Geacht college,
In deze notitie wordt achtereenvolgens ingegaan op
de centralisatie van de AWBZ en de gevolgen voor de WVG- en
aanleunwoningindicering en de begroting RIO 2005.
Centralisatie AWBZ en de gevolgen voor WVG/
aanleunwoning indicatiestelling
Het rijk heeft besloten met ingang van 1 januari
2005 de taken rond de indicatiestelling AWBZ te centraliseren en onder te
brengen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Overweging hiervoor is
met name een landelijke uniformering en kwaliteitsverbetering van de
indicatiestelling op het uitvoerend niveau dicht bij de burger. Daarnaast
blijven bestaande doelstellingen gelden:
-
objectieve, onafhankelijke en integrale
indicatiestelling;
-
klantvriendelijke, geprotocolleerde en gestandaardiseerde
werkwijze en registratie;
-
transparantie in de zorgketen.
In bredere zin maakt dit besluit onderdeel uit van
een koers van een houdbare AWBZ en een betere organisatie van de
maatschappelijke dienstverlening. Daartoe is het volgens het kabinet noodzakelijk
om op basis van een scherpere verdeling van verantwoordelijkheden de toestroom
naar de AWBZ te beperken en tegelijkertijd de gemeentelijke
verantwoordelijkheid en bevoegdheden te versterken.
Op dit moment vallen alle taken rond de
indicatiestelling AWBZ, WVG en aanleunwoningen onder de verantwoordelijkheid
van de gemeente. De gemeente heeft deze taken ondergebracht bij het Regionaal
indicatieorgaan Delft Westland Oostland (RIO-DWO). Doelstelling is een
integrale indicatiestelling, zodat vanuit effectiviteit en efficiëntie tot
optimale zorg gekomen kan worden. De gemeente heeft haar taken voor wat betreft
de indicatiestelling via een contract ondergebracht bij het RIO.
Op 1 juli en 17 september jl. heeft een overleg
tussen het bestuur van het RIO-DWO en de betrokken portefeuillehouders van de
DWO-gemeenten plaatsgevonden. Alle portefeuillehouders hebben zich op dit
overleg in positieve zin uitgesproken voor voortzetting van integrale
indicatiestelling voor AWBZ en WVG.
Het bestuur RIO-DWO wil de bevestiging dat Delft de
integrale indicatie-stelling in 2005 door het RIO-DWO blijft laten uitvoeren,
onder de volgende condities:
-
De indicatiestelling onder de hoede van het CIZ
wordt integraal uitgevoerd;
-
De vestiging DWO in de huidige regio blijft
gehandhaafd;
-
De tarieven voor WVG en welzijnsindicatiestelling
voor de WVG en welzijnsvoorzieningen niet substantieel hoger dan in 2004 zullen
uitvallen (conform begroting RIO DWO 2005).
-
de kwaliteit van de indicatiestelling gegarandeerd
gelijk of beter is ten opzichte van de huidige situatie.
Als wens wordt
uitgesproken dat de huidige directeur aanblijft in de nieuwe organisatie van
het CIZ.
Het bestuur van het RIO-DWO gaat er vanuit dat alle
verantwoordelijkheden en verplichtingen na 31 december 2004 volledig worden
overgenomen door het CIZ. Dit impliceert dat alle medewerkers overgaan naar de
nieuwe
organisatie.
Tussen de VNG en het CIZ is een convenant opgesteld
inzake de overgang van de RIO naar het CIZ. Het convenant is ten tijde van het
schrijven van deze memo niet ondertekend, maar afgesproken is tussen beide
partijen dat men er wel naar handelt. Reden voor dit handelen is de
onduidelijkheid inzake de verantwoordelijkheid van de zogenaamde ontvlechtingskosten;
wie gaat dit betalen? Deze discussie is momenteel actueel en wordt gevoerd door
de VNG en het ministerie van VWS.
Het CIZ heeft inmiddels aangegeven de tarieven
WVG/aanleunwoningen voor 2005 te garanderen.
Voorstel
A.
Voorgesteld wordt onder voorwaarden
in te stemmen met dit verzoek voor 2005, vanuit de overweging dat de
integraliteit van de indicatiestelling, wat beleidsuitgangspunt van het
gemeentelijk beleid is, in stand wordt gehouden. De voorwaarden betreffen:
-
de tarieven WVG en aanleunwoningen
zijn niet substantieel hoger dan 2004 (conform begroting RIO DWO 2005);
-
het kwaliteitsniveau van de
indicatiestelling is minimaal gelijk aan de huidige die geboden wordt door het
RIO-DWO;
-
vestiging in de regio gehandhaafd
blijft;
-
het overdrachtprotocol RIO / CIZ
garanties bevat ten aanzien van kwaliteit en voortgang.
Als wens wordt uitgesproken dat
de huidige directeur aanblijft in de nieuwe organisatie van het CIZ.
Daarnaast wordt voorgesteld het
jaar 2005 te gebruiken voor de verdere ontwikkeling rond de indicatiestelling.
B.
Indien een overname van alle verplichtingen voor 1
januari 2005 niet gerealiseerd wordt zal de financiering van het RIO-DWO/CIZ na
die datum voor de AWBZ-indicaties vanuit het CIZ geschieden en die voor de Wvg
en welzijnsvoorzieningen door de gemeente.
C.
De Stichting RIO-DWO dient niet te worden
geliquideerd en aanhouden als “slapende” stichting. Reden hiervoor is de
onzekerheid ten aanzien van de kwaliteitgaranties van het CIZ en de
ontwikkelingen rondom de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Voorwaarde
voor de overdracht aan het CIZ is dan ook dat het CIZ de ten behoeve van het
Delftse deel van de indicatiestelling in te zetten middelen (financieel,
personeel, huisvesting) gescheiden opgenomen wordt in de begroting en administratie.
D.
Eventuele ontvlechtingkosten zullen door het
bestuur of gemeenten bij het CIZ gedeclareerd worden. Op dit moment is nog niet
duidelijk welke partij een eventuele claim kan indienen. De VNG is op dit moment
aan het onderhandelen over dit punt, waarbij de stellingname is dat alle
ontvlechtingkosten van AWBZ, Wvg en overige voor het Rijk zijn. Uit de eerste
onderhandelingen met het CIZ blijkt dat het CIZ bereid is deze kosten in te
dienen bij het Ministerie van VWS, maar geen garanties geeft.
Daarom wordt voorgesteld
eventuele eenmalige ontvlechtingkosten (bv. afhandeling werkvoorraad 2004 en
accountantscontrole) op voorhand in mindering te brengen op het tarief
WVG/aanleunwoningen 2005 of pas akkoord te gaan met de overdracht
WVG/aanleunwoningen als vanuit het rijk de garantie wordt afgegeven dat deze
ontvlechtingskosten worden vergoed.
Voor dit laatste punt geldt dat
als de ontvlechtingskosten via het tarief verrekend worden, de gemeente dit
verschil moet reserveren voor de ontvlechtingskosten die ontstaan door de
ontmanteling van de Stichting RIO-DWO.
Begroting RIO 2005
Als bijlage 1
treft u de RIO DWO begroting 2005 AWBZ en WVG. In het kader van
bovengenoemde ontwikkelingen zal voor 2005 een definitieve begroting vanuit het
CIZ komen. Afspraak en voorwaarde is dat de tarieven en aantallen overeenkomen
met voorliggende RIO begroting 2005, voor wat betreft WVG en aanleunwoningen.
Voor het AWBZ deel is de gemeente in 2005 niet meer verantwoordelijk. De RIO begroting
is conform format CIZ opgesteld. Om een vergelijking met lopende begroting
mogelijk te maken is de begroting 2004 zo goed mogelijk omgezet in het
gevraagde format en is een splitsing gemaakt in AWBZ en
WVG/welzijn(aanleunwoningen).
De tarieven WVG-indicaties en selecties zijn voor
2005 berekend op basis van concrete
normen van productiviteit, behandeltijd en structurele kosten. Voor de WVG
betekent dit in totaliteit een lichte daling, maar enkele individuele tarieven
zijn wel fors gestegen. De begrote WVG aantallen zijn gebaseerd op de
realisatiecijfers van de eerste 5 maanden van 2004. Voor de gemeente Delft laat
dit een daling van 25% in het aantal indicatie zien. Dit kan grotendeels
verklaard worden vanuit de bezuinigingsmaatregelen die de gemeente middels
“Notitie WVG januari 2004” heeft getroffen, onder meer het direct doorsturen
naar de gemeente van bepaalde aanvragen voor collectief vervoer en van
eenvoudige woningaanpassingen (zgn. poortwachtersfunctie) en geen
selectieadvies meer van het RIO bij eenvoudige rolstoelen voor enkel
transportdoeleinden. Op basis van de
geschatte aantallen voor 2005 (zie bijlage 3) en de nieuwe tarieven komen de
advieskosten WVG/aanleunwoningen uit op € 535.996,--. Dit bedrag is opgenomen
binnen het WVG budget indicatiestelling.
Rapportage RIO DWO t/m 2e kwartaal 2004
De belangrijkste boodschap hieruit is dat het RIO
zich positief blijft ontwikkelen. Het functiegericht indiceren verloopt goed,
de inzet van externe indicatiebureaus is drastisch teruggebracht, de
managementinformatie is verder uitgebreid; geen wachtlijsten meer, de
financiële administratie is beter op orde en de informatie over doorlooptijden
is verbeterd. De doorlooptijden van de WVG laten voor een deel nog wel te
wensen over, 25% van de adviezen vindt niet binnen 8 weken plaats. Als oorzaak
wordt aangegeven dat vertraging wordt opgelopen door het moeten aanvragen van
medische informatie in eerste en tweede lijn, en afspraken voor passing met
leverancier hulpmiddelen Met het RIO zijn afspraken gemaakt deze percentages
verder terug te dringen.
Voor Delft zal in 2004 naar verwachting sprake zijn
van een terugbetaling van de voorschotten gezien de daling van 25% van het
aantal indicaties. In de begroting 2004 RIO-DWO was nog maar in beperkte mate rekening
gehouden met de effecten van de eerder genoemde Notitie WVG januari 2004.
Voorstel:
In te stemmen met:
-
Het in 2005 onderbrengen van de
indicatiestelling van de WVG en
aanleunwoningen bij het CIZ, in navolging van de centralisatie van de
indicatiestelling AWBZ, onder de voorwaarden dat:
o
de tarieven WVG en
aanleunwoningen niet substantieel hoger zijn dan 2004 (conform begroting RIO
DWO 2005);
o
het kwaliteitsniveau van de
indicatiestelling minimaal gelijk is aan het huidige dat geboden wordt door het
RIO-DWO;
o
dat vestiging in regio
gehandhaafd blijf;
o
de ontvlechtingkosten op voorhand
in mindering worden gebracht op het tarief WVG/aanleunwoningen 2005 of vanuit
het rijk de garantie wordt afgegeven dat de ontvlechtings-kosten worden
vergoed;
o
het CIZ de kosten ten behoeve van
het Delftse deel van de indicatiestelling apart in de begroting en
administratie opneemt.
-
De wens om de huidige directeur
aan te laten blijven in de nieuwe organisatie van het CIZ.
-
De stichting RIO / DWO als
“slapende stichting” handhaven.
-
Het jaar 2005 te gebruiken om de
verdere ontwikkeling rond de indicatiestelling te bezien.
-
De begroting van het RIO DWO
akkoord verklaren, met in achtneming van:
o
De opgevoerde Wvg aantallen in
relatie tot de verrekening van de ontvlechtingskosten;
o
aantal indicatiestellingen t.b.v.
aanleunwoningen verhogen naar 180 voor het jaar 2005.