Onderwerp
1. Inleiding
Met
ingang van 1 januari 2004 wordt de Wet Werk en Bijstand van kracht. Aanvragen
om bijstand die worden ingediend na deze datum dient op grond van deze nieuwe
wettelijke bepalingen te worden toegekend, c.q. afgewezen.
Voor
betrokkenen die inmiddels een bijstandsuitkering van de gemeenten ontvangen is
in de invoeringswet geregeld dat de gemeente in een periode van 24 maanden deze
Abw-uitkering moet omzetten naar een Wwb-uitkering. In deze periode van 24
maanden moeten zodoende alle lopende uitkeringen worden heroverwogen en opnieuw
worden toegekend. Zolang een uitkering nog niet is herbeoordeeld blijven de
bepalingen van de Abw van kracht.
In
de invoeringswet is tevens geregeld dat bepaalde onderdelen van de Algemene
Bijstandswet van kracht blijven, zolang de gemeente op dat punt geen nieuw beleid
heeft geformuleerd. Dit geldt onder andere voor:
-
het gemeentelijk toeslagenbeleid;
-
de eventueel op te leggen boeten en maatregelen (art 14 t/m 14 f Abw);
De
uitgangspunten voor het beleid zullen worden vastgelegd in een meerjarig
beleidsplan werk en inkomen dat in januari vastgesteld wordt door de
gemeenteraad.
Met
het van kracht worden van de Wwb moeten een aantal besluiten worden genomen, in
afwachting van een nadere invulling van de nieuwe gemeentelijke bevoegdheden,
over hoe voorlopig met de wet wordt omgegaan.
2. Voorstel
Als
tussenbesluit wordt voorgesteld om, zolang nog geen nieuw beleid is
geformuleerd:
-
de huidige wijze van rechtmatigheidcontroles (heronderzoeken,
maandelijks informatieformulier etc.) op de huidige wijze voort te zetten;
-
de huidige werkwijze in het geval van vermogen in een eigen huis
(de zgn. krediethypotheken) te continueren;
-
de huidige werkwijze met betrekking tot terugvordering en verhaal te
continueren;
-
het huidige beleid inzake het opleggen van rechten en plichten aan
uitkeringsgerechtigden, met name de alleenstaand ouders en ouderen continueren;
-
het huidige beleid met betrekking tot de doelgroepen waarvoor het
gedeeltelijk vrijlaten van inkomsten uit arbeid van toepassing is, continueren, waarbij de vrijlatingsfaciliteit
wordt geboden voor alle werkzaamheden omdat dit altijd bijdraagt aan de
(verdere) arbeidsinschakeling van de betrokkene ( de hoogte en de duur van de
vrijlating wordt uiteraard wel in overeenstemming gebracht met de Wwb);
-
in alle huidige gevallen, conform de Wwb, de vrijlating over een periode
van 12 maanden afbouwen in 4 gelijke stappen;
-
de mogelijkheid tot het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand
(witgoedregeling en de regeling bijkomende studiekosten) na 1-1-2004 te
beëindigen,
-
de kosten van de bovengenoemde categoriale regelingen, tot een nader
besluit als individuele bijzondere bijstand te vergoeden;.
-
de WIW en daarop gebaseerde regelingen, besluiten, en beleidsregels en
het besluit ID-banen en de op dit besluit gebaseerde regelingen, besluiten,
verordeningen en beleidsregels zoals die op 31 december 2003 gelden, en welke
op grond van de Wwb per 1 januari komen te vervallen, voort te zetten tot het
moment dat de reintegratieverordening van kracht wordt.