Verslag van de commissie Extern
gehouden op 31 maart 2004 in het Stadhuis van Delft voor wat
betreft het onderwerp Werk, en Inkomen & Zorg, Integratie en Jeugd &
Onderwijs.
Voorzitter: mevrouw
C.E. Lourens
Verslag: de heer
M. van der Slikke
De voorzitter
opent om 20.00 uur de vergadering.
De
voorzitter heet de aanwezigen welkom en deelt mee dat deze bijeenkomst wordt
gegeven in het kader van de voorbereiding van de komende begroting van de
gemeente Delft.
Het doel
van deze avond is dat de inwoners en instanties hun meningen en wensen kenbaar
maken over de door het college opgestelde basisdocument. Dit basisdocument is
onderverdeeld in een aantal programma’s. Vanavond is er de mogelijkheid om op
alle programma’s in te spreken.
Kern van
vanavond is informatieoverdracht naar de raadsleden toe. Het is dus geen
discussieavond en ook geen klachtenavond.
Nadat een
inspreker het woord heeft gevoerd zal aan de aanwezige raadsleden gevraagd
worden of zij vragen hebben aan de insprekers voor aanvullende informatie. Ook
collegeleden kunnen eventueel informatieve vragen stellen.
De
reflecties van de raadsfracties op hetgeen vanavond naar voren wordt gebracht
en de mening van de raadsfracties over het basisdocument zullen door de
fracties gegeven worden in de commissie
Werk, Zorg en Onderwijs op 22 april 2004.
Vervolgens
zal het college de gemeentebegroting maken (voor de zomer). De behandeling van
en besluitvorming over de gemeentebegroting door de raad zal plaatsvinden na de
zomer.
Een verslag
wordt gemaakt waarin de wensen en meningen van de insprekers worden weergegeven
tezamen met de binnengekomen schriftelijke reacties en de reacties van de
fracties. Aan iedere indiener wordt het verslag gestuurd. Het verslag wordt ook
op het RIS geplaatst.
Dit verslag
wordt tevens gestuurd naar het college, die dit als input kan meenemen bij de
voorbereiding van de gemeentebegroting.
Er zijn ook schriftelijke
reacties binnengekomen van organisaties en mensen die niet willen inspreken
maar schriftelijk hun mening hebben kenbaar gemaakt. Hun inbreng zal ook in het
verslag opgenomen worden.
Insprekers
bij het onderwerp Werk, Inkomen en Zorg:
De heer Van
de Wetering van de SSZD; dit is een koepelorganisatie waaronder het Werklozen
Comité ressorteert. De heer Van de Wetering is tevens lid van het panel Werk en
Inkomen.
De heer Van
de Wetering is redelijk positief over de voorgenomen maatregelen, maar vraagt
zich af of de maatregelen niet te vrijblijvend zijn gezien de voortschrijdende
werkloosheid. Bijvoorbeeld de werkagenda voor Delftse werkgevers: in hoeverre
is men verplicht om werknemers na een opleiding in dienst te nemen.
De heer Van
de Wetering heeft ervan kennisgenomen dat aanvullende gemeentelijke middelen
zijn gewenst voor het Regionaal
Platform Arbeidsmarktbeleid. Hij vraagt zich af hoe zich dit verhoudt tot de
voorgestelde bezuinigingen.
De SSZD is
positief dat de jeugdwerkloosheid in 2005 voorrang heeft.
Daarnaast
vindt men dat iedereen recht heeft op een reïntegratie project al is het rendement laag.
Inkomen
De SSZD
vindt het jammer dat er niet over armoede wordt gesproken omdat men een aantal
signalen opvangt dat de armoede toeneemt. Zoals de wachtlijsten bij de
budgetwinkel, aanvragen bij het Interkerkelijk Fonds en het experiment met
voedselpakketten voor minima.
Tot slot
merkt de heer Van de Wetering op dat het panel Werk en Inkomen een discussie
gaat organiseren om de achterban van de organisaties, die in het panel zitten
meer bij het advieswerk richting de gemeente
te betrekken. Daarom gaat men een Forum organiseren met als thema
‘Armoede doe er wat aan’. De gemeenteraad wordt uitgenodigd om bij deze
forumdiscussie aanwezig te zijn.
De heer Taebi
(SP) vraagt hoeveel voedselpakketten er worden uitgedeeld.
De heer Van
de Wetering antwoordt 10 á 20 pakketten.
De heer Tas
(GroenLinks) vraagt naar de indicatie van de wachttijd. De heer Van de
Wetering antwoordt dat de wachttijd van 10 naar 3 weken is teruggelopen.
De heer
Bosma van de vereniging Ypsilon afdeling Delft. Dit is een vereniging van
familieleden van patiënten die lijden aan schizofrenie. De heer Bosma spreekt
ook namens de werkgroep GGZ van het RPCP-DWO.
De heer
Bosma pleit voor uitbreiding telefonische helpdesk zodat patiënten en hun
familieleden in crisissituaties directe telefonische toegang hebben tot de
crisishulpverlening.
De heer
Bosma signaleert nog een aantal andere knelpunten:
- Er is onvoldoende samenwerking tussen de
mobiele teams van de GGZ en de maatschappelijke zorg van de gemeente
- De hoogte
van eigen bijdragen voor dagactiviteiten en andere sociale voorzieningen,
waardoor GGZ-cliënten in een sociaal isolement dreigen te komen
- Het is
voor patiënten onmogelijk om groepsgwijs huisvesting te vinden.
Mevrouw De Jong (CDA) vraagt wie het
probleem veroorzaakt dat er geen goede
samenwerking is. De Bosma antwoordt dat
het probleem bij beide partijen ligt.
Integratie
De heer NIA
is lid van de Marokkaanse vereniging en van het WMC. De heer Nia
signaleert dat veel allochtonen op dezelfde school zitten
en vraagt de gemeenteraad hiervoor aandacht te hebben.
De heer
Soltani is bestuurslid van de Liga van de rechten van de mens, maar spreekt als
burger. De heer Soltani pleit ervoor om het onderwerp mensenrechten als vak op
scholen te geven.
De heer
Ansari is lid van het WMC.
De heer
Ansari betoogt dat als de gemeente het WMC een belangrijke organisatie vindt,
de gemeente hiervoor ook middelen ter beschikking dient te stellen.
Mevrouw
Krug-Tabben representeert een aantal buurtbewoners uit de Buitenhof. Zij wil
een buurtfeest voor kinderen en tieners organiseren om zo de saamhorigheid
binnen de buurt te verstevigen. Omdat het organiseren (afzetting, toiletten
e.d.) van een dergelijk buurtfeest geld kosten vraagt men aan de gemeente een
bijdrage.
Schriftelijke
inbreng op punt ZORG
Mevrouw van
Velzen is afwezig met kennisgeving. Middels mevrouw Mol is een schriftelijke
inspraakreactie nagezonden. De kern van het pleidooi is dat aan het
gemeentebestuur een verzoekt wordt gedaan hoe in de regio Haaglanden een
speciale school (of speciale klassen) voor deze kinderen opgericht kan worden.
Door gebruik te maken van het “rugzakje” dat nu voor deze kinderen verkeerd
besteed wordt kunnen zij binnen een reguliere basisschool en middelbare school
hun opleiding in speciale groepen volgen. Er wordt niet gevraagd om geld, maar
om een andere verdeling.