In oktober 2002 is het
GOA-plan 2002-2006 definitief door de gemeenteraad van Delft vastgesteld. In
dit plan staan voor de periode van 4 jaar de activiteiten in en rondom de
scholen beschreven, die zijn gericht op het verbeteren van de onderwijspositie
van de kinderen uit de zogenaamde achterstandscategorieën. De beschreven
activiteiten worden vanaf dat moment daadwerkelijk tot uitvoer gebracht, zoals
blijkt uit de jaarverslagen GOA.
Na vaststelling van het
plan is veelvuldig overleg gevoerd in het samenwerkingsverband GOA over de
taken en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen binnen het
vigerende samenwerkingsverband. Bij de totstandkoming van zowel het plan als de
daar aan ten grondslag liggende kaderbrief (vastgesteld in de gemeenteraad van
30 mei 2002) bleek daar veel onduidelijkheid over te zijn. Dit heeft er toe
geleid dat op 13 januari 2004 het oude samenwerkingsverband GOA is opgeheven en
een nieuw samenwerkingsverband is opgericht.
Bovenstaande ontwikkelingen
en veranderingen overziend, leek nu de tijd aangebroken voor een periode van
‘rust’; waarin de GOA activiteiten volgens plan worden uitgevoerd en de
resultaten van deze inspanningen worden gemonitord, opdat in 2006 de
vastgestelde doelstellingen worden behaald. Dit is echter niet het geval. De
hoofdlijnenbrief toekomstig onderwijsachterstandenbeleid van minister van
OC&W uit het najaar van 2003 noopt tot nieuwe veranderingen, ontwikkelingen
en aanpassingen.
Voor de gemeente Delft
leidt dit ertoe dat het lopende GOA-plan 2002-2006 opengebroken moet worden en
dat er een nieuw GOA-plan opgesteld moet worden. De gemeente Delft is
voornemens om het nieuwe GOA-plan aan te laten haken bij het
Onderwijsbeleidsplan 2005-2008. Het schooljaar 2004-2005 wordt gezien als een
overbruggingsjaar. Het lopende GOA-plan vormt hierin het uitgangspunt, maar er
zal wel sprake zijn van een herprioritering van de activiteiten, met het doel
ook voldoende middelen in te kunnen zetten in de periode 2005-2008.
De kaders waarbinnen een
nieuw te vormen ‘GOA-plan’ tot stand komt, zijn:
1. Het
collegeprogramma’Voorzetten en doorzetten’ 2002-2006;
Deze kaders zullen in de
paragrafen 1 tot en met 4 worden besproken. In paragraaf 5 worden vervolgens
een aantal criteria voorgesteld, die de basis kunnen vormen voor de
herprioritering van de lopende GOA-activiteiten voor de periode 2004-2005 en de
periode 2005-2008.
Wij
zouden graag met u in gesprek gaan over de voorgestelde criteria, aangezien wij
belang hechten aan gezamenlijk draagvlak voor de voort te zetten
GOA-activiteiten.
Ad
1. Het collegeprogramma’Voorzetten en doorzetten’ 2002-2006
Het college van B&W hecht grote waarde aan het
creëren van ontwikkelingskansen voor (jonge) kinderen. Het ziet dit niet
uitsluitend als taak voor het onderwijs. De samenwerking van het onderwijs met
andere partners, zoals de kinderopvang, wordt daarbij van groot belang geacht.
Verder wordt ingezet op een zakelijker
subsidierelatie met het onderwijsveld, waarbij de onderwijsmonitor een
belangrijk instrument vormt.
De procedure rond het
Onderwijsbeleidsplan wordt momenteel opgestart (de startbrief OBP 2005-2008
wordt ingebracht in het LOKABEL van maart 2004). Het GOA-beleid zal onderdeel
gaan uitmaken van het nieuwe onderwijsbeleidsplan 2005-2008. Hiermee komen we
tegemoet aan een wens, die is geuit door de verschillende schoolbesturen
tijdens de ontwikkelingen bij de herziening van het GOA-samenwerkingsverband.
Concreet betekent dit dat
er een hoofdstuk Onderwijsachterstandenbeleid wordt opgenomen in het OBP, voor
de duur van de periode van het OBP. Dit hoofdstuk betreft het GOA-beleidsplan.
De operationalisatie van dit
beleidsplan vindt plaats door het samenwerkingsverband GOA en resulteert
in een GOA-werkplan, e.e.a. conform het nieuwe reglement GOA.
In de hoofdlijnenbrief
toekomstig onderwijsachterstandenbeleid (d.d. 31 oktober 2003, kenmerk
PO/OO/2003/52325) worden veranderingen aangegeven die betrekking hebben op de
lopende planperiode (tot augustus 2006) en op de periode na augustus 2006. De
veranderingen hebben betrekking op de financiële kaders (3.1.) en op de
bestuurlijke verhoudingen (3.2.) De brief is als bijlage toegevoegd aan deze
notitie.
3.1. Financiële
veranderingen
Voor de periode 1
augustus 2005 tot 1 augustus 2006 wordt € 100 miljoen bezuinigd op het
GOA-budget. De ombuiging zal niet van toepassing zijn op het budget dat
rechtstreeks naar de scholen voor primair onderwijs gaat.
De ombuiging van € 100
miljoen komt na 1 augustus 2006 ook ten laste van het gemeentelijk
onderwijsachterstandenbudget. Na 1 augustus 2006 ontvangen de gemeenten
jaarlijks € 150 miljoen, waarvan € 110 miljoen voor VVE en € 40 miljoen voor
het primair onderwijs voor met name de schakelfunctie en de ondersteuning van
de scholen.
3.2. Nieuwe bestuurlijke
verhoudingen
Vanaf augustus 2006 zal
er sprake zijn van nieuwe bestuurlijke verhoudingen. Centraal element in de
brief van de minister is dat de scholen eerstverantwoordelijk zijn, daar waar
het gaat om de bestrijding van onderwijsachterstanden. Het Rijk beschouwt de
gemeenten in het onderwijsbeleid als medeoverheid en daarmee als belangrijke
partner bij het bestrijden van achterstanden. Over de verdeling van
verantwoordelijkheden tussen de gemeenten en de schoolbesturen wordt in de
brief aangegeven dat een en ander in goed overleg tussen de vertegenwoordigers
van het scholenveld en de gemeenten zal moeten worden uitgewerkt. Wel zijn daar
al uitgangspunten over aangegeven. De school is de eerstverantwoordelijke voor
de kwaliteit van het onderwijs dat zij levert. De gemeenten dragen er zorg voor
dat lokaal samenhang in basisvoorzieningen gerealiseerd wordt en dat de
verschillende functies binnen het jeugdbeleid beschikbaar zijn.
De gemeente is vanaf augustus 2006 niet meer
planplichtig Ook de verplichting tot
het voeren van Op Overeenstemming Gericht Overleg komt dan te vervallen.
Het financiële kader[1]
voor het plan 2002-2006 is als volgt:
Rijkssubsidie GOA €
1.184.130,-
Rijkssubsidie velo/asielzoekers €
89.000,-
Integratiefonds € 297.284,-
Gemeentelijke middelen € 207.455,-
Totaal €
1.777.869,-
4.2. Het aangepaste financiële kader
De consequenties van de hoofdlijnenbrief voor de
gemeente Delft zijn doorberekend. Duidelijk is geworden dat de Rijkssubsidie
vanaf augustus 2005 met € 500.00,- naar beneden bijgesteld zal moeten worden.
Dit leidt er uiteraard toe dat het financiële kader aangepast zal moeten
worden. Daarnaast zal in het aangepaste financiële kader rekening gehouden
moeten worden met de verminderde toestroom van het aantal asielzoekers,
waardoor de inkomsten op basis van de velo/asielzoekersregeling ook aanzienlijk
verminderd worden. Bovendien wordt er vanuit gegaan dat er geen of nauwelijks
middelen beschikbaar zijn vanuit het integratiefonds. Van Rijkswege wordt er
namelijk in de budgetten ten behoeve van inburgering aanzienlijk bezuinigd.
Daarbovenop zal vanaf 2005 het inburgeringsstelsel worden herzien. Beide zaken
hebben aanzienlijke consequenties voor de beschikbaarheid en inzetbaarheid van
de middelen uit het integratiefonds.
4.2.1
Consequenties voor het lopende GOA-plan 2002-2006
De
ombuiging vanuit het Rijk wordt per augustus 2005 ingevoerd. De gemeente Delft
kiest ervoor om de aanpassingen, in geleidelijkheid, vanaf het schooljaar
2004-2005 te realiseren. Dit met het doel ook in de periode na 2006
substantieel middelen in te kunnen blijven zetten ten behoeve van het
onderwijsachterstandenbeleid. Feitelijk betekent dit dat het vastgestelde GOA-plan
2002-2006 zal moeten worden opengebroken[2].
4.2.2. Het financiële kader voor het
overbruggingsjaar 2004-2005
Voor het financiële kader voor het
overbruggingsjaar 2004-2005 geldt, naast bovenstaande, dat er sprake zal zijn
van een herprioritering van de activiteiten, zoals deze staan genoemd in het
GOA-beleidsplan 2002-2006. Op deze wijze worden middelen ingewonnen, welke vervolgens in de periode
2005-2008 ingezet kunnen worden ten behoeve van het gemeentelijk
onderwijsachterstandenbeleid.
Het financiële kader voor de periode 2004-2005 is
als volgt:
|
2004/2005 |
|
|
Rijkssubsidie GOA |
€ 1.290.000,- |
|
|
Rijkssubsidie velo/asielzoekers |
€
40.000,- |
|
|
Integratiefonds |
€
0,- |
|
|
Gemeentelijke middelen[3] |
€
219.000,- |
|
|
|
|
|
|
Totaal |
€ 1.549.000,- |
|
|
4.2.3. Het aangepast financieel kader
2005-2008
Het financiële kader is als volgt:
|
2005/2006 |
2006/2007 |
2007/2008 |
2008/2009 |
|
2006/2007 |
Rijkssubsidie GOA |
€ 790.000,- |
€ 700.000,- |
€ 700.000,- |
€
700.000,- |
|
€ 700.000,- |
Rijkssubsidie velo/asielzoekers |
€ 40.000,- |
€ 40.000,- |
€ 40.000,- |
€
40.000,- |
|
€ 40.000,- |
Integratiefonds |
€ 0,- |
€ 0,- |
€ 0,- |
€
0,- |
|
€ 0,- |
Gemeentelijke middelen[4] |
€ 219.000,- |
€ 219.000,- |
€ 219.000,- |
€
219.000,- |
|
€ 219.000,- |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
€
1.049.000,- |
€ 959.000,- |
€ 959.000,- |
€
959.000,- |
|
€ 959.000,- |
|
|
|
|
|
|
|
Voorziening +/- |
€
200.000,- |
€
200.000,- |
€
200.000,- |
€ 200.000,- |
|
|
In de periode 2005-2008 (de periode van het Onderwijsbeleidsplan)
worden naast de genoemde structurele middelen, jaarlijks middelen vanuit de
achterstandenvoorziening, namelijk +/- € 200.000,-, ingezet.
Ad
5. Criteria voor het al dan niet voortzetten van bestaande projectactiviteiten
Zoals uit bovenstaande duidelijk is geworden, kan een aantal
activiteiten/projecten, niet (in de huidige vorm) worden voortgezet. Voor de
herprioritering van de activiteiten voor zowel de periode 2004-2005 als
2005-2008 zijn een aantal criteria opgesteld, welke hieronder staan beschreven.
Bovenstaande overziend, stellen wij u het volgende
voor:
Burgemeester en
wethouders van de gemeente Delft
Namens dezen,
W.J.
Boskeljon
Hoofd
vakteam Onderwijs