Op 13
juni 2000 is het College van B&W akkoord gegaan met het voorstel om vanaf 1
juli 2000 uitgeprocedeerde asielzoekers in de categorie voormalig ROA/VVTV op
te nemen in de zogenaamde ‘Uitstroomregeling’. Hiervoor is budget beschikbaar
gesteld. Uit
dit budget kunnen éénmalig uitkeringen worden verstrekt door het Interkerkelijk
Sociaal Fonds (ISF), gekoppeld aan begeleiding bij en onderzoek naar
terugkeermogelijkheden via de IOM.
Deze notitie betreft een
interne evaluatie van de “Uitstroomregeling”.
Specifiek wordt ingegaan op
de uitvoering van de regeling sinds de invoering op 1 juli 2000, de stand van
zaken en de voortgang van de regeling. U wordt gevraagd in te stemmen met de
voorstellen voor voortgang.
De opbouw van de notitie is
als volgt:
Naast deze inleiding en de
aanleiding wordt middels een toelichting op de “Uitstroomregeling” een aanloop
gegeven op de stand van zaken. Naast de stand van zaken komen achtereenvolgens
aan de orde: financiën, knelpunten in de uitvoering en de subsidieaanvraag SNVD.
Vervolgens de conclusies en
voorstellen voor voortgang van de regeling.
Bij het opstellen van de
regeling heeft de Gemeente Delft altijd een tijdelijk karakter voor ogen gehad.
De gemeente is in afwachting van een oplossing van het Rijk. Het Rijk is
tenslotte verantwoordelijk voor het toelatings- en terugkeerbeleid. Tot nu toe
is deze oplossing echter uitgebleven.
Met het uitblijven van een
oplossing komt het tijdelijke karakter in het geding.
3.1
Uitgangspunt
Het uitgangspunt van de
“Uitstroomregeling” is gedurende 3 maanden een financiële bijdrage te
verstrekken, gekoppeld aan begeleiding bij en onderzoek naar
terugkeermogelijkheden via de IOM. Indien men nog in een andere procedure dan
de asielprocedure is verwikkeld dan kan de regeling voor de doorlooptijd van
deze procedure gecontinueerd worden.
Concreet betekent dit dat
alle ROA/VVTV-cliënten die uitgeprocedeerd zijn, gedurende 3 maanden een zak-
en kleedgelduitkering ontvangen. Gedurende deze periode kan de cliënt in de
woning van de gemeente blijven wonen, als verblijf bij familie of kennissen in
Delft niet mogelijk is.
3.2 Doelstelling
De “Uitstroomregeling”
wordt binnen de Gemeente Delft vanuit humanitair oogpunt aangemerkt als een
middel om schrijnende situaties te voorkomen van uitgeprocedeerde asielzoekers
die van Rijkswege geen recht meer hebben op verstrekkingen en opvang. Hiermee
wordt tevens voorkomen dat men gaat “rondzwerven” in de gemeente.
3.3 De
uitkering
De uitkering wordt in
beginsel aangewend voor de kosten van levensonderhoud en bedraagt € 188, - per
maand per volwassene, een gezin met kinderen krijgt € 94,- per maand extra. Indien
een cliënt aangeeft te willen vertrekken, wordt de uitkering in zijn geheel
verstrekt als bijdrage in de kosten om door te migreren of alsnog terug te
keren naar het land van herkomst.
3.4 De doelgroep
De uitstroomregeling richt
zich op die personen die lang in de asielprocedure hebben gezeten en gedurende
die periode lange tijd in Delft hebben gewoond. Door bijv. de begeleiding van
de SVD, het verblijf – feitelijk zelfstandig wonend - in een ROA-woning en het
gegeven dat kinderen naar school zijn gegaan is een mate van inburgering
opgetreden die heeft geleid tot de invoering van de Uitstroomregeling.
In de praktijk bevinden zich
in de uitstroomregeling mensen die in het kader van de ROA-regeling en de
Zorgwet VVTV onder de verantwoordelijkheid van Delft vallen. Deze personen
worden opgevangen totdat over hun toelating is beslist. Bij een negatieve beslissing
zijn gemeenten verantwoordelijk voor het beëindigen van de opvangvoorzieningen.
De Gemeente Delft vindt het
inhumaan om deze specifieke groep, die in afwachting van de beslissing op de
eerste asielaanvraag al jarenlang in de gemeente verblijft, abrupt op straat te
zetten. Daarom heeft de Gemeente Delft besloten om voor deze specifieke groep
de opvangvoorzieningen voort te zetten. Met de “Uitstroomregeling” beoogt de
Gemeente Delft middels een overbruggingsperiode van 3 maanden terugkeer voor
uitgeprocedeerden alsnog te realiseren.
Zolang de ROA/VVTV’ers onder
de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen krijgen zij:
1.
Begeleiding
in de laatste fasen van de asielprocedure. Er wordt ondersteuning geboden
tijdens het doorlopen van het stappenplan;
2.
De
mogelijkheid tot persoonlijke ontwikkeling. Bekeken wordt welke andere
scholingsmogelijkheden er zijn dan het bestaande taalonderwijs voor de
ROA/VVTV-cliënten. Deze aanvullende scholing kan dienen als ‘bagage’ die nuttig
is bij een eventuele terugkeer of bij een eventueel verblijf in Nederland;
3.
Ondersteuning
in het zoeken naar mogelijkheden voor terugkeer, als zij eenmaal
uitgeprocedeerd zijn. Begeleiding via het IOM wordt de cliënt aangeboden en er
wordt gekeken of in samenwerking met het IND naar oplossingen gezocht kan
worden. Indien de uitgeprocedeerde meewerkt aan deze begeleiding wordt
gedurende 3 maanden een eenmalige uitkering verstrekt. Verlenging is mogelijk
als men nog in enige andere procedure dan de aanvraagprocedure is verwikkeld.
Omtrent de toelating van
andere categorieën is geen beleid geformuleerd. Het college is echter wel van
mening dat de gemeente in financiële zin geen rol hoeft te spelen als het gaat
om:
1.
Mensen
die op grond van een zelfzorgarrangement (ZZA) in Delft verblijven. ZZA’ers
vallen tenslotte onder verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid en niet onder
die van de gemeente;
2.
Mensen
die snel na binnenkomst in Nederland een afwijzing hebben gekregen. Zij hebben
tenslotte geen enkele binding met Delft.
3.5 Wie voert de regeling uit?
De begeleiding van de
ROA/VVTV-cliënten wordt gegeven door de Gemeente Delft, vanuit de sector Werk,
Inkomen en Zorg (WIZ) van het cluster Publiekszaken. Stichting
Vluchtelingenwerk Delft vervult een rol in de individuele maatschappelijke
begeleiding en de juridische ondersteuning van de cliënt. De uitkering voor
uitgeprocedeerden wordt verstrekt via het Interkerkelijk Sociaal Fonds (ISF).
3.6 Tijdelijk Karakter
Bij het opstellen van de
regeling heeft de Gemeente Delft altijd een tijdelijk karakter voor ogen gehad.
De Gemeente Delft is namelijk in afwachting van een door het Rijk aangedragen
(humane) oplossing voor deze specifieke groep. Het Rijk is tenslotte
verantwoordelijk voor het toelatings- en terugkeerbeleid.
4. Stand van zaken
Sinds de invoering van de
“Uitstroomregeling” is het gebruikelijk dat regelmatig een “stand van zaken
notitie” geschreven wordt. De laatste stand van zaken is beschreven in april
2002.
Voor een gedetailleerd
overzicht van de stand van zaken verwijs ik u naar de bijlage.
4.1 Huidige bezetting
De cliënten in de
“Uitstroomregeling” kunnen onderverdeeld worden in drie groepen:
1.
Cliënten die buiten hun toedoen niet terug kunnen keren, denk aan
Chinezen en Stateloze Palestijnen.
2.
Cliënten die om medische redenen niet terug kunnen keren
3.
Cliënten die nog in enig andere procedure zijn verwikkeld.
De
beslissing op de aanvraag mag in Nederland worden afgewacht, desondanks bestaat
er geen recht op opvang.
In totaal maken momenteel 11
personen gebruik van de uitstroomregeling,
6 volwassenen en 5 kinderen.
In totaal wordt maandelijks een financiële bijdrage verstrekt ter hoogte van €
1.140,- . Daarbij komen de kosten voor de woningen, zoals huur, gas,
water en licht en reparaties, etc.
Twee cliënten claimen
Stateloze Palestijnen te zijn. Stateloze Palestijnen zijn niet in het bezit van
geldige reis- of identiteitsdocumenten. Zij worden door het land van herkomst
ook niet als staatsburger erkend.
Terugkeer is voor hen dus
‘buiten hun toedoen’ niet mogelijk (voor meer info, zie bijlage 2). De termijn
van 3 maanden is voor deze twee cliënten inmiddels ruimschoots overschreden,
beiden zitten al vanaf 1 juli 2000 in de “Uitstroomregeling”.
De overige cliënten zitten
allemaal nog in een bezwaarprocedure tegen de afwijzing van een reguliere
vergunning of zijn inmiddels onherroepelijk uitgeprocedeerd en in afwachting
van een terugkeergesprek. Zodra het terugkeerdossier van de IND is ontvangen
dient de toelage in het kader van de “Uitstroomregeling” stopgezet te worden,
men voldoet immers niet meer aan de criteria.
4.2 Niet langer in de
regeling
Sinds de invoering van de
‘Uitstroomregeling’ zijn er vijf personen die niet langer gebruik maken van de
‘Uitstroomregeling’. Reden hiervoor is het alsnog verkrijgen van een status of
het niet langer voldoen aan de criteria voor de “Uitstroomregeling”.
Twee cliënten komen inmiddels
weer in aanmerking voor de regeling.
De redenen hiervoor zijn:
-
Dusdanige psychische problemen dat terugkeer (momenteel) niet aan de
orde is.
-
Situatieverandering in land van herkomst. In dit geval de situatie in
Irak, in dit kader is voor mensen uit Noord-Irak een vertrekmoratorium
ingesteld, al eerder is een vertrekmoratorium ingevoerd voor mensen uit
Centraal-Irak. Op dit moment hoeft geen enkele Irakees terug te keren.
4.2.1 Vertrekmoratorium
Irak
In het geval van een
vertrekmoratorium heeft de VNG in overleg met het Rijk de volgende procedure
opgesteld:
-
Uitgeprocedeerde asielzoekers waarvan de voorzieningen nog niet zijn
beëindigd, blijven deze voorzieningen behouden gedurende de tijd van het
vertrekmoratorium.
-
Uitgeprocedeerde asielzoekers uit Noord-Irak waarvan de
deelvoorzieningen, zoals ziektekosten en leefvoorziening al zijn beëindigd,
maar nog niet tot ontruiming is overgegaan, krijgen de deelvoorzieningen weer
uitbetaald. Ontruimingen worden stopgezet. De duur van het vertrekmoratorium is
beëindigd per 1 februari 2004.
De Gemeente Delft heeft
twee Irakezen die niet langer gebruik maken van de “Uitstroomregeling”.
Betrokkene uit
Centraal-Irak heeft inmiddels een verblijfsvergunning en ontvangt vanaf
10-4-2003 een Abw-uitkering.
Betrokkene uit Noord-Irak dient in het kader het
geldende vertrekmoratorium met terugwerkende kracht vanaf 7 februari 2003 tot
en met 1 februari 2004 opnieuw in de “Uitstroomregeling” opgenomen te worden.
4.3
Voorziening in het kader van de voormalige ROA-regeling of de
Zorgwet VVTV
De Gemeente Delft heeft nog
twee VVTV’ers en 1 ROA onder zijn verantwoordelijkheid. Deze personen bevinden
zich in de laatste fase van hun asielprocedure en hebben conform de
Invoeringswet 2000 nog recht op continuering van de voorzieningen in het kader
van de ROA-regeling of de Zorgwet VVTV. Na het beëindigen van deze
voorzieningen kunnen zij opgenomen worden in de “Uitstroomregeling”.
5.
Financiën
De uitkeringen voor
uitgeprocedeerden verstrekt via het Interkerkelijk Sociaal Fonds (ISF).
Hiervoor is voor 2003 een bedrag van €87.225,- begroot, de werkelijke kosten
bedragen €20.570,33.
Afspraak is dat elk
kwartaal een maximumbedrag van €6807,- wordt overgemaakt aan het ISF. Het saldo
aan het einde van het kwartaal wordt meegewogen in de verstrekking voor het
volgende kwartaal. Maximaal kan er over een kalenderjaar dus €27.228,- aan het
ISF verstrekt worden.
De ‘Uitstroomregeling’ wordt
sinds 1 juli 2000 uitgevoerd, de volgende knelpunten zijn aan de orde:
1.
Er
wordt nog steeds uitgegaan van het ‘tijdelijke karakter’ van de regeling: De
vraag is ‘Voor hoelang de regeling voortgezet kan worden?’
2.
De
veranderende situatie in het land van herkomst (denk hierbij aan Irak) en de
opvang van uitgeprocedeerde door de Gemeente hebben tot gevolg dat de gemeente
ingeval van een vertrekmoratorium de voorzieningen niet mag beëindigen en in
het voorkomende geval zelfs de leefvoorziening met terugwerkende kracht dient
te continueren.
3.
In
geen enkel geval is de financiële toelage voor uitgeprocedeerden die rechtmatig
verwijderbaar zijn voor 3 maanden verstrekt. Deze termijn is ruimschoots
overschreden, het niet terug kunnen keren en de lange afwikkeling van nog
lopende andere procedures liggen hieraan ten grondslag.
4.
Het
stopzetten van de regeling is complex. De mogelijkheid tot bezwaar staat open,
de stopzetting wordt immers middels een beschikking kenbaar gemaakt. De
afhandeling van het bezwaar kan even op zich laten wachten, in het voorkomende
geval heeft dit 1 jaar geduurd.
Daarnaast
dient een aparte ontruimingsprocedure te worden gestart.
Het ontruimen
van de woning is een juridisch proces waarmee een lange doorlooptijd en kosten
zijn gemoeid.
Voorafgaand
aan de ontruimings-procedure wordt betrokkene 2 keer gesommeerd de woning te
verlaten.
7.1 Tweede of en herhaald
asielverzoek
Minister Nawijn heeft
toegezegd dat, indien een tweede of een herhaald asielverzoek alsnog resulteert
in een verblijfsvergunning, de door de gemeente c.q. particuliere instelling
gemaakte kosten voor opvang achteraf door het Rijk worden vergoed.
De Gemeente Delft kent nog
geen gevallen waarin een tweede of herhaald asielverzoek alsnog heeft geleid
tot een verblijfsvergunning, vooralsnog kan er geen aanspraak gemaakt worden op
een vergoeding achteraf door het Rijk.
7.2 Eenmalige maatregel
Circa 2.200 mensen voldoen
aan de criteria om middels de eenmalige maatregel alsnog voor een
verblijfsvergunning in aanmerking te komen.
Het gaat om een groep
asielzoekers die vanwege inactiviteit van de overheid langer dan vijf jaar in
één asielprocedure verwikkeld zijn.
De verblijfsvergunning wordt
voor het einde van het jaar ambtshalve verleend.
De eenmalige maatregel
biedt geen oplossing voor de ROA/VVTV’ers die Delft nog onder haar
verantwoordelijkheid heeft.
Men is inmiddels
uitgeprocedeerd, of men heeft niet vóór of op 27 mei 1998 de eerste
asielaanvraag ingediend. Daarnaast geldt de regeling niet voor de asielzoekers
en uitgeprocedeerden in de “Uitstroomregeling”, ondanks dat zij in het verleden
een verblijfsvergunning hebben aangevraagd onder de oude vreemdelingenwet.
Asielzoekers die buiten de
eenmalige regeling vallen kunnen slechts in zeer incidentele gevallen met
toepassing van de inherente afwijkingsbevoegdheid dan wel de discretionaire
bevoegdheid voor een verblijfsvergunning in aanmerking kunnen komen.
Onduidelijk is wie in Delft
op basis van de inherente afwijkingsbevoegdheid, voor een verblijfsvergunning
in aanmerking komen. Vooralsnog gaan we ervan uit dat onder de 26.000
asielzoekers die terugmoeten naar het land van herkomst ook de uitgeprocedeerde
asielzoekers in Delft vallen.
De minister is niet van
plan een regeling te treffen voor uitgeprocedeerde asielzoekers die door
inactiviteit van de overheid, na jarenlang procederen alsnog uitgeprocedeerd
zijn geraakt of die buiten hun toedoen niet kunnen terugkeren naar het land van
herkomst of een ander land waar toelating gewaarborgd is, bijvoorbeeld Chinezen
en Stateloze Palestijnen.
Een notitie “Terugkeer gaan
we doen” is in voorbereiding.
Een meerderheid in de
Tweede Kamer vindt dat uitgeprocedeerde asielzoekers voorlopig niet uit de
opvang op straat mogen worden gezet. PvdA, SP, GroenLinks, LPF, ChristenUnie en
SGP schaarden zich donderdag 11 december ’03 achter een motie hierover van
coalitiepartner D66. De partijen willen dat minister Verdonk voor
Vreemdelingenzaken eerst met een plan van aanpak komt voor deze
uitgeprocedeerden, die niet zelden al jaren in Nederland verblijven. Verdonk
wil de motie niet uitvoeren, omdat elke verdere opvang 'valse hoop' wekt om
niet naar het land van herkomst terug te hoeven keren. Minister Verdonk heeft
toegezegd uiterlijk half januari te komen met de notitie. Dan zal er ook een overzicht zijn over hoeveel uitgeprocedeerden
alsnog een status krijgen en hoeveel er Nederland moeten verlaten. (zie voor
meer informatie hierover bijgaande nota “het vernieuwde uitzetbeleid voor
asielzoekers”)
8.1. Doelstelling
De SNVD biedt in een
uiterste noodsituatie noodopvang aan een groep uitgeprocedeerde vluchtelingen
die uitgesloten zijn van overheidsvoorzieningen of andere mogelijkheden.
8.2 Uitgangspunt
Er moet sprake zijn van een
positief advies van een advocaat of deskundig instelling op het terrein van
vluchtelingenwerk, op basis waarvan een reëel perspectief bestaat voor legaal
verblijf in Nederland of een ander land waar toelating gewaarborgd is.
De opvang heeft een
tijdelijk karakter. Doordat vooraf een positief advies door een advocaat of een
deskundig instelling wordt gegeven zal de opvang in nagenoeg alle gevallen
tijdelijk zijn.
8.3. Doelgroep
De SNVD concentreert zich
op ouderen, alleenstaande met kinderen , alleenstaande vrouwen en zieken. De
opvang is regionaal, de mensen in de opvang hebben niet per definitie een
binding met Delft
In de praktijk komt het
neer op:
-
Mensen die een tweede asielverzoek indienen mogen de beslissing in
Nederland afwachten, maar het Rijk geeft ze geen onderdak meer;
-
Uitgeprocedeerden: zij krijgen 28 dagen de tijd om hun verblijfplaats in
Nederland te verlaten.
8.4 Subsidieaanvraag.
Nadat de SNVD eerder tot
tweemaal toe een afwijzing van de Gemeente Delft heeft ontvangen na een
subsidieaanvraag, heeft de SNVD op 14 april 2003 bij de Gemeente Delft opnieuw
een verzoek om subsidie ingediend.
De aanvraag behelst
financiën voor:
·
2003:
opvulling bestaande tekorten. Hiervoor wordt € 13.000,- gevraagd.
·
2004:
dekking voor de huisvestingskosten inclusief gas, water en licht. Hiervoor
wordt € 22.000,- gevraagd.
8.5 Programmabegroting
Tijdens de besprekingen van
de programmabegroting is een amendement van Groenlinks om structureel nieuw
beleid toe te voegen aan het programma Werk, Inkomen en Zorg aanvaart. Het gaat
om € 22.000,- voor de subsidie aan de SNVD. Met dit amendement wordt de opvang
van uitgeprocedeerde asielzoekers uitgebreid middels een structurele subsidierelatie
aan de SNVD.
Voor 2004 is ingestemd met
een incidentele dekking uit het, op basis van voorgaande jaren te verwachten,
voordeel op de jaarrekening van de uitbetaling van de zogenaamde Zalmsnip ten
opzichte van de uitkering van het Rijk.
9.1. “Uitstroomregeling”
Geconcludeerd kan worden dat
de doelgroep goed gebruik heeft gemaakt van de regeling. Alle personen die
voorzieningen in het kader van de voormalig ROA/VVTV-regelingen hebben
ontvangen zijn toegetreden tot de ‘Uitstroomregeling’. Bij uitzondering is een
gezin afkomstig uit de vrouwenopvang Ricardus in de regeling opgenomen.
Het beëindigen van de
ROA/VVTV-voorzieningen is de hoofdreden geweest om deze specifieke groep op te
nemen in de ‘Uitstroomregeling’. De reden hiervoor is dat deze specifieke groep
al jarenlang in de Gemeente Delft verblijft, in afwachting van de definitieve
beslissing op de aanvraag. De Gemeente Delft vindt het onwenselijk om deze
mensen na zoveel jaren onzekerheid op straat te zetten.
Het uitgangspunt om
gedurende 3 maanden een financiële toelage te verstrekken aan rechtmatig
verwijderbare ‘uitgeprocedeerde’ asielzoekers heeft geen stand kunnen houden.
In alle gevallen is deze termijn ruimschoots overschreden. De personen in de
regeling maken inmiddels anderhalf tot drie jaar gebruik van de regeling.
Maximaal 6 personen kunnen
nog toetreden tot de ‘Uitstroomregeling’. Het betreft 4 volwassenen en 2
kinderen die momenteel nog voorzieningen in het kader van de voormalig
ROA/VVTV-voorzieningen ontvangen.
De gemeente ontvangt over
deze personen een terugkeerdossier van de IND met het verzoek de
(Rijks)voorzieningen te beëindigen.
9. 2 De eenmalige maatregel
De gemeente Delft heeft
onlangs haar bezwaren kenbaar gemaakt tegen de naar onze mening te beperkte
éénmalige maatregel. De brief is u in het B&W van dinsdag 16 december
aangeboden.
Met de G4 en de VNG heeft
de minister afgesproken dat gemeenten geen noodopvang meer bieden aan
uitgeprocedeerde asielzoekers die na de toepassing van de éénmalige regeling,
de inherente afwijkingsbevoegdheid en de discretionaire bevoegdheid van de
minister van Vreemdelingenzaken en Integratie terug moeten naar hun
herkomstland. Het betreft uitgeprocedeerde asielzoekers die onder de oude vreemdelingenwet
zijn ingestoomd en niet zelfstandig terugkeren, niet gedwongen kunnen worden
uitgezet en waarbij ook het zicht op uitzetting ontbreekt.
9.3. Subsidieaanvraag SNVD
Er is
sprake van een groeiend
aantal uitgeprocedeerde asielzoekers.
De SNVD biedt opvang aan
een groep uitgeprocedeerde asielzoekers die niet onder de doelgroep van de
“Uitstroomregeling” vallen.
Gezien de problematiek
m.b.t tot het landelijk terugkeerbeleid ziet de gemeente Delft zich in
tegenstelling tot vorige jaren, genoodzaakt om de subsdieaanvraag voor 2004 te
honoreren en structureel nieuw beleid toe te voegen aan het Programma
Werk, Inkomen en Zorg, het gaat om €22.000,- per jaar. Voor 2004 dienen deze
kosten incidenteel gedekt te worden op het te verwachte voordeel op de
jaarrekening van de uitbetaling van de “zalmsnip”. Voor subsidieverlening 2005
en verder zal nieuwe dekking gezocht moeten worden, dit zal worden meegenomen
in de discussie programmabegroting 2005. Voor meer informatie over de
subsidieaanvraag voor Stichting Noodopvang vluchtelingen Delft verwijs ik u
naar de notitie ”Subsidie SNVD 2004” die u op korte termijn zal worden
aangeboden.
De volgende voorstellen
worden gedaan voor voortgang van de regeling:
1. Ontwikkelingen
Tweede Kamer op het gebied van uitgeprocedeerde asielzoekers op de voet te
blijven volgen met als doel inzicht te krijgen in de vraag voor hoelang de
uitstroomregeling gecontinueerd kan worden?
2. B&W
in de loop van 2004 informeren over de vraag voor hoelang de uitstroomregeling
gecontinueerd dient te worden?
Krista Schofield
Beleidsmedewerker Inkomen