OVEREENKOMST BASTA
Delft.
Partijen:
1.
Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Den Haag, in deze rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar vestigingsmanager de heer
R. Dirven;
2. Dagtrainingscentrum Leger des Heils, in deze rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar regiomanager de heer W. Verhoeven;
3. De gemeente Delft, tevens in de hoedanigheid van contactgemeente
SMC Delft Westland Pijnacker-Nootdorp, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar wethouder
de heer J.D. Rensen;
4. Samenwerkingsverband VO/VSO Delft 36.2, in deze rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar coördinator, mevrouw T. Klooster;
5. Projectraad van de R.C.V.S. de Wissel, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de
heer W. Bodaan.
6. Bureau Jeugdzorg Delft,
in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar vestigingsmanager de heer J.
Bosman.
Overwegende dat:
- Het ministerie van Justitie
streeft naar een dekkend aanbod van Basta;
- De Raad voor de Kinderbescherming belast is
met het vormgeven van Basta in een regionale context;
- In het RMC-gebied Haaglanden partijen zich verbinden in het
streven om voortijdig schoolverlaten te voorkomen;
- Een integrale aanpak, gericht op schoolverzuim grotere kansen op
effect biedt;
- Basta een belangrijk onderdeel is van een integrale aanpak van
voortijdig schoolverlaten;
- De nota Basta Delft, die als
bijlage is bijgevoegd, het kader biedt voor deze overeenkomst;
- Het project Basta onderdeel uitmaakt van het geheel van
maatregelen in het kader van het Delftse
preventiebeleid, van welk beleid het preventieplan als bijlage is
bijgevoegd.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In
deze overeenkomst worden de navolgende begrippen met een beginhoofdletter
gebruikt. Onder deze begrippen wordt verstaan:
Basta:
motiverende taakstraf voor hardnekkige spijbelaars van twaalf tot achttien
jaar. In plaats van een geldboete die de kantonrechter oplegt, kunnen jongeren
drie weken ervaren dat leren ook leuk kan zijn. Doel van Basta is een terugkeer naar regulier onderwijs of
leer-werktraject, als opstap naar het behalen van een startkwalificatie. Met
ingang van
1
oktober 2000 is de maatregel landelijk ingevoerd;
Project
Basta Delft: operationeel Bastaproject
in het SMC-gebied Delft, Westland, Pijnacker-Nootdorp;
Samenwerkingsverband: Partijen.
Stuurgroep: vertegenwoordigers
van partijen.
Casuďstiek overleg: het inhoudelijk en
organisatorisch overleg tussen vertegenwoordigers van de partijen, die met de
uitvoering van het project zijn belast.
Artikel 2. Voorwerp van de overeenkomst en
duur
Partijen
verbinden zich om met ingang van 1 augustus 2003
gezamenlijk verantwoordelijk te maken voor het realiseren van het Project Basta
Delft voor de periode van minimaal één jaar. Binnen
een jaar na de start vindt een evaluatie plaats op basis waarvan vooraf
gestelde criteria tot een verlenging van het project met maximaal twee jaar
aansluitend op het eerste projectjaar besloten kunnen worden.
Artikel 3 Samenwerkingsverband Basta
De
bestuurders van genoemde partijen vormen het ‘Samenwerkingsverband Basta’ en
dragen gezamenlijk de eindverantwoording voor
alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van het Project Basta Delft.
De
uitvoering wordt verlegd naar de volgende
partijen, namelijk:
1.
Raad voor de Kinderbescherming vestiging Den Haag, verantwoordelijk voor het plaatsen
van taakgestrafte
jongeren welke de leerstraf Basta opgelegd hebben gekregen;
2.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils, verantwoordelijk voor de vormgeving en
uitvoering
van het programma van het Project Basta Delft, met
name het strafrechtelijk deel van de taakstraf.
3.
R.C.V.S. de Wissel, verantwoordelijk voor de vormgeving en uitvoering
van het programma van het Project Basta Delft, met
name het vrijwillig deel van de taakstraf.
4.
Gemeente Delft, verantwoordelijk voor het opmaken van processen verbaal en
tevens
verantwoordelijk als contactgemeente SMC
Delft Westland Pijnacker-Nootdorp.
5.
Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk voor de screening van de deelnemers
voordat het
project Basta start. Bureau Jeugdzorg is
verantwoordelijk voor, indien nodig
het indiceren van en doorgeleiding naar verdere
gewenste hulpverlening.
6.
Samenwerkingsverband VO-SVO Delft, stelt de Centrale Zorgcommissie ter
beschikking
ten einde de instroom en uitstroom van de
deelnemers te optimaliseren.
7.
Het Openbaar Ministerie, arrondissement Den Haag, team Jeugd, ondersteunt het
project
Basta Delft, zoals verwoord in een brief
van 17 november 2003, die als bijlage bij deze
overeenkomst is gevoegd. Het Openbaar
Ministerie is geen partij waar het deze
overeenkomst betreft.
Artikel 4 Doelstelling samenwerking
Het
samenwerkingsverband Basta Delft stelt zich ten doel een adequaat regionaal Basta-aanbod te
realiseren, dat is afgestemd op de
vraag.
Onder
adequaat wordt in dit verband
verstaan: een aanbod dat in de concrete uitvoering voldoet aan de kenmerken
zoals die in de projectbeschrijving zijn opgenomen (uitvoering van werk komt
overeen met de methodiekbeschrijving).
Onder
afgestemd op de vraag wordt in
dit verband verstaan, dat de capaciteit van 20 plaatsen daadwerkelijk voor 100% gedurende elk projectjaar wordt benut. Het
programma van het project wordt dusdanig ingericht dat plaatsen die openvallen,
door nieuwe taakgestraften ingenomen kunnen worden. Aangezien het om
capaciteitsfinanciering gaat worden hier geen extra kosten aan verbonden.
Artikel 5 Verplichtingen Raad voor de
Kinderbescherming
De
Raad voor de Kinderbescherming verplicht zich om:
a)
zorg te dragen voor een adequate instroom van jongeren met een
Basta-leerstraf, dat wil zeggen dat zij in
voldoende mate, voldoende snel en op de juiste wijze geselecteerd worden. De Raad zet hiertoe een werkproces op en onderhoudt
dit door middel van afspraken met verschillende partijen;
b)
zorg te dragen voor een aanzet tot een
adequaat werkproces. De Raad stelt hiertoe een
aandachtsfunctionaris aan;
c)
zorg te dragen voor selectie en screening van deelnemers.
Artikel 6 Verplichtingen van
Dagtrainingscentrum Leger des Heils
1. Dagtrainingscentrum Leger des Heils
verplicht zich om een adequaat dagprogramma te verzorgen gedurende de periode
waarop jongeren deelnemen aan het Project Basta Delft. Zij doet dit door:
a.
de methodiek, genoemd in de nota Basta Delft, te vertalen naar de lokale situatie en in uitvoering te nemen;
b.
een team toe te rusten met arbeidskracht, middelen en huisvesting;
c.
afstemming te zoeken met de andere hoofdverantwoordelijken en met relevante
andere partners uit het onderwijs en van jeugdzorg waaronder
afstemming van het programma met R.C.V.S. de Wissel.
2.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils zal zorgdragen voor de dagelijkse
begeleiding van de Basta-deelnemers met een capaciteit van 20 plaatsen op
jaarbasis; het Basta-programma wordt verzorgd conform de beschrijving in de
nota Basta Delft. Stuurgroepleden kunnen een voorzet
geven om te komen tot inhoudelijke aanpassingen.
3.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils stelt voor de duur van het project een
leslokaal beschikbaar, als mede kantoorfaciliteiten ten behoeve van de
uitvoering van het Bastaprogramma.
4.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils draagt zorg voor een adequate
deelnemersadministratie.
5.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils garandeert de continuďteit in de uitvoering
van het Bastaprogramma.
6.
Dagtrainingscentrum Leger des Heils realiseert het Bastaprogramma binnen de
vastgestelde financiële kaders en zij zorgt jaarlijks voor de financiële
verantwoording. De verantwoording dient maximaal twee
maanden na afloop van elk schooljaar in het bezit te van de stuurgroepleden. De
verantwoording bevat tenminste een inhoudelijk (procesgang), methodisch en
financieel deel. De verantwoording gaat vergezeld van een accountantsverklaring
betreffende de vooraf door de stuurgroep goedgekeurde begroting van het Project
Basta Delft.
1.
R.C.V.S. de Wissel verplicht zich om,
een adequaat dagprogramma te verzorgen gedurende de periode waarin jongeren deelnemen aan het Project Basta Delft.
Zij doet dit door:
a.
de methodiek, genoemd in de nota Basta Delft, te vertalen naar de lokale
situatie en in uitvoering te nemen;
b.
een team toe te rusten met arbeidskracht, middelen en huisvesting;
c.
afstemming te zoeken met de andere hoofdverantwoordelijken en met relevante
andere partners uit het onderwijs en van jeugdzorg; afstemming van het programma met D.T.C.
Leger des Heils.
2.
R.C.V.S. de Wissel zal zorgdragen voor de dagelijkse begeleiding van de
Basta-deelnemers met een capaciteit van 20 plaatsen op jaarbasis; het
Basta-programma wordt verzorgd conform de beschrijving in de nota Basta Delft.
3.
R.C.V.S. de Wissel stelt voor de duur van het project een leslokaal
beschikbaar, als mede kantoorfaciliteiten ten behoeve van de uitvoering van het
Bastaprogramma.
Artikel 8 Verplichtingen gemeente Delft
1.De gemeente Delft is verantwoordelijk voor het
werkproces, waarin de toelevering, de bewaking van de voortgang en de nazorg
van de deelnemende jongere wordt gerealiseerd.
2.De
gemeente Delft (leerplicht) zorgt voor het opmaken van processen-verbaal in het
kader van de leerplicht en volgen een deelnemer na afloop van het Project Basta
Delft
3.De
gemeente Delft zorgt in haar hoedanigheid van contactgemeente RMC voor de
bundeling van kennis over melding van verzuim en benut hiervoor het netwerk met
alle gemeenten.
1. Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk voor de
screening van de deelnemers conform de
interne werkwijzen van Bureau Jeugdzorg.
2.
Bureau Jeugdzorg neemt deel aan het casuďstiekoverleg.
3.
Bureau Jeugdzorg verzorgt de eventuele indicatievoor
vervolghulpverlening, en verzorgt een maatschappelijke rapportage en melding
aan de projectmanager Basta Delft.
4.
Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk voor de doorgeleiding naar gewenste
vorm van hulpverlening.
Artikel 10 Verplichtingen
Samenwerkingsverband VO-SVO.
1.
Het samenwerkingsverband stelt de Centrale Zorg Commissie ter beschikking
ten einde de instroom en uitstroom van de
deelnemers te optimaliseren.
Artikel 11 Financiële
kaders
1.
De financiële kaders zijn als volgt vastgesteld:
De
kosten van het Project Basta Delft kunnen op
jaarbasis maximaal oplopen tot een bedrag van € 85.000,-- bij een
capaciteit van 20 plaatsen. De begroting wordt
jaarlijks ter goedkeuring aan de stuurgroepleden voorgelegd.
2.
De financieringsbijdragen gelden over een volledig
schooljaar en zijn als volgt
verdeeld
over partijen:
- Gemeente Delft: stelt zich ten opzichte van
de uitvoerder van het project Basta Delft,
voor de duur van het
project garant
voor een bedrag van
€. 64.000,-- op jaarbasis.
-
Indien de capaciteit op jaarbasis niet volledig wordt benut zullen er in
onderling overleg
tussen DTC Leger des Heils en gemeente
Delft vervangende activiteiten, in het kader
van voortijdig schoolverlaten, worden
afgesproken.
Artikel 10 Risico’s
Personele
risico’s worden door Dagtrainingscentrum Leger des Heils en R.C.V.S. de Wissel
gedragen.
Er
wordt een stuurgroep opgericht, waarin vertegenwoordigers van partijen zitting
hebben. Deze stuurgroep ziet toe op een goede gang van zaken van het project
Basta Delft en de vertegenwoordigers in de stuurgroep zijn bevoegd om namens
partijen besluiten te nemen. Partijen
laten zich in ieder geval twee keer per jaar, of zo vaak als zij wenselijk
achten, informeren over de gang van zaken.
De
dagelijkse leiding van het Project Basta Delft komt in handen te liggen van de
projectmanager, die in dienst is van Dagtrainingscentrum Leger des Heils en de directeur van R.C.V.S. de Wissel.
De
projectmanager legt inhoudelijk verantwoording af aan de stuurgroep en draagt
binnen het stuurgroepoverleg op overeengekomen wijze zorg voor de informatie
vanuit het Project Basta Delft.
De
projectmanager en directeur zijn adviserend en informerend lid van de
stuurgroep en hebben bij eventuele beslissingen geen formele stem.
Het
casuďstiek overleg bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen die ingevolge
artikel 3 met de uitvoering van het Project Basta Delft zijn belast, namelijk:
-vertegenwoordiger
van de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Den Haag;
-vertegenwoordiger
van Dagtrainingscentrum Leger des Heils;
-vertegenwoordiger
van R.C.V.S. de Wissel;
-vertegenwoordiger
van Bureau Jeugdzorg;
-de
leerplichtambtenaren van de Gemeenten Delft en de RMC-coördinator van het
SMC-gebied Delft Westland Pijnacker-Nootdorp.
Het
casuďstiek overleg heeft tot doel de praktische werkprocessen en gehanteerde werkmethoden te optimaliseren. Bij
veranderingen zal zij de stuurgroep tijdig informeren en/of om advies vragen.
Artikel 14 Evaluatie
Artikel 15 Duur overeenkomst
In
gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen partijen met
instemming van stemmen. Partijen zijn bevoegd met instemming van stemmen deze
overeenkomst, waar het de inhoudelijke en organisatorische aspecten van het
project betreft, te wijzigen, uit te breiden of in te perken.
Ten
aanzien van het financieel kader kan door één van genoemde partijen deze
overeenkomst worden gewijzigd, indien voorstellen daartoe minimaal 3 maanden
voor het eind van een schooljaar in de stuurgroep worden ingebracht.
Indien de partijen genoemd in de artikelen 6 en 7 er niet in
slagen aan de in deze artikelen gestelde verplichtingen te voldoen en de
afgesproken resultaten niet behalen, zijn de Raad voor de Kinderbescherming
vestiging Den Haag en de gemeente
Delft gerechtigd de financieringsbijdrage naar rato aan te passen dan
wel de overeenkomst te verbreken.
Aldus
overeengekomen en vastgelegd en ondertekend
te
Delft
op
10 december 2003.
De
gemeente Delft
De
heer J.D. Rensen
Wethouder
De
Raad voor de Kinderbescherming
de heer R. Dirven
vestigingsmanager
Dagtrainingscentrum
Leger des Heils
De
heer W. Verhoeven
vestigingsmanager
Samenwerkingsverband
VO/SVO Midden-Holland 36.2
Mevrouw
T. Klooster
coördinator
Bureau
Jeugdzorg Delft
De
heer J. Bosman
vestigingsmanager
Projectraad
R.C.V.S de Wissel
De
heer W. Bodaan
voorzitter.