Inleiding
De huidige
Vergoedingenbesluit WVG uit 1999 is verouderd en dient te worden
geactualiseerd. Hierbij is gelet op jurisprudentie en gemeentelijke
beleidswijzigingen en de vastgestelde Verordening voorzieningen gehandicapten
2004.
In dit voorstel staan alle
aanpassingen weergegeven. Als bijlage is het concept: Vergoedingenbesluit
voorzieningen gehandicapten 2004 toegevoegd.
De
volgende artikelen worden behandeld:
Algemene bepalingen
Het
hanteren van de inkomensgrens op anderhalf maal het norminkomen WVG is gelijk
gesteld aan de reeds vastgestelde Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.
Voorgesteld wordt om artikel 1.2 lid 2 als volgt te wijzigen
Lid 2 De gehandicapte…hoger is dan anderhalf
maal het norminkomen WVG is …
Dit lid gaf het volgende aan;
in afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt de financiële tegemoetkoming in de kosten van een
voorziening als bedoeld in artikel 2.3, lid 3, van de Verordening niet meer dan
€ 7.651,86. Het grensbedrag waarboven het primaat verhuizen geldt staat
reeds aangegeven in de Verordening. De inhoud van betreffend lid is verplaatst
naar het Verstrekkingenboek (paragraaf 2.2) waarin afwegingsaspecten staan
weergegeven ten aanzien van de verhuisplicht.
Voorgesteld wordt om artikel 2.2 lid 2 geheel te laten vervallen en de
inhoud te verplaatsen naar het Verstrekkingenboek.
In
navolging van het wijzigingsvoorstel bij artikel 2.1 lid 2 van de Verordening
voorzieningen gehandicapten 1999, is hier plaats ingeruimd om de
kostenopsomming neer te leggen zoals bedoeld. En wel als volgt:
Voorgesteld wordt om artikel 2.1 lid 2 uit de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 te verplaatsen naar in artikel 2.2 lid 4.
Lid 4 Tot de kosten van de
woningaanpassingen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de verordening,
worden de volgende kosten gerekend:
A De
aanneemsom voor het treffen van de voorziening, waarin begrepen de loon- en
materiaalkosten.
B De risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.
C Het
architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande
dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de
BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is om een architect voor de
woningaanpassing in te schakelen, worden deze kosten subsidiabel geacht.
D De
kosten voor het toezicht op de uitvoering, voorzover toezicht noodzakelijk is,
tot een maximum van 2% van de aanneemsom.
E De
leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening.
F De
prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk omdat niet binnen het
oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden.
G De
door burgemeester en wethouders schriftelijk goedgekeurde kostenverhogingen
die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden
kunnen worden.
H De
kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met
betrekking tot het verrichten van de aanpassing.
I De kosten
van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening.
J De
administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een
voorziening voor de gehandicapte.
4. Artikel 2.6 Huurderving
Lid
2 is aangepast aan de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.
Voorgesteld wordt om artikel 2.6 lid 2 aan
te passen
Lid 2
….bedraagt de kale huur van de woonruimte en is ten hoogste de
maximum huurgrens van de Huursubsidiewet.
Op
basis van informatie van de VNG en jurisprudentie wordt voorgesteld om een
afschrijvingssystematiek te hanteren bij het noodzakelijk vervangen van
vloerbedekking. Bij het bepalen van de financiële tegemoetkoming wordt rekening
gehouden met afschrijving van de te vervangen vloerbedekking in een periode van
acht jaar, op de volgende wijze;
A
leeftijd tot 2 jaar; vergoeding 100%
van het normbedrag
B
leeftijd tot 4 jaar; vergoeding 75% van het normbedrag
C
leeftijd tot 6 jaar; vergoeding 50% van het normbedrag
D
leeftijd tot 8 jaar; vergoeding 25% van het normbedrag
E
leeftijd ouder dan 8 jaar; Geen
vergoeding i.v.m. economische afschrijving
Het
genoemde normbedrag is opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.
Voorgesteld wordt om artikel 2.10 toe te voegen aan het vergoedingenbesluit.
Indien de in artikel 2.1
lid 3 bedoelde voorziening een woningsanering betreft, verlenen burgemeester en
wethouders en financiële tegemoetkoming waarbij de volgende
afschrijvingssystematiek wordt gehanteerd:
A leeftijd tot 2 jaar;
vergoeding 100% van
het normbedrag
B leeftijd tot 4 jaar;
vergoeding 75% van het normbedrag
C leeftijd tot 6 jaar;
vergoeding 50% van het normbedrag
D leeftijd tot 8 jaar;
vergoeding 25% van het normbedrag
E leeftijd ouder dan 8
jaar; Geen
vergoeding i.v.m. economische afschrijving
Het genoemde normbedrag is
opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.
Lid 1 is aangepast aan het huidige WVG-tarief voor de Regiotaxi zoals vastgesteld in de nota “Voorstel opname Stadstax Delft in Regiotaxi Haaglanden” (02/022976). Bij overgang van Stadstax naar Regiotaxi is besloten om het WVG-tarief per zone gelijk te stellen aan het zonetarief van de reguliere strippenkaart (blauwe strippenkaart) voor het openbaar vervoer.
Lid
3
In
navolging van de wijziging ten aanzien artikel 3.1 lid 1 onder b uit de
Verordening voorzieningen gehandicapten 2004, komt lid 3 te vervallen.
Voorgesteld wordt om artikel 3.1 lid 3 te verwijderen en lid 1 aan te
passen
Lid 1 Voor het reizen met het collectief systeem van
aangepast vervoer, als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, onder a, van de
Verordening, betaalt de gehandicapte voor een rit, een tarief gelijk aan het
regulier openbaar vervoer op basis van de blauwe strippenkaart.
7. Artikel 3.4 Ketenkaart en Inkomensgrens op 1,5 maal
Zie verklaring onder
punt 1 en punt 6.
De leden 1 tot en met
3 zijn verwijderd omdat het de ketenkaart betrof. Lid 4b is aangepast aan het
hanteren van de inkomensgrens op anderhalf maal het norminkomen WVG zoals
vastgesteld in de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004.
Voorgesteld wordt om uit artikel 3.4 lid 1 tot en met 3 te verwijderen
en lid 4 aan te passen
Lid 1b de gehandicapte…… bedraagt
dan anderhalf maal het norminkomen WVG.
1. Om artikel 1.2 lid
2 als volgt te wijzigen
Lid 2 De gehandicapte…hoger
is dan anderhalf maal het norminkomen WVG is …
2. Om artikel 2.2 lid 2 geheel te laten vervallen en de inhoud te verplaatsen naar het Verstrekkingenboek.
3. Om artikel 2.1 lid 2 uit de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 te verplaatsen naar in artikel 2.2 lid 4.
Lid 4 Tot de kosten van de woningaanpassingen zoals bedoeld in artikel
2.1 lid 2 van de verordening, worden de volgende kosten gerekend:
A De aanneemsom voor het
treffen van de voorziening, waarin begrepen de loon- en materiaalkosten.
B De
risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het
bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de
voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en
worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.
C Het
architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien verstande
dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de
BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is om een architect voor de
woningaanpassing in te schakelen, worden deze kosten subsidiabel geacht.
D De kosten voor het toezicht
op de uitvoering, voorzover toezicht noodzakelijk is,
tot een maximum van 2% van de aanneemsom.
E De leges voorzover deze
betrekking hebben op het treffen van de voorziening.
F De prijs van bouwrijpe
grond, indien noodzakelijk omdat niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd
kan worden.
G De door burgemeester en
wethouders schriftelijk goedgekeurde kostenverhogingen die ten tijde van de
raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden.
H De kosten in verband met
noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten
van de aanpassing.
I De kosten van heraansluiting op de openbare
nutsvoorziening.
J De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte.
4.
Om artikel 2.6 lid 2 aan te passen
Lid 2 ….bedraagt de kale huur van de woonruimte
en is ten hoogste de maximum huurgrens van de Huursubsidiewet.
5. Om artikel 2.10 toe te voegen aan het vergoedingenbesluit.
Indien de in artikel 2.1 lid 3 bedoelde voorziening een woningsanering
betreft, verlenen burgemeester en wethouders en financiële tegemoetkoming
waarbij de volgende afschrijvingssystematiek wordt gehanteerd:
A leeftijd tot 2 jaar; vergoeding 100%
van het normbedrag
B leeftijd tot 4 jaar; vergoeding 75% van het normbedrag
C leeftijd tot 6 jaar; vergoeding 50% van het normbedrag
D leeftijd tot 8 jaar; vergoeding 25% van het normbedrag
E leeftijd ouder dan 8 jaar; Geen
vergoeding i.v.m. economische afschrijving
Het genoemde normbedrag is
opgenomen in de bijgevoegde componentenlijst.
6. Voorgesteld wordt om
artikel 3.1 lid 3 te verwijderen en lid 1 aan te passen
Lid 1 Voor het reizen met het collectief systeem van aangepast vervoer, als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, onder a, van de Verordening, betaalt de gehandicapte voor een rit, een tarief gelijk aan het regulier openbaar vervoer op basis van de blauwe strippenkaart.
7. Om uit artikel 3.4
lid 1 tot en met 3 te verwijderen en lid 4 aan te passen
Delft, 18 februari 2004