Voorstel tot samenwerking van de gemeenten Zoetermeer en Delft op het werkterrein van de sociale recherche

 

1.     Inleiding

Fraude met bijstand blijkt in de praktijk zich niet uitsluitend binnen de grenzen van de eigen  gemeente te voltrekken. Samenwerking met andere gemeenten is op dit punt noodzakelijk. Ook de rijksoverheid is van mening dat samenwerking tussen gemeenten op het gebied van sociale recherche noodzakelijk is.

 

In het opsporingsbeleid zijn instrumenten nodig die het mogelijk maken om op deze ontwikkelingen op fraudegebied in te spelen. De door het Rijk ingevoerde landelijke Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden is zo’n instrument.

 

In onderstaand voorstel wordt achtereenvolgens ingegaan op het doel en de voorwaarden van deze stimuleringsregeling, op de wenselijkheid van samenwerking tussen de gemeente Delft en de gemeente Zoetermeer op het werkterrein van de sociale recherche en de bekrachtiging daarvan middels het aangaan van een bestuurlijke samenwerkings-overeenkomst.

 

2.     Tijdelijke Stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw

De rijksoverheid wil komen tot een landelijk dekkend netwerk van samenwerkingsverbanden voor de opsporing van fraude met bijstandsuitkeringen (incl. uitkeringen ingevolge de IOAW , IOAZ en WiK). Daartoe is de ‘Tijdelijke Stimuleringsregeling Opsporingssamenwerkings-verbanden’ in het leven geroepen. Het rijk wil zoveel als mogelijk aansluiten bij reeds bestaande samenwerkingsverbanden en -initiatieven. De regeling schrijft gemeenten dan ook niet voor hoe zij moeten samenwerken.

 

Er zijn reeds tal van samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld in landelijke gebieden of samenwerking rond een centrumgemeente. Gemeenten die nog niet aan een samenwerkingsverband deelnemen en waarvoor samenwerking functioneel kan zijn (zoals voor Delft), kunnen onderling samenwerkingsafspraken gaan maken en daarbij gebruik maken van de mogelijkheden van deze stimuleringsregeling.

 

Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, dienen gemeenten aan de volgende criteria te voldoen:

a.     er dient een door de samenwerkende gemeentebesturen ondertekende samenwerkingsovereenkomst te zijn;

b.     er dient te zijn geregeld welke rechtspersoon optreedt als subsidieaanvrager en- ontvanger;

c.     er dient een plan van aanpak te zijn, vergezeld van een gespecificeerde begroting van de eenmalige kosten van de totstandkoming van het samenwerkingsverband. Subsidiabele kosten zijn o.m.: kosten opstellen projectplan, verhuis- en inrichtingskosten, kosten aanpassing automatisering. De kosten dienen noodzakelijk te zijn met het oog op de totstandkoming van de samenwerking met een omvang van tenminste 5 fulltime sociaal rechercheurs;

d.     er dient een protocol te zijn waarin de werkwijze van het samenwerkingsverband wordt beschreven, waarin wordt beschreven hoe in sturingsinformatie wordt voorzien, hoe de privacy van subjecten van opsporing is beschermd, welke regels over inhoud en frequentie in acht worden genomen bij de periodieke rapportages aan de betrokken gemeentebesturen (bijv. verdeelsteutel stimuleringssubsidie), hoe en met welke frequentie de financiële verantwoording is ingericht.

 

Samenwerkende gemeenten dienen hun aanvraag van de subsidie vóór 1 augustus 2003 bij de Minister te hebben ingediend en bedraagt maximaal € 110.000,00 eenmalig. Maken gemeenten deel uit van hetzelfde arrondissement, dan kan de subsidie worden verhoogd met een bedrag van € 45.000,00.  Omdat Delft en Zoetermeer beide deel uitmaken van het arrondissement Den Haag, kan – als dit nodig mocht zijn - ook een beroep op deze extra subsidie worden gedaan.

 

3.     Doelstellingen totstandkoming regionaal samenwerkingsverband voor opsporing van fraude

Het belangrijkste doel van de beoogde samenwerking is kennis en expertise ten aanzien van opsporing te delen en als gemeenten in de gelegenheid te zijn deze over en weer te benutten.

 

Het kan daarbij gaan om de inzet van extra benodigde capaciteit in verband met de grote omvang of complexiteit van een fraudezaak.  Het kan ook gaan om uitwisseling van capaciteit sociale recherche omdat dit de effectiviteit van het opsporingsonderzoek ten goede komt. Daarnaast kan samenwerking de kwaliteit van het opsporingsonderzoek verhogen. Ook zou de afstemming van het te voeren fraudebeleid onderwerp van samenwerking kunnen zijn.

 

Doelstelling samenwerking sociale recherche van Delft en Zoetermeer

 

De gemeenten Zoetermeer en Delft hebben elk een eigen afdeling sociale recherche. De sociale recherche in Zoetermeer kent een omvang van 3.0 fte met opsporingsbevoegdheden. De sociale recherche van Delft omvat 6 fte met opsporingsbevoegdheid (5 sociaal rechercheurs en 1 bijzonder controleur)

 

Delft verricht op contractbasis tevens opsporingsonderzoeken ten behoeve van de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden die beiden geen eigen sociale recherche hebben.

In de dagelijkse opsporingspraktijk werken sociaal rechercheurs van de gemeenten Zoetermeer en Delft incidenteel samen. De samenwerking betreft bijv. het doen en/of ondersteunen van opsporingsonderzoeken ten aanzien van cliënten uit de eigen gemeente, het bijspringen bij complexe fraudeonderzoeken en het doen van onderzoek naar vermoedens van interne fraude. De samenwerking is thans van bescheiden omvang, vooral praktisch en vindt als het ware plaats “als het eigen werk dat toelaat”.

 

Het is noodzakelijk om deze incidentele samenwerking een meer structurele basis te geven door met de gemeente Zoetermeer vaste samenwerkingsafspraken te maken en deze in een samenwerkingsovereenkomst vast te leggen.

De samenwerking is met name functioneel bij de opsporing van omvangrijke en/complexe (zwarte) fraudezaken. Een complexe fraudezaak vraagt veelal de inzet van meerdere sociaal rechercheurs over langere tijd. Dat mondt uit in een relatief hoge en onevenredige inzet van uren sociale recherche.

 

Aan andere fraudesignalen wordt niet meer of pas later toegekomen, als gevolg waarvan het lik-op-stuk beleid op de tocht komt te staan. Samenwerking met Zoetermeer betekent dat er bij een complex onderzoek tijdelijk extra uren sociale recherche beschikbaar kunnen komen om de klus te klaren, ook zonder dat dit het onderzoek naar andere fraudesignalen ernstig vertraagt.

Het doel van deze samenwerking is dan ook vooral wederzijdse ondersteuning te bieden bij het rechercheren van grootschalige fraude en in die gevallen waarin de inzet van de eigen sociaal rechercheur(s) niet functioneel of mogelijk is. Randvoorwaarde daarbij is dat elke gemeente verantwoordelijk is en blijft voor de eigen werkvoorraad aan opsporingszaken.

 

Samenwerking met Zoetermeer zal de opsporing van fraudezaken van cliënten uit Delft een extra impuls kunnen geven. Het zal ook bijdragen aan de continuďteit in het opsporingsonderzoek.

 

De uitwerking van de samenwerkingsafspraken en de voorwaarden waaronder deze samenwerking zal plaatsvinden, is geregeld in de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1).  De ingangsdatum van de overeenkomst is 1 januari 2004.

 

4.     Taken van het samenwerkingsverband Delft-Zoetermeer

Aan de samenwerking liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag:

·       gemeenten c.q. hun sociaal rechercheurs zijn verantwoordelijk voor en behandelen alle fraudezaken met betrekking tot de cliënten woonachtig in de eigen gemeente, tenzij de aard en/of de intensiteit van het onderzoek de inzet van sociaal rechercheurs van de andere gemeente wenselijk c.q. noodzakelijk maken en deze (extra) inzet aantoonbaar  ertoe bijdraagt dat tijdig en juridisch verantwoord aangifte van de fraudezaak bij het OM kan worden gedaan.

·       de samenwerking geschiedt met “gesloten beurzen”,
- tenzij de samenwerking in termen van de inzet van uren sociaal rechercheur op jaarbasis meer dan 40 uren sociaal rechercheur in beslag neemt en/of
- tenzij de inzet van uren sociale recherche over en weer aanzienlijk met elkaar uit de pas zou gaan lopen (bijvoorbeeld inzet overdag tegenover inzet vooral ’s avonds of weekenden).

In dat geval vergoedt de ontvangende gemeente de kosten van de inzet van uren sociale recherche van de leverende tegen een jaarlijks af te spreken tarief. Het tarief bedraagt met ingang van 1 januari 2004 € 50,- per uur sociale recherche (tarief all in). Dit tarief kan jaarlijks aan de kostenontwikkeling worden aangepast. Het aangepaste tarief zal telkens op 1 januari van enig jaar ingaan.

·       Voor de operationele aanwending en inzet van de overeengekomen uren sociale recherche die de ene gemeente aan de andere gemeente tijdelijk ter beschikking heeft gesteld, is de ontvangende gemeente verantwoordelijk. Deze is verantwoordelijk voor het lopende of te starten fraudeonderzoek en heeft de regie daarvan. De ontvangende gemeente beslist over de te verrichten onderzoeksactiviteiten en de planning daarvan.

 

Taken samenwerkingsverband

In het samenwerkingsverband willen wij de volgende taken onderbrengen:

1.    de vragende gemeente assisteren bij een complex en/of omvangrijk opsporingsonderzoek. Van een complex en/of omvangrijk fraudeonderzoek is in ieder geval sprake als de fraudezaak meerdere (ex-)uitkeringsgerechtigden betreft en/of het onderzoek de gelijktijdige inzet van meerdere sociaal rechercheurs vergt en/of de aangiftegrens van het Openbaar Ministerie te boven gaat.

     De assistentie betreft alle voorkomende opsporingshandelingen en de verwerking van de bevindingen in het proces-verbaal. De ontvangende gemeente blijft volledig verantwoordelijk voor de afhandeling van het opsporingsonderzoek, inclusief een mogelijke aangifte bij het Openbaar Ministerie.

2.      het opsporingsonderzoek bij (ex) uitkeringsgerechtigden van de vragende gemeente  

 uitvoeren, voorzover de effectiviteit van het opsporingsonderzoek de inzet van de sociale   

 recherche van de leverende gemeente noodzakelijk maakt.

3.     assisteren bij het onderzoek naar fraudesignalen of –zaken als bedoeld in dit artikel, geldt als uitgangspunt het werkgebied van de Regio Haaglanden zoals bedoeld in de bijlage bij artikel 21, eerste lid van de Politiewet 1993

4.     assisteren bij het onderzoek van fraudezaken waarbij van fraude verdachte (ex)uitkeringsgerechtigden tot het uitkeringsbestand van  Delft en/of Zoetermeer horen of hebben behoord en/of bij wie anderszins sprake is (geweest) van een relatie met een (ex)uitkeringsgerechtigde uit het bestand van Delft en/of Zoetermeer. 

5.     het jaarlijks leveren van managementinformatie aan de beide colleges van burgemeester en wethouders over het aantal en het soort opsporingszaken die gezamenlijk zijn of worden uitgevoerd en de doorlooptijden van deze zaken en eventuele consequenties van de ter beschikking gestelde recherchecapaciteit voor de voortgang en afhandeling van eigen fraudezaken.

6.     het elkaar informeren en op de hoogte houden van de onderscheiden werkprocessen van de beide sociale recherches teneinde volgens de eigen werksystematiek en met gebruik making van de beschikbare automatisering te kunnen bijspringen, aanvullen of vervangen. Waar nodig zullen werkprocessen worden afgestemd

7.     In overleg tussen de hoofden sociale recherche kan worden besloten ook in andere situaties te assisteren bij fraudeonderzoeken

8.     Onder de samenwerking valt niet de inzet van sociaal rechercheurs voor preventieve activiteiten en/of coaching of ondersteuning van consulenten belast met de uitvoering van de WWB en aanverwante regelingen.

 

5.     Reikwijdte samenwerking

De samenwerking betreft subjecten van opsporing die woonachtig zijn (geweest) of verblijven (hebben verbleven) in de gemeenten Zoetermeer of Delft. Buiten de samenwerking vallen de contractuele verplichtingen van de gemeente Delft jegens de gemeenten Schipluiden en Pijnacker-Nootdorp. Dit zelfde geldt voor eventuele overeenkomsten die Zoetermeer aangaat op dit terrein met andere gemeenten.

 

6.     Organisatorische vormgeving van de samenwerking Zoetermeer-Delft

De rijksoverheid laat het aan de gemeenten over op welke wijze zij willen samenwerken. De samenwerking kan variëren van een convenant of samenwerkingsovereenkomst tot het onderbrengen van de sociale recherche in een aparte publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon.

 

Met de gemeente Zoetermeer is overeenstemming bereikt over het aangaan van een overeenkomst voor een lichte vorm van samenwerking, waarbij de huidige verantwoordelijkheden voor en positie van de sociale recherche ongewijzigd blijft.

In dit samenwerkingsmodel zijn en blijven beide gemeenten volledig verantwoordelijk voor het te voeren fraudebeleid en de uitvoering daarvan ten aanzien van eigen cliënten. In samenhang daarmee blijft elke gemeente zelf verantwoordelijk voor de (beleidsmatige) aansturing, de positie en de instandhouding van hun eigen afdelingen sociale recherche.

 

De stimuleringsregeling biedt de mogelijkheid een samenwerkingsverband aan te gaan waarin tenminste 5 full time sociaal rechercheurs (of een equivalent daarvan) met elkaar samenwerken. Zoetermeer en Delft voldoen tezamen aan dit criterium.

 

Wij menen dat de voordelen van de samenwerking op het werkterrein van de sociale recherche ook met een lichte vorm van samenwerking zijn te bereiken. Het uitgangspunt daarbij is de bestaande positie van de sociale recherche en de instandhouding daarvan. Deze positie kenmerkt zich door (ook fysiek) zo dicht mogelijk bij de sector WIZ te zijn gesitueerd. Immers, het lokale fraudebeleid sorteert het meeste effect als consulenten en sociale rechercheurs nauw kunnen (blijven) samenwerken.

 

7.     Werkwijze samenwerkingsverband Delft-Zoetermeer

De wijze waarop zal worden samengewerkt, is opgenomen in het samenwerkingsprotocol. Dit protocol zal o.m. de volgende zaken regelen:

·       het verzoek tot beschikbaar stellen van sociale recherchecapaciteit geschiedt zo tijdig als mogelijk. De verzoekende gemeente geeft een inschatting van het aantal benodigde uren, per welke datum de inzet gewenst is en voor hoe lang. Het verzoek wordt aan het hoofd van de afdeling sociale recherche gedaan.

·       De gemeente aan wie het verzoek is gericht, laat binnen 2 x 24 uur weten of en zo ja, in hoeverre de gevraagde capaciteit beschikbaar kan komen en per wanneer.

·       Een verzoek tot het beschikbaar stellen van (extra) capaciteit kan met redenen omkleed niet worden ingewilligd.

·       Een verzoek tot het beschikbaar stellen van (extra) capaciteit sociale recherche door de gemeente Zoetermeer betreft niet de inzet van capaciteit ten behoeve van fraudeonderzoek bij bijstandscliënten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden of andere niet genoemde gemeenten met wie afspraken hieromtrent worden gemaakt.

·       Een verzoek tot het beschikbaar stellen van (extra) capaciteit sociale recherche door de gemeente Delft betreft niet de inzet van capaciteit ten behoeve van fraudeonderzoek bij bijstandscliënten van andere gemeenten met wie na de start van de overeenkomst nadere afspraken hierover worden gemaakt.

·       Een verzoek tot het beschikbaar stellen van (extra) capaciteit sociale recherche betreft niet de vervanging van sociaal rechercheurs in verband met ziekte, (buitengewoon) verlof en/of studieverlof en/of het inlopen van achterstand in fraudeonderzoeken.

·       Indien de aanvankelijke inzet van uren sociale recherche ten behoeve van fraudeonderzoek onder regie van de andere gemeente niet of niet geheel geëffectueerd kan worden door ziekte of anderszins afwezigheid van de betrokken sociaal rechercheur, dan is de leverende gemeente niet verplicht om vervanging te regelen en/of te leveren

·       de feitelijke inzet van uren sociale recherche en de tijdstippen van inzet worden door de ontvangende gemeente geregistreerd. Na afloop van de periode van inzet dan wel bij langdurige inzet; maandelijks, rapporteert de ontvangende gemeente de feitelijk ingezette uren aan de leverende gemeente.

Onderzocht zal worden in hoeverre bestaande werkwijzen en ook arbeidsvoorwaarden (bijv. rooster, rechtspositionele aspecten) van invloed kunnen zijn op de mate van inzet van de sociaal rechercheurs over en weer. Indien hierin belemmeringen zitten opgesloten voor de inzet, dan wordt hiermee rekening gehouden.

 

8.     Aanvraag Tijdelijke Stimuleringsregeling

Gelet op de beoogde samenwerking van de gemeenten Delft en Zoetermeer is met toepassing van de Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw door de gemeente Delft een subsidie-aanvraag ingediend voor een bedrag €25.000.

Voor de kosten met betrekking tot het opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot het tot stand brengen van het opsporingssamenwerkingsverband Delft-Zoetermeer is een bedrag van €20.000 is het vaste bedrag volgens de regeling aan subsidie aangevraagd.

Voor de kosten verbonden aan de aanpassing van de werkprocessen van Delft en Zoetermeer is een bedrag van €5.000,- aan subsidie aangevraagd.

Inmiddels is een bedrag van € 20.000,- aan subsidie toegekend onder voorwaarde dat het plan van aanpak, een beschrijving van de werkwijze (samenwerkingsprotol) en een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst voor 1 december 2003 bij het Ministerie van SZW wordt ingediend.

De subsidieaanvraag van € 5.000,- is nog niet toegekend. Hiervoor moet een begroting worden aangeleverd. In het plan van aanpak is de begroting opgenomen. Door voortschrijdend inzicht komt het bedrag van de begrote kosten hoger uit. Dit wordt onder de aandacht van het ministerie gebracht.  

 

In de samenwerkingsovereenkomst is geregeld dat de gemeente Delft namens Zoetermeer zal optreden als subsidieaanvrager en –ontvanger.

 

De te ontvangen subsidie zal worden verdeeld in verhouding van het aantal medewerkers met opsporingsbevoegdheid van de sociale recherche van de gemeenten Delft en Zoetermeer.

Dit aantal is voor de gemeente Delft vastgesteld op 6fte en voor de gemeente Zoetermeer op 3,0 fte.

 

De gemeente Delft is als subsidieontvanger belast met het opstellen van de tussentijdse (financiële) verantwoording aan de beide gemeentebesturen en met de (financiële) eindrapportage die voor 1 december 2003 aan het ministerie moet worden aangeboden. 

De gemeente Zoetermeer is gehouden tijdig aan Delft opgave te doen van de besteding van het subsidiebedrag voor Zoetermeer.

 

Voorstel:

 

Met ingang van 1 januari 2004 een samenwerkingsovereenkomst aangaan op het gebied van de sociale recherche met de gemeente Zoetermeer.

 

Bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst (in tweevoud) ter ondertekening voorleggen aan de burgemeesters van Delft en Zoetermeer. 

 

 

 

Bijlagen:

1.     samenwerkingsovereenkomst (concept) tussen gemeente Zoetermeer en de gemeente Delft op het werkterrein van de sociale recherche

2.     plan van aanpak met de begroting van de eenmalige kosten in verband met deze samenwerking

3.     het samenwerkingssprotocol