Onderwerp
Notitie
WVG januari 2004
Geachte College,
0. Inleiding
De gemeente Delft ziet de uitgaven voor de WVG in een hoog tempo
toenemen. De forse toename in de vraag naar WVG-voorzieningen heeft in 2002 al
geresulteerd in een exploitatietekort. Voortzetting van het huidige beleid zal
volgens de nota “Financiële stand van zaken WVG en nieuw beleid” een verwacht
tekort opleveren in 2003 van € 1.100.000,= en in 2004 van € 1.850.000,=. In het
kader van de Progammabegroting 2004 - 2007 is besloten om € 1.000.000,= extra
toe te voegen aan de WVG. Het resterende tekort dient binnen het WVG budget
gevonden te worden. Hiervan is € 215.000,= reeds ingevuld.
In
hoofdstuk 1 is de groei te zien van het aantal 65- en 80-plussers tot 2010 en
het aandeel dat 65-plussers hebben in de doelgroep WVG.
Hoofdstuk
2 is enerzijds een terugblik op recent vastgesteld beleid en anderzijds een
vooruitblik op de jaarprognose 2003 ten aanzien van de verstrekkingen en de
advisering. Deze jaarprognose zal worden vertaald naar 2004 ter bepaling van de
hoogte van de taakstelling voor 2004.
Hoofdstuk
3 laat de resultaten zien van de benchmark met de omliggende gemeenten.
Hoofdstuk 4 Voorstellen tot beleidswijzigingen
Hoofdstuk 4
laat de totstandkoming en de presentatie van het maatregelenpakket zien welke
het resterende tekort binnen het WVG-budget moet dekken. Tevens wordt de
formatie van het WVG-team nader beschouwd.
Hoofdstuk 5 Lijst met niet wenselijke
maatregelen
Hoofdstuk 5 bevat een overzicht van
maatregelen waar vooralsnog niet voor is gekozen.
Hoofdstuk 6 Paneladvies
Hoofdstuk 7 Conclusie
Hoofdstuk 8 Voorstellen
1. Kleine analyse bevolkingsopbouw en doelgroep WVG
1.0 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de leeftijdsopbouwprognoses
van Delft zoals vermeld in het jaarboek bestuursinformatie 2002 en er wordt
gekeken naar de leeftijdsopbouw van de doelgroep WVG.
1.1
Leeftijdsopbouw bevolking Delft
Uit onderstaande tabel 1.1 komt naar voren dat het
aandeel van de groep 65-plussers met 0,8% zal toenemen tot 2010. Daarentegen
groeit het aandeel 80-plussers met 6,8% tot 2010. Het is aannemelijk gezien de
landelijke tendens dat steeds meer mensen uit deze groep zoveel mogelijk
zelfstandig willen blijven wonen. Aangezien deze leeftijdsgroep vaak
geconfronteerd wordt met beperkingen zal deze groep ook een groot beroep (gaan)
doen op aangepaste woningen en voorzieningen vanuit de WVG.
Tabel
1.1
Aantal
inwoners in Delft |
2002 |
2005 |
2010 |
Totaal |
96.961 |
98.200 |
98.475 |
|
|
|
|
Aandeel
65+ |
12,98% |
12,80% |
12,88% |
|
|
|
|
Aandeel
80+ |
3,49% |
3,62% |
3,67% |
Bron:jaarboek
bestuursinformatie 2002
1.2 Aandeel
65-plussers bij cliëntengroep WVG
Het aandeel in het totaal
aantal verstrekkingen aan 65-plussers is vanaf 1999 met 8% toegenomen. De WVG-voorziening waarin 65-plussers het
grootste aandeel vormen is het collectief vervoer (CVV).
Tabel
1.2
Aandeel
aan 65+ verstrekte voorzieningen per jaar |
1999 |
2001 |
*2003 |
|
|
|
|
Rolstoelen |
69% |
77% |
76% |
Scootmobielen |
72% |
62% |
67% |
CVV |
87% |
83% |
90% |
Kleine
woningaanpassing |
71% |
78% |
78% |
Grote
woningaanpassing |
61% |
66% |
66% |
|
|
|
|
|
|
|
|
Aandeel
uitstaande bestand 65+ |
|
|
|
Rolstoelen |
60% |
63% |
|
Scootmobielen |
62% |
62% |
|
CVV |
82% |
81% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
aan Wvg-verstrekkingen |
|
|
|
totaal
aantal verstrekkingen |
1727 |
2100 |
2688 |
Aandeel
verstrekkingen 65+ |
70% |
74% |
78% |
* gegevens 2003
geëxtrapoleerd naar een jaar Bron:
GWS
1.3 Conclusie
Uit de demografische gegevens kan worden afgeleid
dat de mate van vergrijzing in Delft beperkt is in de periode 2002-2010.
Opvallend is dat de groei van de aanvragen/verstrekkingen beduidend hoger ligt.
Andere factoren - bekendheid met
voorzieningen, aard van de woningen, verschil stad/platteland – spelen
kennelijk een belangrijke rol.
2.0
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt eerst teruggeblikt naar het recent
vastgestelde WVG-beleid. Daarna worden de prognoses van de WVG verstrekkingen
2003 en de advieskosten RIO 2003 weergegeven.
2.1
Vastgesteld nieuw beleid
In de nota” Financiële stand van zaken WVG en nieuw beleid”
(03/007139) wordt een verwacht tekort
geconstateerd van € 1.100.000,= in 2003 en van € 1.850.000,= in 2004. Deze nota bevatte al een
aantal bezuinigingsmaatregelen. Deze maatregelen zullen een verwachte besparing
opleveren van € 70.000,= in 2003 en € 215.000,= in 2004. (Voor verdere
informatie over de vastgestelde maatregelen zie bijlage 1.) Vanuit de
Programmabegroting 2004 – 2007 is een bijdrage van de gemeente van
€
1.000.000,= toegevoegd met de opdracht het restant van het tekort te vinden
binnen het WVG-budget.
Tevens
zijn in de Programmabegroting twee onderwerpen vastgesteld. Dit betreft
het PGB (PersoonsGebonden Budget) voor rolstoelen en het maken van
een integraal adequaat registratiesysteem van aangepaste woningen.
2.2
Verstrekkingen 2003
Op basis van de realisatie van het 3de kwartaal is een
jaarprognose gemaakt. Hierin is een post verplichtingen opgenomen omdat bij het
WVG-team een extra werkvoorraad is ontstaan. Deze werkvoorraad komt enerzijds
doordat het WVG-team vanaf het 2de kwartaal een verhoogd aantal
indicatieadviezen heeft ontvangen vanwege het wegwerken van achterstanden door het RIO.
Anderzijds komt dit door toename in het aantal WVG-vragen.
De extra werkvoorraad wordt voor grootste deel in
2003 weggewerkt. Om een realistische prognose voor 2003 te krijgen zijn de
verplichtingen in tabel 2.2 verwerkt in de posten waarvoor de werkvoorraad
geldt. (Zie ook bijlage 2: kwartaalrapportage WIZ 3de kwartaal.)
Tabel 2.2 : Ontwikkeling
jaarprognose verstrekkingen 2003
In
€ en x1000 |
Jaarprognose 2003 |
Begroting 2003 |
Saldo |
Realisatie 2002 |
Inclusief
opgenomen verplichtingen |
Volgens
nota "Financiële stand van zaken WVG 2003" |
begroting -prognose |
|
|
|
|
|
|
|
Vervoersvoorziening |
1.699 |
2.068 |
369 |
1.852 |
Woonvoorziening |
1.519 |
1.540 |
21 |
1.267 |
Rolstoel/hulpmiddelen |
1.681 |
1.525 |
-156 |
1.574 |
Taakstelling* |
-35 |
-70 |
-35 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
4.864 |
5.063 |
199 |
4.693 |
* Maatregelen behorende bij
de taakstelling zijn 3de kwartaal ingevoerd.
De jaarprognose laat een verwachte onderbesteding
zien bij de verstrekkingen van
€ 199.000,=. De belangrijkste oorzaak van deze
onderbesteding zit in de lagere uitgaven voor de Regiotaxi ten opzichte van de
raming uit de Nota Regiotaxi d.d.
5-8-2002. Deze raming is gebruikt in de nota
“Financiële stand van zaken WVG 2003” voor de herziene begroting 2003 en de
begroting 2004.
De post rolstoelvoorzieningen kent een
overschrijding van € 156.000,= Deze overschrijding wordt veroorzaakt door een
forser toenemende vraag naar hulpmiddelen dan geprognosticeerd. De post
woonvoorzieningen volgt redelijk accuraat de prognose.
2.3 Advieskosten RIO 2003
De realisatie tot en met het 3de kwartaal
is bekend en leidt tot een verwachte uitgave voor 2003 van ca. € 746.000,= .
Hierdoor wordt een tekort verwacht op het adviseringsbudget (€634.000,=) van €
112.000,=.
Tabel 2.31 Advieskosten RIO: begroting 2003 en
verwachte realisatie 2003
Exclusief
afgehandelde aanvragen vanuit 2002 |
|
RIO begroting 2003 aantallen |
Begroting o.b.v. |
Realisatie 2003 |
|
|
|
Aantallen |
nota"Financiele stand.." |
Aantallen |
Kosten |
administratie |
|
1584 |
82.944 |
1609 |
84.070 |
Indicaties |
eenvoudig |
80 |
12.347 |
100 |
15.400 |
|
standaard |
1386 |
301.765 |
1088 |
236.368 |
|
complex |
118 |
46.179 |
140 |
54.670 |
selecties
rolstoel |
eenvoudig |
236 |
48.131 |
181 |
36.834 |
|
thuis |
236 |
57.236 |
597 |
144.474 |
|
complex |
110 |
42.140 |
49 |
18.730 |
selecties
woningaanpassing |
eenvoudig |
600 |
103.019 |
567 |
97.144 |
|
complex |
71 |
35.223 |
32 |
15.840 |
uurtarief
adviseur |
|
|
|
|
4.868 |
uurtarief
indicatie |
|
|
|
|
2.090 |
uurtarief
arts |
|
|
|
|
24.992 |
afgebr
procedure |
|
|
|
|
4.334 |
vervall.
procedure |
|
|
|
|
6.212 |
Maatregel " deel eenvoudige
woningaanpassingsvragen via gemeente" |
|
|
-95.000 |
|
|
Totaalbedrag |
|
|
633.984 |
|
746.026 |
Analyse
van de realisatie
1.
Overschrijding thuisselecties rolstoelen.
Er
heeft een forse overschrijding op het aantal uitgevoerde rolstoelselecties
plaatsgevonden. Deze overschrijding vindt geheel plaats op het aantal selecties
waarbij de passing van de rolstoel thuis wordt uitgevoerd en betreft een bedrag
van € 87.000,=.
Een
oorzaak van deze overschrijding is met name de groei in het aantal aanvragen
voor hulpmiddelen in 2003. Deze groei is ook terug te zien in het
verstrekkingenbudget rolstoelvoorzieningen van de gemeente.
In
de afgelopen (juni) WVG-nota is het budget advisering van € 728.000,= verlaagd
naar € 634.000,= in verband met de bezuinigingsmaatregel “het uitvoeren van
een deel van de aanvragen voor eenvoudige woningaanpassingen door de gemeente”.
De geplande bezuiniging was € 95.000,=. De prognose voor 2003 is echter een besparing
van € 45.000,=. Dit verschil komt ten eerste door de toename in het aantal
aanvragen voor een woningaanpassing, ten tweede doordat deze maatregel in mei
is ingaan in plaats van januari en ten derde blijkt dat aanvragen voor een
eenvoudige woningaanpassing minder vaak kunnen worden doorgestuurd. Aanvragen voor woningaanpassing maken vaak onderdeel uit
van een meervoudige aanvraag, waardoor integrale indicatie nodig is.
Zie tabel 2.32
3.
Overschrijding uurtarief.
In de
realisatiecijfers van het RIO komt naast de geleverde indicaties een post
"uurtarief" naar voren, met een geprognosticeerde realisatie van €
32.000,=. Op deze post was voor Delft niets begroot. Navraag leert dat deze
post uit twee onderdelen bestaat.
Allereerst is de tariefstructuur voor
woningaanpassingen in praktijk te grof (eenvoudig of complex). In praktijk
blijkt er een aantal indicaties te zijn die niet geplaatst kunnen worden onder
“indicatie woningaanpassing eenvoudig” en waarbij het tarief voor “indicatie
woningaanpassing complex” te hoog is. Het RIO heeft dit in 2003 opgelost door
deze indicaties als “eenvoudig” te rekenen, waarbij de extra uren via het
uurtarief worden doorberekend. Dit is ook terug te zien in tabel 2.32, waarbij
het aantal complexe indicaties woningaanpassing achterblijft bij de prognose en
het aantal eenvoudige indicaties woningaanpassing gelijk blijft ondanks een
directe afdoening via de gemeente van 150 stuks. Aan het RIO zal voorgesteld
worden de tariefstructuur aan te passen, zodat deze meer aansluit op de
werkelijkheid.
Verder
blijken de externe adviseurs, die vooral in het begin van het jaar veelvuldig
werden ingeschakeld standaard een arts te betrekken bij de indicatie, terwijl
daar in de tariefstelling geen rekening mee is gehouden. Het toen aanwezige
management heeft hier niet opgestuurd. De nieuwe directeur heeft dit bij
aanstelling aangepakt, waardoor nu alleen bij zeer complexe indicaties nog een
arts wordt ingeschakeld. Dit is te zien
aan de realisatiecijfers per kwartaal. Tot en met tweede kwartaal wordt
€
22.000,= in rekening gebracht, voor het derde kwartaal € 1.500,=.
Daar
dit een sturingsfout is, die inmiddels wel is gecorrigeerd, wordt voorgesteld
de uren waarvoor een arts is ingeschakeld voor de eerste 2 kwartalen slechts
voor het tarief van een adviseur te vergoeden. Dit betekent dat de jaarrekening
RIO 2003 voor een bedrag van € 11.000,= ter discussie zal worden gesteld.
Tabel 2.32
exclusief afgehandelde aanvragen vanuit 2002 |
|
Begroting 2003 aantallen |
Verwachte aantallen RIO |
Verwachte aantallen gemeente |
Prognose 2003 |
selecties
woningaanpassing |
eenvoudig |
600 |
567 |
150 |
717 |
|
complex |
71 |
32 |
- |
32 |
|
|
|
|
|
|
Totaal aantallen |
|
671 |
599 |
150 |
749 |
2.4 Begroting 2004
Om de hoogte van de taakstelling voor de
bezuinigingsmaatregelen duidelijk te krijgen is een prognose voor 2004 gemaakt
op basis van de jaarprognose 2003 en de realisatie 2003 advisering RIO. Deze
prognose 2004 levert tabel 2.4 op.
Tabel 2.4
|
Begroting 2004 |
Rekenmodel 2004 |
|
conform
WVG nota 2003 en besluitvorming programmabegroting 2004-2007 |
|
Advisering* |
634 |
772 |
Vervoersvoorziening** |
2.268 |
1.903 |
Woonvoorziening |
1.878 |
1.853 |
Rolstoel/hulpmiddelen |
1.725 |
1.901 |
Apparaatskosten*** |
1.648 |
1.448 |
Taakstelling
2003 e.v. |
-215 |
-215 |
Totaal uitgaven WVG |
7.938 |
7.662 |
|
|
|
Overdrachten
van het Rijk |
-97 |
-97 |
WVG
ontvangsten incidenteel |
0 |
0 |
Bijdrage
uit de algemene middelen |
-6.206 |
-6.080 |
Totaal inkomsten WVG |
-6.303 |
-6.177 |
|
|
|
Dekking
programma begroting |
-1.000 |
-1.000 |
Taakstelling 2004 |
-635 |
-485 |
Saldo |
0 |
0 |
Toelichting rekenmodel
Adviseringsbudget
Het budget is gebaseerd op
de realisatie 2003 (tabel 2.31) met 5% groei in aantal indicaties/selecties en
een prijsindexering op de tarieven door het RIO van 2,5%.
Dit cijfer wijkt af van de
begroting 2004 zoals opgesteld door het RIO. Dit wordt veroorzaakt doordat het
RIO voor de begroting gebruik heeft gemaakt van de realisatiecijfers tot en met
het 2de kwartaal, terwijl hier gebruik is gemaakt van de cijfers tot
en met het 3de kwartaal. De cijfers van het 3de kwartaal
zijn het meest betrouwbaar omdat in 3de kwartaal de gehele
achterstand van het RIO is weggewerkt.
De
budgetten van de verstrekkingen zijn gebaseerd op de cijfers uit de
jaarprognose 2003 (tabel 2.2)
vermeerderd met de groeicijfers uit de nota “Financiële stand van zaken
WVG 2003”.
Het
budget is lager uitgekomen doordat enerzijds, in de definitieve cijfers voor de
begroting 2004, andere verdeelsleutels en prijzen voor overhead zijn
vastgesteld en anderzijds de boekhoudkundige verwerking van verschuiving van
formatie naar het RIO heeft plaatsgevonden.
Deze
bijdrage is lager uitgekomen in verband met het BTW-compensatiefonds.
Het
resterend tekort waarvoor een maatregelenpakket zal worden voorgesteld betreft
€ 485.000,=.
3. Benchmark met de omliggende gemeenten
3.0 Inleiding
Om na te kunnen gaan of de
gemeente Delft een sober dan wel royaal voorzieningenpakket heeft is een
vergelijking gemaakt tussen Delft en een aantal omliggende gemeenten. Dit
betreft de gemeenten: Westlandse gemeenten, Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer en
Rijswijk.
De resultaten zijn
opgenomen in bijlage 2.
3.1 Belangrijkste
informatie uit de benchmark
-
Alle gemeenten hebben een inkomensgrens gesteld op de
vervoersvoorziening: tegemoetkoming in taxikosten of auto.
-
Alleen Zoetermeer kent net als Delft een inkomensgrens voor
scootmobielen.
-
De gemeenten met een vaste leverancier kennen allen een kernassortiment
van WVG-hulpmiddelen met gemiddeld 4 a 5 voorzieningen per categorie.
-
Alle gemeenten hebben het primaat verhuizen, alleen Delft hanteert
hierin een grensbedrag.
-
De hoogte van de verhuiskostenvergoeding is nogal wisselend. Varieert
vanaf € 1.362,= tot € 3.585,= Delft
heeft in 2003 de hoogte van de verhuiskostenvergoeding gesteld op € 1.827,=
-
De gemiddelde vergoeding (taxi+rolstoeltaxi) ligt op € 2.653,=. Delft kent
een vergoeding van € 1.989,=
-
Delft is de enige gemeente met de extra opties: vaste haltevertrektijden
en automatische incasso bij de Regiotaxi. Wel heeft Zoetermeer aangegeven dat
zij de mogelijkheden nagaan om ook vaste haltevertrektijden op te kunnen
zetten.
-
Onderstaande tabel laat zien het eigen aandeel van WVG-reiziger in de
reiskosten voor de Regiotaxi wanneer hij uitsluitend reist in zone 1.
Gebruik
Regiotaxi per week |
Westlandse gem. |
Pijnacker-Nootdorp |
Zoetermeer |
Rijswijk |
Delft |
3x
per week |
0,= |
0,= |
37,= |
221,= |
268,= |
4x
per week |
87,= |
0,= |
360,= |
544,= |
358,= |
5x
per week |
409,= |
212,= |
682,= |
866,= |
447,= |
|
|
|
|
|
|
Het eigen aandeel in de kosten, welke Delft
hanteert komt overeen met de kosten die een reiziger zonder
verplaatsingsbeperking in het standaard openbaar vervoer heeft.
-
Gemiddelde budget voor een sportrolstoel is € 2.137,= , Delft verstrekt
€ 2.130,=
3.2 Conclusie
1.
Het Delftse WVG-hulpmiddelenpakket is vergelijkbaar met de andere
gemeenten qua grootte.
2.
Op het gebied van wonen en individuele vervoersvoorzieningen is Delft
relatief sober ten opzichte van de andere gemeenten.
4. Voorstellen
tot beleidswijzigingen
4.0 Inleiding
In dit hoofdstuk worden
beleidswijzigingen voorgesteld op basis van informatie vanuit de benchmark, de
VNG, landelijke ontwikkelingen in hulpmiddelensector en bouwsector en op basis
van suggesties vanuit de raadscommissie.
Deze voorstellen zijn na
zeer zorgvuldige afweging tot stand gekomen waarbij de volgende criteria zijn
gehanteerd:
- voldoen aan de minimale
zorgplicht
- waar mogelijk het
WVG-protocol volgend.
- zo min mogelijk
ingrijpend in de voorzieningensfeer
Met het pakket aan beleidswijzigingen wordt een
uiteindelijk voorstel gedaan om het tekort
€ 485.000,= te dekken.
4.1 Algemeen
4.11 De WVG-inkomensgrens verlagen van 2x WVG-norminkomen naar de
wettelijk vastgelegde grens van 1,5x WVG-norminkomen.
In
het huidige beleid wordt bij een inkomenstoets gebruik gemaakt van het 2x
WVG-norminkomen. Inkomenstoetsen worden uitgevoerd bij aanvragen voor
vervoersvoorzieningen (uitgezonderd het collectief vervoer) en dure
woningaanpassingen. Bij een inkomen boven het 2x WVG-norminkomen kan geen
aanspraak kan worden gemaakt op bovenstaande voorzieningen. Dit is ruim beleid
aangezien de wettelijk vastgelegde grens is gesteld op 1,5x WVG-norminkomen.
Voorgesteld
wordt dan ook om het Delftse beleid op dit punt gelijk te trekken naar de
wettelijk grens van 1,5x WVG-norminkomen.
Totaal geschatte besparing
€ 73.000,=
4.2 Indicering/Advisering
4.21 Waarborgen van de poortwachtersfunctie ten aanzien van de
WVG-aanvragen en de afspraken met het RIO.
Er
zijn met het RIO in 2003 afspraken gemaakt over welke aanvragen direct door hen
dienen te worden doorgestuurd naar de gemeente. Dit betreft afspraken over de
indicering van het collectief vervoer en van eenvoudige woningaanpassingen, die
voldoen aan bepaalde criteria. In de praktijk blijkt echter dat met regelmaat
adviezen worden ingediend over deze categorieën.
Zo
ook zijn afspraken gemaakt met het RIO over het invullen van de inkomensformulieren
tijdens het huisbezoek. In de praktijk bleek deze afspraak niet altijd te zijn
nagekomen waardoor pas laat in het adviseringsproces duidelijk werd dat de
aanvrager op grond van te hoog inkomen niet in aanmerking kon komen voor de
voorziening.
Voorgesteld
wordt om de reeds gemaakte en nieuwe afspraken met het RIO middels vastlegging
in het contract aan te scherpen.
In het contract zal worden
vastgelegd welke aanvragen direct moeten worden doorgestuurd naar het WVG-team
en welke stappen moeten worden ondernomen indien een aanvraag noopt tot het
maken van een inkomenstoets. Ook wordt vastgelegd in het contract dat
indicatieadviezen, die tegen de in het contract vastgelegde afspraken ingaan,
niet worden gehonoreerd.
Geschatte
besparing
€
35.000,=
4.22 Geen selectieadvies bij eenvoudige
rolstoelen voor enkel transportdoeleinden.
In het huidige beleid bij
rolstoelaanvragen wordt eerst een indicatieadvies opgesteld. Het
indicatieadvies geeft aan of een rolstoel in de situatie van de aanvrager een
noodzakelijk en geschikte voorziening is.
Hierna vindt de selectie van de rolstoel plaats in de vorm van een
passing. Bij de passing zijn, behalve de aanvrager, de adviseur van het RIO en
een passer (met ook ergonomische kennis) van de leverancier aanwezig. Na de
passing stuurt de adviseur een selectieadvies naar de gemeente.
In het indicatieadvies
staat al vermeld om welke categorie rolstoel het gaat. Er zijn grofweg twee
categorieën; verblijfsrolstoelen en transportrolstoelen. Verblijfsrolstoelen
zijn rolstoelen, waar iemand de hele dag in doorbrengt. Transportrolstoelen
zijn daarentegen rolstoelen, waar alleen gebruik van wordt gemaakt bij
verplaatsing. Het selecteren van verblijfsrolstoelen is specifiek maatwerk en
zij blijven daarom buiten beschouwing. Transportrolstoelen zijn daarentegen
rolstoelen zonder op maat gemaakte aanpassingen.
Voorgesteld wordt om de
passing van transportrolstoelen alleen door de passer van de leverancier uit te
laten voeren.
Geschatte besparing
€ 48.000,=
4.3 Woonvoorzieningen
4.31 Effectueren
verhuisstimuleringsregeling middels revisiebeding.
Van de huidige
verhuisstimuleringsregeling, een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt
nauwelijks gebruik gemaakt. Daarom zal in 2004 middels gesprekken mensen zonder
beperkingen gestimuleerd worden een aangepaste woning te verlaten. Verder zal
in 2004 onderzoek worden ingesteld naar het invoeren van het revisiebeding
waarbij Juridische Zaken, Wijk en Stadszaken en de woningbouwcorporaties worden
betrokken. Het revisiebeding is een in het huurcontract opgenomen clausule.
Deze clausule zou dan kunnen bevatten dat de huurovereenkomst beëindigd kan
worden indien geen gebruik meer gemaakt (behoeft te) word(en)t van de in de
woning getroffen voorzieningen. De verhuurder zal daartegenover dan
vervangende, passende woonruimte dienen aan te bieden.
Voorgesteld wordt het
invoeren van een revisiebeding in 2005, waarin geregeld is dat de
huurovereenkomst wordt beëindigd indien geen gebruik meer wordt gemaakt van de
in de woning getroffen voorzieningen. Aangezien dit een ingrijpende maatregel
kan zijn, moeten ruimere voorwaarden aan de urgentieverklaring kunnen worden
gesteld.
Geschatte besparing bij
het voeren van gesprekken
Voor 2004: € 29.000,=
Geschatte besparing bij
invoering van het revisiebeding
Voor 2005: € 41.000,=
4.32 Aanscherpen procedure”
aanmelding vrijkomende aangepaste woningen”
Bij het vrijkomen van een aangepaste woning worden
frictiekosten gemaakt in verband met de tijdelijke leegstand van deze woning.
Deze tijdelijke leegstand ontstaat doordat er door de gemeente een geschikte
huurder moet worden geselecteerd voor deze aangepaste woning. In het huidige
beleid worden de frictiekosten/ huurderving tot 6 maanden vergoed aan de
verhuurder van de woning.
Voorgesteld wordt deze frictiekosten te verlagen
door de tijdelijke leegstand van de aangepaste woning te verkleinen. Het proces
kan worden versneld door het invoeren van een spoedprocedure bij het RIO. Deze spoedprocedure betreft een spoedadvies
over de nieuwe huurder en de in de woning aanwezige en eventueel nog te
realiseren aanpassingen.
Geschatte besparing
€ 20.000,=
4.33 Aanscherpen
criteria tegemoetkoming in de verhuiskosten.
Mensen die een indicatie
krijgen om te verhuizen in verband met aantoonbare beperkingen in het normale
gebruik van de huidige woning, waarbij verhuizen de goedkoopst adequate
oplossing is, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
Deze mensen zijn in twee
categorieën onder te verdelen. De eerste categorie betreft mensen, die door plotselinge en onvoorziene oorzaak beperkingen/ handicaps hebben verworven. De
tweede categorie betreft mensen met leeftijdsgebonden klachten, die wegens hun
beperkingen een ander soort woning nodig hebben.
Leeftijdsgerelateerde
verhuizingen kennen een grote mate van voorspelbaarheid. Mensen met
leeftijdsgebonden beperkingen kunnen anticiperen op een toekomstige verhuizing,
daar waar mensen met plotselinge en onvoorziene beperkingen dit geheel niet
kunnen.
Voorgesteld wordt om het
criterium “ aantoonbare beperkingen” aan te scherpen met “aantoonbare plotselinge en onvoorziene
beperkingen”. Deze maatregel sluit aan bij het al bestaande beleid van de
Bijzondere Bijstand inzake verhuiskostenvergoedingen. Bij de Bijzonder Bijstand
moet de noodzaak (medisch en/of sociaal) kunnen worden aangetoond.
Geschatte besparing
€ 100.000,=
4.34 Woningaanpassingen per aanbesteding
In de huidige situatie wordt gewerkt met losse
offertes per aan te passen woning. Bij duurdere woningaanpassingen worden
meerdere offertes opgevraagd en wordt de goedkoopste gekozen. Een landelijke
tendens is dat grote offertes in prijs dalen ten opzichte van de voorgaande
jaren.
Voorgesteld wordt om de offertes voor
woningaanpassingen niet meer als losse offerte aan te vragen. Onderzoek moet uitwijzen
wat de meest economische manier van handelen is: offertes per “bulkofferte”
(groot aantal offertes ineen), het aanbesteden van woningaanpassingen of de
aanbesteding bij een “klussendienst”
van de woningbouwcorporaties wegzetten.
Geschatte besparing
€ 40.000,=
4.4
Vervoersvoorzieningen
4.41 Aanscherpen
toekenningcriteria vervoersvoorzieningen.
In het Delftse beleid is
bepaald dat bij mensen met aantoonbare beperkingen in de mobiliteit en die zich
willen verplaatsen het bieden van een collectieve voorziening het primaat heeft
boven andere vervoersvoorzieningen. Pas nadat is aangetoond dat het collectief
vervoer geen adequate voorziening is kan worden overgegaan tot het verstrekken
van een andere vervoersvoorziening of tot het verstrekken van een combinatie
van vervoersvoorzieningen. Hierbij is van belang om de begrippen
“noodzakelijke voorziening”, “verplaatsingsbehoefte” en
gebruiksfrequentie” in verhouding te zien tot de reikwijdte van de zorgplicht.
In de praktijk hebben veel
WVG-cliënten dubbele vervoersvoorzieningen. De verplaatsingsbehoefte en de
gebruiksfrequentie veranderen in de loop van de tijd. Hierdoor kunnen
vervoersvoorzieningen weinig tot niet meer worden gebruikt, wat leidt tot
onnodige kosten voor de gemeente.
Voorgesteld wordt om de
vervoersbehoefte en het gebruik van een vervoersvoorziening regelmatig te
monitoren, waarbij ook een heronderzoek gestart wordt naar de reeds verstrekte
voorzieningen. De criteria ten aanzien van het verstrekken van een extra
vervoersvoorziening dienen te worden aangescherpt.
Geschatte besparing
€ 30.000,=
4.42 Afschaffen oplaadkosten van de scootmobiel
en electrische rolstoel.
Het huidige beleid is dat WVG-cliënten met een
electrische rolstoel en/of een op accu rijdende open buitenwagen maandelijks een
bijdrage krijgen in de oplaadkosten van deze voorziening.
Cliënten met een electrische woonvoorziening zoals een traplift krijgen
geen bijdrage in de energiekosten.
Voorgesteld wordt om het beleid gelijk te trekken en de oplaadkosten
geheel af te schaffen.
Geschatte besparing
€ 30.000,=
4.43 Afschaffen
van automatische incasso bij de Regiotaxi
In het huidige beleid wordt het eigen aandeel van de
WVG-cliënt in de kosten van de regiotaxiritten automatisch per maand
afgeschreven.
Dit is een extra optie, die de gemeente Delft destijds
heeft afgesproken met Connexxion, de uitvoerder van de Regiotaxi. De gemeente
Delft is de enige gemeente in regio Haaglanden met deze optie en moet daarvoor
betalen.
Voorgesteld wordt om de automatische incasso te
laten vervallen en de WVG-cliënten contant te laten betalen in de taxibus.
Aangezien de reistijdsplanning van de Regiotaxi gebaseerd is op contante
betaling geeft deze wijziging geen toename van de ritduur.
Geschatte besparing
€ 36.000,=
4.44
Kosten vaste haltetijden Regiotaxi
in 2004 en 2005 betalen vanuit de OV-
suppletie.
Op drie plaatsen in Delft zijn haltes waarvan de
Regiotaxi op vaste tijden vertrekt. Delft moet daarvoor betalen. Het huidige
beleid is dat de kosten van de vaste haltetijden worden betaald uit het
WVG-budget.
Voorgesteld wordt om de kosten voor 2004 en 2005 te
betalen uit de reserven CVV-gelden. De CVV-gelden zijn de inkomsten die Delft
ten tijde van de Stadstax voor elke reiziger heeft ontvangen. De reserve bevat
€ 415.000,=
Tevens wordt voorgesteld om bij de nieuwe afspraken met
de uitvoerder (Connexxion) voor 2005 e.v. dit punt uit te onderhandelen. Indien
tot lagere kosten wordt gekomen kunnen de meerkosten tijdelijk gedekt worden
uit bovengenoemde CVV-gelden. Indien er geen ruimte zit in de
contractonderhandelingen zullen de vaste haltes heroverwogen moeten worden.
Geschatte besparing op WVG-budget
€
100.000,=
4.5 Hulpmiddelen
4.51 Regionale depotvorming
In
het huidige beleid kent Delft een hulpmiddelendepot voor voorzieningen, die
zijn gekocht. Landelijk vinden ontwikkelingen plaats ten aanzien van goedkopere
manieren om een hulpmiddelendepot te beheren en om voorzieningen her te
verstrekken. Eén van die manieren is om te komen tot een regionaal depot van
hulpmiddelen waaruit door de deelnemende gemeenten geput kan worden. Verwacht
wordt door deze grootschalige depotvorming, de herverstrekkingskosten van de
middelen aanzienlijk te verlagen. Dit project is momenteel landelijk in
onderzoek, waarbij onder andere gekeken wordt naar de mogelijkheid om uit
elkaars depot te putten. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente aan haar
zorgplicht moet blijven voldoen, waarbij een kostenbesparing ten opzichte van
de huidige situatie een voorwaarde is.
Voorgesteld
wordt om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om met omliggende
gemeenten een regionaal depot aan te gaan.
Geschatte
besparing
P.M.
4.7 Formatie WVG-team
Toelichting grafiek
Het WVG-team is slechts met 1 formatieplaats
toegenomen in de periode 2000 tot en met 2003. De uitgaven van de
WVG-verstrekkingen daarentegen zijn toegenomen met bijna € 1.500.000,=
In de bovenstaande tabel is het verloop van formatie
versus verstrekkingen uitgezet in de tijd. Hieruit blijkt dat het vakteam de
groei van het aantal aanvragen al een aantal jaren met nagenoeg dezelfde
formatie opvangt. De signalen over de zware werkdruk binnen het team hebben
recent geleid tot een normering van de producttijden. Op grond van die tijden
en van de omvang van de productie wordt geconstateerd dat het vakteam 2,13 fte
tekort komt. Dit stemt overeen met het beeld dat van het functioneren van het
vakteam bestaat.
Het
eventueel verminderen van de formatie van het WVG-vakteam wordt in deze
situatie onverantwoord gevonden.
Uitbreiding
van de formatie wordt op dit ogenblik ook niet voorgesteld. Voorstel is nu
de resultaten van de productnormering te vergelijken met gegevens van andere
gemeenten en te bezien of invoering van het maatregelenpakket, zoals in deze
nota is verwoord, leidt tot andere producttijden en/of een verandering in de
omvang van de productie. Indien nodig worden de resultaten betrokken bij
de bespreking van de programmabegroting 2005.
4.8 Conclusie
Het voorgestelde maatregelenpakket leidt tot een
herziene begroting 2004. In deze begroting zijn de post advisering en de posten
ten aanzien van de verstrekkingen verlaagd conform de verwachte besparingen.
Zie tabel 4.8
Tabel 4.8
In
€ x 1000 |
Rekenmodel 2004 |
Herziene begroting 2004 |
|
|
Inclusief
maatregelen |
Advisering |
772 |
689 |
Vervoersvoorziening* |
1.903 |
1.634 |
Woonvoorziening |
1.853 |
1.443 |
Rolstoel/hulpmiddelen |
1.901 |
1.901 |
Apparaatskosten** |
1.448 |
1.448 |
Taakstelling
2003 e.v. |
-215 |
0 |
Totaal uitgaven WVG |
7.662 |
7.115 |
|
|
|
Overdrachten
van het Rijk |
-97 |
-97 |
WVG
ontvangsten incidenteel |
0 |
0 |
Bijdrage
uit de algemene middelen |
-6.080 |
-6.080 |
Totaal inkomsten WVG |
-6.177 |
-6.177 |
|
|
|
Dekking
programma begroting |
-1.000 |
-1.000 |
Taakstelling 2004 |
-485 |
0 |
Saldo |
0 |
62 |
De maatregelen leveren een
hogere verwachte besparing op dan de hoogte van de taakstelling. Dit extra
bedrag (€ 62.000,=) kan worden gezien als een buffer voor de invoeringstijd van
de maatregelen.
5 Lijst van niet wenselijke beleidswijzigingen
Voor de volledigheid is in dit hoofdstuk de lijst
met maatregelen opgenomen, welke in de afweging zijn afgevallen.
Geschatte besparing €
100.000,=
In het huidige beleid treed bij aanpassingskosten
van boven de € 7.400,25 de verhuisplicht in werking.
5.2 Aanscherpen toekenningscriteria scootmobiel; verlagen maximale
loopafstand van 500 meter naar 100 meter.
Geschatte besparing €
12.000,=
In
het huidige beleid is de toekenningscriteria voor een scootmobiel een
loopafstand van kleiner dan 500 meter.
.
5.3 Het CVV (de Regiotaxi)
inkomensafhankelijk te maken.
Geschatte besparing € 29.000,=
Het
collectief vervoer heeft in het huidige beleid het primaat en is niet
inkomensafhankelijk gesteld.
5.4 Het loslaten van de koppeling tussen het tarief van de blauwe
strippenkaart en het eigen aandeel van de WVG-pashouder in de kosten van de
ritprijs van de Regiotaxi.
Definitie “blauwe
strippenkaart” is het OV vervoersbewijs voltarief
In het huidige beleid is het eigen aandeel van de
ritprijs per zone is gelijkgesteld aan de prijs per zone van de blauwe
strippenkaart.
De onderstaande tabel geeft aan wat de toename in
het eigen aandeel in de ritprijs wordt wanneer een bepaalde besparing moet
worden gerealiseerd.
De ritprijs van de Regiotaxi is per 1 januari 2004:
Zone 1 t/m 3: €
1,55 (eigen aandeel WVG-reizigers 28%) per zone.
Zone 4+ : €
3,10 (eigen aandeel WVG-reizigers 14%) per zone.
Tabel 5.54
toename
eigen aandeel |
eigen
aandeel zone 1/3 |
eigen
aandeel zone 4+ |
besparing |
0,10 |
0,53 |
1,06 |
36.000,= |
0,14 |
0,57 |
1,14 |
50.000,= |
0,20 |
0,63 |
1,26 |
72.000,= |
0,28 |
0,71 |
1,42 |
100.000,= |
0,38 |
0,81 |
1,52 |
136.000,= |
Effect voorgestelde wijziging bij een
geschatte besparing van € 36.000,=
Het eigen aandeel van de WVG-reiziger is ongeveer
eenderde van de ritprijs en is een toename van 23%.
Effect voorgestelde wijziging bij een
geschatte besparing van € 100.000,=
Het eigen aandeel van de WVG-reiziger is bijna de
helft van de ritprijs en is een toename van 65%.
Effect voorgestelde wijziging bij een
geschatte besparing van € 136.000,=
Het eigen aandeel van de WVG-reiziger is meer dan de
helft van de ritprijs en is een toename van 88%.
5.5 Besparingsbedrag hanteren
voor scootmobiel en (aangepaste) driewielfiets ad. € 350,=.
Geschatte besparing € 59.000,=
In
het huidige beleid zijn vervoersvoorzieningen in natura inkomensafhankelijk.
Indien de aanvrager zijn inkomen onder de inkomengrens is kan nadat de noodzaak
is vastgesteld een vervoersvoorziening in natura worden verstrekt. Hierbij
wordt geen eigen aandeel in de kosten gevraagd.
Een
vorm van eigen aandeel in de kosten betreft besparingsbedragen.
Besparingsbedragen zijn bedragen die kunnen worden gehanteerd bij
voorzieningen,die een vervanging zijn voor algemeen gebruikelijke
voorzieningen. Een driewielfiets en scootmobiel zijn een vervanging voor de
gewone fiets. De aanvrager had in de situatie waarin geen fysieke beperkingen in de verplaatsing
zouden zijn geweest een fiets moeten aanschaffen. Uitgangspunt bij deze
maatregel is dus dat je de kosten van “een” fiets bespaart. Voor de kosten van
een nieuwe fiets is uitgegaan van € 350,=
5.6 Eigen bijdrage bij gebruik dubbele
vervoersvoorziening
Geschatte besparing: €
5.000,=
In het huidige beleid heeft het collectief vervoer
het primaat boven individuele vervoersvoorzieningen. Indien bij een WVG-cliënt
is vastgesteld dat een extra vervoersvoorziening noodzakelijk is wordt een
tweede vervoersvoorziening verstrekt.
Hierbij wordt geen eigen aandeel in de kosten
gevraagd. Een vorm van eigen aandeel in de kosten betreft de eigen bijdrage.
Deze eigen bijdrage is wettelijk gelimiteerd tot € 45,= eenmalig bij
verstrekking van de voorziening.
6 Paneladvies
Bij de totstandkoming van
het maatregelenpakket is het panel meerdere malen betrokken geweest. In
augustus/september zijn aan de hand van een brede discussienotitie de
maatregelen twee keer ter bespreking aan het panel voorgelegd. In november is
het panel ten aanzien van de conceptnota om advies gevraagd. In januari zal
nogmaals deze definitieve nota worden besproken. Dit advies zal worden
nagezonden.
Het paneladvies ten
aanzien van de conceptnota luidde:
Het Panel Gehandicaptenbeleid is niet unaniem in
haar oordeel. Een deel van de organisaties staat positief ten aanzien van de
nota. Een ander deel wil eerst meer duidelijkheid hebben over de omvang van de
realisatie in 2003 en onthoudt zich daarom van inhoudelijk commentaar.
7 Conclusie
Het voorgestelde maatregelenpakket leidt voor 2004
tot de eerder genoemde taakstelling. Verdere bezuinigingsmaatregelen zijn niet
wenselijk.
Lijst met voorgestelde beleidswijzigingen
|
Besparing 2004 |
|
|
Verlagen WVG-inkomensgrens naar 1,5x
WVG-norminkomen |
73.000 |
Waarborgen poortwachtersfunctie |
35.000 |
Afschaffen selectieadvies bij eenvoudige
rolstoelen |
48.000 |
Offertes woningaanpassingen per aanbesteding |
40.000 |
Effectueren verhuisstimuleringsregeling |
35.000 |
Aanscherpen procedure "aanmelding
vrijkomende aangepaste woningen" |
20.000 |
Aanscherpen criteria tegemoetkoming verhuiskosten |
100.000 |
Aanscherpen toekenningscriteria
vervoersvoorzieningen |
30.000 |
Afschaffen oplaadkosten vervoersvoorziening |
30.000 |
Afschaffen automatische incasso |
36.000 |
Vaste haltetijden uit reserve CVV-gelden |
100.000 |
Regionale depotvorming |
- |
|
|
Totale besparing |
547.000 |
Meerjarenperspectief
Uit hoofdstuk 1 is naar voren
gekomen dat het reëel is een toename te verwachten van het aantal WVG-vragen in
de komende jaren op basis van toenemende vergrijzing. Daarnaast laten de
uitgaven voor de verstrekkingen al een groei zien in de afgelopen jaren. Door
de genoemde vergrijzing zal beroep op de WVG blijven toenemen en daarmee ook
een groei in de uitgaven voor de verstrekkingen.
In 2004 zal een
meerjarenbeeld worden gemaakt waarin groei wordt doorvertaald naar een
meerjarenbegroting. Deze meerjarenbegroting zal worden aangemeld voor de
Programmabegroting 2005.
8. Voorstel
Voorgesteld wordt:
1.
Het
verlagen van de WVG-inkomensgrens van 2x WVG-norminkomen naar de wettelijke
grens van 1,5x WVG-norminkomen. Geschatte besparing
€ 73.000,=
2.
Het
waarborgen van de poortwachtersfunctie bij het RIO door aanscherping van
gemaakte afspraken en nieuw te maken afspraken. Geschatte besparing € 35.000,=
3.
Het
afschaffen van een selectieadvies gemaakt door het RIO bij eenvoudige
rolstoelen. Geschatte besparing € 48.000,=
4.
Offertes
voor woningaanpassingen aan te besteden. Geschatte besparing
€ 40.000,=
5.
Het
effectueren van de verhuisstimuleringsregeling door middel van gesprekken met
achterblijvende niet-gehandicapte bewoners van een aangepaste woning in 2004.
Geschatte besparing € 35.000,=
6.
Het
invoeren van het revisiebeding in 2005. Geschatte besparing € 41.000,=
7.
Het
aanscherpen van de procedure na aanmelding van een vrijgekomen aangepaste
woning. Geschatte besparing € 20.000,=
8.
Het
aanscherpen van de criteria voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
Geschatte besparing € 100.000,=
9.
Het
aanscherpen van de toekenningscriteria bij een extra vervoersvoorziening en het
houden van een heronderzoek. Tevens het instellen van een regelmatige
monitoring naar de vervoersbehoefte en het gebruik van de vervoersvoorzieningen.
Geschatte besparing € 30.000,=
10.
Het
afschaffen van de oplaadkosten bij een electrische rolstoel of een op accu
rijdende open buitenwagen. Geschatte besparing € 30.000,=
11.
Het
afschaffen van de automatische incasso bij WVG-ritten met de Regiotaxi.
Geschatte besparing € 36.000,=
12.
Het
betalen van de kosten van de vaste haltetijden uit de reserve CVV-gelden voor
2004 en 2005. Geschatte besparing (op WVG-budget)
€ 100.000,=
13. Indien mogelijk het opzetten
van een regionaal depot met omliggende gemeenten. Geschatte besparing PM
Bijlage 1
Voorstellen
uit de nota”Financiële stand van zaken WVG en nieuw beleid”
Ten aanzien van wonen:
-
wordt het BGB-systeem
voltooid met de in het kader van de WVG aangepaste woningen.
- wordt een haalbaarheidsonderzoek gestart naar één
registratiesysteem voor zowel de
gemeente als de corporaties ten aanzien van woningen aangepast of makkelijk aan te passen voor
gehandicapten en ouderen.
- wordt een opplusprogramma opgezet voor
2004. En zal in de prestatieafspraken
met de corporaties voor 2004 prioriteit moeten worden gegeven aan het opplussen
en aanpasbaar bouwen.
- wordt de verhuisstimuleringsregeling
geëffectueerd door gesprekken te voeren
met achterblijvende niet gehandicapte bewoners van een aangepaste woning.
- wordt onderzoek gedaan naar de
mogelijkheid van het gebruik van in- en uitpandige bergingen (nu in gebruik als
vuilopslag) als scootmobielstalling.
- zullen de sanitaire voorzieningen,
eenhendelmengkranen, doucheglijstangen, thermostatische kranen en verhoogde
toiletpotten algemeen gebruikelijk worden verklaard voor zowel nieuwbouw als
oudbouw.
- wordt de verhuiskostenvergoeding
verlaagd.
Ten aanzien
van vervoer:
- zullen heronderzoeken worden uitgevoerd
bij cliënten die een volledige tegemoetkoming (binnen Delft en bovenlokaal )
krijgen in het kader van de WVG.
Ten aanzien
van een betere beheersing van de uitgaven WVG:
- Om tot een betere beheersing van de uitgaven te komen
wordt, naast de monitoring van de uitgaven via de leverancier, de relatie
tussen beschikking en uitgave beter zichtbaar gemaakt. Tevens wordt de
monitoring verfijnd naar het type voorziening, zodat in een vroegtijdig stadium
veranderingen zijn te constateren.
Bijlage 2: Uit kwartaalrapportage WIZ 3de kwartaal
Woonvoorzieningen: 166.000,=
Scootmobielen: 79.000,=
Totaal: 245.000,=
Tabel
5.2 : ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget
|
|
3e kwartaal 2003 |
|
Begroting *1 |
Begroting |
Realisatie |
|
bedragen x ƒ/ € 1.000 |
Realisatie |
Begroting/nota |
+/- |
Primair |
Nota |
2002 |
|
inkomsten |
|
|
|
|
|
|
|
Bijdrage Rijk / Inkomsten Abwz |
-65 |
-65 |
0 |
-86 |
-86 |
-97 |
|
Bijdrage uit algemene middelen |
-4.655 |
-4.655 |
0 |
-6.206 |
-6.206 |
-5.824 |
|
WVG ontvangsten incidenteel |
|
|
|
|
|
-38 |
|
Totaal inkomsten |
-4.719 |
-4.719 |
0 |
-6.292 |
-6.292 |
-5.959 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Apparaatskosten |
1.236 |
1.236 |
0 |
1.898 |
1.648 |
1.712 |
|
verstrekkingen |
|
|
|
|
|
|
|
Woonvoorzieningen |
973 |
1.155 |
182 |
952 |
1.540 |
1.267 |
|
Rolstoelvoorzieningen |
1.261 |
1.144 |
-117 |
1.063 |
1.525 |
1.574 |
|
Vervoersvoorzieningen |
1.195 |
1.551 |
356 |
1.927 |
2.068 |
1.852 |
|
|
245 |
|
-245 |
|
|
|
|
Nog toe te delen uitgaven |
|
|
|
176 |
|
|
|
Taakstelling |
|
-53 |
-53 |
|
-70 |
|
|
Totaal verstrekkingen |
3.673 |
3.797 |
124 |
4.117 |
5.063 |
4.693 |
|
bijdrage |
|
|
|
|
|
|
|
Bijdrage aan RIO (kosten indicering) |
552 |
476 |
-77 |
277 |
634 |
300 |
|
Subtotaal uitgaven |
552 |
476 |
-77 |
277 |
634 |
300 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal uitgaven |
5.462 |
5.509 |
47 |
6.292 |
7.345 |
6.705 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Saldo begroting(nota) / realisatie |
-743 |
-790 |
47 |
0 |
-1.053 |
-746 |