Stuk 192 I                                                                          Delft, 11 november 2003.

335619              

 

Onderwerp: Verzelfstandiging en besturenfusie openbaar

primair onderwijs Delft/Rijswijk.

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

In december 2001 hebben de gemeenteraden van Delft en Rijswijk de intentie uitgesproken om te komen tot bestuurlijke schaalvergroting inzake het openbaar primair onderwijs in Delft en in Rijswijk. Voorts hebben zij besloten als voorwaarde voor deze regionale besturenfusie een nader onderzoek in te stellen:

·       naar de haalbaarheid van bestuurlijke schaalvergroting en verzelfstandiging van het
openbaar primair onderwijs in Delft en in Rijswijk en

·       naar de gevolgen ten aanzien van onderwijspersoneel, gebouw en inventaris, financiën, onderwijskundige aangelegenheden, tijdpad en de meest adequate bestuursvorm
van een gefuseerd openbaar onderwijs.

Tevens werd daarbij uitgesproken dat op enig moment Voorburg/Leidschendam desgewenst bij dit onderzoek betrokken zouden worden.

 

Onderzoek.

 

Voor de uitvoering van het onderzoek werd voorjaar 2002 een projectorganisatie in het leven geroepen, bestaande uit:

·       regiegroep

·       projectgroep

·       drie werkgroepen: personeel en onderwijs, materiële instandhouding en financiën en juridische en organisatorische inrichting.

Voorts werd vanuit VOS/ABB (besturenorganisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs) een externe projectleider aangetrokken.

 


 

Teneinde een actueel en zo geobjectiveerd mogelijk beeld te krijgen van de onderhouds-situatie van de gebouwen, is aan een gespecialiseerd bureau opdracht gegeven een quick scan op het gebied van gebouwonderhoud uit te voeren en daarbij zowel eventueel achterstallig onderhoud als te verwachten meerjaren onderhoud rekening schoolbestuur voor de eerste vijf jaar na de beoogde datum van verzelfstandiging in beeld te brengen. Aansluitend hieraan werd voor de werkgroep juridische en organisatorische inrichting en voor het voeren van DGO (decentraal georganiseerd overleg) inhoudelijk specialistische externe ondersteuning vanuit VOS/ABB ingehuurd.

 

In december 2002 werd in de projectgroep en vervolgens in de regiegroep geconstateerd dat het wenselijk zou zijn de beoogde verzelfstandiging en gelijktijdige bestuurlijke fusie van het openbaar primair onderwijs in Delft en Rijswijk met ten minste één partner erbij te realiseren teneinde het vereiste draagvlak te kunnen bereiken van een sterk gepositioneerd en kwalitatief goede bestuurs- en managementondersteuning. Bestuurlijke contacten in de regio leidden in januari 2003 tot zodanige gesprekken op bestuurlijk en ambtelijk niveau met het Regionaal Bestuur Openbaar Onderwijs Westland (RBOOW), dat alle drie deze partijen (Delft, Rijswijk en RBOOW) besloten een gezamenlijk traject in te gaan.

 

In juni 2003 werd geconstateerd, dat het doorlopen van alle noodzakelijke handelingen om tot onderling vergelijkbare risicoanalyses te komen, zoveel tijd zou kosten, dat de gewenste datum van verzelfstandiging en bestuurlijke fusie 1 januari 2004 niet meer haalbaar zou zijn.

Besloten is toen elkaar wel op de hoogte te blijven houden, doch separaat als enerzijds Delft/Rijswijk en anderzijds RBOOW verder te gaan. Na 1 januari 2004 kan dan op enig moment weer onderzoek naar bestuurlijke fusie van de dan – naar beoogd wordt – bestaande twee stichtingen worden gedaan.

 

Rapportage en advies.

 

De projectgroep heeft de resultaten van de diverse onderzoeken vastgelegd in het op 3 september 2003 uitgebrachte rapport ”Verzelfstandiging en bestuurlijke schaalvergroting openbaar primair onderwijs”. Dit rapport bevat:

·       een gefundeerd voorstel voor de invulling van de nieuwe bestuurlijke organisatie wat betreft bestuursfilosofie, bestuursvorm en bovenschools management, één en ander in relatie tot integraal verantwoordelijke schooldirecteuren;

·       een volledig en actueel beeld van de startsituatie van de onderscheiden scholen, de mogelijke gevolgen van verzelfstandiging voor scholen, gemeenten en toekomstig bevoegd gezag, knelpunten/risico’s en hun oplossingen en overige voorwaarden op het gebied van instandhouding, personeel, formatie, financiën, onderhoud, inrichting en huisvesting.

 

Geconcludeerd wordt dat er geen (onbeheersbare) risico’s zijn bij de realisatie van de beoogde verzelfstandiging en bestuurlijke fusie van de openbare scholen primair onderwijs van Delft en Rijswijk. In het verlengde hiervan zijn er geen belemmeringen geconstateerd om de openbare scholen primair onderwijs van Delft en Rijswijk te verzelfstandigen en bestuurlijk onder te brengen in één stichting voor openbaar onderwijs.

 

De projectgroep adviseert dan ook unaniem de beoogde verzelfstandiging en bestuurlijke fusie van de openbare scholen primair onderwijs van Delft en Rijswijk te realiseren en wel per 1 januari 2004. De regiegroep heeft dit advies – eveneens unaniem – overgenomen.

 

Het rapport ligt op de gebruikelijke wijze ter inzage.


 

Nieuwe bestuurlijke organisatie.

 

Voorgesteld wordt een stichting openbaar primair onderwijs Delft/Rijswijk op te richten met een bestuur van zeven leden (zie voor de ontwerpstatuten de bijlage bij het rapport). Twee leden op voordracht van burgemeester en wethouders van Delft, één op voordracht van burgemeester en wethouders van Rijswijk, drie op voordracht van de gezamenlijke oudergeledingen van de twee gemeenschappelijke medezeggenschapsraden en één lid op voordracht van het bestuur zelf. De wet primair onderwijs bepaalt dat alle leden worden benoemd door de gemeenteraden van Delft en van Rijswijk. Hieromtrent ontvangt u te zijner tijd een voorstel.

In het rapport wordt als meest passende bestuursfilosofie uitgegaan van een besturen op hoofdlijnen in combinatie met een gemandateerde algemeen directeur en integraal verantwoordelijke schooldirecteuren. Dit in verband met ontwikkelingen op het gebied van deregulering en schaalvergroting, de schaal van de nieuwe organisatie en de als gevolg hiervan noodzakelijke professionalisering van het besturen van scholen.

 

Voor de nieuwe organisatie is een kwalitatief goede ondersteuning noodzakelijk. Hiervoor wordt een stafbureau ingericht waarin ondersteunende functies op het gebied van personeel, organisatie, financiën, huisvesting, onderhoud, secretarieel etc. worden ondergebracht. De algemeen directeur geeft enerzijds leiding aan de schooldirecties; anderzijds aan de medewerkers bestuurs- en managementondersteuning (BMO).

 

Teneinde de nieuwe organisatie ook beleidsmatig goed te kunnen ondersteunen, is een zo efficiënt mogelijke verwerking van de administratie (salaris, personeel, financieel) nodig. Geadviseerd wordt het administratieve pakket uit te besteden aan een daartoe gespecialiseerd bureau.

 

Gevolgen personeel gemeentelijke organisatie.

 

Twee beleidsmedewerkers van de werkeenheid openbaar onderwijs van het vakteam onderwijs van het cluster Wijk en Stadszaken zullen overgaan naar het bureau BMO van de nieuwe stichting. De medewerkers zullen voorlopig worden gedetacheerd. Voor de definitieve overgang wordt een sociaal plan opgesteld. De medewerkers van de personeels- en salarisadministratie onderwijs van het vakteam P&O van het cluster Facilitair kunnen binnen de formatie van het vakteam P&O worden herplaatst. Het rapport zal aan de ondernemingsraad worden voorgelegd voor wat betreft de gevolgen voor de gemeentelijke organisatie.

 

Bruidsschat.

 

Indien het openbaar onderwijs verzelfstandigd wordt (d.w.z., opgaat in een stichting voor openbaar onderwijs of een openbare rechtspersoon), kan de gemeente niet méér ABB (kosten administratie, beheer en bestuur) aan het openbaar onderwijs uitgeven zonder, vanuit gelijkberechtiging, dat ook aan het bijzonder onderwijs te doen. Immers, dan is het openbaar onderwijs in een aparte rechtspersoon ondergebracht.


 
Bij wet van 18 april 2002 is geregeld, dat gemeenten de mogelijkheid hebben vermogensrechtelijk verzelfstandigde openbare scholen een bruidsschat ABB mee te geven. Daarmee kunnen twee doeleinden bereikt worden:

·       de nieuwe organisatie, die los is gekomen van het ambtelijk apparaat, kan gedurende
een aantal jaren zichzelf met extra financiële middelen goed optuigen en stevig
positioneren;

·       overlopende kosten (startkosten) kunnen betaald worden en in een aantal jaren worden
afgebouwd.

De regeling heeft een looptijd van zes jaar (1 januari 2003 1 januari 2009). Gemeenten kunnen er een beroep op doen zolang zij gedurende de looptijd verzelfstandigen. Gedurende vijf jaar na verzelfstandiging kan een (aflopend) bedrag worden meegegeven.

 

Het maximale bedrag bedraagt de eerste twee jaar 4 x de ABB-vergoeding in het jaar, voorafgaand aan verzelfstandiging, en de laatste drie jaar 3x dat bedrag. De gelden mogen alleen ingezet worden voor ABB (dus niet voor exploitatietekorten e.d.). Dat moet blijken uit een jaarlijkse accountantsverklaring. In enig kalenderjaar niet bestede gelden moeten in de gemeentekas worden teruggestort.

Gegeven de doelstellingen van de wet en gelet op de te verwachten kosten administratie, beheer en bestuur in de eerste vijf kalenderjaren, direct volgend op de overdracht per 1 januari 2004 van de openbare scholen aan de nieuw op te richten stichting openbaar onderwijs (Delft/Rijswijk), wordt in het onderzoeksrapport geadviseerd om in deze periode met gebruikmaking van artikel 140a van de Wet op het Primair Onderwijs aan de stichting een vergoeding voor administratie, beheer en bestuur toe te kennen.

 

Het betreft hier een totaalbedrag van € 3.092.000 voor Delft en Rijswijk tezamen (gefaseerd te vergoeden over vijf jaren). Voor de onderbouwing hiervan wordt verwezen naar de bijlage bij het rapport. Hiernaast is een totaalbedrag van € 288.000 (Delft en Rijswijk tezamen) benodigd voor het meerjaren onderhoud binnenkant schoolgebouwen (hoofdstuk 4.e. van het rapport).

  

Financiële consequenties.

 

De bruidsschat ABB komt voor Delft neer op een bedrag van €  2.080.000, als volgt te vergoeden in vijf jaarlijkse termijnen:

2004         519.000

2005         452.000

2006         401.000

2007         379.000

2008         329.000

 

De vergoeding van de gemeente Delft voor het meerjaren onderhoud binnenkant schoolgebouwen betreft een bedrag van € 125.000. Dit bedrag wordt in vijf jaarlijkse termijnen van € 25.000 beschikbaar gesteld.

 


 

Wij stellen u voor in het kader van de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs een totaalbedrag ad € 2.205.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van:

·       de bruidsschat ABB                                      € 2.080.000

·       het meerjaren onderhoud schoolgebouwen              125.000.

In de programmabegroting 2004-2007 is voor de bruidsschat een bedrag van € 2.200.000 gereserveerd. Het resterend benodigd bedrag van € 5.000 komt ten laste van de voorziening kleine investeringen basisonderwijs.

 

Per saldo blijft het totaalbedrag binnen de wettelijk toegestane bedragen overeenkomstig de “bruidsschatregeling”.

 

Het jaarlijkse bedrag voor het meerjaren onderhoud schoolgebouwen van € 25.000, totaal € 125.000 gedurende vijf jaar, is overschrijdingsgevoelig en zal derhalve doorbetaald worden aan de besturen van de bijzondere scholen voor basisonderwijs in Delft. De hiervoor beschikbare fondsen zijn toereikend.

 

Uiteindelijk levert de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs door het wegvallen van de schoolbestuurlijke uitgaven bij de gemeente een structureel voordeel op van € 390.000. Dit bedrag is reeds verwerkt in de productenraming voor 2004 en volgende.

 

Naast het verstrekken van een bruidsschat en een bedrag voor het meerjaren onderhoud, zullen er enkele voorzieningen worden overgedragen. Het betreft de volgende voorzieningen:

 

projectnummer                                                          stand per 31-12-2002

 

80178            Formatiebudgetsysteem primair onderwijs                          € 434.945,61

80440            Ontwikkeling en ondersteuning                              € 529.968,54

80179            Nascholing                                                                  61.373,31

80238            Onderhoud De Bouwsteen                                               49.308,30

80239            Onderhoud openbaar onderwijs                                      € 270.423,03

 

Deze voorzieningen zullen worden overgedragen op basis van het saldo per 31 december 2003.

 

Medezeggenschap.

 

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Delft (GMR) kan zich in grote lijnen vinden in de voorgenomen fusie zoals die in de rapportage wordt voorgesteld. Er wordt nog nader overlegd met de GMR over de rol van de personeelsgeleding bij de samenstelling van het bestuur.

 

De voorgenomen invoering van bovenschools management wordt volgens de CAO primair onderwijs onderworpen aan decentraal georganiseerd overleg (DGO). Het overleg met de vakcentrales is parallel aan de laatste fase van het onderzoek opgestart.

 

De ondernemingsraad van de gemeente Delft is om advies gevraagd over dit voorstel voor wat betreft de gevolgen voor de gemeentelijke organisatie.

 


 

Wij stellen u voor, In overeenstemming met het advies van de commissie werk, zorg en onderwijs:

 

a.      kennis te nemen van Rapportage verzelfstandiging en bestuurlijke schaalvergroting openbaar primair onderwijs Delft – Rijswijk en te besluiten;

b.      het bestuur van het openbaar onderwijs per 1 januari 2004 over te dragen aan een overeenkomstig de voorgelegde statuten op te richten openbare stichting waarin ook het openbaar primair onderwijs van de gemeente Rijswijk wordt opgenomen

c.      gelet op de te verwachten kosten administratie, beheer en bestuur in de eerste vijf kalenderjaren, direct volgend op de overdracht per 1 januari 2004 van de openbare scholen voor primair onderwijs aan de nieuw op te richten stichting openbaar onderwijs (Delft/Rijswijk) met gebruikmaking van artikel 140a van de Wet op het primair onderwijs aan de stichting een vergoeding voor administratie, beheer en bestuur toe te kennen van in totaal € 2.080.000 (gefaseerd over vijf jaren);

d.      een bedrag van € 125.000 – in vijf jaarlijkse termijnen van € 25.000 – te verstrekken aan de nieuw op te richten Stichting Openbaar Onderwijs (Delft/Rijswijk) ten behoeve van het meerjaren onderhoud binnenkant schoolgebouwen;

e.      voor beide voorgaande punten een voorziening te vormen van € 2.200.000 ten laste van de overige nutsreserves conform de programmabegroting 2004-2007 en € 5.000 ten laste van de voorziening kleine investeringen basisonderwijs en daartoe vast te stellen de 59e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2003.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

 

N. Roos                             ,secretaris.

 




 

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 11 november 2003;

 

b e s l u i t :

 

a.      kennis te nemen van Rapportage verzelfstandiging en bestuurlijke schaalvergroting openbaar primair onderwijs Delft – Rijswijk en te besluiten;

  1. het bestuur van het openbaar onderwijs per 1 januari 2004 over te dragen aan een overeenkomstig de voorgelegde statuten op te richten openbare stichting waarin ook

       het openbaar primair onderwijs van de gemeente Rijswijk wordt opgenomen.

c.      gelet op de te verwachten kosten administratie, beheer en bestuur in de eerste vijf kalenderjaren, direct volgend op de overdracht per 1 januari 2004 van de openbare scholen voor primair onderwijs aan de nieuw op te richten stichting openbaar onderwijs (Delft/Rijswijk) met gebruikmaking van artikel 140a van de Wet op het primair onderwijs aan de stichting een vergoeding voor administratie, beheer en bestuur toe te kennen van in totaal € 2.080.000 (gefaseerd over vijf jaren);

d.      een bedrag van € 125.000 – in vijf jaarlijkse termijnen van € 25.000 – te verstrekken aan de nieuw op te richten Stichting Openbaar Onderwijs (Delft/Rijswijk) ten behoeve van het meerjaren onderhoud binnenkant schoolgebouwen;

e.      voor beide voorgaande punten een voorziening te vormen van € 2.200.000 ten laste van de overige nutsreserves conform de programmabegroting 2004-2007 en € 5.000 ten laste van de voorziening kleine investeringen basisonderwijs en daartoe vast te stellen de 59e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2003.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2003.

 

 

 

                                                                     ,burgemeester.

 

 

 

                                                                      ,griffier