Geachte mijnheer Rutte,

 

 

 

 

Met de invoering van de Wet werk en bijstand(WWB)  is meer nadruk gelegd op arbeidsinschakeling van uitkeringsgerechtigden.

 

Veel van de uitkeringsgerechtigden binnen de gemeente Delft behoren tot het zgn. fase 4 bestand. Velen van hen ontvangen reeds meerdere jaren een uitkering.

 

Reïntegratie van uitkeringsgerechtigden is een activiteit die veel inspanning vereist, vaak over een langere periode. Werkervaring is cruciaal om betrokkenen binnen deze groep verder maatschappelijk te activeren. Het opdoen van werkervaring is een proces dat met kleine stapjes plaatsvindt. Veelal vinden de eerste werkervaringen plaats in deeltijd of via uitzendbureaus.

 

Zoals aangegeven is een groot deel van het klantenbestand langdurig afhankelijk van een bijstandsuitkering. Als een inkomensondersteunende maatregel is voor deze groep onder de WWB de langdurigheidstoeslag ingevoerd.

De criteria voor het verkrijgen van een langdurigheidstoeslag geven aan dat aanvragers in een periode van vijf jaar naast de bijstandsuitkering geheel geen inkomen uit arbeid genoten mogen hebben. Hierdoor ontstaat voor uitkeringsgerechtigden een negatieve prikkel bij het zetten van de eerste schreden naar werk.

 

Het verstrekken van een premie is daarbij een alternatief. Het bezwaar daarvan is dat premiëring zich vooral richt op een langduriger arbeidsinschakeling. In deze gevallen hoeft het verlies van de langdurigheidstoeslag geen bezwaar te zijn. De mogelijkheid om toch een langdurigheidstoeslag toe te kennen in het geval van een korte periode van werkaanvaarding, bijvoorbeeld gedurende een periode van 3 tot 6 maanden, zou een werkbaar alternatief kunnen vormen.

 

De gemeente Delft is daarom van mening dat de strakke eisen die  worden gesteld aan de Langdurigheidstoeslag,  een negatief effect hebben op het vergroten van de uitstroom.

 

De gemeente Delft vraagt u dan ook, gelet op de negatieve effecten van deze maatregel, de maatregel aan te passen in de door ons gesuggereerde richting.

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot,                                    burgemeester

 

 

 

 

H.G.L.M. Camps,                                             secretaris