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg
- het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen
en risicogroepen
- het functioneren als meldpunt voor signalen van
crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen
- het bieden van psychosociale hulp bij rampen
- het tot stand komen van afspraken tussen
betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke
gezondheidszorg.”
De gemeenten hebben de regierol en zijn
verantwoordelijk voor het tot stand komen van afspraken met betrokken
instellingen.
Gemeente GGD en GGZ hebben een basisdocument
opgesteld (OGGZ als vangnet). Naast de aanbevelingen op het gebied van
preventie en crisisopvang is vooral de bemoeizorg in dit verband van belang.
Aangeraden wordt een meldpunt te
starten voor zorgwekkende situaties, sociaal isolement en overlast. Achter dit
meldpunt functioneert een team van gespecialiseerde outreachende hulpverleners,
samengesteld uit functionarissen van de betrokken instellingen. Dit meldpunt
gaat een centrale functie krijgen en zal mogelijk een aantal bestaande
meldpunten vervangen. Hiertoe zal in het voorjaar van 2004 een niuewe
basisstructuur worden voorgesteld. Bestaande- en in ontwikkeling zijnde
initiatieven op dit terrein, zoals het BAW-overleg, D’ruit, Meld- en adviespunt
huiselijk geweld, outreachende teams van Parnassia en GGZ-Delfland,
wijkagentenoverleg, vangnetfunctie GGD bij verwaarlozing, schuldhulpverlening
en budgettering zullen hierin zoveel mogelijk worden gebundeld.