Nota

 

Datum

12-02-2004

Ons Kenmerk

407401

Opsteller

H. Steketee

Bijlagen

1       

Onderwerp

Voorstel tot wijzigen Vergoedingenbesluit WVG

 

 


 

Inleiding

De huidige Vergoedingenbesluit WVG uit 1999 is verouderd en dient te worden geactualiseerd. Hierbij is gelet op jurisprudentie en gemeentelijke beleidswijzigingen en de vastgestelde Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.

In dit voorstel staan alle aanpassingen weergegeven. Als bijlage is het concept: Vergoedingenbesluit voorzieningen gehandicapten 2004 toegevoegd.

 

De volgende artikelen worden behandeld:

 

  1. Artikel 1.2 lid 2             inkomensgrens op 1,5 maal
  2. Artikel 2.2 lid 2             primaat verhuizen
  3. Artikel 2.2 lid 4             opsomming kosten
  4. Artikel 2.6 lid 2             huurderving
  5. Artikel 2.10 (nieuw)       afschrijvingssystematiek woningsanering
  6. Artikel 3.1 lid 3             ketenkaart
  7. Artikel 3.4 lid 4 en 5      inkomensgrens op 1,5 maal

 

 

Algemene bepalingen

 

1.         Artikel 1.2 lid 2                        Inkomensgrens op 1,5 maal

Het hanteren van de inkomensgrens op anderhalf maal het norminkomen WVG is gelijk gesteld aan de reeds vastgestelde Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.

 

Voorgesteld wordt om artikel 1.2 lid 2 als volgt te wijzigen

Lid 2 De gehandicapte…hoger is dan anderhalf maal het norminkomen WVG is …

 

 

 

Woonvoorzieningen

 

2.         Artikel 2.2 lid 2                        Primaat verhuizen

Dit lid gaf het volgende aan; in afwijking van het bepaalde in het eerste lid  bedraagt de financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoeld in artikel 2.3, lid 3, van de Verordening niet meer dan € 7.651,86. Het grensbedrag waarboven het primaat verhuizen geldt staat reeds aangegeven in de Verordening. De inhoud van betreffend lid is verplaatst naar het Verstrekkingenboek (paragraaf 2.2) waarin afwegingsaspecten staan weergegeven ten aanzien van de verhuisplicht.

 

Voorgesteld wordt om artikel 2.2 lid 2 geheel te laten vervallen en de inhoud te verplaatsen naar het Verstrekkingenboek.

 

 

3.         Artikel 2.2 lid 4                        Opsomming kosten

In navolging van het wijzigingsvoorstel bij artikel 2.1 lid 2 van de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999, is hier plaats ingeruimd om de kostenopsomming neer te leggen zoals bedoeld. En wel als volgt:

 

Voorgesteld wordt om artikel 2.1 lid 2 uit de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 te verplaatsen naar in artikel 2.2 lid 4.

Lid 4 Tot de kosten van de woningaanpassingen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de verordening, worden de volgende kosten gerekend:

A                     De aanneemsom voor het treffen van de voorziening, waarin begrepen de loon- en materiaalkosten.

B                                 De risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.

C                                 Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzake­lijk is om een architect voor de woningaanpassing in te schakelen, worden deze kosten subsidiabel geacht.

D                     De kosten voor het toezicht op de uitvoering, voorzover toezicht noodza­kelijk is,

                        tot een maximum van 2% van de aanneemsom.

E                     De leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorzie­ning.

F                      De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk omdat niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden.

G                     De door burgemeester en wethouders schriftelijk goedgekeurde kostenverhogin­gen die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden.

H                     De kosten in verband met noodzakelijk technisch onder­zoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing.

I                       De kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorzie­ning.

J                                  De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte.

 


4.         Artikel 2.6                    Huurderving

Lid 2 is aangepast aan de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.

 

Voorgesteld wordt om artikel 2.6 lid 2 aan te passen

Lid 2  ….bedraagt de kale huur van de woonruimte en is ten hoogste de maximum huurgrens van de Huursubsidiewet.

 

5.         Artikel 2.10                  Woningsanering

Op basis van informatie van de VNG en jurisprudentie wordt voorgesteld om een afschrijvingssystematiek te hanteren bij het noodzakelijk vervangen van vloerbedekking. Bij het bepalen van de financiële tegemoetkoming wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen vloerbedekking in een periode van acht jaar, op de volgende wijze;

 

A leeftijd tot 2 jaar; vergoeding               100% van het normbedrag

B leeftijd tot 4 jaar; vergoeding                 75% van het normbedrag

C leeftijd tot 6 jaar; vergoeding                 50% van het normbedrag

D leeftijd tot 8 jaar; vergoeding                 25% van het normbedrag

E leeftijd ouder dan 8 jaar;                     Geen vergoeding i.v.m. economische afschrijving

 

Het genoemde normbedrag is opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.

 

Voorgesteld wordt om artikel 2.10 toe te voegen aan het vergoedingenbesluit.

Indien de in artikel 2.1 lid 3 bedoelde voorziening een woningsanering betreft, verlenen burgemeester en wethouders en financiële tegemoetkoming waarbij de volgende afschrijvingssystematiek wordt gehanteerd:

 

A leeftijd tot 2 jaar; vergoeding                       100% van het normbedrag

B leeftijd tot 4 jaar; vergoeding                         75% van het normbedrag

C leeftijd tot 6 jaar; vergoeding                         50% van het normbedrag

D leeftijd tot 8 jaar; vergoeding                         25% van het normbedrag

E leeftijd ouder dan 8 jaar;                              Geen vergoeding i.v.m. economische afschrijving

 

Het genoemde normbedrag is opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.

 

 

Vervoersvoorzieningen

 

6.         Artikel 3.1 lid 1 en 3

Lid 1 is aangepast aan het huidige WVG-tarief voor de Regiotaxi zoals vastgesteld in de nota “Voorstel opname Stadstax Delft in Regiotaxi Haaglanden” (02/022976). Bij overgang van Stadstax naar Regiotaxi is besloten om het WVG-tarief per zone gelijk te stellen aan het zonetarief van de reguliere strippenkaart (blauwe strippenkaart) voor het openbaar vervoer.

 

Lid 3

In navolging van de wijziging ten aanzien artikel 3.1 lid 1 onder b uit de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004, komt lid 3 te vervallen.

 

Voorgesteld wordt om artikel 3.1 lid 3 te verwijderen en lid 1 aan te passen

Lid 1 Voor het reizen met het collectief systeem van aangepast vervoer, als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, onder a, van de Verordening, betaalt de gehandicapte voor een rit, een tarief gelijk aan het regulier openbaar vervoer op basis van de blauwe strippenkaart.

 

7.         Artikel 3.4        Ketenkaart en Inkomensgrens op 1,5 maal

Zie verklaring onder punt 1 en punt 6.

De leden 1 tot en met 3 zijn verwijderd omdat het de ketenkaart betrof. Lid 4b is aangepast aan het hanteren van de inkomensgrens op anderhalf maal het norminkomen WVG zoals vastgesteld in de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.

 

Voorgesteld wordt om uit artikel 3.4 lid 1 tot en met 3 te verwijderen en lid 4 aan te passen

Lid 1b   de gehandicapte…… bedraagt dan anderhalf maal het norminkomen WVG.

 

 

Voorstel

 

1. Om artikel 1.2 lid 2 als volgt te wijzigen

Lid 2 De gehandicapte…hoger is dan anderhalf maal het norminkomen WVG is …

 

2. Om artikel 2.2 lid 2 geheel te laten vervallen en de inhoud te verplaatsen naar het Verstrekkingenboek.

 

3. Om artikel 2.1 lid 2 uit de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 te verplaatsen naar in artikel 2.2 lid 4.

Lid 4 Tot de kosten van de woningaanpassingen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de verordening, worden de volgende kosten gerekend:

A                     De aanneemsom voor het treffen van de voorziening, waarin begrepen de loon- en materiaalkosten.

B                                 De risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.

C                                 Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzake­lijk is om een architect voor de woningaanpassing in te schakelen, worden deze kosten subsidiabel geacht.

D                     De kosten voor het toezicht op de uitvoering, voorzover toezicht noodza­kelijk is,

                        tot een maximum van 2% van de aanneemsom.

E                     De leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorzie­ning.

F                      De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk omdat niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden.

G                     De door burgemeester en wethouders schriftelijk goedgekeurde kostenverhogin­gen die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden.

H                     De kosten in verband met noodzakelijk technisch onder­zoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing.

I                       De kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorzie­ning.

J                      De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte.

 

 

4. Om artikel 2.6 lid 2 aan te passen

Lid 2  ….bedraagt de kale huur van de woonruimte en is ten hoogste de maximum huurgrens van de Huursubsidiewet.

 

5. Om artikel 2.10 toe te voegen aan het vergoedingenbesluit.

Indien de in artikel 2.1 lid 3 bedoelde voorziening een woningsanering betreft, verlenen burgemeester en wethouders en financiële tegemoetkoming waarbij de volgende afschrijvingssystematiek wordt gehanteerd:

 

A leeftijd tot 2 jaar; vergoeding                       100% van het normbedrag

B leeftijd tot 4 jaar; vergoeding                         75% van het normbedrag

C leeftijd tot 6 jaar; vergoeding                         50% van het normbedrag

D leeftijd tot 8 jaar; vergoeding                         25% van het normbedrag

E leeftijd ouder dan 8 jaar;                              Geen vergoeding i.v.m. economische afschrijving

 

Het genoemde normbedrag is opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.

 

6. Voorgesteld wordt om artikel 3.1 lid 3 te verwijderen en lid 1 aan te passen

Lid 1 Voor het reizen met het collectief systeem van aangepast vervoer, als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, onder a, van de Verordening, betaalt de gehandicapte voor een rit, een tarief gelijk aan het regulier openbaar vervoer op basis van de blauwe strippenkaart.

 

7. Om uit artikel 3.4 lid 1 tot en met 3 te verwijderen en lid 4 aan te passen

Lid 1b   de gehandicapte…… bedraagt dan anderhalf maal het norminkomen WVG.

 

 

Delft, 18 februari 2004