Bijlage 2
Specifieke doelgroepen
Stateloze palestijnen
In een Tussentijds Bericht
Vreemdelingencirculaire (TBV) 2000/29 is de Regeling Stateloze Palestijnen
aangekondigd. Om in het kader van de regeling alsnog in aanmerking te komen
voor een vergunning tot verblijf moet men kunnen aantonen dat terugkeer
‘buiten hun toedoen’ niet mogelijk is. Het zijn de ambassades die de documenten
moeten afgeven en de ervaring is dat er geen reactie komt op dergelijke
verzoeken. Daarnaast moet aangetoond worden dat men niet vrijwillig afstand
heeft gedaan van zijn/haar nationaliteit. In deze is het niet eenvoudig, zo
niet onmogelijk om vast te stellen of de cliënt niet mee wil werken aan
terugkeer of dat de ambassades niet meewerken. Er wordt namelijk geen
informatie verstrekt door de ambassades. Tot op heden heeft de Gemeente Delft
de uitstroomregeling gecontinueerd omdat men ervan uitgaat dat ‘terugkeer
buiten hun toedoen’ aan de orde is.
Zolang er voor deze
specifieke doelgroep geen oplossing wordt aangedragen door het Rijk, blijven
zij van de opvang gebruik maken.
Centraal Irakezen
In mei 2002 een vertrekmoratorium ingesteld.
Per 25 november 2002 is dit omgezet in een categoriaal beschermingsbeleid. Dit
betekent dat alle in gang gezette asielprocedures voor Centraal Irakezen worden
stopgezet en zij een voorlopige status krijgen.
Noord-Irakezen
Op 7 februari 2003 is
besloten tot instelling van een vertrekmoratorium Noord-Irak. De huidige
gemeentelijke voorzieningen worden niet beëindigd, uitgeprocedeerde
asielzoekers waarvan de deelvoorzieningen zoals de leefvoorziening al zijn
beëindigd, maar nog niet tot ontruiming is overgegaan, krijgen met
terugwerkende kracht tot 7 februari weer uitbetaald, ontruimingen worden
stopgezet. Op 11 juni 2003 is besloten tot een verlenging tot 1-1-2004.