Advies afstemmingsverordening

 

Op 8 maart 2004 heeft een vergadering plaatsgevonden waarvoor door het SSZD alle normaliter bij de voorbereiding van het Panel Werk&Inkomen betrokken organisaties zijn uitgenodigd. Doel was namens het Panel W&I te komen tot een, ongevraagd, advies over zowel de reïntegratie- als de afstemmingsverordening.

 

Besproken is de voorbeeldverordening Maatregelen versie 31-10-2003, samen met 'Een stevige basis biedt zekerheid', een uitgave van de landelijke cliëntenraad & sociale alliantie uit november 2003. De pagina's 23 en 24 van deze brochure zijn gewijd aan de verordening maatregelen.

 

Vooropgesteld moet worden dat uiterst terughoudend moet worden omgegaan met het opleggen van een maatregel. De afgelopen ruim twintig jaar is het niveau van de uitkering ver achtergebleven bij de welvaartsontwikkeling. Midden jaren negentig leidde dit ertoe dat zelfs de, verantwoordelijke, landelijke politiek moest onderkennen dat er sprake was van armoede. Verhoging van de uitkering naar een fatsoenlijk niveau bleek echter onbespreekbaar. In veel gemeenten is daarom beleid opgezet om de armoede tegen te gaan, in Delft bijv via de witgoedregeling (1997).

De WWB perkt de gemeentelijke mogelijkheden voor armoedebestrijding sterk in, zodat armoede een nog meer wijd verbreid fenomeen zal worden. Aangezien het opleggen van sancties dit probleem nog verder zal verergeren dient daarmee ons inziens uiterst terughoudend te worden omgesprongen. Alleen in het geval van evidente onwil aan verplichtingen te voldoen zou een sanctie, uiteindelijk, op zijn plaats kunnen zijn.

In voornoemde brochure vindt deze gedachtegang in de algemene uitgangspunten zijn uitwerking. Het doel moet primair zijn gedragsbeïnvloeding, als ultiem middel is de financiële sanctie sluitstuk. Vaak ligt aan het getoond gedrag een dieperliggende problematiek ten grondslag, waardoor mensen gewoon niet aan opgelegde verplichtingen kunnen voldoen; voordat tot sanctionering wordt overgegaan moet de dienst intensief nagaan of daarvan sprake is, veel mensen zijn uit zichzelf erg terughoudend om zelf een dergelijke situatie bij de dienst aan te kaarten.

Ook preventie is belangrijk. Vaak komen mensen nu voor een maatregel in aanmerking door het niet 100% voldoen aan formaliteiten, zoals het niet tijdig inleveren van het IF. Bekeken moet worden of het aantal contactmomenten waarop mogelijk een sanctie staat kan worden teruggedrongen.

Helaas bevat de brochure van cliëntenraad en sociale alliantie weinig overwegingen. Daarvoor kan verwezen worden naar de Aanpak Nieuwsbrief van december 2003, pag 20 en 21.

 

Een practisch probleem is het volgende: de dienst legt sancties op, die ze, daar onterecht, later moet terugdraaien. De registratie van dit terugdraaien is, zacht gezegd, niet volledig. Aangezien de zwaarte van sommige sancties, evenals andere zaken als bijv de langdurigheidstoeslag, gerelateerd worden aan gedragingen uit het verleden, is het absoluut noodzakelijk dat deze registratie foutvrij wordt. Nu is het afhankelijk van de alertheid van mensen dergelijke fouten en de daaruit voortvloeiende gevolgen ongedaan te maken.

De langdurigheidstoeslag is in de plaats gekomen van de diverse regelingen minimabeleid. Over deze regelingen gold nooit de mogelijkheid van sanctie erover. Ook de langdurigheidstoeslag zou buiten een eventuele sanctieberekening moeten vallen.