.

Raamovereenkomst gemeente DELFT en Mondriaan Onderwijsgroep 2004-2009

 

De gemeente DELFT, Postbus 78, 2600 ME Delft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Burgemeester van Delft, namens dezen drs. J.D. Rensen,

Hierna te noemen opdrachtgever,

 

En

 

Mondriaan onderwijsgroep, Saffierhorst 105, 2592 GK Den Haag,  te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. J.C. Leenhouts, voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Educatie, Beroeps- en Contractonderwijs regio Haaglanden e.o.,  waarvan het Regiocollege voor Educatie onderdeel uitmaakt.

Hierna te noemen opdrachtnemer

 

Overwegende

·         Dat de opdrachtgever jaarlijks een productovereenkomst afsluit;

·         Dat artikel 2.3.4. van de Wet educatie en beroepsonderwijs(WEB) bepaalt dat alle financiële middelen die de Minister van Onderwijs ten behoeve van de educatie aan een gemeente toekent, vervolgens worden toegekend aan één of meerdere instellingen en dat deze toekenning en beschikbaarstelling moeten berusten op een door het gemeentebestuur met de opdrachtnemer gesloten overeenkomst;

·         Dat de overeenkomst krachtens artikel 2.3.4 WEB ten minste betrekking moet hebben op de in dat artikel genoemde onderwerpen;

·         Dat de opdrachtgever het in het kader van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de educatie wenselijk acht dat er educatief aanbod zoals bedoeld in de WEB wordt verzorgd, afgestemd op de specifieke behoeften van de door de opdrachtgever aangewezen doelgroepen;

·         Dat de te maken afspraken tevens betrekking hebben op educatieve activiteiten in het kader van de Wet Inburgering Nieuwkomers;

·         Dat opdrachtnemer in staat en bereid is dit aanbod te verzorgen overeenkomstig de hierna hieraan te stellen eisen;

·         Dat als gevolg van de herhuisvesting van opdrachtnemer, het noodzakelijk is de eerder tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gesloten raamovereenkomst  2002-2005 gedeeltelijk te herzien;

·         Dat  onderhavige raamovereenkomst de raamovereenkomst 2002-2005 gedeeltelijk vervangt (zie artikel 2);

 

 

Komen het volgende overeen:

 

1           Begripsbepaling

1           In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

Educatie

Onderwijs bedoeld als in art. 1.2.1. eerste  lid WEB

Opleiding educatie

Samenhangend geheel van onderwijseenheden als bedoeld in art. 7.3.1. van de WEB

Educatief aanbod

Verzameling van opleidingen welke voldoet aan door de rijksoverheid en/of opdrachtgevers gestelde eisen

Kwalificatie

Afronding van een opleiding

Eindterm

Als zodanig omschreven kwaliteiten als bedoeld in art. 7.1.3 lid 3 van de WEB

Toets

Afsluiting van een deelkwalificatie als bedoeld in art. 7.1.2. lid 3 van de WEB

Examen

Afsluiting van een opleiding als bedoeld in art. 7.1.2. lid 3 van de WEB

De Minister

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, dan wel de minister van Justitie

Bevoegd gezag

Het gezag als omschreven in art. 1.1.1. sub w WEB

Productovereenkomst

1           Nadere schriftelijke uitwerking van deze raamovereenkomst, als bedoeld in art. 2.3. van deze overeenkomst

Deelnemer

De deelnemer aan onderwijs als bedoeld in art. 8.1.1. WEB, die met de instelling een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in art. 8.1.3. WEB ten behoeve van opleidingen educatie bedoelt in art. 7.3.1. eerst lid WEB

Overeenkomst

Deze raamovereenkomst en de productovereenkomst(en)

Instelling

De instelling als bedoeld in art. 1.3.1. WEB

PLC

PraktijkLeerCentrum

WIN

Wet inburgering Nieuwkomers

WEB

Wet educatie en beroepsonderwijs

2           Aanvulling

2.1          Deze Raamovereenkomst vervangt de raamovereenkomst 2002-2005 voor zover het de inzet van de eigen middelen van de opdrachtgever en de inzet van de aan de opdrachtgever toegekende rijksbijdrage WEB en WIN betreft.

2.2          Voor de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en de dorpskern Schipluiden van de gemeente Midden Delfland blijft de voorgaande Raamovereenkomst 2002-2005 van kracht.

 

 

3           Doel van de overeenkomst

 

3.1          Deze raamovereenkomst heeft tot doel:

a    Het afsluiten van een meerjaren contract tot 1 januari 2010, gericht op het verzorgen van educatief aanbod door opdrachtnemer voor door opdrachtgevers aan te wijzen doelgroepen;

b    het expliciteren van verantwoordelijkheden en globale taken van partijen

c    het reguleren van het overleg tussen partijen.

3.2          Deze raamovereenkomst wordt nader uitgewerkt in productovereenkomsten

3.3          In de productovereenkomsten zullen tenminste de volgende onderwerpen worden geregeld als bedoeld in art. 2.3.4. lid 2 van de WEB

a    de aard van de educatieve activiteiten

b    het aantal deelnemers, in voorkomende gevallen onderscheiden naar doelgroepen

c    de periode waarvoor een productovereenkomst wordt aangegaan

d    de omvang van de middelen aan opdrachtnemer, dan wel de wijze waarop dit berekend wordt;

e    de wijze waarop het bedrag ter beschikking wordt gesteld

f     de wijze waarop verantwoording jegens de opdrachtgevers wordt afgelegd

De productovereenkomsten worden jaarlijks door partijen vastgesteld en maken onlosmakelijk deel uit van deze raamovereenkomst.

 

 

4           Duur van de overeenkomst

4.1          De ingangsdatum van de overeenkomst is 1 juli 2004. De overeenkomst eindigt op 31 december 2009.

4.2          Deze raamovereenkomst wordt na het einde van de looptijd eerst na overleg en overeenstemming tussen partijen verlengd.

4.3          Partijen treden uiterlijk zes maanden voor laatstgenoemde datum in overleg over voortzetting van deze raamovereenkomst.

 

5           Verplichtingen van partijen

 

5.1          Beide partijen verplichten zich

a.       hun informatiebehoefte op elkaar af te stemmen en de procedures behorende bij het informatieverkeer vast te stellen en tenminste jaarlijks te evalueren aan het eind van het cursusjaar;

b.       de procedures ter zake van werving en toeleiding, intake en plaatsing cursisten tenminste jaarlijks te evalueren

c.       jaarlijks de duur van de onderscheiden opleidingen in verhouding tot de toelatingseisen en de te behalen kwalificaties te evalueren.

5.2          Opdrachtgever verplicht zich in overleg met opdrachtnemer

a.       De doelgroepen met behulp van definiëring van hun relevante kenmerken te bepalen.

b.       Zijn takken van dienst te doen samenwerken ten behoeve van de inventarisatie van de vraag en de toelevering van cursisten aan opdrachtnemer

c.       Jaarlijks voor 1 november voorlopig te besluiten welke bedragen zullen worden toegekend voor de educatieve activiteiten, onderscheiden naar de in de WEB genoemde en in de WIN genoemde opleidingen en in voorkomende gevallen naar doelgroepen.

5.3          Opdrachtnemer verplicht zich:

a.       Zorg te dragen voor inrichting en beschrijving van het aanbod van opleidingen volgens artikelen 7.3.1., 7.3.2., 7.3.3. en 7.3.4. van de WEB en andere landelijk overeengekomen structuren voor de educatie.

b.       Landelijk erkende toetsen en examens te gebruiken, voor zover deze beschikbaar zijn;

c.       Een cusistenvolgsysteem te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met behoeften van de kant van opdrachtgever ten aanzien van de in het systeem vast te leggen informatie;

d.       Zijn administratie zodanig in te richten, dat:

§         Daaruit gegevens kunnen worden verschaft ter beoordeling van de uitvoering van de productovereenkomsten;

§         Wordt beschikt over de geordende gegevens en kengetallen welke hij krachtens art. 2.3.6 van de WEB aan de Minister moet verstrekken;

§         Deze gegevens voor zover het educatieve programma’s betreft als bedoeld in art. 6, eerste lid van de Wet inburgering nieuwkomers, ook worden verstrekt aan de Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie;

§         Gegevens aangeleverd kunnen worden conform hetgeen wettelijk vereist is volgens de Regeling Informatievoorziening BVE van het ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschappen;

§         Wordt voldaan aan de door de verschillende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek gestelde vereisten omtrent het voeren van een administratie;

§         Wordt voldaan aan overige hieromtrent door opdrachtgever te stellen vereisten;

 

e.       Eindtermen die niet door de Minister bepaald zijn te ontwikkelen  en te gebruiken voor door opdrachtgever gevraagde educatieve activiteiten, voor zover partijen dit overeenkomen in een productovereenkomst;

f.         Ter uitvoering van de Regeling informatievoorziening BVE van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, aan opdrachtgever de op basis van deze regeling benodigde gegevens te leveren.

g.       onderwijsovereenkomsten af te sluiten met de deelnemers volgens het bedoelde in artikel 8.1.3. van de WEB .

h.       de regels en bepalingen van de Wet Bescherming Persoonsgegevens toe te passen.

 

 

6           Ter beschikking te stellen faciliteiten

 

6.1          Opdrachtgever zal aan opdrachtnemer gedurende de looptijd van deze overeenkomst  minimaal 75 % van de rijksbijdrage beschikbaar stellen, welk aan opdrachtgevers door de Minister op grond van artikel 2.3.2. WEB ter beschikking wordt gesteld. Van het educatiedeel van de rijksbijdrage dat door de Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie op grond van artikel 16 WIN, dan wel de daaraan gelijk te stellen artikelen in de te wijzigen WIN, ter beschikking wordt gesteld, wordt ook minimaal 75 % beschikbaar gesteld aan opdrachtnemer

6.2          Opdrachtgever kan onverminderd het hiervoor gemelde naast de in artikel 6.1. genoemde rijksbijdrage ook eigen middelen aan opdrachtnemer ter beschikking stellen;

6.3          De opdrachtgever zal, van alle beschikbare middelen (Rijksbijdragen en eventueel gemeentelijke middelen) jaarlijks in elk geval voor € 363.025,- producten inkopen bij het PraktijkLeerCentrum, mits het PLC kan voldoen aan de door opdrachtgever geformuleerde opleidingswensen en het PLC voldoet aan de in de productovereenkomst afgesproken kwaliteit. Deze afname is inclusief de afname die namens de opdrachtgever geschiedt door reïntegratiebedrijven en inclusief de afname van scholingsproducten via het voortgezet onderwijs. In het opleidingsaanbod van de Mondriaan Onderwijsgroep wordt er gedurende de looptijd van deze overeenkomst jaarlijks voor  minimaal 90.656 euro aan beroepsopleidingen bij het praktijkleercentrum gerealiseerd, al dan niet in samenwerking met het VMBO.

6.4          Opdrachtgever zal, voor zover verplicht, maatregelen die een verandering in de rijksbijdrage tot gevolg hebben, doorberekenen aan de opdrachtnemer.

6.5          Opdrachtgever stelt de in artikel 6.1, 6.2 en 6.3 bedoelde middelen aan opdrachtnemer beschikbaar op basis van de in artikel 2 bedoelde productovereenkomst(en).

6.6          Opdrachtgever en opdrachtnemer zullen zich gezamenlijk inspannen om te komen tot een centrale huisvesting van opdrachtnemer.

 

7           Overleg

Partijen kennen een overlegstructuur over zaken die deze overeenkomst betreffen. Het overleg komt tenminste twee keer per jaar bijeen. De agenda voor de bijeenkomsten wordt tenminste tien werkdagen van tevoren aan alle deelnemers aan het overleg toegestuurd door de opdrachtgever.

 

8           Geschillenregeling

 

Ieder geschil ter zake van het bepaalde bij of krachtens deze overeenkomst wordt bij uitsluiting voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement ’s-Gravenhage tenzij partijen vooraf arbitrage of bindend advies overeenkomen.

 

9           Evaluatie

 

9.1          Partijen zullen de uitvoering en werking van deze raamovereenkomst jaarlijks evalueren

9.2          Van de evaluatie wordt door beide partijen gezamenlijk een schriftelijk verslag opgemaakt.

 

 

10        Wijziging omstandigheden 

 

10.1       Indien onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat deze raamovereenkomst billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen partijen binnen één maand nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij schriftelijk heeft medegedeeld over de (noodzaak van) wijziging in overleg treden.

10.2       Indien het overleg niet binnen één maand na start van het overleg tot overeenstemming heeft geleid, mag elke partij deze raamovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen, of wordt de raamovereenkomst niet verlengd.

 

11        Beëindiging van de overeenkomst

 

Deze overeenkomst wordt geacht te worden ontbonden indien zich een van de navolgende situaties voordoet:

§         Partijen komen zulks overeen;

§         Van opdrachtnemer wordt het faillissement aangevraagd

§         Aan opdrachtnemer wordt surseance van betaling verleend;

§         Een der partijen houdt op te bestaan.

 

12        Overmacht

12.1      Bij een beroep op overmacht door een der partijen worden de verplichtingen welke voortvloeien uit deze overeenkomst opgeschort zolang de periode van overmacht voortduurt, terwijl partijen over en weer geen schadevergoeding verschuldigd zijn.

12.2      In afwijking hiervan komen partijen overeen dat zij, voor zover er zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 6:78 BW, indien van toepassing, wel schadevergoeding verschuldigd zijn overeenkomstig dit wetsartikel. 

12.3      In afwijking van het eerste lid geldt dat indien één der partijen gedurende een periode van meer dan twintig werkdagen ten gevolge van overmacht niet kan nakomen of tekortschiet in de voldoening van zijn verplich­tin­gen op grond van deze overeenkomst, de andere partij het recht heeft de overeenkomst door mid­del van een aangetekend schrijven met onmid­del­lijke ingang buiten rechte te ontbinden, zonder dat daarbij ­ enig recht op schadevergoeding zal ontstaan.

12.4      Onder overmacht wordt in ieder geval niet ver­staan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van personeel en/of toereken­bare tekortkomingen van door de opdrachtnemer ingeschakelde derden.

12.5      Partijen kunnen zich jegens elkaar alleen op overmacht beroepen indien de desbetreffende partij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie dagen na het optreden van de situatie van overmacht, onder overlegging van de nodige bewijsstukken, de wederpartij bij aangetekend schrijven van een dergelijk beroep in kennis stelt.

 

 

13        Overige bepalingen

13.1       op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht/Europees recht van toepassing;

13.2       Wijzigingen en aanvullingen van deze overeenkomst kunnen slechts rechtsgeldig geschieden door een door alle partijen ondertekende schriftelijke aanvulling, welke aan deze overeenkomst wordt gehecht en geacht wordt daarvan deel uit te maken.

13.3       Indien een bepaling van deze overeenkomst nietig is of door rechterlijke uitspraak wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze overeenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen van deze overeenkomst welke nietig zijn of worden vernietigd overleg plegen ten einde een vervangende regeling te treffen.

13.4       De in hoofde van deze overeenkomst genoemde kantooradressen van partijen gelden als de adressen aan welke partijen jegens elkaar kennisgevingen kunnen richten; zie artikel 6.6. over nieuwe vestiging.

13.5       Aan de opschriften boven de artikelen komt geen zelfstandige betekenis toe.

 

 

Aldus overeengekomen in drievoud, te 

 

d.d.:

 

Opdrachtgever,                                                             Opdrachtnemer,

 

 

Burgemeester van Delft                                                 Mw. Drs. J.C. Leenhouts

Namens dezen,                                                                       Voorzitter College van Bestuur

Drs. J.D. Rensen                                                                     van de Stichting Educatie,        

Wethouder Onderwijs                                                                Beroeps- en Contractonderwijs regio Haaglanden e.o.