De
hoogte van een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand is gebaseerd op een
tweetal elementen, namelijk de landelijke norm, en de gemeentelijke toeslag.
Voor de gemeentelijke toeslag geldt dat deze, binnen de kaders die deze wet
voorschrijft, door iedere gemeente afzonderlijk wordt vastgesteld. Dit
toeslagenbeleid moet worden vastgelegd in een verordening.
Dit
wijkt feitelijk niet af van de situatie zoals deze gold binnen de Algemene
bijstandswet, welke met ingang van 1-1-2004 komt te vervallen. Voor de Algemene bijstandswet is juist eind
2002 een nieuwe verordening vastgesteld welke met ingang van 1-1-2003 van
kracht is geworden. Deze verordening moest toen opnieuw worden vastgesteld in
verband met ontwikkelingen in de jurisprudentie en ontwikkelingen in andere
sociale zekerheidswetten.
Met
de invoering van de Wwb is de gemeente verplicht om opnieuw een verordening
vast te stellen. Omdat de gemeente haar beleid onlangs had vastgesteld in
toeslagenverordening Abw is de aanpassing hoofdzakelijk technisch van aard.
De
verordening moet zo snel mogelijk van toepassing zijn ten einde besluiten over
de hoogte van de uitkering te kunnen baseren op de Wwb en deze
Toeslagenverordening. In de Invoeringswet is wel geregeld dat de huidige
verordening van kracht blijft, zolang de nieuwe verordening niet is
vastgesteld. Omdat het toeslagenbeleid feitelijk niet wijzigt heeft dit geen
materiele gevolgen voor de belanghebbenden.
Feitelijk
is er sprake van één wijziging. In het geval dat een klant niet beschikte over
woonlasten werd in het kader van de Abw op individuele gronden besloten de
uitkering te verlagen. In principe werd hierbij een verlagingspercentage
gehanteerd van 15%. Dergelijke besluiten moesten op individuele gronden genomen
worden omdat deze groep niet als categorie werd omschreven op grond waarvan de
gemeenten middels een verordening een algemeen besluit kon nemen.
Met
de invoering van de Wwb wordt dit wel mogelijk. In de verordening is daarom
opgenomen dat de gemeente in het geval van het ontbreken van woonlasten
standaard een verlaging op de uitkering of de norm kan toepassen. Van deze
mogelijkheid wordt in de verordening gebruik gemaakt. Daarbij wordt hetzelfde
percentage gehanteerd als voorheen.
De
overige wijziging zijn louter tekstueel van aard om een en ander in
overeenstemming te brengen met de Wwb. Verder heeft er omnummering
plaatsgevonden van een enkel artikel om de artikelen wat logischer op elkaar
aan te laten sluiten.
Voorgesteld
wordt:
-
de huidige toeslagenverordening Abw in te trekken met ingang van 1
februari;
-
akkoord te gaan met de bijgaande toeslagenverordening Wwb, ingaande per
1-2-2004, gebruikmaken van de spoedprocedure conform art. 25
van de Tijdelijke Referendumwet.