Jaarplan Volwasseneneducatie 2004

 

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave. 2

1       Uitgangspunten en hoofddoelstelling van volwasseneneducatie in de gemeente Delft: 4

1.1         Inleiding. 4

1.2         Leeswijzer 4

2       Ontwikkelingen op het terrein van scholing. 4

2.1         Wet educatie beroepsonderwijs. 4

2.2         Wet inburgering nieuwkomers/regeling oudkomers. 5

2.2.1          Wet inburgering nieuwkomers. 5

2.2.2          Regeling oudkomers. 5

2.3         De nieuwe wet inburgering. 5

2.4         WWB en scholing. 6

3       Doelgroepen volwasseneneducatie. 6

3.1         Nieuwkomers die onder de WIN vallen. 6

3.2         Klanten met een gemeentelijke uitkering. 7

3.2.1          Klanten met een reïntegratietraject fase 2/3. 7

3.3         “Fase-4 klanten” met een uitkering van de gemeente Delft 7

3.4         Overige doelgroepen. 7

3.4.1          Oudkomers. 7

3.4.2          Jongeren tussen de 18 (16)-23 jaar zonder startkwalificatie. 8

3.4.3          Deelnemers onbenut talent. 9

Voor deze doelgroep zijn tot nu toe geen normen vastgelegd qua duur van de scholing of een eventuele ontheffing tijdens scholing. 9

3.4.4          Niet-uitkeringsgerechtigden (Nug-ers) en mensen met een uitkering in het kader van de Algemene Nabestaanden Wet (ANW’ers) 9

4       Samenvatting van de resultaten over 2002. 9

4.1         Basiseducatie. 9

4.2         Overige scholing. 10

5       Evaluatie beleidspunten over 2003. 10

5.1         Het modulaire systeem bestendigen. 10

5.2         Uitvoeren van de benoemde actiepunten in het resultaatverbeterplan (RVP) 10

5.2.1          Rendementsmeting. 10

5.2.2          Verzuim.. 10

5.3         Verstevigen van de positie van het Praktijk Leer Centrum (PLC) 11

5.4         Onderzoek naar de groep “zelfmelders” 11

5.5         Huisvesting VE verbeteren. 12

5.6         OnderwijsTechnoCentrum Haaglanden (OTC) 12

5.7         Technicom.. 12

6       Beleidspunten 2004. 12

6.1         (Her)structurering van het onderwijsaanbod. 12

6.2         Rendementsmeting. 12

6.3         Verzuimbestrijding. 12

6.4         Huisvesting Mondriaan. 12

6.5         ESF. 12

6.6         Alfabetisering. 12

6.7         Openbaar aanbesteden van scholing. 13

7       Overzicht financiën volwasseneneducatie 2004. 13

7.1         Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) 13

7.2         Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) 13

7.3         Budget Sociale Activering. 14

7.4         Eigen gemeentelijke middelen. 14

7.5         Samenvattend overzicht 14

8       Randvoorwaarde bij scholing. 15

9       Samenvatting van de actiepunten uit dit beleidsplan. 15

10          Voorstel 15

Bijlage 1 : Lijst met afkortingen. 16

Bijlage 2: samenvatting criteria HBO en WO scholingen. 17

Bijlage 3: criteria voor scholing binnen trajecten. 18

Bijlage 4 schematisch overzicht samenhang basiseducatie en beroepsonderwijs. 19

 


1           Uitgangspunten en hoofddoelstelling van volwasseneneducatie in de gemeente Delft:

1.1          Inleiding

Voor u ligt het jaarplan Volwasseneneducatie 2004 van de gemeente Delft. Dit plan borduurt voort op de beleidsnota die in 2002 verschenen is en waarin het beleid voor 2002 t/m 2005 is vastgelegd.

 

Volwasseneneducatie (VE) betekent letterlijk scholing voor volwassenen.

Zo bezien gaat dit plan over alle scholing die de gemeente Delft toestaat of aanbiedt aan haar inwoners.

 

Doelstelling van de gemeente is het realiseren van maatschappelijke participatie of arbeidsactivering voor inwoners van Delft die op dit moment geen werk hebben of een zwakke positie op de arbeidsmarkt hebben. Volwasseneneducatie is een instrument dat bij de realisatie van deze doelstelling ingezet wordt, bij voorkeur als onderdeel van een traject gericht op werk of maatschappelijke participatie.

 

Daarbij valt een onderscheid te maken tussen scholing die wel en scholing die niet door de gemeente gefinancierd wordt. Dit plan beperkt zich tot die vormen van volwasseneneducatie waarbij de gemeente als financier betrokken is.

 

Een groot deel van de scholing die de gemeente financiert betreft basiseducatie die ingekocht wordt bij het ROC Mondriaan.Onder basiseducatie vallen ondermeer de cursussen Nederlands voor anderstaligen en alfabetiseringscursussen voor autochtone Nederlanders, cursussen rekenvaardigheid, digitale vaardigheden en Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO).

Basiseducatie is op dit moment (soms tegen een beperkte vergoeding) toegankelijk voor elke inwoner van Delft, ongeacht zijn inkomenssituatie.

Voor de basiseducatie is met het ROC Mondriaan een vierjarig contract afgesloten, dat loopt tot 1 januari 2006. Dit jaarplan is een voortzetting van eerder ingezet beleid.

 

De gemeente financiert daarnaast via reïntegratietrajecten en bijzondere bijstand ook diverse scholingen. Deze vormen van scholing zijn meestal kwalificerend, worden steeds individueel getoetst en maken in principe deel uit van een traject.

 

De afgelopen twee jaar is de nota volwasseneneducatie voornamelijk geschreven vanuit de optiek van de basiseducatie. In dit jaarplan wordt sterker dan voorgaande jaren de relatie  gelegd met andere vormen van scholing.

De invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) op 1 januari 2004 leidt ertoe dat binnen de gemeente Delft nagedacht moet worden over de relatie tussen de volwasseneneducatie en de uitstroomdoelstellingen WWB. In de reïntegratieverordening WWB die medio 2004 zal verschijnen wordt op deze relatie ingegaan.

Op het terrein van het inburgeringbeleid gaat er in 2004 veel veranderen. Deze veranderingen zullen het te voeren beleid op het terrein van de volwasseneneducatie de komende jaren gaan beïnvloeden.

1.2          Leeswijzer

Dit jaarplan is als volgt opgebouwd:

Eerst worden veranderingen op het terrein van wetgeving die van invloed zijn op scholing op een rij gezet.

Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de resultaten van de basiseducatie 2002. De beleidsuitgangspunten die voor basiseducatie voor 2003 geformuleerd waren en de uitgangspunten voor 2004 worden in hoofdstuk 4 benoemd. Dan wordt ingegaan op de verschillende doelgroepen die volwasseneneducatie kunnen volgen Tot slot volgt een financiële paragraaf en een overzicht van de acties voortvloeiend uit deze beleidsnotitie.

2           Ontwikkelingen op het terrein van scholing

In dit hoofdstuk een overzicht van veranderingen die de komende jaren invloed zullen hebben op de rol van de gemeente bij de inkoop van scholing voor volwassenen.

 

2.1          Wet educatie beroepsonderwijs

De huidige Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) verplicht de gemeente scholing in te kopen bij een Regionaal Opleidings Centrum (ROC). Deze gedwongen winkelnering staat inmiddels ter discussie. De verwachting is dat deze de komende jaren geleidelijk aan losgelaten zal worden. Als dat gebeurt betekent dit dat vanuit deze middelen waarschijnlijk openbaar aanbesteed zal moeten gaan worden. Wanneer en hoe de verplichte inkoop bij het ROC losgelaten gaat worden is nog niet bekend.

 

2.2          Wet inburgering nieuwkomers/regeling oudkomers

Op dit moment zijn er twee soorten regelgeving voor allochtonen die in Nederland verblijven.

Voor mensen die nog maar net in Nederland zijn is er de Wet Inburgering Nieuwkomers. Voor mensen die al langer in Nederland zijn, is er de regeling oudkomers.

Deze twee worden in de loop van 2005 samengevoegd in een nieuwe wet inburgering.

2.2.1          Wet inburgering nieuwkomers

In het eerste jaar van hun inburgering hebben nieuwkomers vallend onder de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN), nu recht op het volgen van gemiddeld 600 uur scholing, vooral Nederlands en maatschappijoriëntatie. Alle nieuwkomers (ongeacht hun inkomenssituatie) worden op dit moment begeleid door de gemeente (afdeling activering en inburgering ). Deze scholing wordt vergoed vanuit de WIN. In de WIN wordt verplicht gesteld dat de scholing wordt uitgevoerd door een ROC.

De afdeling activering en inburgering van de gemeente bepaalt gedurende het eerste jaar de inhoud van het WIN-traject.

In Delft wordt de scholing in het kader van de WIN verzorgd door het ROC Mondriaan. Voor een beperkt aantal cursisten wordt door Mondriaan scholing Nederlands ingekocht bij de TU.

2.2.2          Regeling oudkomers

Doel van de regeling is: bevorderen dat oudkomers die in een maatschappelijke achterstandssituatie verkeren en in het bijzonder diegenen die behoren tot de groep werklozen, opvoeders of geestelijke bedienaren (de persoon die arbeid verricht als geestelijk voorganger of godsdienstleraar):

a.       Deelnemen aan trajecten en deze afronden, met als doel hun maatschappelijke positie te verbeteren. Dit sluit in voorkomende gevallen niet uit dat ook personen die niet tot genoemde prioritaire doelgroepen behoren, trajecten kunnen worden aangeboden.

b.       Te bevorderen dat gemeenten deze trajecten aan oudkomers aanbieden.

 

Gemeenten geven naar eigen inzicht vorm aan de uitvoering van het inburgeringbeleid voor oudkomers. Dit is van belang omdat maatwerk bij inburgering centraal moet staan. Het traject dient aan te sluiten bij de situatie van de individuele oudkomer en bij de gemeentelijke situatie. Bovendien kan bij het vaststellen van trajecten gebruik worden gemaakt van combinatie van budgetten.

Taalonderwijs wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan andere componenten, zoals: werk, toegang tot beroepsonderwijs, opvoedingsondersteuning of sociale activering (het traject is in dat geval voornamelijk gericht op maatschappelijke participatie).

 

De gemeente Delft maakt al een aantal jaren gebruik van de oudkomersregeling. Vanaf 2004 verandert de financieringssystematiek van de regeling. Er wordt een bekostigingssystematiek geïntroduceerd die afhankelijk is van het behaalde scholingsresultaat van de individuele deelnemers (outputfinanciering). Daarbij wordt gelet op de items: instroom, succesvolle afronding, uitval en taalniveau van de oudkomers bij afronding van het traject ten opzichte van het taalniveau bij de start van het traject

 

In de toelichting op de bijdrageregeling oudkomers wordt gesproken over een gemiddeld aantal contacturen Nederlands van 450 uur. Dit is echter niet meer dan een richtlijn. Gemeenten zijn vrij om een eigen invulling te geven aan het scholingsprogramma.

Tot nu toe wordt in Delft via het programma inburgering oudkomers bepaald hoe de middelen voor scholing voor oudkomers worden ingezet. Een deel van deze middelen wordt gebruikt voor scholing die gegeven wordt door het ROC. Daarnaast worden conversatiecursussen Nederlands ingekocht bij een particulier instituut en worden in het kader van duale trajecten fiets-en zwemlessen en cursussen voor opvoeders gegeven.

 

2.3          De nieuwe wet inburgering

Op dit moment wordt een nieuwe wet inburgering voorbereid. De verwachting is, dat de invoering daarvan plaats zal vinden in januari 2006. Onderdelen van deze wet zullen in de tweede helft van 2004 worden doorgevoerd.

In deze wet wordt regelgeving rondom oud- en nieuwkomers samengevoegd. Strekking van de wet zal worden dat elke inburgeraar verantwoordelijk is voor zijn eigen inburgering. Daarbij zal de inburgeraar een verplichte toets Nederlands moeten afleggen. De kosten voor cursussen Nederlands dient de inburgeraar zelf te betalen. Waar de inburgeraar een cursus Nederlands gaat volgen mag hij zelf bepalen.

 

Momenteel wordt er tussen de betrokken ministeries overleg gevoerd over de afstemming van de onderwijsdoelstellingen van het ministerie van Onderwijs (basiseducatie is in principe voor iedereen gratis of tegen een kleine eigen bijdrage toegankelijk) en het ministerie dat verantwoordelijk is voor de invoering van de nieuwe inburgeringswet (inburgeraars moeten alle kosten voor het volgen van Nederlands zelf betalen).

 

In de nieuwe inburgeringswet zal de gedwongen winkelnering die nu nog in de WIN zit worden afgeschaft. De inburgeraar mag zelf bepalen waar hij/zij scholing inkoopt. De huidige regiefunctie van de gemeente zal veranderen in een spilfunctie. Wat die spilfunctie precies zal gaan inhouden is nu nog niet duidelijk, maar wel is duidelijk dat er op deze budgetten de komende jaren forse bezuinigingen doorgevoerd gaan worden.

De middelen voor oudkomers zullen vanaf 2004 via openbare aanbesteding uitgegeven moeten gaan worden. Dat betekent dat deze scholingsmiddelen niet meer automatisch toegevoegd kunnen worden aan het inkoopbudget voor het ROC.

De inkoop van scholing voor de doelgroep inburgeraars door de gemeente zal de komende jaren flink gaan veranderen.

 

2.4          WWB, beleidsplan werk & inkomen en scholing

De uitvoering van de WWB in de gemeente Delft is vastgelegd in het beleidsplan werk en inkomen 2004-2007(nr.344468). In de mei 2004 vast te stellen reïntegratieverordening zullen nadere regels op het terrein van scholing worden vastgesteld.

 

Op dit ogenblik worden in de uitvoering de volgende richtlijnen toegepast:

De gemeente Delft kent een specifieke aanpak van eenoudergezinnen. Deze aanpak bestaat uit het voeren van klantkontaktgesprekken.

Deze aanpak wordt in het eerste kwartaal van 2004 geëvalueerd.

In de reïntegratieverordening zullen deze punten tegen het licht gehouden worden en eventueel worden aangepast. Tevens wordt hierin het uitgangspunt nader uitgewerkt dat klanten die scholing volgen die door de gemeente Delft gefinancierd wordt, in principe het recht heeft deze scholing af te ronden. Dit om duurzame plaatsingen op de arbeidsmarkt te bevorderen. Daar waar mogelijk is het wenselijk scholing te combineren met het opdoen van werkervaring.

 

3           Doelgroepen volwasseneneducatie

Volwasseneneducatie in Delft richt zich op een aantal doelgroepen:

 

3.1          Nieuwkomers die onder de WIN vallen.

Voor de groep nieuwkomers is inmiddels een sluitende aanpak gerealiseerd, dat wil zeggen dat elke nieuwkomer in Delft begeleid wordt gedurende de periode dat hij/zij onder de WIN valt en na deze periode (indien noodzakelijk) overgedragen wordt aan een andere trajectbegeleider.

Om tot inburgering te komen is het voor nieuwkomers in Nederland noodzakelijk om de Nederlandse taal te beheersen.

Het Delftse beleid kent de volgende speerpunten:

·         De structuur van modulair taalonderwijs maakt het mogelijk elke nieuwkomer in Delft onderwijs op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo aan te bieden. Op deze manier wordt optimaal gebruik gemaakt van de 600 uur Nederlands die per nieuwkomer vanuit de WIN gefinancierd wordt.

·         Het rendement van scholing wordt verder verbeterd, door nadrukkelijker te sturen op verzuim en meer combinaties te maken tussen taal en praktijk, zodat zoveel mogelijk nieuwkomers 18 maanden na de start van hun inburgering daadwerkelijk aan het werk zijn.

·         De in 2002 ingezette lijn om voor (zeer)hoog opgeleiden scholing in te kopen waarbij ze in een versneld tempo kunnen studeren zal in 2004 worden voortgezet. In 2004 zal het om 5 tot 10 kandidaten gaan.

De verwachting is dat in 2004 230 nieuwkomers zullen starten met een traject.

 

In het eerste jaar van hun inburgering hebben nieuwkomers vallend onder de Wet Inburgering Nieuwkomers, recht op het volgen van 600 uur Nederlands. De intentie van de WIN is daarbij dat men in dat jaar over een “voldoende” niveau Nederlands beschikt. In de toelichting op de WIN wordt daarbij gesproken over KSE 3 voor mensen die willen gaan werken of studeren en KSE 2 voor de overigen. De WIN biedt daarnaast de mogelijkheid dat mensen die dat niveau na een jaar nog niet hebben, nog maximaal een half jaar extra Nederlands mogen volgen om zo alsnog het gewenste niveau te behalen.

De praktijk heeft inmiddels geleerd dat voor velen dit jaar (of deze anderhalf jaar) onvoldoende is om het geformuleerde niveau te behalen.

 

In Delft wordt op dit moment elke nieuwkomer in de gelegenheid gesteld een zo hoog mogelijk taalniveau te behalen binnen het WIN-traject. Degenen die dat qua niveau aankunnen, worden geschoold op KSE-4 niveau, of worden getraind voor het staatsexamen NT2 I of II.

 

3.2          Klanten met een gemeentelijke uitkering

De gemeente Delft koopt bij reïntegratiebedrijven trajecten in die moeten leiden tot werk. Soms wordt bij deze trajecten scholing noodzakelijk geacht. Als scholing noodzakelijk is komt hiervoor op basis van een individueel trajectplan een voorstel.

De gemeente stelt bij de contractonderhandelingen met verschillende reïntegratiebedrijven eisen aan de te volgen scholing. Bijvoorbeeld door te stellen dat indien een cliënt op praktisch niveau scholing nodig heeft, gebruik wordt gemaakt van het PLC. De klanten met een gemeentelijke uitkering worden ingedeeld in verschillende fasen.

 

3.2.1          Klanten met een reïntegratietraject fase 2/3

Binnen reïntegratietrajecten wordt Nederlands alleen toegestaan als een reïntegratiebedrijf dit combineert met het opdoen van al dan niet betaalde werkervaring of een baan. Kortom alleen Nederlands als het onderdeel uitmaakt van een beroepsgericht traject.

Met het ROC is afgesproken dat cursisten die overdag scholing Nederlands volgen en werk vinden hun scholing direct in de avonduren kunnen voortzetten.

 

Het scholingsbeleid voor mensen ingedeeld in fase 2 of 3 die kwalificerende scholing willen volgen is eind 2002 in een nota vastgelegd (03/000422).

Scholing wordt alleen aangeboden binnen een trajectaanpak. Daarom dienen klanten WIZ welke scholing aanvragen eerst te worden opgenomen in een reïntegratietraject.

Op klantniveau komen scholingsvoorstellen vervolgens voor individuele, schakelende of kwalificerende scholing terug in het trajectplan dat het reïntegratiebedrijf opstelt.

In bijlage 3 is het volledig overzicht van criteria opgenomen,

MBO-scholing valt tot nu toe meestal buiten de opgestelde criteria omdat het gaat om meerjarige opleidingen. In deze opleidingen wordt de theoretische opleiding echter bijna altijd gecombineerd met praktische werkervaring. Mensen die een MBO-opleiding afronden beschikken over een goede positie op de arbeidsmarkt. Daarom wordt in aanvulling op genoemde nota nu voorgesteld dat binnen een trajectaanpak ook MBO-opleidingen mogelijk zijn.

 

3.3           “Fase-4 klanten” met een uitkering van de gemeente Delft

In Delft is een grote groep mensen die op dit moment niet werkt en ver van de arbeidsmarkt afstaat. Zij kunnen behoefte hebben aan scholing.

Het doel van de scholing kan gericht zijn op een betere integratie in de maatschappij, sociale of maatschappelijke activering of gericht zijn op uitstroom naar (gesubsidieerde) arbeid. Als iemand aangeeft dat hij scholing wil volgen, dan zijn er twee situaties mogelijk:

§         Of de cursist meldt zichzelf bij een scholingsinstituut en betaalt zelf de scholingskosten. Melden ze zich bij de basiseducatie van Mondriaan, dan betalen ze slechts een beperkte eigen bijdrage en worden ze opgenomen in een traject.

§         Of de cursist vraagt aan de gemeente of de scholing voor hem betaald kan worden. De klant wordt dan voorgedragen voor een traject. In het kader van de trajectaanpak wordt vervolgens bepaald of de scholing opgenomen wordt in het traject.

 

Het totaal aantal fase 4 klanten dat via de huidige uitvoeringsorganisatie in 2004 voor basiseducatie zal worden aangemeld zal zo’n 300 zijn.

 

3.4          Overige doelgroepen

Naast de hierboven genoemde doelgroepen zijn er in Delft nog een aantal mensen die op grond van een specifiek kenmerk in aanmerking kunnen komen voor (gesubsidieerde) volwasseneneducatie. De indeling wordt gemaakt op dit specifieke kenmerk. Dat kan betekenen dat iemand tegelijkertijd bijvoorbeeld een uitkering heeft en ingedeeld is in een van de hierboven genoemde doelgroepen.

 

3.4.1          Oudkomers

Het gaat hierbij voor een belangrijk deel om allochtonen die naar Nederland kwamen voordat de WIN van kracht werd. Veel van hen spreken nog steeds onvoldoende Nederlands. Het Rijk heeft via de “bijdrageregeling inburgering oudkomers” extra geld voor de groep oudkomers beschikbaar gesteld en twee doelgroepen geprioriteerd: opvoeders en werklozen.

Vanuit de oudkomersregeling wordt scholing gefinancierd. In 2003 betekende dat, dat een paar cursussen die door Mondriaan gegeven worden, gefinancierd zijn uit de oudkomersregeling (conversatiecursussen en opvoeders vooruit). Vanaf 1 januari 2004 verandert de regelgeving. Het belangrijkste gevolg van de verandering is dat scholing openbaar aanbesteed moet worden. Dat betekent dat cursussen voor oudkomers, voor zover gefinancierd uit oudkomersmiddelen, geen onderdeel kunnen uitmaken van het totale Mondriaan contract. Er zal openbaar aanbesteed moeten worden, waarbij Mondriaan wellicht wel degene is die uiteindelijk wordt gekozen, maar onder een apart contract.

 

Het totaal aantal oudkomers dat scholing zal volgen in het kader van de oudkomersregeling zal zo’n 150 zijn.

 

3.4.2          Jongeren tussen de 18 (16)-23 jaar zonder startkwalificatie.

De leeftijdsgrens voor volwasseneneducatie wordt gelegd bij 18 jaar. Deze leeftijdsgrens hangt samen met de financiering van volwasseneneducatie door de Rijksoverheid.

De gemeente Delft streeft er allereerst naar de leerlingen van het voortgezet onderwijs (VO) waar mogelijk en zoveel mogelijk de noodzakelijke startkwalificatie binnen het VO te laten halen. Onder startkwalificatie wordt verstaan: een diploma HAVO, een diploma VWO  of  een diploma op minimaal niveau twee in het secundair beroepsonderwijs (basisberoepsbeoefenaar). Een diploma V(M)BO/MAVO geeft dus geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

De groep jongeren kan in het kader van de volwasseneneducatie onderscheiden worden in 3 doelgroepen:

3.4.2.1         Jongeren die binnen het VO geen einddiploma halen

Een aantal Delftse jongeren haalt binnen het VO net niet hun einddiploma. Volwasseneneducatie kan dan een manier zijn om het diploma alsnog te behalen.Het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) of de leerplichtambtenaar kan dispensatie toekennen voor 16 en 17 jarigen zodat zij gebruik mogen maken van volwasseneneducatie en dan met name voor HAVO, VWO, Hexbo en Texbo.

In individuele gevallen kan het RMC besluiten ook voor andere opleidingen vouchers af te geven.

Aangezien de kosten van het VAVO de afgelopen jaren fors zijn gestegen wordt nu voorgesteld de criteria voor deelname aan het VAVO als volgt aan te scherpen.

3.4.2.2         Risicojongeren

Er is in Delft een groep jongeren die voortijdig de school dreigt te verlaten. Om deze groep jongeren niet “kwijt” te raken, is op 1 januari 2001 het project “sluitende aanpak 16-23 jarigen” van start gegaan. Dit project wordt in 2004 voortgezet. Hoewel de eerste inzet van het project is om jongeren binnen het reguliere voortgezet onderwijs alsnog hun opleiding af te laten maken, lukt dat niet in alle gevallen. Voor de jongeren die dat niet lukt is één van de opties een praktijkfunctietraining bij het PLC. Ook hier geldt dat de doelgroep voor VE formeel vanaf 18 jaar is, maar bij uitzondering worden jongeren van 16 en 17 jaar toegelaten. Het PLC kan voor hen een instrument zijn om aansluiting te vinden bij een reguliere MBO-opleiding, dan wel het hoogste voor hen haalbare niveau op de arbeidsmarkt te realiseren.

3.4.2.3         Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers.

Een specifieke groep binnen de jongeren die aandacht vraagt is de groep alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s). Deze groep alleenstaande asielzoekers valt tot 18 jaar niet onder de VE. De meeste AMA’s zijn (partieel) leerplichtig. De voor hen benodigde scholing wordt dan betaald door het Voortgezet Onderwijs eventueel aangevuld met gelden uit de egalisatiereserve integratie. Er is echter een groep AMA’s die, als ze hun jaar verplichte inburgering achter de rug hebben 17 jaar zijn. Zij beschikken dan veelal nog niet over een startkwalificatie. Om deze jongeren toch een vorm van scholing te bieden kunnen ze bijvoorbeeld praktijkfunctietrainingen bij het PLC volgen.

 

De verwachting is dat net als vorig jaar zo’n 45 jongeren gebruik zullen maken van VAVO. Wel zullen zij meer vakken volgen dan voorheen, door de invoering van het studiehuis. Analoog aan 2003 zullen zo’n 40 risicojongeren gebruik maken van VE. Het aantal AMA’s dat van VE gebruik zal maken zal in 2004 zo’n 30 zijn.

 

3.4.3          Deelnemers onbenut talent.

In Delft bestaat het project onbenut talent. Deelnemers aan dit project blijken vaak zo’n moeite te hebben met de Nederlandse taal, dat taal een struikelblok voor ze wordt. Bij deze groep is specifiek behoefte aan een cursus waarin aandacht wordt besteed aan het schrijven van meer ingewikkelde stukken en sollicitatiebrieven,  het schrijven van e-mail en PC gebruik.

Voor deze doelgroep zijn tot nu toe geen normen vastgelegd qua duur van de scholing of een eventuele ontheffing tijdens scholing.

 

In 2004 zullen twee van deze cursussen worden ingekocht (voor in totaal 30 kandidaten).

 

3.4.4          Niet-uitkeringsgerechtigden (Nug-ers) en mensen met een uitkering in het kader van de Algemene Nabestaanden Wet (ANW’ers)

Over deze doelgroep is op 28 oktober 2002 de nota Reïntegratie nieuwe doelgroepen (02/036803) verschenen. In deze notitie wordt een onderscheid gemaakt tussen

a)       Degenen die zich melden bij het CWI en aanspraak maken op de gemeentelijke reïntegratieverantwoordelijkheid;

b)       Degenen die zijn opgenomen in gemeentelijke trajectactiviteiten t.b.v. nieuwkomers;

c)       Degenen die zijn opgenomen in gemeentelijke trajectactiviteiten via het Centraal Punt Oudkomers (CPO);

d)       Zelfmelders bij het Mondriaan College (mensen dus, die op eigen initiatief basiseducatie zijn gaan volgen)

3.4.4.1         Degenen die een beroep doen op de reïntegratieverantwoordelijkheid van de gemeente

Het beleid wordt gericht op die NUG’ers en ANW’ers die zich melden bij het CWI en daar geïndiceerd worden als fase 2/3 en 4 en aanspraak maken op de reïntegratieverantwoordelijkheid van de gemeente.

De aanpak voor deze doelgroep kenmerkt zich door het zo snel mogelijk toeleiden naar werk;

§         Voor fase 2/3 klanten wordt een trajectaanbod ingekocht. Deze fase 2/3 trajecten duren maximaal een half jaar (exclusief scholing gedurende maximaal een half jaar);

§         Voor fase 4-klanten wordt geen trajectaanbod ingekocht, maar vindt er met de klant een oriëntatie plaats op het welzijnsaanbod binnen de gemeente Delft;

§         Gemotiveerde fase 4-klanten kunnen voor een activerend (vervolg)traject in aanmerking komen.

3.4.4.2         Nieuwkomers

Nieuwkomers-NUG-ers kunnen na hun jaar WIN-periode een kwalificerende intake bij het CWI doen, waarbij de fase-indeling wordt vastgesteld indien zij willen gaan werken. De klant wordt dan vervolgens voorgedragen bij Toeleiding en Monitoring.

§         Voor fase 2/3 klanten wordt een trajectaanbod ingekocht. Deze fase 2/3 trajecten duren maximaal een half jaar (exclusief maximaal een half jaar scholing);

§         Fase 4 deelnemers krijgen een beperkt ITB-aanbod, waarbij het accent ligt op het afmaken van reeds ingezette activiteiten.

3.4.4.3         Centraal Punt Oudkomers (CPO)

Degenen die via het CPO worden geworven zijn veelal niet door het CWI geïndiceerd. Vaak wordt door deze mensen geen beroep gedaan op de gemeentelijke reïntegratieverantwoordelijkheid. Toch hebben zij de behoefte om de Nederlandse taal beter te leren beheersen. Zij kunnen dat op dit moment doen via basiseducatie die door de gemeente ingekocht wordt.

3.4.4.4         Zelfmelders

Deze mensen volgen basiseducatie op eigen initiatief. Basiseducatie wordt door de gemeente betaald. Aangezien het verzuim binnen de basiseducatie erg hoog is, is besloten een (beperkte) begeleiding te gaan bieden aan deze cursisten.

Zolang cursisten zich houden aan de afspraken zijn er tot nu toe geen beperkingen gesteld aan de duur van de scholing.

 

Delftenaren zonder uitkering met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kunnen op eigen initiatief gebruik maken van VE.

Op basis van de ervaring in voorgaande jaren zullen zo’n 120 deelnemersplaatsen bezet worden binnen de cursussen NT1 en rekenen

4           Samenvatting van de resultaten over 2002

4.1          Basiseducatie

In 2002 hebben 1453 mensen deelgenomen aan VE.

VE maakt in veel gevallen onderdeel uit van een traject. Het totale traject is dan gericht op werk of maatschappelijke activering, waarbij er na VE pas intensieve bemiddeling volgt naar de arbeidsmarkt of begeleiding naar maatschappelijke participatie.Toch zijn er 42 mensen die direct aansluitend aan de scholing werk gevonden hebben, 41mensen zijn doorgestroomd naar een vervolgopleiding en 175 mensen zijn doorgegaan met een vervolgopleiding binnen Mondriaan.

 

4.2          Overige scholing

Zoals al eerder opgemerkt wordt kwalificerende scholing in principe toegestaan op individuele basis en als onderdeel van een traject. Over de resultaten van deze trajecten wordt gerapporteerd via de kwartaalrapportages van de afdeling Toeleiding en Monitoring.

 

5           Evaluatie beleidspunten over 2003

In de beleidsnotitie volwasseneneducatie 2003 werden speerpunten benoemd. Hieronder een overzicht van de resultaten op deze punten.

 

5.1          Het modulaire systeem bestendigen

In 2003 is het in voorgaande jaren ontwikkeld modulair systeem bestendigd en verder uitgebouwd. Er is bijvoorbeeld een module Nederlandse taal ontwikkeld voor deelnemers aan “Onbenut Talent”. De combinatie met leren in de praktijk is verder vormgegeven doordat veel cursisten Nederlands ook praktische taallessen volgen bij het Praktijk Leer Centrum.

De zelfwerkzaamheid van de cursisten is bevorderd en het aantal uren dat cursisten via het Open Leer Centrum zelf met behulp van de computer taal oefenen is uitgebreid.

Om financiële redenen is er begin 2003 voor gekozen een aantal opleidingen in uren per week te beperken. Om dezelfde reden is een aantal modules waarvoor weinig belangstelling was geschrapt.

 

Op hoofdlijnen zal het modulaire systeem in 2004 gehandhaafd blijven. Waar in 2003 allerlei vakken integraal onderdeel uitmaakten van de NT2 trajecten, worden deze vakken in 2004 als keuzemodules aangeboden. Daarmee zijn deze modules voor cursisten van verschillende niveaus beschikbaar en kunnen de beschikbare middelen efficiënter benut worden.

De samenhang tussen basiseducatie en beroepsonderwijs wordt in bijlage 4

schematisch weergegeven.

 

5.2          Uitvoeren van de benoemde actiepunten in het resultaatverbeterplan (RVP)

In het educatie- en activeringsplan 2001 werd geconstateerd dat er binnen het VE een hoog verzuim was en een beperkt zicht op de resultaten van VE. Als maatregel hiertegen is in 2001 de nota “RESULTAAT dat STAAT” verschenen (aangeboden aan de commissie van 4 oktober 2001).

In het RVP is gekozen voor een twee sporen beleid:

  1. Vergroten van het inzicht met betrekking tot het rendement op individueel niveau en op doelgroepniveau;
  2. Vergroten van het rendement door

 

5.2.1          Rendementsmeting

In 2003 zijn afspraken gemaakt met de Mondriaan Onderwijsgroep over de gegevens die aangeleverd dienen te worden. Deze afspraken hebben geleid tot een nieuw informatieprotocol waarmee in de loop van 2003 ervaring is opgedaan. Vanaf 2004 wordt dit informatieprotocol bijlage bij de productovereenkomst en wordt het volledig nageleefd. Vanaf 2004 zullen dan op individueel en op doelgroepniveau gegevens beschikbaar zijn over de tijd die een cursist gemiddeld doet over een scholingstraject.

Deze monitoring moet ertoe leiden dat  punten voor kwaliteitsverbetering binnen het scholingsaanbod worden geformuleerd en gerealiseerd.

 

5.2.2          Verzuim

In 2000 werd afgesproken dat het verzuim van 27% in 2000  teruggebracht zou worden tot 15% in 2002. Deze doelstelling werd in 2002 niet gehaald, het verzuim bleef in dat jaar constant 27%.

De aanpak van verzuim heeft daarom in 2003 de allerhoogste prioriteit gekregen. In een gemeenschappelijke werkgroep van Mondriaan en gemeenten zijn definities geformuleerd voor geoorloofd en ongeoorloofd verzuim. Vervolgens is met Mondriaan afgesproken dat alle cursisten die verzuimen zonder dat de reden van verzuim bekend is, gebeld worden om na te gaan waarom ze afwezig zijn. Dagelijks worden inmiddels de namen van verzuimende cursisten doorgegeven aan de gemeente. De trajectbegeleiders van de cursisten nemen vervolgens contact op met de cursist en voeren indien nodig verzuimgesprekken. Eventueel kan zo’n gesprek leiden tot een maatregel in de inkomenssfeer.

Deze aanpak blijkt succesvol. Na de zomervakantie is gestart met het nabellen van cursisten en is tijdens de lessen en door de trajectbegeleiders aandacht besteed aan de afspraken rondom verzuim.

Gevolg is dat vanaf de zomervakantie het verzuim schommelt rondom de 15 %. Daarvan is globaal de helft geoorloofd verzuim en de andere helft ongeoorloofd verzuim of is de reden van verzuim onbekend.

Gezien het succes van deze aanpak zal de aanpak voortgezet worden in 2004.

Vanaf januari/februari 2004 zullen cursisten die geen uitkering hebben, maar wel scholing volgen die onder de productovereenkomst met de gemeente valt, beperkte begeleiding krijgen. Deze begeleiding bestaat er vooral uit dat mensen die ongeoorloofd verzuimen opgeroepen worden voor een gesprek met iemand van de gemeente.

 

Verhoging effectiviteit van trajecten

Duaal leren is een speerpunt in landelijk beleid. Bij duaal leren krijgen cursisten twee trajectonderdelen in samenhang tegelijkertijd aangeboden. Voorbeeld hiervan is een combinatie van NT2 en praktische vakken, maar duaal kan ook betekenen het combineren van taallessen met werk of stage. Duaal leren wordt in Delft vormgegeven o.a. via het zogenoemde rotonde-aanbod. Bij dit aanbod kunnen deelnemers gedurende een periode van 13 weken kennismaken met verschillende activiteiten in combinatie met Nederlandse taal.

Uit landelijk onderzoek is gebleken dat de combinatie van taal en praktijk zeer effectief is als het gaat om het aanleren van taal. Daarom zal dit beleid in 2004 voortgezet worden.

 

Er blijft een grote vraag naar avondcursussen, traditioneel vooral bedoeld voor werkende allochtonen, maar steeds meer gevraagd door Nieuwkomers. Een avondopleiding van 5 of 7½  uur per week biedt echter onvoldoende mogelijkheden om het gewenste resultaat te behalen, door het beperkte aantal uren, een verminderde opname-capaciteit na een dag hard werken en hoger verzuim.

Voor 2004 wordt de lijn voortgezet dat nieuwkomers alleen avondopleidingen mogen volgen als ze hiervoor toestemming krijgen van hun trajectbegeleider. De nieuwkomer moet daarvoor een gemotiveerd verzoek indienen bij de trajectbegeleider. De nieuwkomer zal daarbij duidelijk worden gemaakt dat zij zelf verantwoordelijk blijven voor het behalen van een voldoende niveau Nederlands binnen de gestelde tijd.

 

5.3          Verstevigen van de positie van het Praktijk Leer Centrum (PLC)

De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek naar de kansen voor een breed PLC in Delft hebben ertoe geleid dat de gemeente Delft en het Mondriaan Regiocollege Educatie Delft  de intentie hebben uitgesproken om de komende jaren verder te investeren in het PLC. Conform de in 2002 gemaakte afspraken wordt in 2004 opnieuw voor een bedrag van € 363.025,- producten afgenomen van het PLC.

Het PLC is het afgelopen jaar steeds meer ingezet als praktijkonderdeel in combinatie met het leren van Nederlandse taal. Deze ontwikkeling zal in 2004 voortgezet worden.

 

5.4          Onderzoek naar de groep “zelfmelders”

In 2001 bleek dat 30 % van alle deelnemers aan volwasseneneducatie niet via de gemeente waren aangemeld. Mensen namen zelf het initiatief. Om meer zicht te krijgen op de samenstelling van deze groep en de motieven waarom deze mensen scholing volgen is in 2003 een onderzoek gedaan naar de samenstelling van de groep zelfmelders. In totaal zijn 164 dossiers onderzocht en 60 cursisten geïnterviewd. Met dit onderzoek is meer dan 90% van de gehele doelgroep in beeld gebracht.

 

Algemeen

Van de zelfmelders is 60% vrouw. De gemiddelde leeftijd is 34 jaar, variërend van 15 tot en met 67 jaar. De grootste groep, 44%, volgt Nederlands als tweede taal tot en met niveau 4.

Het ‘Verre Oosten’ is sterk vertegenwoordigd (31%), waaronder 19 personen afkomstig uit China, 11 uit Indonesië en 7 uit Afghanistan. Verder zijn Turkije (9%), Marokko (6%), Iran en Irak (beiden 5%) grote ‘leveranciers’.

Het overgrote deel van de cursisten bestaat uit echtparen (samenwonend of gehuwd met partner), 70%, tegenover 23% alleenstaanden. Slechts 7% vormt een éénoudergezin.

 

Bron van inkomsten

Op basis van de resultaten van de ‘interviewgroep’ is inzicht verkregen in de bron van inkomsten van de cursisten. Het merendeel, 54%, heeft eigen inkomsten, waarvan een klein deel uit een zelfstandige onderneming, 28% is afhankelijk van de inkomsten van een partner en 15% ontvangt een uitkering (AOW, WAO, WW of Abw).

 

Doelperspectief

Op basis van het dossieronderzoek komt het doelperspectief werk het sterkst naar voren, 40% voor wat betreft de gehele groep. Bij het opleidingsniveau KSE2 stijgt dit percentage naar 56%. Bij niveau 3 en 4 daalt dit percentage weer naar respectievelijk 50% en 42%.

Het dagelijks leven staat voor 22% van de totale groep als doelperspectief genoteerd, tegen 10% vervolgopleiding. Van 28% van de cursisten is op basis van het dossier niet met zekerheid vast te stellen wat het doelperspectief is.

Uit de interviewgroep blijkt dat het leren van Nederlands met name gericht is op het dagelijkse leven. Van de geïnterviewden geeft 65% dit als 1e prioriteit aan, tegen 23% die werk als 1e prioriteit aangeeft.

De totalen van de drie prioriteiten van doelperspectieven geven het volgende beeld: het dagelijkse leven is het vaakst genoemd (42%), direct gevolgd door werk (40%) en op afstand opvoedingsondersteuning (13%) en toegang tot beroepsonderwijs (4%).

 

5.5          Huisvesting VE verbeteren

Qua huisvesting zit de volwasseneneducatie nu nog verspreid over verschillende locaties in de stad (o.a. op de Röntgenweg en de Slauerhofflaan). Cursisten moeten soms van de ene locatie naar de andere. In overleg met het Mondriaan Regiocollege wordt nu voorgesteld alle basiseducatie in Delft op twee locaties te concentreren.

 

5.6          OnderwijsTechnoCentrum Haaglanden (OTC)

Het OTC heeft een schakelfunctie en een makelaarsrol voor technische opleidingen en techniek in relatie tot onderwijs in de regio Haaglanden. Het zou goed zijn de positie van het technisch onderwijs in Delft met name op het MBO-niveau te versterken. Dit omdat juist technisch onderwijs voor een deel van de doelgroep van VE de kans op werk zeer zal vergroten. Voor 2003 werd daarom als nieuw beleidsactiepunt benoemd: het uitzoeken op welke manier samenwerking tussen de gemeente Delft en het OTC vormgegeven kan worden.

Inmiddels is in Delft door het ROB en Mondriaan samen een BBL-opleiding mechatronica gestart. Vanaf 1 april 2004 gaat bovendien via een samenwerkingsverband van de drie VMBO-scholen in Delft een verrijkingsmodule mechatronica voor het VMBO van start. Het doel is de aansluiting tussen VMBO en MBO te verbeteren voor leerlingen die deze verrijkingsmodule hebben gevolgd en doorstromen naar de BBL-opleiding.

 

5.7          Technicom

In 2001/2002 heeft de gemeente met Stichting Technicom (uitvoerder van de Diensten en Werkwinkel) een contract afgesloten om een aantal werkervaringsplaatsen in te zetten ten behoeve van langdurig werkzoekenden.

In samenspraak met het vakteam Activering en Inburgering is aan Stichting Technicom gevraagd om voor een groep Inburgeraars die in hun land van herkomst al de benodigde ervaring hebben opgedaan in de techniek (breed) een duaal traject te ontwikkelen. Naast Nederlandse taalles zou gericht praktijkervaring worden opgedaan op het betreffende vakgebied. Als extra ondersteuning kan een praktijkgerichte opleiding van het PLC ingezet worden.

De praktijkcomponent zal plaatsvinden binnen de Diensten- en Werkwinkel.

Een eventuele vervolgstap wordt binnen Activering en Inburgering begeleid.

In totaal zijn drie kandidaten gestart met dit project.

 

6           Beleidspunten 2004

Voor een belangrijk deel wordt het beleid uit 2003 voortgezet.Hieronder een overzicht van de speerpunten in beleid voor 2004.

6.1          (Her)structurering van het onderwijsaanbod

In 2004 zal meer bekend worden over de financiering van scholing voor nieuwkomers. De verwachting is nu dat het budget dat gemeenten ontvangen in het kader van de WIN voor scholing de komende jaren volledig komt te vervallen. Dat zal vanaf 2005 consequenties hebben voor de inkoop bij het ROC door de gemeente.

Gezien deze te verwachten terugval in financiering na 2004 zal in de loop van 2004 met het ROC besproken worden wat er van het modulaire systeem in 2005 gehandhaafd kan blijven.

6.2          Rendementsmeting

In 2004 zal veel meer informatie beschikbaar zijn over doorlooptijden en toetsresultaten dan tot nu toe. Daar waar daar aanleiding toe is zal met het ROC besproken worden hoe de resultaten verbeterd kunnen worden.

6.3          Verzuimbestrijding

De in 2003 ingezette lijn rondom verzuimaanpak wordt in 2004 voortgezet. Doelstelling is om het ongeoorloofd verzuim dat nu rond de 7% schommelt in elk geval terug te dringen naar 5%.

6.4          Huisvesting Mondriaan

Daar waar nodig zal de aan de afdeling grondzaken ondersteuning worden gevraagd bij de herhuisvesting van Mondriaan. Het is de bedoeling dat de herhuisvesting in 2005 gerealiseerd zal zijn.

6.5          ESF

Gezien alle bezuinigingen die de komende jaren op de gemeente afkomen zal gezocht moeten worden naar andere financieringsbronnen voor volwasseneneducatie. ESF is daarbij een reële mogelijkheid. Inzet van ESF vergt echter dat het huidige scholingsaanbod van het ROC deels anders wordt vormgegeven. Het is belangrijk dat de administratieve organisatie rondom ESF-financiering vooraf goed geregeld is, om eventuele terugvorderingen later te voorkomen.

In 2004 zal nader onderzocht worden of een ESF aanvraag voor volwasseneneducatie tot de mogelijkheden behoort.

6.6          Alfabetisering

Nog steeds komt in Nederland analfabetisme voor bij autochtone Nederlanders. Onderzoek heeft aangetoond dat het dan gaat om 10 % van de autochtone bevolking t/m 75 jaar. Daarbij gaat het niet alleen om de relatief kleine groep van ouderen die in de oorlog niet naar school konden gaan, maar ook om jongere mensen die op een zeer laag niveau van geletterdheid functioneren.

Tegelijkertijd verandert de samenleving steeds meer in een informatiemaatschappij, waarbij veel informatie schriftelijk wordt aangeboden. In de werkomgeving worden steeds hogere eisen gesteld aan medewerkers. Van laaggeschoolden wordt bijvoorbeeld gevraagd dat zij een veiligheidscertificaat halen, of dat zij in staat zijn de gebruiksaanwijzing op schoonmaakmiddelen op te volgen.(Functioneel) analfabeten zullen daarom steeds moeilijker werk kunnen vinden en behouden.

 

Het blijkt zeer lastig deze doelgroep te bereiken. Mensen schamen zich voor hun analfabetisme. Verwijzers en werkgevers hebben onvoldoende kennis om analfabeten te herkennen.

Intensieve werving voor taalcursussen kan mensen over de drempel helpen om hun ongeletterdheid aan te pakken, waardoor zij beter kunnen functioneren in de samenleving, danwel meer kans hebben hun werk te behouden.

Op initiatief van de provincie Zuid-Holland is er in 2003 een onderzoek geweest naar analfabetisme. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat vooral de werving van cursisten voor cursussen erg moeizaam verloopt.

 

De gemeente Delft heeft nu mede namens de andere gemeenten in de regio Haaglanden een subsidie bij de Provincie Zuid-Holland aangevraagd en toegekend gekregen voor een wervingsfunctionaris. Deze wervingsfunctionaris werkt bij het ROC en zal gedurende een jaar lang intensief  werven onder potentiële cursisten en voorlichtingen verzorgen onder verwijzers in de hele regio Haaglanden.

Tevens zal deze persoon actief werkgevers benaderen om ook bij hen het probleem onder de aandacht te brengen. Daarbij is het de bedoeling dat de verrichte activiteiten na het project  structureel worden ingebed.

 

De wervingsfunctionaris zal verantwoording afleggen aan een intergemeentelijke projectgroep, waarvan de gemeente Delft voorzitter is.

Doelstelling van dit regionale project is in elk geval dat alle plekken NT1 die door gemeenten in de regio Haaglanden zijn ingekocht bij de ROC’s volledig bezet zijn eind 2004.

 

6.7          Openbaar aanbesteden van scholing

De gemeente Delft heeft in het kader van de oudkomersregeling voor 2004 geld toegekend gekregen voor oudkomerstrajecten. Die trajecten bestaan uit taal leren in combinatie met andere activiteiten. Gezien de hoogte van het totale bedrag moeten activiteiten voor deze oudkomersregeling openbaar aanbesteed gaan worden. Dit vergt een andere werkwijze dan tot nu toe gevolgd is voor de oudkomersgelden. Deze nieuwe werkwijze zal het komend jaar meer tijd vergen dan voorheen.

7           Overzicht financiën volwasseneneducatie 2004

Hieronder een overzicht van de verschillende bronnen waaruit basiseducatie gefinancierd wordt en relevante ontwikkelingen per budget.

Hoeveel geld besteed wordt aan (kwalificerende) scholing vanuit het werkdeel van de WWB en vanuit de bijzondere bijstand wordt gerapporteerd via stukken die begin 2004 over deze onderwerpen verschijnen.

 

7.1          Wet educatie beroepsonderwijs (WEB)

Jaarlijks ontvangt de gemeente Delft een budget aan WEB-gelden. Voor 2004 is het bedrag dat we zullen ontvangen geïndexeerd ten opzichte van het bedrag van 2003.

Omdat Delft tevens centrumgemeente is voor Pijnacker-Nootdorp, wordt het bedrag van Delft nog verhoogd met een bedrag voor Pijnacker-Nootdorp.

De totale rijksbijdrage educatie in het kader van de WEB bedraagt voor 2004 € 1.888.140,-.

Voor de WEB geldt dat wij deze middelen moeten besteden aan scholingen bij een ROC.

 

7.2          Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN)

Vanuit de WIN ontvangt de gemeente jaarlijks een bijdrage. Deze bijdrage bestaat uit een deel educatie en een deel maatschappelijke begeleiding. Het bedrag dat uitgekeerd wordt, is gebaseerd op het aantal nieuwkomers twee jaar eerder (de zogenoemde t-2 systematiek). Voor 2004 betekent dit dat wij op basis van het aantal nieuwkomers van 2002 een bijdrage ontvangen. In 2004 geldt voor de WIN nog verplichte inkoop bij een ROC.

 

Het rijksbeleid ten aanzien van inburgering van nieuwkomers wordt veranderd. Deze veranderingen zullen vertaald worden in een nieuwe wet inburgering, die naar verwachting in 2006 van kracht wordt.

Kern van het nieuwe beleid is dat de inburgeraar zelf verantwoordelijk is voor een voldoende niveau van taalbeheersing. Hij zal dan zelf taalscholing moeten inkopen. Waarschijnlijk zal de gemeente op termijn daarom vanuit de WIN geen middelen meer krijgen om taalscholing voor nieuwkomers in te kopen.

De gevolgen van deze beleidslijn zijn al in 2004 merkbaar. Landelijk wordt in 2004 57 miljoen euro bezuinigd op de WIN-gelden.

Delft is voor de WIN centrumgemeente voor Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden. Het bedrag aan WIN-middelen wordt daarom verhoogd met de bijdrage voor Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden. In totaal zal Delft

€ 806.427,- ontvangen. Dit betekent dat wij ten opzichte van 2003

€ 353.196,-  minder zullen ontvangen voor het onderdeel educatie binnen de WIN.

 

De bezuinigingen in de WIN zijn op een dermate laat tijdstip bekend geworden, dat de contractonderhandelingen met het ROC al bijna afgerond waren. Het is gelukt een deel van deze bezuiniging ondanks de late bekendmaking toch nog op te vangen door het opleidingsaanbod efficiënter te organiseren. In 2004 wordt daarom eenmalig een beroep gedaan op de nieuw in te richten maatschappelijke reserve ter hoogte van € 250.000,- om de bezuinigingen in de WIN voor 2004 deels op te vangen.

 

7.3          Budget Sociale Activering

Vanuit het werkfonds wordt jaarlijks mede voor de instandhouding van het PLC een bijdrage geleverd aan het uitvoeren van het beleidsplan volwasseneneducatie. Vorig jaar bedroeg deze bijdrage €  402.000,-.

In 2004 vervalt het budget sociale activering en ontvangt de gemeente in het kader van de WWB een rijksbijdrage. Vanuit het werkdeel zal in 2004 € 402.000,- bijgedragen worden aan de volwasseneneducatie.

 

7.4          Eigen gemeentelijke middelen

Bij de programmabegroting zijn vanuit de gemeente extra middelen vrijgemaakt voor volwasseneneducatie. Het betreft daarbij twee specifieke doelen, t.w. de aanpak van verzuim en een extra cursus voor autochtone analfabeten.

Daarnaast wordt al een aantal jaren via de algemene middelen een bedrag van € 64.811,- benut ten behoeve van NT1 cursussen.

 

Ten behoeve van een aantal jongeren onder de 18 wordt vanuit de afdeling onderwijs budget beschikbaar gesteld voor een scholing bij het PLC.

 

7.5          Samenvattend overzicht

In totaal zijn voor het contract met het ROC voor 2004 de volgende middelen beschikbaar:


 

 


8           Randvoorwaarde bij scholing

Op het moment dat mensen gaan deelnemen aan scholing, hebben zij vaak behoefte aan kinderopvang. Tot nu toe werd kinderopvang voor mensen die scholing volgen met toestemming van de gemeente ook via de gemeente geregeld.

Op 1 januari 2005 zal er een nieuwe wet kinderopvang ingevoerd worden. Vooruitlopend op de nieuwe wet geldt in 2004 al dat ouders zelf de kinderopvang voor hun kind(eren) moeten regelen als zij scholing gaan volgen, waarbij de financiering van de kinderopvang nog wel ten laste van de gemeente komt. Gezien het feit dat roosters pas kort van tevoren bekend worden, zal dit voor ouders vaak lastig zijn en leiden tot een verhoogd verzuim in de eerste cursusweken na een startmoment.

Voordeel van de nieuwe regelgeving is wel dat ouders zelf kunnen kiezen bij welk kinderdagverblijf zij hun kinderen onderbrengen.

9           Samenvatting van de actiepunten uit dit beleidsplan

Activiteit

Wanneer

Herstructureren onderwijsaanbod

Hele jaar

Rendementsmeting

Hele jaar

Verzuimbestrijding

Hele jaar

Verbeteren huisvesting ROC

Hele jaar

ESF-procedures

Vanaf 2e kwartaal 2004

Begeleiding project analfabetisme

Hele jaar

Vormgeving openbare aanbesteding

Vanaf 1e kwartaal 2004

 

10        Voorstel

Voorgesteld wordt:

 


Bijlage 1 : Lijst met afkortingen

 

ABW                Algemene Bijstands Wet

AMA                Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker

ANW                Algemene Nabestaanden Wet

AOW                Algemene Ouderdoms Wet

BBL                 Beroeps Begeleidende Leerweg

CPO                 Centraal Punt oudkomers

CWI                 Centrum voor Werk en Inkomen

ESF                 Europees Sociaal Fonds

HBO                 Hoger beroepsonderwijs

Hexbo              toeleiding examenklas havo/beroepsonderwijs

HAVO              Hoger Algemeen Vormend Onderwijs

ITB                   Individuele Traject Begeleiding

KSB                 Kwalificatiestructuur beroepsonderwijs

KSE                 Kwalificatiestructuur educatie

MAVO              Middelbaar Algemeen Vormend Onderwijs

MBO                Middelbaar beroepsonderwijs

NT1                  Nederlands als moedertaal

NT2                  Nederlands als tweede taal

NUG                 Niet Uitkerings Gerechtigde

OTC                 Onderwijs Techno Centrum

PLC                 Praktijk Leer Centrum

RMC                Regionaal Meld- en Coördinatiepunt

ROC                 Regionaal Opleidings Centrum

RVP                 Resultaat Verbeter Plan

Texbo               Toeleiding examenklas mavo/beroepsonderwijs

TU                    Technische Universiteit

UAF                 Stichting voor vluchteling-studenten UAF

VAVO              Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs

VE                   Volwasseneneducatie

VMBO              Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs

VO                   Voortgezet onderwijs

VWO                Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

WAO                Wet Arbeids Ongeschiktheid

WEB                Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WIN                 Wet inburgering Nieuwkomers

WIZ                  Werk Inkomen Zorg

WO                  Wetenschappelijk Onderwijs

WSF                Wet Studie Financiering

WW                 WerkloosheidsWet

WWB               Wet Werk en Bijstand


Bijlage 2: samenvatting criteria HBO en WO scholingen

Voor een tweetal doelgroepen is het mogelijk om, met behoud van uitkering, een scholing op HBO of WO niveau te volgen. Deze doelgroepen bestaan uit:

Doel hiervan is een reeds behaald diploma op te waarderen, of om weer bij te scholen tot dit niveau.

 

Daarbij zijn de volgende criteria van kracht:


Bijlage 3: criteria voor scholing binnen trajecten

 

De volgende criteria zijn van toepassing:

·         het dient te gaan om korte beroepsgerichte opleidingen die voor fase-2 klanten maximaal een half jaar mogen duren en voor fase-3 en 4 klanten maximaal 1 jaar mogen duren;

·         schakelende opleidingen worden alleen in behandeling genomen indien de vervolgscholing in het trajectplan aangegeven en gemotiveerd wordt;

·         er dient voldoende vraag te zijn geconstateerd naar het te scholen beroep of functie;

·         de scholing heeft als doel de klant een goede startpositie op de arbeidsmarkt te geven;

·          bij voldoende startpositie gaat werk boven scholing, scholing is niet gericht op loopbaanbevordering, behoudens t.b.v. de deelnemers aan het project Onbenut Talent;

·         schriftelijke opleidingen zijn uitgesloten indien deze ook mondeling gevolgd kunnen worden;

·         bij schriftelijke opleidingen dient er altijd een praktijkstage gevolgd te worden.

·         het dient in alle gevallen te gaan om erkende opleidingen, opgenomen met CEDEO of CREBO erkenning;

·         NB. Voor HBO en WO scholingen is specifiek gemeentelijk beleid van toepassing, conform de nota scholing en bijstand (01/014681).

·         klanten dienen te voldoen aan de voorwaarden (vooropleidingseisen, niveau Nederlands e.d.) die de scholing stelt;

·         klanten dienen te voldoen aan de randvoorwaarden (leervermogen, doorzettingsvermogen, motivatie maar ook realisatie kinderopvang e.d.) die noodzakelijk zijn voor het succesvol volgen van scholing;

·         klanten dienen te voldoen aan randvoorwaardelijke beroepseisen (bereidheid tot onregelmatig werken, in bezit van rijbewijs, flexibiliteit in woon-werk verkeer ) die het toekomstig beroep aan hen stelt.

·         De scholing dient plaats te vinden binnen een straal van 25 km vanaf de gemeente Delft. Uitzondering hierop is alleen mogelijk indien het beoogde opleidingsinstituut het enige instituut is dat de betreffende opleiding aanbiedt.

 

Uitgangspunt is dat er altijd gezocht wordt naar het kortst mogelijke opleidingstraject. De scholing mag voor klanten fase-2 in ieder geval niet langer dan een half jaar en voor klanten fase 3 en 4 niet langer dan 1 jaar duren.

 

Alle scholingen worden gefinancierd vanuit het werkdeel WWB. Indien de klant kosten voor de scholing maakt, zoals reiskosten, boekengeld, examenkosten, etc, wordt separaat aan de het scholingsverzoek een aanvraagtraject bijzondere bijstand gestart.

 


Bijlage 4 schematisch overzicht samenhang basiseducatie en beroepsonderwijs