Sociale Recherche Delft

 

 

 

Jaarverslag 2003  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inhoudsopgave

 

Inleiding.. 2

1. De instroom van fraudemeldingen. 3

1.1  Instroom van de reguliere fraudemeldingen in het jaar 2003. 3

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron. 3

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen. 4

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?. 4

1.1.4  Het motief van de melder. 5

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort. 5

1.1.6  De instroom van belastingsignalen. 6

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten. 7

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen over het jaar 2003. 7

2.1.1  De resultaten. 8

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd. 8

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen. 8

2.1.1.1.2. Spreiding van de geconstateerde fraude. 11

2.1.1.1.3. Belastingsignalen. 15

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau. 16

3. Aangiften en processen-verbaal. 16

4. Boeten. 17

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005. 18

5.1 De opdracht. 18

5.1.1 De resultaten. 18

6. Vergelijkende cijfers over de periode 1999 tot en met 2003. 19

6.1 Instroom van fraudemeldingen. 19

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder. 19

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort. 20

6.1.3  Instroom van belastingsignalen. 21

6.2  Uitstroom van fraudemeldingen en resultaten. 22

6.2.1. Vastgestelde fraudes. 22

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde uitkeringen. 22

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling.. 22

6.2.1.4  Belastingsignalen. 23

6.2.1.5  Totaalresultaten. 24

6.3  Aangiften en processen-verbaal. 24

6.4      Boeten. 25

6.4.1 Overzicht boetezaken. 25

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten. 26

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding.. 26

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten. 26

8. Verband tussen het aantal fraudemeldingen en uitkeringenbestand. 27

9. Bloemlezing van fraudeonderzoeken. 27

10. Tot slot. 29

10.1 Samenwerking met de gemeente Zoetermeer. 29

10.2 Wet Boeten en Maatregelen/Maatregelenverordening gemeente Delft. 29

 

Inleiding

 

Voor u ligt het jaarverslag van de sociale recherche over het jaar 2003. In de loop van 2003 is de formatie van de sociale recherche uitgebreid tot vijf sociaal rechercheurs.

Eén sociaal rechercheur werd aangesteld als vervanging van een vertrokken medewerker. De andere sociaal rechercheur betrof uitbreiding van de formatie.

Hoewel de inwerktijd van een sociaal rechercheur een aanzienlijke tijdsinvestering vergt, is over het jaar 2003 reeds sprake van een toename van het aantal behandelde fraudemeldingen, terwijl er ook sprake is van een toename van de opgespoorde fraude in geld.

Ook werden er meer uitkeringen beëindigd, waardoor er direct besparingen werden gerealiseerd op de maandelijkse bijstanduitkeringen.

 

In 2003 zijn er besprekingen gevoerd met de gemeente Zoetermeer om op het gebied van de sociale recherche samen te werken, met behoud van de eigen identiteit. Met ingang van

1 januari 2004 is hiertoe een overeenkomst gesloten.

 

In het vorige jaarverslag werd vermeld, dat de sociale recherche Delft, de opsporingsactiviteiten voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp zou verrichten. De resultaten van deze onderzoeken over 2003 zijn in dit jaarverslag opgenomen.

 

 

Delft,  juli 2004

 

Ton Wiegman

Hoofd Vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek

 

 

 

1. De instroom van fraudemeldingen

 

1.1  Instroom van de reguliere fraudemeldingen in het jaar 2003

 

In 2003 werden 273 meldingen ontvangen van vermeende fraude. Deze meldingen zijn afkomstig van medewerkers uit de eigen organisatie, de burgerij en van instanties.

Meldingen uit de eigen organisatie komen voornamelijk van consulenten uitkering en juridisch medewerkers verhaal en terugvordering en van de sociale recherche. Daarnaast is van de Belastingdienst en het Inlichtingenbureau in het kader van gegevensuitwisseling informatie ontvangen, waarmee de zogenoemde witte fraude kon worden aangetoond. Over de resultaten van de gegevensuitwisseling wordt verderop in de dit verslag melding gemaakt.

In dit verslag wordt gestart met de reguliere fraudemeldingen.

 

 

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron.

 

Ontvangen fraudemeldingen van                                                            aantal      procentueel

 

Medewerkers van W.I.Z.                                                                        101                   37%

Burgers                                                                                                114                   42%

Instanties                                                                                               58                   21%    

Totaal aantal meldingen in het jaar 2003                                           273

 

 

 

Instroom fraudemeldingen naar informatiebron

 

 

 

Grafiek 1

 

 

 

Nadere detaillering van de fraudemeldingen

 

Medewerkers van W.I.Z.

Consulenten uitkering                                                                                                            53

IBO sociale recherche                                                                                                           28

IBO juridisch medewerkers terugvordering en verhaal                                                                 9*

Overige WIZ                                                                                                                         11

Totaal medewerkers van W.I.Z.                                                                                        101

 

 

Instanties

Belastingdienst                                                                                                      11

Politie                                                                                                                   29

RIF/andere samenwerking                                                                                         3

Overige instanties                                                                                                  15**

Totaal instanties                                                                                                                 58

 

Burgers

Totaal burgers                                                                                                                    114                      

Totaal aantal meldingen                                                                                                  273

 

*  Op grond van de verhaalparagraaf in de Algemene bijstandswet, wordt de bijstand die aan 

    uitkeringsgerechtigden wordt verstrekt, indien mogelijk verhaald op de onderhouds-  

    plichtingen. Als neveneffect komt het nogal eens voor, dat onderhoudsplichtigen een

    fraudemelding afgeven over de gewezen partner. Over het jaar 2003 werden 9

    meldingen ontvangen.

 

** De meldingen van woningbouwverenigingen en andere sociale diensten worden na de

    invoering van de vernieuwde CBS statistiek niet meer afzonderlijk vermeld. Ook in dit

    overzicht worden deze cijfers niet meer apart vermeld.

 

 

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen

 

In onderstaand overzicht is weergegeven hoe de meldingen werden ontvangen in absolute aantallen en in procenten van de totaal ontvangen fraudemeldingen.

 

Wijze van melding                                                                                      aantal      procentueel

Per e-mail                                                                                                         9                 3,3%

Per fax                                                                                                              2                 0,7%

Mondeling                                                                                                        25                  9,2%

Schriftelijk                                                                                                     117               42,9%

Telefonisch                                                                                                   120                43,9%

Totaal                                                                                                          273

 

De fraudemeldingen van de burgers worden veelal telefonisch ontvangen, terwijl de meldingen vanuit de eigen organisatie meestal schriftelijk of mondeling worden gedaan.

 

 

 

 

 

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?

 

Vermoedelijke fraudes worden zowel anoniem als niet anoniem gemeld. Bij de meeste fraudemeldingen is de melder bekend. De burgers melden een fraude vaak anoniem.

De verdeling van de fraudemeldingen over het jaar 2003 was als volgt:

 

De melder                                                                                                  aantal      procentueel

 

Niet anoniem                                                                                                  188                 69%

Anoniem                                                                                                          85                 31%

Totaal                                                                                                            273

 

 

1.1.4  Het motief van de melder

 

De fraudemeldingen worden gedaan vanuit een bepaalde betrokkenheid. Een organisatie zal een fraudemelding veelal afgeven uit een professionele betrokkenheid, terwijl een onderhoudsplichtige een dergelijke melding zal afgeven uit een financiële betrokkenheid. Als de bijstandspartij immers geen recht meer heeft op een bijstandsuitkering, zal de onderhoudsplichtige door de gemeente niet op zijn onderhoudsplicht worden aangesproken.

Burgers melden een fraude veelal uit sociale overwegingen

Onderstaand zijn de fraudemeldingen ingedeeld naar het motief van de melder.

 

Melding op grond van                                                                              aantal      procentueel

 

Sociale betrokkenheid                                                                                   97                 36%

Professionele betrokkenheid                                                                        167                 61%

Financiële betrokkenheid                                                                                9                  3%

Totaal                                                                                                        273

 

 

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort

 

Soort fraude                                                                                                aantal      procentueel

 

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten zwart                                                    79                   29%

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten wit                                                       18                   6%

Verzwegen vermogen                                                                                       6                     2%

Verzwegen partnerschap                                                                                 89                   33%

Verzwegen woningdeling                                                                                  9                     3%

Niet in Delft woonachtig                                                                                   43                   16%

Onjuiste informatie                                                                                          29                   11%

Totaal                                                                                                          273

 

 

Vorig jaar werd voor het eerst geconstateerd, dat het aantal fraudemeldingen van verzwegen zwarte werkzaamheden/inkomsten hoger uit kwam dan het aantal meldingen wegens verzwegen partnerschap. Toen werd verondersteld dat het om een incident ging. Dit blijkt een juiste veronderstelling te zijn geweest. In 2003 zijn er weer meer meldingen van verzwegen partnerschap ontvangen (89) dan het aantal meldingen van verzwegen zwarte werkzaamheden/inkomsten (79).

De bestrijding van de partnerfraude heeft een prominente plaats in het fraudebeleidsplan. De bestrijding van verzwegen zwarte werkzaamheden/inkomsten heeft ook een hoge prioriteit. Elders in dit jaarverslag staan de resultaten vermeld

 

Onderstaande grafiek geeft de instroom van de fraudemeldingen naar fraudesoort weergegeven grafisch weer.

 

 

Grafiek 2

 

 

1.1.6  De instroom van belastingsignalen

 

Eind 2003 ontving de sector Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) van de Belastingdienst de (witte) inkomstengegevens over het jaar 2002 van uitkeringsgerechtigden die naast de uitkering inkomsten uit andere bron ontvingen.

Er werden 1344 signalen ontvangen. Over hetzelfde jaar werden ook de historische signalen via het Inlichtingenbureau ontvangen. Het Inlichtingenbureau is eind december 2002 in de plaats gekomen van de belastingsignalen. Het kenmerkende verschil met de belastingsignalen is, dat de informatie van het Inlichtingenbureau een hogere actualiteitswaarde hebben.

De signalen worden gecombineerd verwerkt. Het Inlichtingenbureau heeft de historische signalen over 2002 verstrekt, voorzover er nog sprake was van een actuele uitkering. Over de beëindigde uitkeringen werd geen informatie verstrekt. In verband hiermee is het van belang de informatie van de Belastingdienst over het jaar 2002 te verwerken.

De belastingdienst heeft hiermee voor de laatste maal signalen afgegeven. Sinds begin 2003 wordt gewerkt met de actuelere informatie van het Inlichtingenbureau.

 

Aan de hand van de informatie van de belastingdienst wordt gecontroleerd of er een verrekening met de uitkering heeft plaatsgevonden. Indien dit niet het geval is, worden de netto verdiensten bij de werkgever opgevraagd en wordt het recht op uitkering opnieuw vastgesteld, wat dan resulteert in een terugvordering.

Als de informatie door de uitkeringsgerechtigde niet is verstrekt, is er sprake van fraude. Afhankelijk van de hoogte van de fraude, wordt er aangifte gedaan bij het O.M. of wordt er een boete/maatregel opgelegd. In veel gevallen zijn de inkomsten wel aan de gemeente opgegeven en is er dus geen sprake van fraude.

De belastinggegevens komen niet eerder dan een jaar na het afsluiten van het belastingjaar beschikbaar voor de gemeenten. Als gevolg hiervan kunnen gemeenten pas na zo’n 2 à 3 jaar vaststellen of er sprake is geweest van fraude.

Met het uitwisselen van de informatie via het Inlichtingenbureau is hieraan een aanmerkelijke versnelling gekomen.

 

De reguliere fraudemeldingen worden voornamelijk door de sociaal rechercheurs afgehandeld. In die gevallen gaat het om zwarte fraude,  partnerfraude, domicilie, woningdeling etc, waarvoor onderzoek op locatie nodig is.

 

Naast het onderzoeken van de reguliere fraudemeldingen moeten de sociaal rechercheurs verdachten verhoren uit zowel de reguliere zaken als uit de geconstateerde fraudes van de controle van de belastingsignalen. Er moet aangifte van fraude worden gedaan als de fraude Є 6.000,- of hoger is. Fraudes uit belastingsignalen blijven veelal onder de aangiftegrens. Hierdoor is het aantal verhoren en processen-verbaal afgenomen. Als de fraude onder de aangiftegrens blijft, legt de gemeente een boete op.

Het boetetraject wordt niet door de sociaal rechercheurs uitgevoerd maar door de medewerkers bijzonder onderzoek.

 

 

 

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten

 

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen over het jaar 2003

 

In het jaar 2003 werden afgehandeld:

                                                                                                                                          

Reguliere fraudemeldingen                                                                                              aantal

- aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                                                 65

- aantal beëindigde of verlaagde uitkeringen                                                          54

   hierin begrepen aantal vastgestelde fraudevorderingen                                       22

                                                                                                                                         32

- aantal meldingen na onderzoek niet verder behandeld                                                           92

Totale uitstroom reguliere fraudemeldingen                                                                  189                        

Belastingsignalen

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2001 en eerder                                                    96

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                        1072

- aantal waarbij de fraude al eerder is vastgesteld                                                  31

- aantal waarvan de info was opgegeven maar niet verwerkt                                      7

                                                                                                                                     1110

Totale uitstroom belastingsignalen                                                                               1206

 

Inlichtingenbureau

Afgehandelde signalen over 2003

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2003                                                                   42

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                         670*

- aantal waarvan de info was opgegeven maar niet verwerkt                                      1*

                                                                                                                                       671

 

Afgehandelde historische signalen over 2002

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2002                                                                  21

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                         353*

- aantal waarvan de info was opgegeven maar niet verwerkt                                   1*

                                                                                                                                       354

Totale uitstroom IB signalen 2003                                                                                 1088

 

*   Het Inlichtingenbureau werkt met dossiers. Per dossier worden de inkomsten van één werkgever verstrekt. Per uitkeringsgerechtigde kunnen meerdere dossiers worden verstrekt. Gemiddeld is over 2003 per uitkeringsgerechtigde twee dossiers uitgeleverd. In bovenstaand overzicht is bij het aantal waarbij geen fraude is vastgesteld, het aantal dossiers gedeeld door twee, waardoor dat cijfer het aantal uitkeringsgerechtigden weergeeft, waarbij geen fraude is vastgesteld.

 

 

2.1.1  De resultaten

 

Over het jaar 2003 werd aan fraude opgespoord voor een bedrag van                   Є  1.024.832

Hiervan is nog terugvorderbaar een bedrag van                                                  Є  1.016.486

Beëindigde of verlaagde uitkeringen op maandbasis                                           Є       39.380

 

Wegens beëindiging of verlaging van de uitkering werd er voor een bedrag van Є 39.380 per maand bespaard. Op jaarbasis gaat het dus om een bedrag van Є 472.560 aan bespaarde uitkeringen. De door de gemeente verschuldigde belasting en premies over dit bedrag zijn hierin niet meegerekend. De bruto besparing op beëindigde en verlaagde uitkeringen is dus hoger.

De opgespoorde fraude over het jaar 2003 kan als volgt worden onderverdeeld:

 

Aantal  Fraudebedrag  Terugvorderbaar Netto besparing                                                                    

                                                                         per maand   

Reguliere meldingen                               64        607.278              598.932

Belastingsignalen                                   96        302.564              302.564

Signalen Inlichtingenbureau                     63        114.990             114.990

Beëindigde of verlaagde uitkeringen         54                                                                    39.379  

Totalen in euro’s                                            € 1.024.832           € 1.016.486              * €   39.379

 

* De hierover door de gemeente verschuldigde belasting en premies komen hier nog boven op.                                                                                                                         

 

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd

 

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen

 

Geconstateerde fraudes vanuit de reguliere fraudemeldingen

 

Soort fraude                               aantal beëindigde         bedrag         aantal          bedrag         aantal  

of verlaagde uit-           beëindigde   vorderingen   fraude          succesvol

keringen                     of verlaagde  (regulier)      vorderingen   afgeronde

                  zonder    uitkering                         (regulier)      onder-

                                                 totaal      vordering  (netto p/md)                                       zoeken

                                                     1             2                 3                 4                 5                 6

                                                                                                                                          

Verzwegen werk/ink. zwart          5             3           4.284              14            20.742           17

Verzwegen werk/ink wit               1             1                760               6            16.968             7

Verzwegen vermogen                  2             0             1.582                4          222.562             4

Verzwegen partnerschap            18             9          € 12.308              11          194.021           20

Verzwegen woningdeling             1             0                 227               6              5.131             6

Niet in Delft woonachtig             25            18          € 18.299              12            43.461           30

Onjuiste informatie                      2             1             1.919              12          104.393           13

 

Totalen                                     54            32         € 39.379               65          607.278           97

 

Afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                            aantal

Uitkering was al beëindigd                                                                                                   29 *

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                              38

Afgehandeld tegelijk met een andere melding                                                                        13

Preventief                                                                                                                            1

Info was bekend                                                                                                                   3

Geen fraude                                                                                                                         8

Tussentelling                                                                                                                      92

                                                                                                                                   

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2003                                                     189

 

*   Bij het in behandeling nemen van de melding, bleek de uitkering reeds te zijn beëindigd. De fraude bleek in 

    deze gevallen niet meer te kunnen worden aangetoond.

   

Toelichting

In de overzichten zijn uitsluitend de resultaten vermeld van de verrichte reguliere fraudeonderzoeken. In dit overzicht zijn dus niet de onderzoeken naar de belastingsignalen en het Inlichtingenbureau begrepen.

Ten gevolge van afgeronde fraudeonderzoeken worden veelal vorderingen ingesteld en uitkeringen verlaagd of beëindigd. Niet in alle gevallen ontstaat er echter een vordering. Soms wordt alleen de uitkering verlaagd of beëindigd.

In de eerste kolom staan alle ten gevolge van het voltooide fraudeonderzoek, verlaagde en beëindigde uitkeringen vermeld.

In de tweede kolom staat het aantal verlaagde en beëindigde uitkeringen, waarbij geen vordering werd ingesteld.

In de derde kolom staat het bedrag vermeld van de beëindigde en verlaagde netto uitkeringen op maandbasis.

In de vierde kolom is het aantal ingestelde vorderingen weergegeven.

In de vijfde kolom staan de vastgestelde fraudebedragen. In de zesde kolom is het aantal succesvol behandelde fraudeonderzoeken vermeld.

 

2.1.1.1.2.Aandeel anonieme/niet anonieme meldingen in aangetoonde fraude

 

In 97 gevallen werd er fraude aangetoond en in 1 geval werd voorkomen dat er bijstand werd toegekend (preventief).

                                                                                                         absolute       in procenten

                                                                                                         getallen

Het aandeel anonieme meldingen bedroeg                                             19               19%

Het aandeel niet anonieme meldingen bedroeg                                      79               81%

       

In de hiervoor weergegeven cijfers zijn de cijfers van de gemeenten Schipluiden en Pijnacker-Nootdorp begrepen.

 

 

2.1.1.1.3.De resultaten voor de gemeenten Schipluiden en Pijnacker-Nootdorp.

 

Gemeente Schipluiden

In 2003 heeft de gemeente Schipluiden twee opdrachten verstrekt voor onderzoeken.

Een onderzoek is afgehandeld in 2003 en het andere onderzoek is in 2004 afgehandeld.

Voordat het onderzoek kon worden ingesteld, bleek de uitkering al te zijn beëindigd.

Het tweede aangeboden onderzoek heeft wel tot resultaat geleid. Hierop zal in het jaaroverzicht 2004 worden teruggekomen.

 

Gemeente Pijnacker-Nootdorp

De gemeente Pijnacker-Nootdorp verstrekte in het jaar 2003, 11 onderzoeksopdrachten. Hiervan werden in 2003, 5 onderzoeken afgerond. De overige opdrachten zijn in 2003 in onderzoek genomen en zullen naar verwachting in 2004 worden afgerond.

 

Soort fraude                           aantal beëindigde     bedrag        aantal          bedrag         aantal  

                                         of verlaagde uit-        beëindigde  vorderingen   fraude          succesvol

                                             keringen                  of verlaagde (regulier)      vorderingen   afgeronde

             zonder  uitkering                            (regulier)   onder-

                                             totaal        vordering (netto p/md)                                      zoeken

                                                                                                                                          

Verzwegen partnerschap              3             2            2.638                 1            1.732              3

 

Totalen                                       3             2            2.638                  1           1.732              3

 

 

Afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                            aantal

Uitkering was al beëindigd                                                                                                        2

Tussentelling                                                                                                                          2

 

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2003                                                           5

 

 

                                                                                                                      

 

Grafiek 3

Grafiek 4

 

 

2.1.1.1.4 Beëindigde of verlaagde uitkeringen, in relatie tot de afstand van de arbeidsmarkt

 

In totaal werden er 51 uitkeringen beëindigd of verlaagd, exclusief de 3 beëindigde uitkeringen voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp

De uitkeringsgerechtigden zijn ingedeeld in hun afstand tot de arbeidsmarkt.

Dit wordt weergegeven in de fase.

Fase 1= direct bemiddelbaar

Fase 2= na kort traject bemiddelbaar

Fase 3= na lang traject bemiddelbaar

Fase 4= nog niet bemiddelbaar

 

Van de uitkeringsgerechtigden, waarvan de uitkering is beëindigd of verlaagd, is onderzocht  in welke fase zij waren ingedeeld ofwel wat de afstand tot de arbeidsmarkt was.

 

                                                                                      fase 1      fase 2      fase 3      fase 4     

Aantal beëindigde uitkeringen

-          verzwegen werk/ink. zwart                                                                      1             3     

-          verzwegen werk/ink. wit                                                                                         1

-          verzwegen vermogen                                                                                             2

-          verzwegen partnerschap                                                                         5             9

-          verzwegen woningdeling

-          niet in Delft woonachtig                                             4              2             7            12     

-          onjuiste informatie                                                                                  2

 

Aantal verlaagde uitkeringen

-          verzwegen werk/ink. zwart

-          verzwegen werk/ink. wit

-          verzwegen vermogen

-          verzwegen partnerschap                                                                         1

-          verzwegen woningdeling                                                                                         1

-          niet in Delft woonachtig                                                                                          1

-          onjuiste informatie

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                         

Totalen per fase                                                                   4             2            16            29     

In procenten van het totaal is dit                                            8%          4%         31%         57%

 

Het uitkeringenbestand was als volgt ingedeeld                       3%          8%         22%         67%*

 

* Het bestand bleek ook nog uitkeringsgerechtigden te bevatten in fase 0,en 5 en een aantal niet ingedeelde uitkeringsgerechtigden. Deze aantallen zijn in bovenstaand overzicht buiten beschouwing gelaten.

 

2.1.1.1.2. Spreiding van de geconstateerde fraude

 

Verdeling van de geconstateerde fraude naar leeftijdscategorieën.

                                                                                

                                                                                                  man           vrouw             totaal

Onder 21 jaar                                                                                  4                   6                   10

21 tot  30 jaar                                                                                34                 17                   51      

30 tot  40 jaar                                                                                67                 27                   94

40 tot  50 jaar                                                                                49                 18                   67

50 tot  65 jaar                                                                               19                 11                   30

65 jaar en ouder                                                                               3                   1                     4                                                                                                                                                Totaal                                                                                         176                80                  256             

 

 

Procentuele verdeling van het uitkeringenbestand en geconstateerde fraude

 

                                                                                                                 uitkering            fraude

 

Onder 21 jaar                                                                                                 1,7%               3,9%

21 tot  30 jaar                                                                                               12,5%             19,9%

30 tot  40 jaar                                                                                               25,7%             36,7%

40 tot  50 jaar                                                                                               25,2%             26,2%

50 tot  65 jaar                                                                                               28,9%             11,7%

65 jaar en ouder                                                                                             6,0%               1,6%

 

 

Grafiek 5

 

De geconstateerde fraude is per leeftijdscategorie afgezet tegen het aantal uitkeringsgerechtigden in dezelfde leeftijdscategorie, beide uitgedrukt in een percentage van respectievelijk het totaal aantal geconstateerde fraudes en het totale uitkeringenbestand. 

Evenals vorig jaar is er in elke leeftijdscategorie fraude vastgesteld.

In de leeftijdscategorieën 21-50 jaar is de meeste fraude vastgesteld. In deze leeftijdscategorieën valt bijna 83% van de geconstateerde fraude terwijl hun aandeel in de verstrekte bijstand ruim 63% is.

Ten opzichte van het vorige jaar valt op, dat er in de groep tot 21 jaar verhoudingsgewijs meer wordt gefraudeerd. Bij de groepen 21-30 jaar, 30-40 jaar en 40-50 jaar wordt relatief meer fraude geconstateerd dan in de andere leeftijdscategorieën. Vorig jaar was dit ook al het geval.

In de leeftijdscategorie 21-30 jaar is ten opzichte van het vorige jaar sprake van een daling in de geconstateerde fraude. Vorig jaar was het aandeel van deze categorie in de totaal verstrekte bijstand 12,8% en kwam 24,3% van alle geconstateerde fraude voor rekening van deze categorie. Nu gaat om respectievelijk 12,5% van alle verstrekte bijstand en een aandeel in de totaal opgespoorde fraude van 19,9%.

Ten aanzien van de leeftijdsgroepen 30-40 jaar en 40-50 jaar is ten opzichte van het vorige jaar spraken van een marginaal verschil.

 

Overzicht aantallen fraudes naar fraudesoort en leeftijdscategorie

 

                                                                       Leeftijdscategorieën

Soort fraude                               aantal   m/v  <21      21-30      30-40      40-50   50-65  > 65

Verzwegen werk/ink. wit                  165      M     3            29            48          30          7         2 

                                                                V     3            12            17          10           4

Verzwegen werk/ink zwart                 17      M                    1             4             7          4

                                                                V                                   1

Verzwegen partnerschap                   20      M                    1                         

                                                                V     1             2             6             4          6           

Vermogen                                          5      M                                                 2          3

                                                                V                                                         

Verzwegen woningdeling                     6      M                   1             1                         2

                                                                V                                   1             1

Niet in Delft woonachtig                     30      M     1            2             8             8                       1                                                                   

V     2            2             1             3          1          1

Onjuiste info                                     13      M                                  6             2          3         

                                                                V                    1             1            

Totalen                                          256             10           51            94          67         30          4

 

 

De hier bovenstaande gegevens zijn voor een beter inzicht per fraudesoort verwerkt in de hierna volgende grafieken

Grafiek 6

 

Uit grafiek 6 blijkt dat de meeste fraudes wegens verzwegen werkzaamheden en inkomsten vallen in de categorie 30-40 jarigen. Vorig jaar lag de piek in de leeftijdsgroep 21-30 jarigen, direct gevolgd door de categorie 30-40 jarigen. In 2001 werd nog een duidelijke piek geconstateerd in de categorie 30-40 jarigen. Gesteld kan worden dat er vorig jaar sprake was van een incidentele verschuiving. De geconstateerde fraude in de leeftijdsgroep 30-40 jarigen was toen ook al nagenoeg gelijk aan de groep 21-30 jarigen. 

 

Grafiek 7

 

Grafiek 7 laat zien, dat de fraude wegens verzwegen partnerschap zich in 2003 vooral heeft voorgedaan in de leeftijdscategorie 50-65 jarigen. Ook in de groepen 30-40 jarigen en 40-50 jarigen komt deze vorm van fraude vaker voor dan in andere leeftijdsgroepen. In 2001 was naast een top in de categorie 50-65 jarigen nog sprake van een tweede top in de categorie 30-40 jarigen.

 

Grafiek 8

 

De fraudes wegens verzwegen vermogen zijn vooral vastgesteld in de leeftijdsgroep 50-65 jarigen. Daarnaast is sprake van een tweede top in de groep 40-50 jarigen. Vorig jaar werd deze vorm van fraude in dezelfde leeftijdsgroepen vastgesteld.

 

 

Grafiek 9

 

Evenals vorig jaar werd er geen fraude wegens woningdeling vastgesteld in de leeftijdscategorie onder de 21 jaar. In alle andere leeftijdscategorieën werd deze vorm van fraude wel aangetroffen. De toppen bevinden zich in de leeftijdscategorieën 30-40 jarigen en 50-65 jarigen.

Het beeld wijkt niet significant af van de aangetroffen fraudes over het jaar 2002.

 

 

Grafiek 10

 

De fraude wegens het ontbreken van domicilie in Delft in het verslagjaar 2002 werd voornamelijk aangetroffen in de leeftijdscategorie 30-40 jarigen en in gelijke mate in de leeftijdscategorie 40-50 jarigen. In het huidige verslagjaar is er sprake van een piek in de leeftijdscategorie 40-50 jaar, direct gevolgd door de categorie 30-40 jaar. Het beeld stabiliseert zich min of meer.

 

Grafiek 11

 

Vorig jaar werd geconstateerd, dat de top van de fraude wegens onjuiste info was verschoven van de leeftijdscategorie 30-40 jaar naar de leeftijdscategorie 40-50 jarigen, direct gevolgd door de leeftijdscategorie 30-40 jaar. Kennelijk is dat een incidentele afwijking geweest. De top van de aangetroffen fraudes wegens onjuiste info wordt nu weer aangetroffen bij de leeftijdscategorie 30-40 jarigen.

 

 

Verdeling van de fraude naar burgerlijke staat

 

Onderstaand zijn alle geconstateerde fraudes ingedeeld naar burgerlijke staat en soort fraude.

Het gaat om alle geconstateerde fraudes, dus om de reguliere zaken maar ook die op grond van de belastingsignalen en de meldingen van het Inlichtingenbureau.

 

Fraudesoort:                                                       woning-                                                 vermogen      partner     ink zwart                                                                       ink wit                                                             onj info      domicilie  totaal

                                                                             deling

Burgerlijke staat:

Gehuwd/                                                                1                                                                        4                             9                                                                                                                                                      29              6             3     52

niet verlaten

 

Gehuwd/verlaten                                                                                                                                              7                 2                                                                                                                                                          11               2          6                                                                          28

 

Gescheiden                                                          2                                                                         1              15               2                                                                                                                                                          22               1          7                                                                          50

 

Ongehuwd                                                            3                                                                         1              11            4                                                                                                                                                      85                  4         15    123

 

Weduwe                                                              1                                                                                                                                                                                                                                                                                                       2                                                                                                                                                3

 

                                                                           7                                                                        6               33                17            147          13            33    256

 

 

grafiek 12

                         

2.1.1.1.3. Belastingsignalen

 

Over het belastingjaar 2001 werden van de Belastingdienst 1367 meldingen ontvangen.

Deze meldingen moeten worden onderzocht op verrekening met de bijstandsuitkering.

In die gevallen, dat de uitkeringsgerechtigde de informatie niet heeft verstrekt leidt dit tot de vaststelling van fraude.

Er wordt dan een vordering ingesteld en als de bruto schade beneden het bedrag van

Є 6.000 blijft (grensbedrag vanaf 1-1-2002) wordt er bestuurlijk een boete opgelegd. Bij hogere fraudebedragen wordt er aangifte gedaan bij het O.M.

 

In behandeling genomen belastingsignalen 2001                                                               1367

 

- aantal vastgestelde fraudes                                                                             96   

- aantal eerder vastgestelde fraudes *1                                                              31

- aantal met reeds bekende informatie (geen fraude) *2                                          7

- aantal onderzoeken, waarbij geen sprake is van fraude                                   1072

 

Uitstroom                                                                                                     1206

 

 

Vastgesteld bedrag aan fraudes uit de belastingsignalen                                         Є    302.564 

 

Aantal fraudegevallen, inclusief de eerder vastgestelde fraudes (*1),

uitgedrukt in een percentage van de onderzochten belastingsignalen

over het belastingjaar 2001                                                                                             7,0%

 

 

*1 Deze opgespoorde fraudes zijn het gevolg van eerder ingestelde onderzoeken in het

    kader van de gegevensuitwisseling met de belastingdienst. Bij de behandeling van die

    belastingsignalen is aan de werkgevers tevens informatie opgevraagd over de jaren    

    daarna, waardoor het nu ontvangen signaal niet verder behoefde te worden verwerkt.

    Het gaat uiteraard wel om vastgestelde fraude. 

  

 

*2 De in het kader van de belastinggegevens ontvangen informatie was reeds bekend en is

    kennelijk abusievelijk niet of niet geheel verrekend.

 

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau

 

Eind december 2002 werd voor de eerste keer informatie uitgewisseld met het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau is in de plaats gekomen van de belastingsignalen.

De belastingdienst verstrekte jaarlijks de informatie over uitkeringsgerechtigden, die naast de bijstandsuitkering inkomsten uit andere bron hadden ontvangen. De belastingdienst verstrekte de informatie voor het laatst eind 2003 over het belastingjaar 2002. 

Het Inlichtingenbureau heeft de verstrekking van de zogenoemde samenloopgegevens overgenomen. Deze informatie is veel actueler. In veel gevallen kan binnen twee maanden worden vastgesteld of er sprake is van fraude. De behandeling van de meldingen vertonen veel overeenkomst met de behandeling van de belastingsignalen. Het kenmerkende verschil is vooral terug te voeren tot de snelheid, waarmee de meldingen beschikbaar zijn voor de gemeenten.

Hierdoor is het mogelijk een lik-op-stuk beleid te voeren.

 

 

 

3. Aangiften en processen-verbaal

 

Sinds  1 januari 2002 is de aangiftegrens bepaald op € 6.000.

In vorige jaarverslagen werd reeds geconstateerd dat daardoor en door de lagere vorderingen uit de bestandsvergelijking met de belastingdienst het aantal aangiften is afgenomen.

De laatste jaren is er sprake van een zekere stabilisatie in het aantal aangiften.

Over 2002 werden er 21 aangiften gedaan en werden 26 processen-verbaal opgemaakt. Over 2003 werden 30 aangiften gedaan en werden 31 processen-verbaal opgemaakt.

Het aantal verdachten is over het algemeen hoger dan het aantal processen-verbaal.

In partnerfraudezaken worden in ieder geval twee verdachten gehoord, terwijl de processen-verbaal maar voor één proces-verbaal worden meegeteld.

De fraudes die onder de aangiftegrens blijven moeten administratief bestuurlijk worden afgewikkeld volgens de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid (Wbm).

Het aantal behandelde boetezaken is sedert de invoering van de wet boeten in belangrijke mate toegenomen.

Over 2002 werden 287 boetewaardige zaken behandeld en over 2003 zijn 346 zaken behandeld.

Over het jaar 2002 werd een bedrag van € 34.252,- aan boetes opgelegd. Over het jaar 2003 was dit een bedrag van € 47.041,-.

Bij hoofdstuk 6.4 van dit jaarverslag zijn de vergelijkende cijfers van de in het kader van de Wet Boeten en Maatregelen (Wbm) opgelegde boeten opgenomen.

 

 

4. Boeten

 

Sinds 1 juli 1997 is voor de bijstandsverlening de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid van kracht (Wbm).

De gemeente is verplicht de wet toe te passen in die gevallen waar sprake is van informatiefraude, zelfs als de gemeente geen financieel nadeel heeft geleden.

 

Als een uitkeringsgerechtigde zijn maandelijkse informatieformulier niet of veel te laat inlevert is er sprake van het niet voldoen aan de informatieplicht. De uitkeringsgerechtigde wordt eerst een hersteltermijn gegund. Blijft de uitkeringsgerechtigde in gebreke, dan is er sprake van een boetewaardige handeling. In dat geval wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven als de informatieplicht voor de eerste keer wordt geschonden en de gemeente geen financieel nadeel heeft geleden. Als binnen een termijn van twee jaar weer sprake is van een boetewaardig handelen, wordt wel een boete opgelegd. Het minimum boetebedrag bedraagt dan € 45,-. 

 

Als de gemeente wel een financieel nadeel heeft geleden, wordt wel een boete opgelegd, ook als het de eerste keer betreft.

De boete wordt berekend over het bruto benadeelde bedrag en bedraagt 10% daarvan met een afronding naar boven op een veelvoud van € 11,-.

Wanneer er sprake is van recidive binnen een tijdsbestek van twee jaar, moet indien de gemeente financieel nadeel heeft geleden, een boete worden opgelegd van 15% van het bruto benadeelde bedrag, afgerond op een veelvoud van Є 11 naar boven.

 

In 2003 werden 346 boetewaardige zaken in behandeling genomen. Deze werden als volgt afgewikkeld:

Aantal ingetrokken boetezaken                                                                                            12

Aantal nulboeten                                                                                                                 12

Aantal waarschuwingen                                                                                                     103 

Aantal boeten wegens verzwegen informatie                                                                        219

Totaal                                                                                                                               346

 

 

Grafiek 13

 

Aan boeten werd een totaalbedrag van Є 47.041 opgelegd, als volgt gespecificeerd:

 

Verzwegen of vals verstrekte informatie                          aantal boeten boetebedrag

 

Verzwegen werkzaamheden                                                    146      Є  25.444

Verzwegen partnerschap                                                            5      Є    2.629

Verzwegen woningdeling                                                            8      Є       607

Niet in Delft woonachtig                                                            18      Є    4.893

Onjuiste informatie                                                                     4      Є    2.644

Waarschuwing                                                                       103      Є           0

Informatieformulier niet ingeleverd (recidive)                                   5      Є       225         

Geen of te late reactie op verzoek WIZ (recidive)                         10      Є       522

Overige verzwegen informatie                                                    35     Є  10.077

Ingetrokken                                                                             12      Є           0

 

Totalen                                                                                     346      Є  47.041

 

 

Het gemiddelde boetebedrag bedroeg in het jaar 2003 Є 136.

 

 

 

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005

 

5.1 De opdracht

 

Voor de looptijd van het fraudebeleidsplan 2001-2005 werd voor de sociale recherche een aantal concrete doelstellingen vastgesteld.

  1. Het aantal behandelde fraudezaken of het opgespoorde fraudebedrag diende  toe te nemen met 10%.
  2. Het aantal behandelde zaken van partnerfraude diende toe te nemen tot 25 onderzoeken per jaar.
  3. Er diende minimaal 10 onderzoeken naar zwarte werkzaamheden per jaar te worden afgerond. 

 

5.1.1 De resultaten

 

Terugvorderingen

In het basisjaar 2001 werden 131 onderzoeken naar fraude afgerond.

In 2002 was dit opgelopen tot 165 fraudeonderzoeken en in 2003 werden 189 fraudeonderzoeken afgerond. Ten opzichte van het basisjaar 2001 is dit een stijging met 44%. Ten opzichte van 2002 is het een stijging van bijna 15%.

 

In het basisjaar 2001 werd een fraudebedrag van € 678.674 opgespoord. Over 2003 was dit € 1.024.832,- Ten opzichte van het basisjaar 2001, een stijging met 51%. Ten opzichte van het jaar 2002, waarin voor een bedrag van Є 837.709 werd opgespoord, is dit een stijging met ruim 22%.

 

De doelstelling ten opzichte van het basisjaar 2001 werd ruimschoots gehaald.

 

Beëindigde en verlaagde uitkeringen

Behoudens de terugvorderingen, maken de beëindigde en verlaagde uitkeringen ook deel uit van de in 5.1. onder punt 1 geformuleerde opdracht.

In het basisjaar 2001 werden 52 uitkeringen beëindigd of verlaagd. De besparing op periodieke uitkering op bedroeg op maandbasis Є 35.395,- (exclusief afgedragen belasting en premies)

In 2002 werden 35 uitkeringen verlaagd of beëindigd en bedroeg de besparing op maandbasis Є 25.557,- (eveneens exclusief afgedragen belasting en premies).

In het jaarverslag 2002 werd er reeds op gewezen, dat in het basisjaar 2001 erg hoge resultaten waren behaald in vergelijking met de daaraan voorafgaande jaren 1998 tot en met 2000. De resultaten over 2002 pasten in het rijtje 1998 tot en met 2000. Het jaar 2001 kon als uitschieter worden getypeerd.

 

In 2003 konden de resultaten van 2001 niet alleen worden benaderd maar ze werden zelfs verbeterd. Er werden 54 uitkeringen beëindigd of verlaagd.  Weliswaar was dat geen stijging van 10 % in aantallen beëindigingen en verlagingen  De toename bedroeg krap 4%. Het bedrag van de beëindigde en verlaagde uitkeringen bedroeg echter € 39.379,- (exclusief afgedragen belasting en premies) , waarmee een stijging van 10% werd gerealiseerd.

Hiermee werd precies de doelstelling gehaald

 

 

Partnerfraude

In 2003 werden 46 onderzoeken naar mogelijke partnerfraude ingesteld.

Bij 20 onderzoeken naar partnerfraude werd fraude vastgesteld. Er werd voor een bedrag van € 185.675,- aan vorderingen ingesteld en de besparing op uitkeringen bedroeg

€ 12.308,- op maandbasis, te verhogen met de besparing op loonheffing en premies.

In 1 geval kon worden voorkomen, dat er bijstand werd toegekend.

In 21 gevallen kon geen fraude worden aangetoond, hoewel er wel twijfel bleef.

In 4 gevallen bleek er geen sprake te zijn van fraude.

 

De doelstelling van 25 te behandelen meldingen van partnerfraude werd ruimschoots gehaald.

 

Zwarte werkzaamheden/inkomsten

In 2003 werden 24 onderzoeken verricht naar zwarte werkzaamheden/inkomsten. In 17 gevallen werd er fraude vastgesteld. Er werd voor een bedrag van € 16.968,- aan vorderingen ingesteld en er werd een besparing op uitkeringen gerealiseerd van € 760,- per maand, te verhogen met de besparing op loonheffing en premies.

In 6 gevallen kon er geen fraude worden vastgesteld maar bleef er wel twijfel bestaan. In 1 geval bleek er geen sprake te zijn van fraude.

 

De doelstelling van 10 te behandelen meldingen van zwarte werkzaamheden/inkomsten werd ruimschoots gehaald.

 

Conclusie

Alle doelstellingen voor 2003 werden gerealiseerd, met uitzondering van het aantal beëindigde en verlaagde uitkeringen. Met het totale bedrag van de beëindigde en verlaagde uitkeringen werd wel de doelstelling behaald.

 

6. Vergelijkende cijfers over de periode 1999 tot en met 2003

 

6.1 Instroom van fraudemeldingen

 

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder

 

In absolute aantallen

Melding afkomstig van:                              jaren:    1999    2000    2001    2002    2003

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)                     116     128      162        90      101

Burgers                                                                    75        86       73        92      114

Instanties                                                                 23        46       46        53        58      

Totalen per jaar                                                        214     260       281     235      273   

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Melding afkomstig van:                            jaren:     1999    2000    2001    2002    2003

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)                    54%      49%    58%    39%     37%

Burgers                                                                35%     33%    26%    39%    42%

Instanties                                                              11%     18%    16%    22%    21%

Totalen per jaar                                                    100%    100%  100%  100%  100%

 

Grafiek  14

 

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort

 

In absolute aantallen:

Fraudesoort                                               jaren:   1999    2000    2001    2002    2003

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten                       66      109      140        85        97

Verzwegen vermogen                                                  3          3        11        10          6

Verzwegen partnerschap                                           88        82        63        77        89

Verzwegen woningdeling                                             0          6          7         4          9

Niet in Delft woonachtig                                             28        29       35        36        43

Onjuiste informatie                                                    29        31       25       23        29

Totalen per jaar                                                         214   260      281      235      273

             

 

Grafiek 15

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Fraudesoort                                           jaren:   1999 2000 2001 2002 2003

Verzwegen werk/inkomsten                                31%      42%    50%     36%    35%

Verzwegen vermogen                                           1%       1%      4%        4%       2%

Verzwegen partnerschap                                    41%     32%    22%     33%    33%

Verzwegen woningdeling                                      0%       2%      3%        2%       3%

Niet in Delft woonachtig                                     13%      11%    12%     15%    16%

Onjuiste informatie                                             14%     12%   9%     10%    11%

Totalen per jaar                                                   100%   100%  100%  100%  100% 

 

Grafiek 16

 

6.1.3  Instroom van belastingsignalen

                     jaren:       1998 1999    2000 2001 2002

Aantal samenloop van inkomsten                2192   1801    1586  1367 1344

   

 

Grafiek 17

 

 

6.2  Uitstroom van fraudemeldingen en resultaten

Resultaten van de reguliere onderzoeken (excl. Belasting- en ib signalen)

 

6.2.1. Vastgestelde fraudes

 

 Aantallen                                    Vastgestelde fraudes

                                                 in euro’s x  1.000

 

Jaren                                                 1999 2000 2001 2002   2003        1999 2000 2001 2002  2003   

Fraudesoort

Werkzaamheden/inkomsten                    28        29     28     29    20        50     59   86   165     38

Vermogen                                             0         0         0      2     4         0        0     0    105   223

Partnerschap                                        12        4         9     14    11       336    204  158   315   194

Woningdeling                                         4          5         4      4     6          6       7    12       2       5

Niet in Delft                                            6          4        8     11    12         32       6    21      21     43

Onjuiste info                                          11        4       12     13    12         52      11   41      14   104                      

 

Tussentelling vastgestelde fraudes     61     46          61     73    65      476    287  318  622   607

 

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde uitkeringen

            

Fraudesoort                                                   Aantal beëindigde of                   Besparingen per maand

                                                                    of verlaagde uitkeringen               in euro’s x  1.000

                                                                                                          

Werkzaamheden/inkomsten                    2     14            2      8     6         0,9    6,4  0,9    5,5   5,0

Vermogen                                              0       0           0      1     2            0       0     0     0,7   1,6 

Partnerschap                                           9     12          16     12    18         4,5   7,3  10,4    9,9  12,3

Woningdeling                                          0       1           2      1      1            0   0,5    0,9   0,2    0,2

Niet in Delft                                             8     10          21     11    26         5,0   6,4  14,5   8,4  18,3        

Onjuiste info                                          5       6           9       2      2        2,7   3,6    9,1   0,9    1,9        

 

Tussentelling beëindigde/verl. Uitk.         37     25         39       52      55

Correctie op aantallen *1                      -  5     - 2         - 12    - 16     - 23

 

Gecorrigeerde tussentelling aantal   32     23         27       36       32                     

 

Netto besparing per maand

in euro’s x 1.000,-                                                                              23,2     13,1     24,2     35,8     39,3

 

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling

           

Afgehandeld, geen fraude vastgesteld *2

Uitkering was al beëindigd                                                                                                                                   2      42       30

Fraude niet aantoonbaar, wel twijfel                               10      12       38

Afgehandeld met andere melding                                   1      20       18

Geen fraude                                                                 8       3       9          

Preventief afgedaan                              10       0           13                 1

Info was bekend                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                       3       

Niet gespecificeerd                               22     31                                0  

 

Tussentelling geen fraude                 32     31         34        80       96

 

Verrichte reguliere onderzoeken     116 104      131       165   193    

 

 

*1        Onderzoeken naar fraude resulteren vaak in een terug te vorderen bedrag. In een

           aantal gevallen is het onderzoek meer gericht op het beëindigen van de uitkering.

Dit soort onderzoeken wordt gedaan, als de fraude naar verwachting zeer recent is opgetreden. In die gevallen wordt een maandelijkse besparing op de uit te keren bijstand gerealiseerd. Veelal zal dan geen terugvordering aan de orde zijn.

Daarnaast komt het ook voor, dat fraude in het verleden wordt geconstateerd, wat invloed heeft op de periodieke bijstandsverlening. In die gevallen wordt wel een terugvordering gerealiseerd en wordt de uitkering verlaagd of beëindigd.

Om dubbeltellingen in de afhandeling van het aantal fraudezaken te voorkomen is een correctie op de aantallen toegepast voor de gevallen, waarin zowel een terugvordering als een aanpassing van de uitkering heeft plaatsgevonden.

  

*2        De hier vermelde cijfers hebben betrekking op onderzoeken, die niet hebben geleid

tot het vaststellen van fraude. Dit wil echter niet zeggen dat er in alle gevallen geen sprake was van fraude. In een aantal gevallen kon de fraude niet meer worden vastgesteld omdat de uitkering inmiddels was beëindigd. In een aantal gevallen was de fraude niet aantoonbaar maar bleef wel twijfel bestaan. In een minderheid van de onderzochte gevallen kon worden gesteld, dat er geen sprake was van fraude. In 2003 ging het om 9 gevallen.

 

 

Grafiek 18

 

In grafiek 18  zijn op jaarbasis de resultaten weergegeven van de door de sociale recherche verrichte onderzoeken.

 

Betekenis van de gebruikte termen:

Fraude niet vastgesteld                                       Hiermee wordt bedoeld, dat niet kon worden vastgesteld of er sprake was van fraude. Dit betekent niet dat in alle    gevallen geen sprake was van fraude. In veel gevallen is er twijfel blijven bestaan.

 

Alleen uitkering                                                  Hiermee wordt bedoeld dat uitsluitend de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Vordering en uitkering                                         Hiermee wordt bedoeld, dat er een fraudevordering werd ingesteld en de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Alleen vordering                                                 Hiermee wordt bedoeld, dat er een fraudevordering werd ingesteld maar dat de uitkering niet werd aangepast.

 

6.2.1.4  Belastingsignalen

 

Behandelingsjaar                                                                                                                                         1999               2000                                                                                                                                                         2001                2002                                                                                                                                                         2003                

Belastingjaar                       1997               1998              1999                2000               2001

 

                                         aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag

 

In behandeling genomen      2720                2193                1802                   1586                1367

Geen fraude geconstateerd  2473                1722                1428                   1330                1079

Fraude geconstateerd            167    440*      106     389*      133         361*       91    216*      127     303*                     

Eindvoorraad**                       80                  337                 187                    256                  257

 

Fraudepercentage               6,8%               6,7%                7,4%                6,8%             7,0%

 

*   De bedragen zijn in euro’s x  1.000.

** Jaarlijks is er sprake van een zekere verschuiving in de resultaten. In 2003 zijn nog

belastingsignalen behandeld van voor het belastingjaar 2001.

 

 6.2.1.5  Totaalresultaten

 

Jaar                                             1999                2000                2001                2002                2003                                                                        

Fraude reguliere meldingen €   475.612           287.248         317.899         621.420          607.278

Belastingsignalen                  440.205          389.474         360.775          216.289         302.564

Inlichtingenbureau signalen                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    114.990

Totalen in euro’s                    915.817         676.722         678.674         837.709      € 1.024.832

 

              

Jaar                                             1999                2000                2001              2002                 2003

Beëindigde of verlaagde
uitkering per maand                  13.163*          23.669*          35.395*          25.557*          39.379*

 

 

* Over deze bedragen betaalt de gemeente belasting en premies, die nu dus worden

   bespaard. De werkelijke besparing op maandbasis is dus hoger.

 

 

Grafiek 19

 

Grafiek 20

 

6.3  Aangiften en processen-verbaal

 

Hieronder zijn de vergelijkende cijfers van het aantal aangiften en processen-verbaal over de jaren 1999 tot en met 2003 opgenomen.

 

Overzicht aangiften en processen-verbaal:

 

Jaar                                                                                            1999  2000  2001  2002   2003 

Aantal aangiften                                                                             73      30      28      21     30

Aantal processen-verbaal                                                                53      38      23      26     31

 

Bij het doen van aangifte en het opmaken van een proces-verbaal is sprake van een faseverschil in de afwikkeling, waardoor zich een zekere verschuiving in de jaren voordoet.

6.4   Boeten

 

6.4.1 Overzicht boetezaken

 

Jaar                                                              1999            2000            2001            2002        2003

                                                                    aantal          aantal          aan tal         aantal      aantal

Ingetrokken boetezaken                                     19                12                29                30             12

Waarschuwingen                                                95*              151               97                66            103          

Nul boeten                                                          0                  8                36                  8             12

Opgelegde boeten                                            154              130               203              183           219                                    

 

Totaal aantal                                                     268              301            365              287           346                                                                        

 

Totaal bedrag in euro’s                                  € 21.555           € 26.671   € 57.278        € 34.252        € 47.041

 

Gemiddelde boetebedragen

In euro’s                                                            140                205           282            187         136

 

* Onder het aantal waarschuwingen zijn ook nul boeten begrepen.

 

 

grafiek 21

 

grafiek 22

 

 

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten

 

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding

 

De incasso vormt de laatste schakel in het handhavingsproces.

Het opsporen en vaststellen van fraude moet gevolgd worden door een adequaat incassoproces.

Een goed incassoproces heeft een duidelijke signaalfunctie naar degene, die op onrechtmatige wijze uitkering heeft gekregen.

De sociaal rechercheurs en de overige medewerkers van bijzonder onderzoek worden gemotiveerd door een stringente incasso.

In het algemeen wordt de bijstand teruggevorderd door het treffen van betalingsregelingen. Hiervoor wordt een draagkrachtsysteem gehanteerd, waarbij rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden maar ook met de ernst van het feit.

Indien de belanghebbende in gebreke blijft (regelmatig) te betalen, wordt de beschikking, waarmee de bijstand wordt teruggevorderd, ten uitvoer gelegd. Als er vermogen is, wordt daar beslag op gelegd en als (deel)aflossing op de fraudevordering afgeboekt.

Tegen de terugvorderingsbeschikking staat bezwaar en beroep open. Bezwaar tegen de terugvorderingsbeschikking schort de betaalverplichting niet van rechtswege op. Veelal wordt toch uitstel van betaling verleend voor de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

De gemeente legt vereenvoudigd derdenbeslag als de belanghebbende de betaalverplichting niet nakomt.

Als er geen inkomstenbron kan worden achterhaald, wordt de vordering ter incasso aan de deurwaarder overgedragen.

 

De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) heeft invloed op de incasso van de vorderingen. Als een belanghebbende onder de WSNP valt, mag er gedurende drie jaren niet meer worden geïncasseerd. Fraudevorderingen worden over het algemeen niet meegenomen bij een WSNP procedure. In zo’n geval wordt de betrokkene niet tot de procedure toegelaten. Omdat er vaak ook nog andere schulden zijn, kan betrokkene ernstig in zijn belangen worden geschaad. De rechter neemt in zijn oordeelvorming dan ook de ouderdom van de fraudevordering in ogenschouw.

De ervaring heeft inmiddels geleerd dat de rechter in z’n algemeenheid niet de datum van het instellen van de vordering als uitgangspuntpunt maar de datum waarop de frauduleuze handeling is ontstaan.

De schuldenaar wordt voor de duur van drie jaar op een absoluut sociaal minimum gezet en mag in die periode geen nieuwe schulden aangaan.

Na afloop van de driejaars termijn bepaalt de rechter of en zo ja, wat er op de vorderingen wordt afbetaald, waarna de resterende vordering moet worden afgeboekt, zodat de schuldenaar met een schone lei verder kan.

Op dit proces kan de schuldeiser geen invloed uitoefenen. Dit heeft uiteraard gevolgen op de incassoresultaten.

 

In het jaar 2003 werd voor een totaalbedrag van Є 513.175,02 aan ontvangsten op fraudevorderingen in de debiteurenadministratie geregistreerd. Dit betekende een forse toename ten opzichte van de jaren 2000 en 2001. Ten opzichte van het jaar 2002 betekende dit ook nog een, zij het wat geringere, flinke toename.  Dit totaal bedrag werd gerealiseerd met 5.367 ontvangsten. De gemiddelde ontvangst per boeking bedroeg dus Є 95,62.

Op de boeten werd in 2002 een bedrag van € 37.365,85 geïncasseerd.

 

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten

 

Onderstaand treft u een overzicht aan van de jaarlijks sinds het jaar 2000 geïncasseerde bedragen op de fraudevorderingen.

 

Jaar         Geïncasseerd op                            geïncasseerd op

               fraudevorderingen                           boeten

               In euro’s                                       in euro’s        

 

2000    € 381.585                                         9.465             

2001    € 365.480                                      € 12.075             

2002    € 474.423                                      € 19.801             

2003    € 513.175                                      € 37.366

 

grafiek 23

8. Verband tussen het aantal fraudemeldingen en uitkeringenbestand.

 

In eerdere jaarverslagen van de sociale recherche is reeds onderzocht of er een verband bestaat tussen het aantal fraudemeldingen en het aantal actieve uitkeringen aan het eind van het jaar.

Steeds kon geen rechtlijnig verband worden vastgesteld.

Het uitkeringenbestand vertoont gedurende een aantal jaren een dalende tendens. In 2002 is het uitkeringenbestand echter weer toegenomen. De ontvangen fraudemeldingen houden daarmee geen gelijke tred, zoals uit onderstaand overzicht over de jaren 1997 tot en met 2002 blijkt. In 2003 is voor het eerst sprake van een nagenoeg gelijke ontwikkeling van de fraudemeldingen ten opzichte van het aantal uitkeringen.

 

Absolute cijfers ultimo                                           1997     1998    1999    2000     2001    2002    2003

 

Aantal uitkeringsgerechtigden                                3484    3419    3192    2988    2980    3074     3029

Aantal fraudemeldingen(zonder belastingsignalen)      312      345      214      260      281      235      273

 

Na een aanvankelijke daling in het jaar 1999 is er in de jaren daarna sprake van een stijging van het aantal fraudemeldingen, terwijl het aantal actieve uitkeringen daalde. In 2002 nam het aantal uitkeringen weer toe en bleef het aantal fraudemeldingen achter.

 

De absolute cijfers geven geen goed inzicht in een eventueel rechtlijnig verband.

Hieronder worden de absolute cijfers verwerkt in indexcijfers, waarbij het jaar 1997 als basisjaar is gekozen.

Het overzicht ziet er dan als volgt uit:

 

Indexcijfers ultimo                                                 1997    1998    1999    2000    2001    2002    2003                   

 

Aantal uitkeringsgerechtigde                                  100         98       92        86        86        88        87

Aantal fraudemeldingen(zonder belastingsignalen)    100        111       69        83        90        75        88

 

Het aantal uitkeringsgerechtigden aan het eind van 2003 is ten opzichte van 1997 met 13% afgenomen, terwijl het aantal fraudemeldingen met 12 % ten opzichte van 1997 is afgenomen. Een rechtlijnig verband is niet echt aantoonbaar, hoewel incidenteel in de jaren 2000, 2001 en nu in 2003 de ontwikkeling van het aantal fraudemeldingen en het aantal uitkeringen redelijk in de pas lopen.

 

Grafiek 24

 

9. Bloemlezing van fraudeonderzoeken

 

Vermogen

Tijdens een heronderzoek bleek, dat de uitkeringsgerechtigde beschikte over een bankrekening, waarover bij WIZ niets bekend was. Onderzoek wees uit dat op deze bankrekening in het verleden gelden uit schenkingen en een erfenis waren gestort.

Indien deze informatie bij het aanvragen van de bijstandsuitkering bekend zou zijn geweest, zou er geen uitkering zijn toegekend. Het vermogen bleek inmiddels te zijn ingeteerd.

In verband hiermee werd een vordering ingesteld van € 43.919,79.

Er werd aangifte gedaan bij het O.M.

 

Verzwegen informatie

Van de Douane Schiphol werd een melding ontvangen, dat er een persoon komend uit de Verenigde Staten van Amerika (VS) was aangehouden, die een bijstanduitkering van de gemeente Delft ontving, op wie zij ruim $ 34.000,- hadden aangetroffen, deels verstopt tussen tijdschriften

Daarnaast was in de bagage diverse kleding en een horloge van het merk Armani aangetroffen. Belanghebbende gaf te kennen eigenaar van een restaurant in Houston (Texas) te zijn en dat het geld de opbrengst van dit restaurant was. Dit geld wilde hij gebruiken om in Nederland een auto te kopen.

Belanghebbende werd aan de FIOD-ECD overgedragen. Het geld werd in beslag genomen. Tegenover de FIOD verklaarde belanghebbende als kok te werken in een shoarmazaak in Delft, in tegenstelling tot hetgeen hij verklaard had over de eigendom van het restaurant in de VS. Hij verklaarde dat het geld afkomstig was van familie, waaronder zijn moeder en een zoon. Het geld zou zijn bedoeld voor een operatie aan zijn neus en tanden en van het overige voor het aanschaffen van een auto.

Uit het paspoort van belanghebbende bleek dat hij regelmatig reisde tussen de VS en Nederland. In de periode van maart 2000 tot september 2002 is hij zes keer naar de VS gereisd.

Door de FIOD-ECD is nagegaan of belanghebbende voorkwam in verband met een MOT melding (meldingen ongebruikelijke transacties). Het bleek dat belanghebbende in december 2001 een bedrag van $ 17.350,- had omgewisseld in Nederlandse guldens. Tijdens het verhoor verklaarde belanghebbende drie huizen te bezitten in het buitenland, waarvan zijn vrouw er één had verkocht.

Uit onderzoek bleek bovendien dat belanghebbende een bankrekening in de VS had geopend op de dag dat zijn WSNP procedure werd beëindigd.

Er bleek zoveel onduidelijkheid dat het recht op bijstand niet meer kon worden vastgesteld.

Over de periode van 1 juli 1997 tot en met 31 januari 2003 werd een vordering ingesteld van € 79.412,- en de uitkering werd beëindigd op 1 februari 2003. Er werd conservatoir beslag gelegd op de door de FIOD-ECD in beslag genomen gelden. De curator in de WSNP procedure werd van het vorenstaande op de hoogte gebracht.

 

Samenwoning

Door een juridisch medewerker terugvordering en verhaal werd tijdens een (her)onderzoek naar de verhaalsmogelijkheden op een onderhoudsplichtige geconstateerd, dat er geruime tijd na de echtscheiding bij onderhoudsgerechtigde een kind was geboren. Aan onderhoudsgerechtigde werd de norm eenoudergezin verstrekt. Nader onderzoek gaf voeding aan de gedachte, dat er mogelijk sprake zou zijn van samenwoning van onderhoudsgerechtigde en onderhoudsplichtige.

Uit het onderzoek van de sociale recherche, bleek dat onderhoudsgerechtigde en onderhoudsplichtige reeds jaren een gezamenlijke huishouding voerden. Onderhoudsplichtige was in het bezit van twee woningen, waarvan hij een pand onderverhuurde en het andere pand, waarvoor hij als bewoner stond ingeschreven, gedeeltelijk verhuurde. Feitelijk woonde de onderhoudsplichtige niet in dit pand maar bij zijn gewezen echtgenote.

De uitkering werd beëindigd, waardoor een directe besparing werd gerealiseerd en er werd een vordering ingesteld van ruim € 50.000,-. Hiervoor werd door de deurwaarder conservatoir beslag gelegd op de bankrekeningen van beiden en op de panden van de onderhoudsplichtige. Inmiddels is een bedrag van bijna € 29.000,- terugontvangen. De verdere afwikkeling ligt bij de deurwaarder.

Er werd aangifte gedaan bij het O.M.   

 

Samenwoning

Er werd een melding ontvangen over het samenwonen van gewezen partners, die elk een bijstanduitkering ontvingen.

Uit onderzoek bleek, dat de man al jaren bij zijn gewezen echtgenote woonde, terwijl hij volgens het GBA op een ander adres stond ingeschreven. Uit onderzoek bleek op dat adres een zoon van het gewezen echtpaar te wonen, waardoor een woning op ongecontroleerde wijze aan de woningmarkt werd onttrokken.

Uit onderzoek is gebleken, dat de man nimmer op het adres heeft gewoond, waarop hij volgens het GBA stond ingeschreven. De sociale recherche kon aantonen, dat hij in ieder geval vanaf 11 april 2002 met zijn gewezen echtgenote samenwoonde op het adres van de vrouw.

Alhoewel een langere samenwoning werd vermoed, kon dit niet worden aangetoond. De man ontving een alleenstaande uitkering en de vrouw een uitkering volgens de norm alleenstaande ouder. Beide uitkeringen werden beëindigd en er werd een gehuwden uitkering toegekend, waardoor een maandelijkse besparing op de bijstanduitkering werd gerealiseerd.

Over de periode van 11 april 2001 tot en met 30 september 2003 werd een vordering ingesteld van € 16.543,73.

Er werd aangifte gedaan bij het O.M.   

 

Samenwoning

De uitkeringsgerechtigde had bij haar aanvraag om een bijstanduitkering opgegeven dakloos te zijn. In verband met broodnood had ze een voorschot aangevraagd.  Eerder was haar uitkering al beëindigd wegens samenwoning. Volgens een door de sociale recherche ontvangen melding zou betrokkene weer samenwonen met een man.

Naar aanleiding van de melding werd bij de man een huisbezoek afgelegd. Geïnformeerd werd of belanghebbende bij hem verbleef.

Volgens de man woonde belanghebbende niet meer bij hem maar waren er nog wel wat persoonlijke spullen van haar bij hem. Hoewel er twee gebruikte koffiekopjes op tafel stonden, ontkende de man dat belanghebbende bij hem was of was geweest.

Omdat er aanwijzingen waren dat belanghebbende zich in de schuur had verstopt, werd na verkregen toestemming de schuurdeur geopend. Achter de deur stond belanghebbende op blote voeten in een lang model T-shirt (model pyjama).

Ze verklaarde te moeten douchen. In de schuur was echter geen douche aanwezig. Op grond van het hoofdverblijf (rechtsvermoeden) is de aanvraag daarna afgewezen.

 

Vermogen en zwart werk

Bij de sociale recherche werd een anonieme melding ontvangen over een uitkeringsgerechtigde, die huizen in het buitenland zou bezitten en als zelfstandige zou handelen in groente en fruit.

Uit het onderzoek bleek dat de uitkeringsgerechtigde bij diverse tuinders groente en fruit inkocht en dit tweemaal per week vervoerde naar supermarkten in Duitsland. Vastgesteld kon worden, dat deze activiteiten als sinds mei 1998 werden ondernomen. Betrokkene had hiervan geen registratie bijgehouden. Uit verder onderzoek bleek betrokkene ook nog twee huizen in het buitenland te bezitten. In verband met de verzwegen activiteiten was het niet mogelijk om het recht op bijstand over de periode van mei 1998 tot en met oktober 2003 vast te stellen. In verband met de verjaring van een deel van de verstrekte bijstand, werd er een vordering ingesteld van € 75.637,52 over de periode van juli1997 tot en met oktober 2003. Strafrechtelijk werd er aangifte gedaan voor een bedrag van € 92.286,08. De uitkering werd direct per 1 november 2003 beëindigd.

 

10. Tot slot

 

10.1 Samenwerking met de gemeente Zoetermeer 

 

In het kader van de tijdelijke Stimuleringsmaatregel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is in 2003 onderzoek gedaan naar een samenwerkingsvorm tussen de sociale recherche van Delft en Zoetermeer.

Door beide sociale recherches werd al samengewerkt op het gebied van tijdelijk personele ondersteuning bij bepaalde onderzoeken en in het uitwisselen van kennis en informatie.

De al informeel bestaande samenwerking is met ingang van 1 januari 2004 bevestigd in een samenwerkingsovereenkomst.

Beide sociale recherches behouden hun eigen identiteit.

 

10.2 Wet Boeten en Maatregelen/Maatregelenverordening gemeente Delft

 

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand in werking getreden. De wet Boeten en Maatregelen zal met het in werking treden van de nieuwe wet, komen te vervallen voor uitkeringsgerechtigden met een uitkering krachtens deze wet. Hiervoor in de plaats komt een afstemmingsverordening, in de gemeente Delft de maatregelenverordening genoemd, die door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

Er geldt een overgangsperiode, waarin de Wet Boeten en Maatregelen nog van toepassing is, zolang de maatregelenverordening niet in werking is getreden.

De maatregelenverordening treedt in de gemeente Delft met ingang van 9 juli 2004 in werking en vanaf dat zelfde ogenblik is de Wet Boeten en Maatregelen dus niet meer van toepassing.

De mogelijkheden op grond van de maatregelenverordening zijn geringer dan op grond van de Wet Boeten en Maatregelen.

Verwacht wordt dat er minder boetes zullen worden opgelegd.

In het jaarverslag over 2004 zal hieraan aandacht worden besteed.