Reg.nr. 449648

 

 

Sector WIZ

 

RAPPORTAGE 1e KWARTAAL 2004

 

t.b.v. College van B&W

 

 (t.k.n. van commissie WZO)

 

 

 

 

definitieve versie:

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 


Inhoudsopgave

 

 

1.   Toeleiding & Monitoring. 3

2.   Inburgering. 9

3.     Activering. 11

4.     Dienstverlening Werkplan. 13

4a.  WIW-Dienstbetrekkingen. 13

4b.  WIW-Werkervaringsplaatsen. 16

4c.  I/D-banen (In- en Doorstroombanen) 16

5.     Wet Voorzieningen Gehandicapten. 18

6.     Ontwikkeling klantaantallen. 23

7.     Huisbezoeken. 25

8.     Bijzondere Bijstand. 26

9.     Periodieke Bijstand. 31

10.       Minimabeleid. 32

 

 

 

 

 

 


1.   Toeleiding & Monitoring

 

Regiefunctie Toeleiding & Monitoring 

 

De gemeente Delft heeft voor 2004 de volgende doelstellingen geformuleerd:

1.       een sluitende reïntegratieaanpak te bieden aan de nieuwe instroom werkzoekenden klanten fase-2 , fase-3 en fase-4 (incluis de niet uitkeringsgerechtigden en ANWers) alsook aan de zittende Abw klanten fase-2 en fase-3

2.       het inkopen van extra fase-4 trajecten als gevolg van de intensievere fase-4 aanpak

3.       ontwikkelen van en invulling geven aan nieuw instrumententarium vastgelegd in de

Delftse reïntegratieverordening Werk en Bijstand

 

Het totaal benodigde reïntegratietrajecten en het nieuw instrumentarium (gesubsidieerd) werk ter realisatie van deze doelstellingen is hierbij geraamd op 915 waarvan:

-          140 plekken zijn gereserveerd voor trajecten gesubsidieerd werk. (zie tabel 1.2a.)

-          273 plekken zijn gereserveerd voor fase 2/3 reïntegratietrajecten

-          412 plekken zijn gereserveerd voor fase 4 trajecten

-          90 plekken zijn gereserveerd voor  trajecten t.b.v. niet uitkeringsgerechtigden

 

 

Ervaringscijfers leert ons dat ongeveer 20 % van de klanten uitvalt voordat het Reïntegratiebedrijf een concreet reïintegratieplan met de klant heeft kunnen opstellen. Vanuit de doelstelling om 915 trajecten in te vullen is het van belang om ongeveer 1098 klanten in 2004 toegeleid te krijgen die in aanmerking komen voor een van de hierboven genoemde trajecten.

 

 

 

Tabel 1.1: ontwikkeling aantallen klanten in traject bij reïntegratiebedrijven (RIB’s)

 

 

1e kw 2004

Jaar 2003

 

doel

 

Totaal

 

2004

T&M

T&M

Aantal klanten in traject bij RIB’s op 01-01-2004

 

816

599

Aantal aanmeldingen voor trajecten bij RIB’s

915

152

834

Aantal uitval voor start reintegratietraject

 

27

115

Aantal beëindigde trajecten bij RIB’s

 

103

359

Aantal klanten in traject bij RIB’s op 31-03-2004

 

838

707

Bron: Gws4All  

 

 

Bovenstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van het aantal klanten welke het eerste kwartaal 2004 zijn aangemeld  voor reïintegratietrajecten( 152), welke uitgevallen zijn voor start traject (27) en welke uitgestroomd zijn in het 1e kwartaal 2004 (103) en hiermee tevens wat het aantal klanten is die aan het eind van het 1e kwartaal 2004 gebruik maken van het delfts reintegratie aanbod (838). Een specificatie van de verschillende items in deze tabel volgt verderop in deze kwartaalrapportage.

 

In de tabel is een groot verschil te zien tussen het aantal klanten in traject 31-12-2003 (707) en het aantal klanten 1-1-2004 (816).

Verklaring voor dit verschil zit hem in het feit dat eind 2003 /begin 2004 er contractafspraken zijn gemaakt met het team Activering (zie Hoofdstuk 2 Kwarap) om te werken volgens het principe ‘intern opdrachtnemersschap’. Gevolg hiervan is dat met terugwerkende kracht de lopende caseload van team Activering toegevoegd is aan de totaal aantal klanten op 1-1-2004(109).

 

 

 

Aanmeldingen

 

Tabel 1.2a Aantal  aanmeldingen voor trajecten  t/m 1e kwartaal 2004

 

Doelstelling 2004

Realisatie

1e  kw 2004

Totaal aantal aanmeldingen trajecten

7915

152

waarvan:

 

 

Fase 2/3

150

56

Fase 4

535

87

NUG

90

9

Opstap/Participatiebaan/ Proefplaatsing

140

-

 

Tabel 1.2a geeft aan hoe de aantallen op dit moment verdeeld zijn over verschillende doelgroepen en daarbij de resultaten van de aantal aanmeldingen in het 1e kwartaal.

 

 

De inkoop van de verschillende vormen van trajecten vindt plaats o.b.v. de collegedoelstellingen en de analyse van het bestand.

Eind vorig jaar werd duidelijk dat er te ruim is ingekocht voor de nieuwe instroom in 2003. Daarnaast was er een tekort van trajecten voor het zittend bestand fase 2/3 en 4. Dit tesamen met het nieuwe beleid WWB m.b.t.de nieuwe instroom (proefplaatsing) vroeg om een hernieuwde blik naar de huidige contracten.

 

I.h.k.v. de inkoop 2004  is bovenstaande situatie en de beperkte financiële ruimte die er in 2004 is op het gebied van reïntegratie in samenhang met elkaar bekeken.

Met een aantal reïntegratiebedrijven , met name met hen die de doelgroep’ nieuwe instroom’ bedienen zijn er afspraken gemaakt omtrent doelgroepuitbreiding binnen de eerder gecontracteerde aantallen. Het niet benutte budget in 2003 is hiermee effectief gebruikt voor de uitbreiding van doelgroep in 2004.

 

Medio juli 2004 gaat het nieuwe stelsel gesubsidieerd werk van start in het kader van de regelgeving WWB.

 E.e.a is vastgelegd in de Delftse reïntegratieverordening welke op 9 juli as in werking treedt. Grofweg zullen er een 3 tal nieuwe reïntegratieinstrumenten beschikbaar komen:

-          proefplaatsing: werken met behoud van uitkering , bedoeld voor nieuwe instroom fase 2/3 en 4 met als doel uitstroom uit de uitkering

Inkoop 2e half jaar 2004 : 75 plekken

-          opstapbanen: gesubsidieerde dienstverband voor maximaal 1 jaar, bedoeld voor klanten die perspectief hebben op regulier werk maar met een tekort aan recente en relevante werkervaring, uit te laten stromen naar regulier werk

Inkoop 2e half jaar 2004: 60 plekken

-          participatiebanen: permanente werkplekken, bedoeld voor werkzoekenden van 55 jaar en ouder zonder uitstroomperspectief op reguliere arbeid.

Inkoop 2e half jaar 2004: 5 plekken.

 

Voor de realisatie van acquisitie en begeleiding op bovenstaande werkplekken zijn er contractafspraken gaande met Werkplan en Combiwerk.

In het 3e kwartaal 2004 zal er voor het eerst gerapporteerd worden over de instroom, door en uitstroom van bovenstaande reïntegratie instrumenten.

 

 


Tabel 1.2b: specificatie van aantal aangemelde RIB trajecten bij opdrachtnemers t/m ultimo 1e kw.   

 

Doelstelling

Aanmeldingen

 

2004

voor trajecten

Totaal aanmeldingen

775

152

Fase 2

 

 

Empower

-

3

Empower NUG

-

3

Fase 2/3

 

 

Alexander Calder

150

31

Alexander Calder NUG

30

2

Fase 3/4

 

 

Advexis

6

3

Hudson

120

11

Hudson NUG

30

1

Kliq

120

9

Kliq NUG

30

3

Fase 4

 

 

Activering

200

54

Combiwerk

-

1

Kringloop

16

11

Werkplan

12

16

Wings

16

4

Extra inkoop fase 4

45

-

totaal

775

152

Bron: Gws4All aangevuld met gegevens T&M

 

Tabel 1.2b. laat zien hoe de huidige verdeling is in aantallen en doelgroep bij de verschillende reïntegratiebedrijven

 

Uitval

 

Tabel 1.3a uitval vóór start RIB-trajecten t/m 1e kwartaal 2004

 

 

1e  kw 2004

2003

Totaal uitval trajecten

27

115

uitval

27

115

 

 

Tabel 1.3b specificatie uitval  naar fase t/m ultimo 1e kw.

Reden uitval

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Totaal

 

 

 

 

 

Zelf werk gevonden

1

 

 

1

 

 

 

 

 

Detentie/fraudeproblematiek

 

 

1

1

Medisch/ psychische redenen

 

7

7

14

Motivatie problematiek

 

5

3

8

Niet verschenen zonder bericht

 

 

2

2

Samenwonen/verhuizing

1

 

 

1

Totaal

2

12

13

27

 

De  specificatie uitval geldt voor deelnemers die tussen de aanmelding en de start van een traject om diverse redenen uitgevallen zijn veelal om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de kwaliteit van het reïntegratiebedrijf.  Met de reïntegratiebedrijven is contractueel vastgelegd dat het uitvalspercentage niet hoger mag zijn dan 20%. 

 

 

 

Lopende klanten

 

Tabel 1.4a lopende  klanten in RIB-trajecten ultimo 1e  kwartaal 2004

RIB

Lopende

klanten

Activering

136

Advexis

11

Alexander Calder

147

Argonaut

6

Baanbreker

2

Combiwerk

10

Empower

60

Hudson

70

Kliq

277

Kringloop

4

Werkplan

88

Wesseling

9

Wings

18

Totaal

838

Bron: Gws4All

 

 

Tabel 1.4b: doelgroep specificatie klanten in traject bij RIB’s  ultimo 1e kwartaal 2004

 

 

1e  kw 2004

in

percentage

Doelgroep:

 

Eenouder

26%

Gehuwd

26%

Oudkomers

49%

Jonger < 23 jaar

4%

Geslacht:

 

Man

48%

Vrouw

52%

Niveau opleiding:

 

Basis-niveau

23%

LBO/MAVO

28%

MBO/HAVO/VWO

18%

HBO/WO

11%

Overig

20%

Bron: Gws4All

N.B: klanten kunnen tot meerdere doelgroepen behoren

 

Tabel 1.4a laat zien hoeveel klanten er op 31-03-2004 gebruik maken van het reïntegratieaanbod binnen Delft.

Tabel 1.4.b laat van dezelfde groep een aantal doelgroepkenmerken zien.

 

 

 


Tabel 1.5a  Beëindigde trajecten bij trajectorganisaties  t/m 1e kwartaal 2004

 

realisatie t/m

1e  kw 2004

realisatie 2003

Totaal aantal beëindigde trajecten

103

359

 

 

 

succesvol beëindigd

43

129

niet-succesvol beëindigd

60

230

Bron: Gws4All

 

Maandelijks en per kwartaal vinden er gesprekken plaats tussen de opdrachtgevende partijen binnen WIZ en de Reïntegratiebedrijven. Zowel op contract als op klantniveau vindt er een intensieve monitoring plaats om zowel resultaat als kwaliteit te bewaken.

 

 

Tabel 1.5b  Specificatie succesvol beëindigde trajecten  t/m 1e kwartaal 2004

 

realisatie t/m

1e  kw 2004

Totaal succesvol beëindigd

43

Waarvan duurzaam uit de uitkering:

 

Regulier werk

14

Regulier onderwijs

5

Gedeeltelijk regulier werk

5

WIW dienstbetrekking / opstapbaan

6

Waarvan vrijwilliger / beschermd werk:

 

Herfasering 2/3 (kwint/CWI)

2

Maatschappelijk actief

8

Sociale activering

3

Bron: Gws4All

 

Tabel 1.5a. geeft het aantal succesvolle beëindigde trajecten aan . Dit zijn enerzijds de klanten die door de inspanningen van het RIB  (gedeeltelijk) aan het werk zijn of (in het geval van jongeren) weer terug naar school gaan en geen beroep (meer) doen op de uitkering.

Voor de fase 4 doelgroep geldt ook de doelstellingen op het gebied van reguliere arbeid. Gezien de problematiek van de doelgroep is hier echter een ruimere interpretatie van het woord ‘succesvol’. De redenen herfasering 2/3, maatschappelijk actief en sociale activering zijn zoveel mogelijk geobjectiveerd conform de collegedoelstellingen omtrent fase 4.

 

 

Tabel 1.5c  Specificatie niet-succesvol beëindigde trajecten  t/m 1e kwartaal 2004

 

 

 

realisatie t/m

1e  kw 2004

Totaal niet-succesvol beëindigd

60

Waarvan :

 

Detentie/fraude

2

Maximale trajectduur

8

Medisch/psychische redenen

12

Motivatieproblematiek klant

17

Verhuizen/samenwonen

11

Zorg

8

Overig

2

Bron: Gws4All

 

 

 

 

Tabel 1.6 Specificatie klanten geplaatst op de arbeidsmarkt t/m 1e kwartaal 2004

RIB

Geplaatst

(nog niet

duurzaam)

Duurzame

plaatsing

Activering

 

 

Advexis

1

 

Alexander Calder

16

5

Argonaut

 

 

Baanbreker

 

2

Combiwerk

 

 

Empower

1

 

Hudson

9

2

Kliq

20

14

Kringloop

 

 

Werkplan

10

1

Wesseling

 

 

Wings

2

 

WIW

 

6

Totaal

59

30

Bron: Gws4All

 

In contracten met reïntegratiebedrijven is vastgelegd dat succesvolle uitstroom pas als zodanig gedefinieerd kan worden na 6 maanden nazorg. In het geval van een plaatsing betekent dit dat het reïntegratiebedrijf contact houdt met de klant over de voortgang en intervenieerd naar de werkgever indien dit nodig is. Na 6 maanden, zodra de proeftijdperiode en gewenning is afgesloten mag men er van uitgaan dat de klant duurzaam aan het werk en uit de uitkering zal blijven.

 Indien de klant tussentijds ontslag heeft gekregen wordt dit resultaat niet meegenomen in de telling en zal het reïntegratiebedrijf opnieuw de bemiddeling van deze klant ter hand nemen.

 

Op 31-03-2004 zijn er naast de 30 succesvolle duurzame plaatsingen ook 59 klanten die al geplaatst zijn op de arbeidsmarkt maar die nog bij reïntegratiebedrijven in traject zitten om de duurzaamheid van de plaatsing te optimaliseren en beïnvloeden.

 


2.   Inburgering

 

Wet Inburgering Nieuwkomers

 

Team Inburgering voert de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) voor de gemeente Delft uit. De gemeente Delft heeft verder het mandaat om de WIN uit te voeren voor de volledige gemeente Pijnacker-Nootdorp en de kern Schipluiden uit de gemeente Midden Westland.

Aan het einde van het 1ste kwartaal van 2004 hebben er zich 80 nieuwe personen aangemeld voor een Inburgeringstraject. A&I heeft in hun werkplan voor het team Inburgering de prognose opgenomen van een instroom van 240 in 2004. Dit betekent een gemiddelde instroom van 60 klanten per kwartaal. Uit de gemeente Delft zijn er 70 nieuwe aanmeldingen en uit de regio gemeenten zijn er 10 aanmeldingen geweest.

Naast de 80 nieuwe trajecten zijn er ook 5 personen naar de regio verhuisd die in een andere gemeente al een traject volgde. Deze “nieuwe” klanten stromen direct in een inburgeringstraject en worden i.v.m. verantwoording rapportages niet opgenomen in de cijfers van de instroom.

Tabel 2.1A: Ontwikkeling WIN Trajecten (Inburgeringstrajecten)

Realisatie t/m 1e kwartaal 2004

 

 

 

Productie

 

Delft

Regio

Totaal

prognose

 

(aantal)

 

 

 

WIN Trajecten op 01-01-2004

375

52

428

 

Instroom

70

10

80

240

Verhuisd naar de regio

3

2

5

 

Uitstroom (Beëindigde trajecten)

65

12

77

 

WIN Trajecten op 31-03-2004

384

52

436

 

Bron: A&I

Het 1ste kwartaal kent in vergelijking met dezelfde perioden in eerder jaren een behoorlijk grote instroom (zie figuur 2.1). Meer personen hebben hun weg naar de Inburgeringbalie van Delft gevonden. Door landelijke en plaatselijke publiciteit is het meer onder de aandacht gekomen bij de nieuwe "burgers" dat zij een Inburgeringstraject moeten volgen en zich op eigen initiatief moeten melden. Verder wijzen partners, zoals CWI, Sociale Dienst en CPO, steeds vaker WIN klanten door. De instroom is goed te doen doordat er extra capaciteit is ingehuurd.

De grootte van de caseload per kwartaal (figuur 2.2)  is de laatste jaren “verrassend” stabiel.

Figuur 2.1: Instroom WIN Trajecten                        Figuur 2.2: Caseload per kwartaal

 

Bron: A&I                                                             Bron: A&I

De prognose voor de uitstroom komen uit het werkplan van A&I. De gepresenteerde percentages zijn bepaald op basis van resultaten in vorige jaren en zullen worden gebruikt om de uitstroom te monitoren. Afwijkende percentages kunnen leiden tot nader onderzoek.

In het 1ste kwartaal zijn er in totaal 77 WIN Trajecten beëindigd.  Wat opvalt is een behoorlijke uitstroom onder de noemer “Overig”. Meer dan 48% stroom onder deze noemer uit. Er zal nader worden bekeken of het nodig en mogelijk is om deze groep meer gedetailleerd te presenteren.

Tabel 2.2: Specificatie Uitstroom WIN Trajecten

Realisatie t/m 1e kwartaal 2004

 

 

 

 

Productie

 

Delft

Regio

Totaal

 

prognose

Uitstroom naar / Reden beëindiging:

(aantal)

 

 

(%)

 

Werk

12

1

13

16,9

15,0

Overdracht binnen gemeente

15

 

15

19,5

25,0

Overdracht Regio gemeente

 

 

 

 

5,0

Bemiddeling CWI

1

 

1

1,3

2,5

Studie (regulier onderwijs)

3

1

4

5,2

7,5

Verhuizing

3

1

4

5,2

15,0

Permanent ontheffing

2

1

3

3,9

5,0

Overig

29

8

37

48,1

25,0

Totaal uitgestroomd

65

12

77

100

100

Bron: A&I        

 


 

3.         Activering

 

 

De doelgroep van Activering zijn de Fase 4 Oudkomers met een taal achterstand. Het hoofdbestanddeel van de activeringstraject is taaleducatie.

Activering heeft in het 1ste kwartaal 54 aanmeldingen gekregen vanuit het vakteam Toeleiding & Monitoring.Dit heeft geleidt tot een instroom van 29 nieuwe klanten. Voor het volgende kwartaal zullen we de registratie verder verfijnen. A&I heeft in hun werkplan voor het team Activering de taakstelling opgenomen van een instroom van 200 in 2004. Dit betekent een gemiddelde instroom van 50 klanten per kwartaal. Met 29 in het 1ste kwartaal blijft instroom vanuit de tandem (SDV & T&M) achter op de taakstelling.

Met de nieuwe klanten zijn diagnosegesprekken gestart die moeten leiden tot een trajectplan gericht op arbeidsactivering, sociale activering of maatschappelijke activering. Arbeidsactivering houdt in dat er voor de klant door taaleducatie een herfasering van fase 4 naar fase 2/3 kan plaatsvinden. Na de herfasering geval zal de klant een vervolgtraject krijgen tot arbeid. Dit vervolgtraject zal niet bij Team Activering gevolgd worden.

In totaal zijn er 30 diagnoses in het 1ste kwartaal afgerond. Vanuit de diagnosefase zijn er in totaal 25 personen doorgestroomd naar de trajectfase. Voor 5 personen is gebleken dat zij vanwege diverse redenen en problemen niet in staat zijn tot het volgen van een Activeringstraject. Met deze personen is geen traject opgestart en ze zijn teruggemeld naar de opdrachtgever. Dit moet worden gezien als uitval voor het traject. Activering houdt, op basis van de ervaringscijfers van vorig jaar, rekening met een uitavl van 5%. In het 1ste kwartaal is de uitval 20%. Het hoge percentage heeft vooral te maken met het aanmelden van relatief veel zorgklanten die niet tot de doelgroep van Activering behoren.

Tabel 3.1: Ontwikkeling Diagnoses tbv Activeringstrajecten

Realisatie t/m 1e kwartaal 2004

Diagnoses

Productie

 

 

prognose

 

(aantal)

 

Diagnoses op 01-01-2004

14

 

Instroom

29

200

Doorstoom naar Traject

25

 

Uitval (geen traject)

5

 

Diagnoses op 31-03-2003

13

 

Bron: A&I

25 personen zijn in het 1ste kwartaal nieuw geplaatst in een Activeringstraject. 20 personen hebben hun traject beëindigd. In totaal bevinden zich aan het eind van het 1ste kwartaal 125 personen zich nog in een activeringstraject.

Tabel 3.2: Ontwikkeling Activeringstrajecten

Realisatie t/m 1e kwartaal 2004

Trajecten

 

 

 

(aantal)

Trajecten op 01-01-2004

120

Doorstroom uit Diagnose

25

Uitstroom (beëindigde trajecten)

20

Trajecten op 31-12-2003

125

Bron: A&I

 

 

De trajecten die Activering uitzet zijn dus in de richting van arbeidsactivering (herfasering), sociale activering of maatschappelijke activering. In het werkplan van A&I is opgenomen dat 65% van de uitstroom succesvol is en dus in één van deze drie richtingen moet zijn. 30% van de trajecten zal onder de noemer Zorg & Overig worden beëindigd. Verder wordt verwacht dat hooguit 5% werk zal vinden en daarom niet meer het traject kan voltooien. De percentages zijn bepaald op basis van resultaten die in vorige jaren zijn behaald met de doelgroep. De percentages kunnen worden gezien als doelstelling die Activering wil gaan halen.

In totaal zijn er in het 1ste kwartaal 20 personen uit een traject gestroomd. 55% is uitgestroomd in de richting van maatschappelijke activering, sociale activering of herfasering. 45% is uitgestroomd in het 1ste kwartaal uit door een andere reden.

Tabel 3.3: Specificatie Uitstroom (beëindigde trajecten)

Realisatie t/m 1e kwartaal 2004

Trajecten

 

Productie

 

 

 

prognose

Uit-/Doorstroom naar / Reden uitstroom:

(aantal)

(%)

 

Betaald of gesubsidieerd werk

0

0,0

5,0

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

11

55,0

65,0

Herfasering 2/3 (Kwint/CWI)

5

25,0

 

Sociale activering

3

15,0

 

Maatschappelijke activering

3

15,0

 

Zorg & Overig

9

45,0

30,0

Zorg

1

5,0

 

Motivatieproblematiek klant

 

 

 

Medische/psychische redenen

3

15,0

 

Verhuizen/samenwonen

 

 

 

Detentie/fraude

 

 

 

Maximale trajectduur

3

15,0

 

Overig

2

10,0

 

Totaal uitgestroomd

20

100

 

Bron:  A&I

 

CIP : in de volgende versie zal ook informatie over het CIP opgenomen worden.

 

 

 

 


 

4.         Dienstverlening Werkplan

 

4a.  WIW-Dienstbetrekkingen

 

Tabel 4.1: ontwikkeling van het aantal WIW-werknemers.

 

 

 

realisatie

realisatie

realisatie

 

doelstelling

t/m 1e kw

t/m 1e kw

jaar

 

2004

     2004

2003

2003

Aantal WIW-werknemers in dienst op 1 januari

 

156

201

201

Instroom: nieuwe dienstbetrekkingen¹

 

0

36

102

Uitstroom: beëindigde dienstbetrekkingen¹

 

31

39

148

Aantal WIW-werknemers in dienst ultimo

 

125

198

155

Bron: Gws4all    Noot¹ : de instroom en uitstroom zijn inclusief de Herindiceringen

 

Per 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand in werking getreden en de WIW komen te vervallen. In 2004 kan er geen instroom meer plaatsvinden. De huidige werknemers blijven in dienst tot het moment dat zij uitstromen of tot het moment  dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege afloopt. Vanaf 1 juli treedt de reintegratieverordening WWB in werking met het nieuwe instrumentarium.

 

 

Opmerking over de nieuwe ontwikkelingen !

 

 

Figuur 4.1 aantal dienstbetrekkingen per ultimo kwartaal in relatie tot het gemiddeld

aantal dienstbetrekkingen per jaar   (per jaar per kwartaal berekend vanaf 1 januari)

 


          

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 4.3: specificatie van de uitstroom van WIW-ers.

 

realisatie

 

realisatie

realisatie

 

t/m 1e kw

Idem

t/m 1e kw

jaar

 

2004

In %

2003

2003

Uitstroom naar:¹

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid (incl WIW-WEP)

8

26%

8

15

Gesubsidieerde arbeid ID, WSW

3

10%

4

51

Ontslag onverwijld

2

6%

3

12

Ontslag rechtswege

12

39%

1

12

Ontslag proeftijd

1

3%

6

14

Niet herplaatsbaar

2

6%

1

7

Overige

3

9%

9

14

Herindiceringen

0

0%

7

23

Totale uitstroom

31

100%

39

148

¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

 

Als gevolg van de komst van een nieuw instrumentarium wordt optimaal ingezet op afbouw van de Wiw. Contracten voor tijdelijke duur worden niet meer verlengd.

 

 

Figuur 4.2: cumulatieve uitstroom naar werk per ultimo kwartaal vanaf 2002

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


4b.  WIW-Werkervaringsplaatsen

 

Tabel 4.4: ontwikkeling van het aantal Werkervaringsplaatsen

 

 

realisatie

realisatie

Realisatie

 

t/m 1e kw

t/m 1e kw

jaar

 

     2004

2003

2003

Aantal Werkervaringsplaatsen op 1 januari

39

32

32

Instroom: nieuwe Werkervaringspl.

0

8

44

Uitstroom: beëindigde Werkervaringspl.

8

13

36

Aantal Werkervaringspl. ultimo periode

31

27

40

Bron: ImWin

 

Als gevolg van de komst van de WWB zijn de Wiw-werkervaringsplaatsen in 2004 komen te vervallen en heeft er geen instroom plaatsgevonden.  Vanaf 1 juli treedt de reintegratieverordening WWB in werking met daarin opgenomen een nieuwe loonkostensubsidieregeling.

 

Tabel 4.5: specificatie van de uitstroom van  werknemers met een Werkervaringsplaats.

 

realisatie

 

realisatie

Realisatie

 

t/m 1e kw

Idem

t/m 1e kw

jaar

 

2004

In%

2003

2002

Uitstroom naar:¹

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid

5

63%

8

28

Gesubsidieerde arbeid

0

0%

0

0

Ontslag

2

25%

2

7

Overige

1

12%

3

1

Totale uitstroom

8

100%

13

36

¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

 

 

Kengetal

Cum 1e kw 2004

Jaar

 2003

Uitstroom naar werk

5

28

 

 

4c.  I/D-banen (In- en Doorstroombanen)

 

Tabel 4.6: ontwikkeling van het aantal I/D – werknemers in dienst.

 

realisatie

realisatie

realisatie

 

t/m 1e kw

t/m 1e kw

jaar

 

     2004

2003

2003

Aantal I/D – werknemers op 1 januari

238

265

265

Instroom: nieuw gestarte I/D – werknemers*

0

11

22

Uitstroom: beëindigde I/D – werknemers*

13

10

48

Aantal I/D - werknemers:  ultimo periode

225

266

238

Bron: ImWin

*de in- en uitstroomcijfers zijn inclusief administratieve contractwijzigingen door overname of herplaatsingen bij een andere werkgever

 

Als gevolg van de komst  van de WWB heeft er geen instroom plaatsgevonden. Huidige werknemers blijven in dienst.

 

 

 

Tabel 4.7: specificatie van de uitstroom van  I/D - werknemers.

 

realisatie

 

realisatie

realisatie

 

t/m 1e kw

Idem

t/m 1e kw

jaar

 

2004

In %

2003

2003

Uitstroom naar*1

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid

0

0%

3

26

Gesubsidieerde arbeid*2

4

31%

0

0

Ontslag

5

38%

2

7

Overige

4

31%

5

9

Totale uitstroom

13

100%

10

42

*¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

het uitstroomcijfers “gesubsidieerde arbeid” is inclusief administratieve contractwijzigingen door overname of herplaatsingen bij een andere werkgever

 

Door de komst van nieuw instrumentarium wordt de ID-regeling afgebouwd.


5.         Wet Voorzieningen Gehandicapten

 

Tabel 5.1a: actieve werkvoorraad ultimo 1e kwartaal  2004.

 

31-03-04

 

 

Actieve Werkvoorraad

 

Rolstoelen

57

 

Woonvoorzieningen

141

 

Vervoersvoorzieningen

42

 

Scootmobielen

53

 

Totaal

293

 

 

Tabel 5.1b:  specificatie van de werkvoorraad van 1e kwartaal 2004

 

31-03-04

Actieve

 

Werkvoorraad

Intake en Advies fase (RIO):

 

RIO

191

In behandeling bij vakteam WVG:

Verdeling (na ontvangst advies)

Rapportagefase

Opvragen offertes (bij woonaanpassingen)

 

11

79

12

Totaal

293

 

Eind 2003 is een verbeter traject ingezet. Hierbij speelt automatisering, m.b.t. bewaking aanvragen, een zeer belangrijke rol. Het resultaat hiervan is een duidelijke afname van de werkvoorraden, deze afname heeft in het 1e kwartaal 2004 doorgezet.

 

Figuur 5.1: ontwikkeling van de actieve werkvoorraad aanvragen

 



Tabel 5.1c: overige werkprocessen ultimo 1e kwartaal 2004.

 

 

31-03-04

 

 

Overige

Werkvoorraad

 

Fiattering

147

 

Betalingen woonvoorzieningen

313

 

Bruikleenovereenkomsten

236

 

Aanleunwoningen

33

 

Mutaties

8

 

Beëindigingen

57

 

Totaal

794

 

Bron: GWS4all

 

Tabel  5.2: ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Bij bovenstaande resultaten dient de volgende opmerkingen gemaakt te worden:

 

Woonvoorzieningen:

De toename van de uitgaven van het vorig kwartaal heeft zich tegen verwachting in niet doorgezet in het 1e kwartaal 2004. Dit is in overeenstemming met de praktijk want er kwamen in het 1e kwartaal ook minder aanvragen binnen.

Hiervoor is nog niet direkt een reden aan te geven.

 

Rolstoelvoorzieningen/vervoersvoorzieningen/scootmobielen:

De totale realisatie blijft in het 1e kwartaal 2004 binnen de begroting. De cijfers rolstoelenvoorzieningen, vervoersvoorziening en scootmobielen zullen wij het komend kwartaal nader analyseren en in de volgende kwarap een duidelijk beeld te kunnen schetsen van de ontwikkelingen.

 

 

Tevens is hierbij van belang te melden dat wij vanaf 1 april 2004 zijn overgaan van huur naar koop van de voorzieningen.  Dit heeft natuurlijk consequenties voor de boekhoudkundige verwerking en zal derhalve in de volgende kwarap inzichtelijk worden.

 

Tabel  5.3: ontwikkeling uitgaven woonvoorzieningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel  5.4: ontwikkeling uitgaven vervoersvoorzieningen  

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

6.         Ontwikkeling klantaantallen

 

6.1    klantenaantal

 

 

Figuur  6.1: Ontwikkeling aantal klanten

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel  6.1: ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers in Delft

 

Dec

1998

Dec

1999

Dec

2000

Dec

2001

Dec

2002

Dec

2003

Mrt

2004

Kwaraps (ongecorrigeerd)

3.328

3.175

2.988

2.980

3.074

3.029

3.123

BIB gecorrigeerd

nb

nb

2.979

2.943

3.050

3.115

nb

BIB geextrapoleerd

 

 

 

 

 

 

3.096

Bron: CBS-Statistiek maanduitdraai en BIB

 

In de vorige kwaraps hebben we voor het bepalen van de klantenaantallen de maanduitdraai  (ongecorrigeerd) gebruikt, omdat de gecorrigeerde aantallen pas 3-4 maanden later beschikbaar zijn. In 2004 stappen we voor het bepalen van de klantenaantallen over op de aantallen uit de applicatie BIB (=bijstand in beeld), deze geven een zuiverder beeld en zijn identiek aan de aantallen zoals bekend bij het CBS. 

De gecorrigeerde aantallen uit BIB(blauwe lijn) komen redelijk overeen met de aantallen van de voorheen gebruikte maanduitdraai(zwarte lijn). De trendbreuk bij deze overstap is daarom niet groot. Omdat we bij het maken van de kwarap niet kunnen beschikken over gecorrigeerde cijfers(blauwe lijn) over het kwartaal maken we gebruik van ongecorrigeerde cijfers(rode lijn), die we extrapoleren.

 

Vanaf de volgende kwarap zullen we alleen nog de aantallen uit de applicatie BIB presenteren.

 

In het 1e kwartaal 2004 is het klantenaantal weer licht gestegen.


7.         Huisbezoeken

 

Tabel 7.1: huisbezoeken 1e  kwartaal 2004

 

aantal

Percentage

Huisbezoeken totaal

52

100%

Waarvan onaangekondigd

50

96%

Niet thuis of opnieuw bezocht

8

15%

Aantal Klanten bezocht

44

100%

Reden huisbezoeken

 

 

Inrichtingskosten

33

75%

Twijfel situatie

11

25%

Uitkomsten huisbezoeken

 

 

Toekennen leenbijstand

21

48%

Deel toekennen / afwijzen

2

5%

Afwijzen leenbijstand

10

23%

Uitkering aanpassen

1

2%

Uitkering beëindigen

1

2%

Melding BO

0

0%

Uitkering voortzetten

9

20%

Bron: SVD

 

In 2004 is de registratie van de huisbezoeken aangepast en daarmee ook de rapportage. De reden voor het huisbezoek is nu ook inzichtelijk. Hieruit blijkt dat drie kwart van alle huisbezoeken wordt afgelegd om het recht op inrichtingskosten te bepalen. In 70% van deze gevallen worden de inrichtingskosten geheel of gedeeltelijk toegekend.

 


 

8.         Bijzondere Bijstand

 

8.1 Financiële resultaten Bijzondere bijstand

 

Tabel  8.1  Financieel resultaat Bijzondere bijstand 1e kwartaal 2004

(bedragen in Euro’s  x 1.000)

realisatie

begroting

verschil

Begroting

realisatie

 

t/m 1e kw

t/m 1e kw

t/m 1e kw

2004

2003

Totaal uitgaven

939

1.136

197

4.546

4.020

Totaal baten

373

339

34

1.356

576

Totaal bijdrage algemene dienst

-566

-797

-231

-3.190

-3.443

 

Totaal uitgaven

939

1.136

197

4.546

4.020

Personeels/apparaats kosten

472

472

0

1.889

1.540

Reguliere verstrekkingen Bijz. Bijstand

311

319

9

1.277

1.560

Verstrekkingen armoedebeleid

14

75

61

300

329

Computers en Bijstand

21

52

31

209

133

Duurzaam computeren

0

25

25

99

0

Voorschool

0

10

9

39

4

werkervaring/scholings kosten

0

9

9

38

0

Collectieve ziektekostenverzekering

38

39

1

157

255

Bijdrage aan de Delftpas

43

81

38

324

0

Klantenkrant

4

5

1

20

21

Thowe

20

25

5

101

0

Overige uitgaven

15

23

8

92

32

Langdurigheidstoeslag *1

0

0

0

0

144

 

Totaal inkomsten

373

339

34

1.356

576

waarvan inkomsten BB op clientnivo

121

131

-10

524

520

waarvan totaal inkomsten DSW

27

7

20

30

27

waarvan inkomsten Duit

0

0

0

0

0

Inkomsten computers in bijstand

0

0

0

0

29

Inkomsten Delftpas

19

57

-38

227

0

Kinderopvang  ten laste van het rijk

207

144

63

575

0

Bron: WISE

*1: De langdurigheidstoeslag staat nu bij de periodieke bijstand.

 

De uitgaven voor de bijzondere bijstand liggen voor het eerste kwartaal onder het begrote bedrag.

 

 

8.2 Ontwikkeling aantallen verstrekkingen

 

Tabel  8.2   ontwikkeling aantallen verstrekkingen bijzondere bijstand t/m 1e kwartaal

 

 

 

         verstrekkingen t/m 1e  kwartaal

 prognose

realisatie

 

 

2004

2003

+/-

2004

2003

- eenmalig

 

865

917

-52

4.000

4.368

- periodiek

 

1.225

1.147

78

5.000

4.830

Subtotaal

 

2.090

2.064

26

9.000

9.198

Armoedebeleid

 

65

204

-139

200

1.473

Totaal

 

2.139

2.268

-129

9.200

10.671

Bron: GWS4All

 

Het aantal verstrekkingen binnen de bijzondere bijstand is ten opzichte van het eerste kwartaal 2003 licht gedaald.

 

 

 

 

8.3 Afname Medische Dienstverlening Bijzondere Bijstand

 

Tabel  8.3   Afname Medische Dienstverlening (MD) binnen de Bijzondere Bijstand t/m 1e kwartaal

 

afname verstrekkingen en uitgaven

2003

2004

+ / -

Totaal verstrekkingen Medische Dienstverlening

428

369

-59

waarvan verstrekkingen voor brillen en orthodontie

116

87

-29

Totaal uitgaven Medische Dienstverlening

€ 40.986

€ 31.171

-€ 9.815

waarvan uitgaven voor brillen en orthodontie

€ 21.913

€ 10.398

-€ 11.515

Bron: GWS4All

 

Het aantal aanvragen (en daarmee de uitgaven) bijzondere bijstand voor medische doeleinden is in het eerste kwartaal van 2004 ten opzichte van 2003 duidelijk afgenomen.

   

8.4 Toelichting: onderdeel “Computers en bijstand”:

 

Tabel  8.4 : aantal verstrekte computers t/m 1e kwartaal

 

aantal verstrekte computers  in 2003

2003

2004

Aantal verstrekte computers

16

16

Totaal verstrekt bedrag

 € 21.054

€ 21.319

Gem. bedrag per verstrekte computer

€ 1.316

€ 1.332

Bron: GWS4ALL

 

In het eerste kwartaal 2004 is net zoveel gebruik gemaakt van de regeling computers en bijstand als in het eerste kwartaal van 2003. 

 

 

8.5 Armoedebeleid:  categoriale verstrekkingen

 

Tabel  8.5.1 : aantal / bedragen verstrekkingen witgoedregeling t/m 1e kwartaal

aantal / bedragen  witgoedregeling 

2003

2003

2004

2004

Koelkast

47

€ 12.561

16

€ 3.336

Wasmachine

42

€ 19.137

11

€ 5.049

Stofzuiger

53

€ 7.261

11

€ 1.507

Televisie

60

€ 16.779

11

€ 2.816

Totaal

202

€ 55.738

49

€ 12.708

 

De witgoedregeling is met ingang van 1-1-2004 beëindigd. De verstrekkingen die nog hebben plaatsgevonden betreffen aanvragen die nog in 2003 werden ingediend. 

 

Tabel  8.5.2   aantal / bedragen verstrekkingen regeling bijkomende studiekosten t/m 1e kwartaal

aantal / bedragen  bijkomende studiekosten

2003

2003

2004

2004

12 jarigen

0

€ 0

2

€ 252

13-17 jarigen

2

€ 246

14

€ 1.176

Totaal

2

€ 246

16

€ 1.428

 

De regeling bijkomende studiekosten is met ingang van 1-1-2004 beëindigd als categoriale regeling. Men kan wel op individuele gronden een aanvraag voor deze kosten indienen.

8.6.1     specificatie van het aantal verstrekkingen exclusief armoedebeleid

 

Figuur  8.6.1  aantal verstrekkingen bijzondere bijstand 1e kwartaal 2002 tot en met 2004.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Behoudens de categorieën directe levensbehoeften en uitstroom, waarbij er sprake is van een stijging van het aantal verstrekkingen, en de categorie huishouden, een daling, is het aantal verstrekkingen binnen de categorieën redelijk stabiel.

 

8.6.2  specificatie van de uitgaven bijzondere bijstand exclusief het armoedebeleid

 

Figuur 8.6.2  uitgaven bijzondere bijstand 1e kwartaal 2002 tot en met 2004.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Een duidelijke stijging van de uitgaven vindt alleen plaats binnen de categorieën financiële transacties en uitstroom.

 


9.         Periodieke Bijstand

 

9.1  Financiële resultaten Periodieke bijstand WWB

 

 

Tabel 9.1: Financiele resultaten uitkeringen WWB inkomen  1e kwartaal 2004

 

 

1e kwartaal 2004

2004

(bedragen x € 1000 )

Begroting   

Realisatie

Verschil

Begroting   

prognose

Verschil

WWB < 65 jaar

9.611

8.795

816

38.446

35.180

3.266

WWB > 65 jaar

338

330

8

1.352

1.322

31

Langdurigheidstoeslag

68

24

44

270

96

174

 Subtotaal WWB

10.017

9.149

868

40.068

36.598

3.470

Terugvorderingen

347

319

28

1.389

1.277

113

 Saldo

9.670

8.830

839

38.679

35.321

3.358

Bron: WISE

 

Bovenstaande begroting is afhankelijk van de ontwikkelingen rond het objectieve verdeelmodel.In de memo “aanpassing budget model inkomen” van 2-6-2004 wordt een analyse gemaakt van de mogelijke gevolgen van deze ontwikkelingen. 

 

 

 


10.       Minimabeleid

 

10.1 Financiële resultaten Minimabeleid 

 

Tabel  10.1  Financieel resultaat Minimabeleid t/m 1e kwartaal  2004

 

 

(bedragen in Euro’s)

realisatie

begroting

verschil

Begroting

realisatie

 

t/m 1e kw

t/m 1e kw

t/m 1e kw

2004

2003

Totaal

73.583

115.137

-41.554

460.547

572.944

Totaal baten

208.372

56.741

151.631

226.965

116.300

Totaal bijdrage algemene dienst

134.789

-58.396

193.185

-233.582

-456.644

Sportfonds

10.616

8.931

1.685

35.723

46.072

Delftactiefpas

42.920

80.883

-37.963

323.530

317.377

Baten Delftpas

208.372

56.741

151.631

226.965

116.300

T(H)OWE

20.047

25.324

-5.277

101.294

99.474

Bron: WISE

 

10.2   Delftpas

 

In het eerste kwartaal van 2004 zijn 631 passen meer verkocht dan in het 1e kwartaal van 2003. Van het totaal aantal verkochte passen van 3.455 is 41% verkocht voor het minimatarief.

 

Figuur 10.2: Ontwikkeling verkoop Delftpas t/m 1e kwartaal 2004

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


10.3  Sportfonds   

 

De uitgaven sportfonds liggen lager dan vorige jaren.  

 

Figuur 10.3: Ontwikkeling uitgaven Sportfonds  t/m 1e kwartaal 2004